Mr.Dr. D.A.P.N. (Dion) Koolen

Foto Mr.Dr. D.A.P.N. (Dion) Koolen
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaand katholiek politicus in het interbellum. Was advocaat en administratief rechter en kwam in 1905 in de Tweede Kamer voor het district Grave door oud-minister Harte1 te verslaan. Volgde in 1920 de liberaal Fock2 op als Kamervoorzitter en trad in die functie tamelijk streng en formeel op. In 1925 opvolger van minister Aalberse3 in het kortstondige eerste kabinet-Colijn4. Was een bewonderaar van Colijn. Na zijn kortdurende ministerschap negentien jaar staatsraad. Werd na de breuk in het vierde kabinet-Colijn5 in 1939 verrassend formateur, omdat hij anders dan de ministers Romme en Steenberghe een exponent was van de rechtervleugel van de RKSP. Zijn formatiepoging mislukte dan ook. Stond bekend als tamelijk afstandelijk.

Algemeene Bond (RKSP)
functie(s) in de periode 1905-1945: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, minister, lid Raad van State

Inhoudsopgave

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen (6/9)
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties (4/25)
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin
  11. Uitgebreide versie

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Dionysius Adrianus Petrus Norbertus

geboorteplaats en -datum
Rijswijk (Z.H.), 21 januari 1871

overlijdensplaats en -datum
Voorschoten, 24 maart 1945

begraafplaats en -datum
's-Gravenhage, 28 maart 1945 (familiegraf)

2.

Partij/stroming

partij(en)
RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (6/9)

  • - 
    lid Centrale Raad van Beroep (voor de Ongevallenwet), van 16 april 1903 tot 1 juni 1919 (benoemd bij K.B. van 28 februari 1903)
  • - 
    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1905 tot 4 augustus 1925 (1905-1918 voor het kiesdistrict Grave)
  • - 
    ondervoorzitter Centrale Raad van Beroep, van 1 juni 1919 tot 4 augustus 1925
  • - 
    voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 oktober 1920 tot 5 augustus 1925
  • - 
    minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, van 4 augustus 1925 tot 8 maart 1926
  • - 
    lid Raad van State, van 1 mei 1926 tot 24 maart 1945 (benoemd bij K.B. van 15 april 1926)

(in)formateurschap(pen)
  • - 
    kabinetsformateur, van 15 november 1923 tot 24 november 1923 (poging mislukt)
  • - 
    kabinetsformateur, van 9 juli 1939 tot 14 juli 1939 (poging mislukt)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (4/25)

  • - 
    voorzitter Raad voor Luchtvaart, van januari 1937 tot 1945
  • - 
    lid Raad van Commissarissen N.V. Nederlandsche Spoorwegen, vanaf 1938
  • - 
    voorzitter Indische Missievereeniging (tijdens Duitse bezetting)
  • - 
    lid financiële commissie, Academie voor Internationaal Recht

afgeleide functies, presidia etc. (4/19)
  • - 
    lid afdeling Arbeid, Handel en Nijverheid (Raad van State)
  • - 
    lid afdeling Landbouw en Visserij (Raad van State)
  • - 
    lid afdeling Sociale Zaken en Volksgezondheid (Raad van State)
  • - 
    lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • - 
    Sprak in de Tweede Kamer met name over financiële aangelegenheden, arbeid, onderwijs en waterstaat

opvallend stemgedrag (2/6)
  • - 
    Behoorde in 1923 tot de vier leden van zijn fractie die tegen een (aangenomen) initiatiefwetsvoorstel-Sannes stemden over aanvulling van de Invaliditeitswet
  • - 
    Behoorde in 1924 tot de drie leden van zijn fractie die tegen een wetsvoorstel over steunverlening aan de Koninklijke Hollandsche Lloyd stemden

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • - 
    Werd in september 1918, 1919 en 1920 als tweede op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst
  • - 
    Werd op 13 oktober 1920 als eerste kandidaat op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap geplaatst. Hij kreeg 43 van de 84 stemmen. Op J.H.A. Schaper werden 15 en op P. Rink 12 stemmen uitgebracht.

uit de privésfeer
  • - 
    Was in 1909 medeoprichter van het Alberdinck Thijm-Genootschap

verkiezingen
  • - 
    Werd in 1901 in het kiesdistrict Utrecht II na herstemming verslagen door jhr. J. Röell (ol)
  • - 
    Versloeg in 1905 de vroegere afgevaardigde van het district Grave, oud-minister J.J.I. Harte van Tecklenburg (rk), na herstemming
  • - 
    Werd in 1909, 1913 en 1917 bij enkelvoudige kandidaatstelling gekozen

niet-aanvaarde politieke functies
  • - 
    lid Raad van State, december 1916
  • - 
    lid Tweede Kamer, augustus 1925 (i.v.m. benoeming tot minister)

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
"de Katholieke Colijn" (bijnaam in de pers)

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • - 
    J.P. Gribling, "Koolen, Dionysius Adrianus Petrus Norbertus (1871-1945)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 312
  • - 
    Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
  • - 
    Ned. Patriciaat, 1940

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.


  • 1. 
    Ambitieuze katholieke politicus, die aanvankelijk tot de conservatieve vleugel behoorde, maar later Schaepmanniaan werd. Kon dankzij zijn huwelijk met een dochter van margarinefabrikant Jurgens Kamerlid worden voor het district Grave. Financieel specialist van de katholieken. Als minister van Financiën in het kabinet-Kuyper kwam zijn voorstel voor een protectionistische Tariefwet te laat om nog te worden afgehandeld. Zijn ministerschap was verder weinig opvallend. Sloot zijn loopbaan af als lid van de Raad van State, waarvan hij liefst zesentwintig jaar deel uitmaakte. Kaarsrechte man, die als zelfingenomen en zelfs wat pedant werd gekarakteriseerd.
     
  • 2. 
    Vooraanstaande liberale staatsman uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Was advocaat en provinciebestuurder en kwam in 1901 voor een Rotterdams district in de Tweede Kamer. Had grote belangstelling voor koloniale vraagstukken en werd in het kabinet-De Meester minister van Koloniën. Keerde in 1913 terug in de Kamer na Gouverneur van Suriname te zijn geweest. In 1917 volgde hij Goeman Borgesius op als Kamervoorzitter. Dat ambt bekleedde hij met veel gezag en met strakke hand wist hij de vaak lastige communistische en links-socialistische afgevaardigden in de hand te houden. In 1921 Landvoogd van Nederlands-Indië en in dat ambt conservatief en vrij kleurloos. Bleef tot op hoge leeftijd politiek actief als partijvoorzitter en lid van de Eerste Kamer. Bekritiseerde toen zijn opvolger als Gouverneur-Generaal, De Graeff.
     
  • 3. 
    Katholieke voorman, die als minister een belangrijk aandeel had in de sociale wetgeving. Was advocaat en wethouder in Leiden en volgde in 1903 Schaepman op als Kamerlid. Steunde de sociale-wetgevingsvoorstellen van Talma en bracht zelf een wet tegen oneerlijke concurrentie tot stand. Daarna hoogleraar in Delft en in 1918 in het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I de eerste minister van Arbeid. Werd de man van de 8-urendag en bracht diverse belangrijke wetten tot stand. Nadien als Kamerlid vertrouweling en opvolger van Nolens. In 1935 de hoofdrolspeler bij de kabinetscrisis over de financiële politiek van het kabinet-Colijn. Wist echter geen centrumlinks kabinet te vormen. Besloot zijn loopbaan als Kamervoorzitter en staatsraad. Had veel aanzien bij de katholieke vakbeweging, maar werd ook door politieke tegenstanders gewaardeerd.
     
  • 4. 
    Dit eerste christelijke kabinet onder leiding van Hendrikus Colijn kwam al na drie maanden, in november 1925, ten val. Colijn was bij de verkiezingen als sterke man geafficheerd, nadat hij als minister van Financiën in het vorige kabinet een op bezuinigingen gericht financieel beleid had gevoerd. Ook in dit door hem geleide kabinet had hij de portefeuille Financiën.
     
  • 5. 
    Dit kabinet had, anders dan de vier voorgaande kabinetten, weer een parlementair karakter. Het werd gesteund door RKSP, ARP en CHU. De financieel-economische problemen beheersten het kabinetsbeleid. Daarnaast vroegen de toevloed van (joodse) vluchtelingen, de toenemende onrust in de samenleving door het optreden van de NSB en de internationale spanningen veel aandacht. Er was sprake van een steeds grotere oorlogsdreiging, met name in september 1938.