Beleid rechtspraak - Hoofdinhoud
De rechtsstelsels en gerechtelijke apparaten van de lidstaten van de Europese Unie i zijn verschillend. Elke lidstaat heeft zijn eigen wetgeving en rechtspraak. De Europese Unie streeft ernaar de verschillende systemen zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Door het vrije verkeer van personen, diensten, kapitaal en goederen zijn de lidstaten namelijk nauw met elkaar verbonden.
De bevoegdheden van de EU zijn beperkt op het gebied van rechtspraak. Iedere lidstaat behoudt zijn eigen rechtssysteem. Wel kan de EU richtlijnen i aannemen om de verschillende stelsels op elkaar af te stemmen. Ook geldt het principe dat Europese wetgeving vóór het nationale recht gaat. Het Europees Hof van Justitie i kan de naleving van Europese regelgeving in de lidstaten afdwingen. Daarnaast is in 2017 het Europees Openbaar Ministerie i opgericht. Dit orgaan heeft de bevoegdheid om te onderzoeken, vervolgen en het aanklagen bij de nationale rechter van strafbare feiten die de EU schade opeveren, zoals fraude en corruptie.
Er zijn diverse richtlijnen van kracht over harmonisatie van de rechtspraak in de EU, zoals met betrekking tot minimumrechten voor verdachten, rechten voor slachtoffers en het familierecht. Ook zorgt het Europees aanhoudingsbevel i ervoor dat verdachte of veroordeelde personen die naar een andere EU-lidstaat zijn gevlucht snel kunnen worden teruggebracht. Verder heeft de EU sinds 2005 directe invloed op strafrecht wanneer dit effect heeft op effectieve toepassing van de gemeenschapswetgeving. Sinds 2007 kan de EU lidstaten dan dwingen straffen op te laten leggen. In de laatste jaren is de EU zich op aansporen van lidstaten als Nederland zich meer gaan mengen in de rechtspraak van lid-staten als Hongarije en Polen omdat hier de rechtstaat i onder druk staat. i
Inhoudsopgave
Erkenning uitspraken
In april 2009 heeft de Europese Commissie i in een groenboek i aangegeven uiteindelijk te willen komen tot een systeem waarbij de lidstaten elkaars gerechtelijke uitspraken erkennen. Uitspraken zouden in elke lidstaat uitvoerbaar moeten zijn. Hiermee moet worden voorkomen dat mensen in een andere lidstaat aan een veroordeling kunnen ontkomen. Deze afstemming is van belang bij veroordelingen door de rechter, maar ook in zaken als echtscheiding, voogdijschap, alimentatie en faillissementen, wanneer de betrokkenen in verschillende landen wonen.
Minimumrechten verdachten
In mei 2012 heeft de EU een richtlijn aangenomen over het recht van verdachten op informatie over fundamentele procedurele rechten. Dit betekent onder andere dat een verdachte in een taal die hij of zij begrijpt, gewezen wordt op de volgende rechten:
-
-het recht op een advocaat
-
-het recht om te zwijgen
-
-het recht op informatie over de aanklacht
-
-het recht op inzage in de dossiers over zijn of haar zaak.
Daar zijn de volgende rechten bijgekomen sinds 2013:
-
-het recht op vertrouwen van besprekingen tussen de verdachte en de advocaat
-
-het recht om een derde persoon van opsluiting te informeren
-
-het recht om met het consulaat te communiceren
-
-het recht op vertolking in de eigen taal
En sinds 2018 is een richtlijn van kracht die bepaalt dat verdachten in de EU onschuldig zijn tot het tegendeel bewezen is en dat zij recht hebben bij het proces aanwezig te zijn.
Europees Openbaar Ministerie
In 2017 is het het Europees Openbaar Ministerie opgericht. Dit orgaan heeft de bevoegdheid om te onderzoeken, vervolgen en het aanklagen bij de nationale rechter van strafbare feiten die de EU schade opeveren, zoals fraude en corruptie.
Bij besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie i, de Raad i, het Europees Parlement i en de Europese Raad i een rol.
Besluitvorming op dit terrein, met uitzondering van het familierecht, verloopt volgens de gewone wetgevingsprocedure i. Op het terrein van justitiële samenwerking in strafzaken kan in de Raad een noodremprocedure i (zie hieronder) worden ingezet.
Voor familierecht geldt dat de Raad besluit met eenparigheid van stemmen i, na raadpleging i van het Europees Parlement.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
Eurocommissaris voor Justitie i Eurocommissaris voor Waarden en Transparantie (vicevoorzitter) i |
Parlementaire commissie Europees Parlement |
parlementaire commissie Burgerlijke vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken i |
Nederlands lid commissie Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
|
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Minister voor Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus i (CDA) of Minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker i (VVD) |
Zaken aangaande fundamentele rechten vallen ook onder competentie van de Eurocommissaris voor Betere regelgeving, inter-institutionele relaties, duurzame ontwikkeling, rechtsregels en fundamentele rechten.
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden i. Bij justitiële samenwerking in strafzaken kunnen de lidstaten van de Europese Unie i ook initiatiefvoorstellen indienen. Voorwaarde is dat een initiatief ten minste door een kwart van de lidstaten wordt ingediend.
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Betrokken bij uitvoering
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Instantie |
|
Agentschap |
Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) i |
Orgaan van de Europese Unie |
De samenwerking in de rechtspraak vindt haar basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
-
-Burgerrecht: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 3 (art. 81), zevende deel VwEU art. 345 i
-
-Eurojust: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 4 art. 85 i
-
-Europees OM: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 4 art. 86 i
Europese Unie
Algemeen overzicht EU
Factsheet Europees Parlement
Wetgevingsoverzicht
Statistieken Eurostat
voormalige EP-leden >