Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022 - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022

Dit jaarverslag i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 36360 XIII - Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022; Jaarverslag; Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022
Document date 17-05-2023
Publication date 17-05-2023
Nummer KST36360XIII1
Reference 36360 XIII, nr. 1
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022

2023

36 360 XIII

Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022

Nr. 1

JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT (XIII) 2022

Ontvangen 17 mei 2023

INHOUDSOPGAVE

Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten    4

dechargeverlening    5

Dechargeverlening door de Tweede Kamer    7

Dechargeverlening door de Eerste Kamer    7

Overzicht coronasteunmaatregelen    44

Budgettair overzicht Oekraïne    48

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten 49 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei    62

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds    87

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering    93

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief    117

Artikel 40 Apparaat    126

Artikel 41 Nog onverdeeld    129

31 december 2022    137

Agentschap Telecom (AT)    137

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)    144

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)    152

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)    160

Zaken en Klimaat    178

Bijlage 1: Toezichtrelaties Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's) en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's)    180

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek    222

Bijlage 4: Inhuur externen    236

Bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2022    238

Bijlage 6: Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer 243 Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland    245

Bijlage 8: NGF-Bijlage    247

Bijlage 9: Rapportage burgercorrespondentie    250

Lijst van afkortingen    252

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 25.908,4

  • 1. 
    Goed functionerende economie en markten
  • 2. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
  • 3. 
    Toekomstfonds
  • 4. 
    Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
  • 5. 
    Een veilig Groningen met perspectief

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 11.181,0

  • 1. 
    Goed functionerende economie en markten
  • 2. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
  • 3. 
    Toekomstfonds
  • 4. 
    Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
  • 5. 
    Een veilig Groningen met perspectief

A. ALGEMEEN

  • 1. 
    Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris Mijnbouw het departementale jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Economische Zaken en Klimaat decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 715 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. 
    het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
  • 2. 
    de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
  • 3. 
    de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  • 4. 
    de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  • 5. 
    de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. 
    het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022;
  • 2. 
    het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
  • 3. 
    het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
  • 4. 
    de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 714, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

  • 2. 
    Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  • 1. 
    Opbouw jaarverslag;
  • 2. 
    Ondergrenzen toelichtingen;
  • 3. 
    Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens;
  • 4. 
    Groeiparagraaf;
  • 5. 
    Grondslagen voor de vastlegging en de waardering;
  • 6. 
    Motie Schouw en motie Hachchi c.s..
  • 1. 
    Opbouw jaarverslag

Dit jaarverslag bevat het beleidsverslag, een jaarrekening, en diverse bijlagen. Deze bevatten informatie over de in 2022 gerealiseerde beleidsre-sultaten en de budgettaire realisatiegegevens van EZK.

Het onderdeel beleidsprioriteiten van het beleidsverslag betreft de verantwoording over de beleidsagenda uit de EZK-begroting 2022. Naast het macro-economisch beeld worden in het beleidsverslag de behaalde resultaten op de prioriteiten van EZK voor 2022 toegelicht. Dit gebeurt via de volgende blokken:

  • Economisch beeld en uitdagingen voor EZK, Nationaal Groeifonds;
  • Duurzaam Nederland (o.a. vervolg Klimaatakkoord, Fit-for-55 en energiebeleid);
  • Ondernemend Nederland (o.a. Industriebeleid en Economische Veiligheid, Verduurzaming Industrie, Innovatie en mkb);
  • Digitale economie;
  • Mededingings- en consumentenbeleid;
  • Gaswinning Groningen;
  • Europese en regionale samenwerking.

De beleidsartikelen in dit jaarverslag hebben dezelfde opzet als de begroting 2022 (Kamerstuk 35 925 XIII, nrs. 1 en 2) en zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld (https://rbv.rijksfinancien.nl). Elk beleidsartikel bevat een paragraaf beleidsconclusies waarin voor de belangrijkste instrumenten een oordeel wordt gegeven over de uitvoering van het beleid in het afgelopen jaar. In beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) is net als in de begroting 2022 een overzicht opgenomen van maatregelen van bij het Klimaatakkoord betrokken ministeries ten behoeve van de uitvoering van het Klimaatakkoord. De bedrijfsvoeringparagraaf doet verslag van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het Ministerie van EZK.

De jaarrekening bestaat uit de departementale verantwoordingsstaten, de samenvattende verantwoordingsstaten inzake de agentschappen, de jaarverantwoordingen van de agentschappen, de saldibalans en de WNT-verantwoording.

De volgende bijlagen zijn opgenomen: Toezichtrelaties en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's), Moties en toezeggingen, Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, Inhuur externen, Focusonderwerp FJR 2022, Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer, Rijksuitgaven Caribisch Nederland, NGF-Bijlage, Rapportage burgercorrespondentie en een lijst van afkortingen.

  • 2. 
    Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2022 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

 

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

  • 3. 
    Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

Het jaarverslag bevat zowel financiële als niet-financiële gegevens (kengetallen en indicatoren). Deze gegevens zijn aan verschillende controlenormen onderhevig. De controle van financiële informatie is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 (RBV). De controle van beleidsinformatie en informatie over de bedrijfsvoering is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de RBV.

  • 4. 
    Groeiparagraaf

In het EZK-jaarverslag 2022, onder het onderdeel beleidsprioriteiten, is een overzicht opgenomen van de budgettaire effecten van de maatregelen getroffen door het Ministerie van EZK wegens de oorlog in Oekraïne.

Nieuw vanaf het jaarverslag 2022 is het opstellen van de bijlage Moties en Toezeggingen (bijlage 2). Tot nu toe werd deze bijlage alleen bij de ontwerpbegroting opgenomen. Uitgangspunt van de bijlage is dat deze de actuele stand van zaken rond moties en toezeggingen weergeeft en aansluit op de eerder hierover verstrekte informatie.

Ingevolge het verzoek van de Tweede Kamer om bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces wordt eenmalig de bijlage Focusonderwerp opgenomen in het Jaarverslag 2022 (bijlage 5: Focuson-derwerp FJR 2022).

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 28,) brengen departementen reeds langer in kaart welke uitgaven zij doen ten behoeve van Caribisch Nederland, uitgesplitst per beleidsartikel en per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. Bedragen onder de € 1 mln hoeven niet apart zichtbaar te worden gemaakt in de budgettaire tabel, hierbij volstaat een toelichting.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) heeft het kabinet besloten het overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr.

11). Ter uitvoering hiervan wordt bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch

Nederland toegevoegd aan de departementale jaarverslagen waarin alle uitgavenreeksen ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) worden opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

  • 5. 
    Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

  • 6. 
    Motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 is onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie (COM(2022) 621 final).

Binnen artikel 1 van de EZK-begroting wordt hieraan invulling gegeven vanuit een toekenning uit het Nationaal Groeifonds van € 210 mln (€ 152,5 mln onvoorwaardelijk, € 57,5 mln voorwaardelijk) met het opschalen van ca. 15 publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs, gericht op onder meer de versterking van de aansluiting van het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt. Tevens wordt met een bijdrage uit het fonds opgeschaald door een impuls te geven aan de toepassing van innovaties in de praktijk, het stimuleren van leven lang ontwikkelen en het verhogen van het produc-tiviteitsniveau van (midden- en klein) bedrijven.

Daarnaast heeft het AiNed investeringsprogramma een budget van € 204,5 mln toegekend gekregen uit het Nationaal Groeifonds. Met het AiNed Investeringsprogramma van de Nederlandse AI Coalitie worden bedrijven en publieke instellingen bij elkaar gebracht om in AI essentiële stappen te zetten die van groot economisch én maatschappelijk belang zijn. Het programma pakt knelpunten aan voor de terreinen innovatie, kennisbasis, arbeidsmarkt, maatschappij en data delen met een focus op sectoroverstijgende vraagstukken van groot gemeenschappelijk belang die een spill-over hebben naar verschillende toepassingsgebieden.

Via het Nationaal Groeifonds is ook voor een periode van tien jaar € 80 mln publieke financiering toegekend aan het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI). De oprichting van NOLAI in 2022 zorgt voor publiek-private samenwerking voor verantwoorde innovatie op het terrein van digitale leermiddelen die gebruik maken van AI.

Binnen artikel 2 van de EZK-begroting wordt hieraan onder andere bijgedragen met projecten gefinancierd vanuit het Nationaal Groeifonds. In 2022 zijn voor het eerst aanzienlijke uitgaven gedaan vanuit het Nationaal Groeifonds. Over een langere periode is ongeveer € 10 mld beschikbaar voor projecten binnen de pijler R&D en innovatie van het Nationaal Groeifonds, mede door de extra middelen die voor deze pijler beschikbaar zijn gekomen in het Coalitieakkoord.

De uitgaven voor Nationaal Groeifonds-projecten lopen deels via artikel 2 van de EZK-begroting. In 2022 is binnen de pijler R&D en innovatie voor een bedrag van € 1,5 mld aan definitieve toekenningen gedaan voor Nationaal Groeifonds-projecten op artikel 2 van de EZK-begroting. In belangrijke mate zijn het middelen die bijdragen aan R&D en innovatie ten behoeve van de groene en digitale transitie. Middelen op artikel 2 van de EZK-begroting voor de IPCEI-projecten 'Micro elektronica' en 'Cloudinfra-structuur en services' vormen hier een belangrijke aanvulling op ter bevordering van de digitale transitie. Ook vanuit het in het Coalitieakkoord gevormde Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt bijdragen aan investeringen die de groene en digitale transitie bevorderen.

In 2022 is bepaald dat dit fonds voor een bedrag van € 500 mln wordt aangewend voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen en voor een bedrag van € 372 mln voor de versterking van Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma's. Deze middelen vloeien in belangrijke mate naar artikel 2 van de EZK-begroting. Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen die de groene en digitale transities bevorderen. In 2022 is met de uitvoering van het Kennis en Innovatieconvenant 2020-2023 invulling gegeven aan dit beleid door bedrijven, kennisinstellingen en overheidspar-tijen.

In 2022 zijn ook richtingen bepaald voor de doorontwikkeling van het missiegedreven innovatiebeleid. In de Kamerbrief 'Innovatie en impact', die in november 2022 is verschenen (Kamerstuk 33 009, nr. 117), is aangegeven dat sterker de focus zal worden gelegd op de transities die in het Coalitieakkoord centraal zijn gesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid: de klimaat- en energietransitie, digitalisering, circulaire economie en sleuteltechnologieën.

Op artikel 4 investeert de Nederlandse overheid van 2020 tot en met 2027 meer dan € 27 mld in de schone en efficiënte productie van energie: onder andere via de SDE++, HER+ en ISDE draagt EZK al € 24,8 mld bij. Over dezelfde periode is meer dan € 500 mln opzij gezet voor investeringen in systeemintegratie en conversie. € 23 mld wordt geïnvesteerd in de energie-infrastructuur die noodzakelijk is voor duurzame energie. Meer dan € 48 mln wordt in geothermie geïnvesteerd tot en met 2025. Daarnaast worden, bijvoorbeeld om uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis, verschillende extra maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, onder andere door de komende jaren het aantal draaiuren van kolencentrales fors terug te dringen. In de komende jaren zullen de in het coalitieakkoord aangekondigde investeringen op het gebied van klimaat, energie, digitalisering, onderwijs, onderzoek en innovatie verder bijdragen aan het adresseren van de landspecifieke aanbevelingen uit 2020.

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Voor het opnemen van deze uitgaven in de budgettaire tabellen geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven (realisatie) van EZK voor Caribisch Nederland in 2022 bedroegen € 40,2 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1 (€ 4,3 mln), 2 (€ 1,0 mln) en 4 (€ 34,9 mln).

In bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland zijn alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

B. BELEIDSVERSLAG

  • 3. 
     BeleidsprioriteitenInleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een ondernemend en duurzaam Nederland. Samen met zijn partners werkt EZK aan de welvaart van alle Nederlanders, nu en later. Wij spannen ons in om de Nederlandse economie te versterken en weerbaar te maken voor de toekomst. Het belang van een weerbare en wendbare economie is afgelopen jaar nog nadrukkelijker naar voren gekomen. Terwijl de hevigheid van de coronacrisis afnam diende de volgende crisis zich alweer aan na de Russische invasie van Oekraïne en de daaropvolgende energieschaarste. Het adresseren van deze energieschaarste en bijbehorende economische problemen is en blijft een belangrijke opgave. Dit onderstreept nog sterker het belang van een succesvolle klimaat- en energietransitie, op weg naar een duurzame samenleving met schone, betrouwbare en betaalbare energie en industrie. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten. Deze opgaven vragen erom dat verduurzaming en economische ontwikkeling waar mogelijk hand in hand gaan. We moeten de economische kansen van verduurzaming waar mogelijk verzilveren. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol te volbrengen, hebben we een sterke economie met vindingrijke ondernemers hard nodig.

Macro-economisch beeld en uitdagingen voor EZK

De Nederlandse economie herstelde zich in 2022 sterk, mede geholpen door het aflopen van de maatregelen die nodig waren vanwege COVID-19. Door de sterke economische groei van 4,2 procent in 2022 is de economie weer groter dan voor de coronacrisis, en kwam de economie zelfs ongeveer weer op het oude groeipad terecht. Het herstel was daarmee krachtiger dan in de meeste andere Europese landen. De veerkracht van Nederlandse ondernemers is hierin bepalend geweest, en ook de steunpakketten hebben een bijdrage geleverd aan het bestendigen van de economie. Waakzaamheid ten aanzien van corona blijft nodig: de pandemie is meermaals onvoorspelbaar gebleken.

Het bekoelen van de coronacrisis viel samen met een snel stijgende i nflatie in het begin van 2022. Tekorten van aardgas, onder andere veroorzaakt door afnemende winning in Noordwest-Europa en de sterk gestegen vraag in Azië, leidden in 2021 al tot oplopende energieprijzen; de coronacrisis en bijbehorende problemen in internationale waardeketens zorgden voor prijsstijgingen bij tal van goederen. Hier bovenop kwam in februari 2022 de Russische invasie van Oekraïne. De oorlog in Oekraïne is uiteraard in de eerste plaats een catastrofe voor de Oekraïense bevolking. Naast het grote leed daar heeft de oorlog ook economische gevolgen voor de wereldeconomie, ook in Nederland. Het heeft geleid tot grotere energieschaarste, en tot prijsstijgingen van voedsel en andere producten. Deze combinatie van factoren heeft geleid tot een inflatie van circa 10 procent in 2022.1 1

Een belangrijke opgave voor EZK in 2022, maar ook in de komende jaren, is het verminderen van de energieschaarste. Hierin zijn in 2022 al belangrijke stappen gezet. Spaarzaamheid van huishoudens en innovatie van ondernemers hebben de energievraag in 2022 met tientallen procenten gedrukt. Ook aan de aanbodzijde is er veel werk te verzetten om de energieschaarste te verminderen. De snelle groei van hernieuwbare energiebronnen heeft de hoeveelheid aardgas die nodig is voor elektriciteitsopwekking substantieel verminderd. De krachtige inzet van het kabinet op expansie van deze energiebronnen heeft zo bijgedragen aan het tegengaan van energieschaarste. Met het oog op de klimaatdoelstel-lingen en een onafhankelijkere energievoorziening zal EZK hier de komende jaren op blijven inzetten. Ook de ingebruikname van twee drijvende LNG-terminals in de Eemshaven is belangrijk geweest voor het terugdringen van schaarste. Mede dankzij de grotere import van LNG in Europa daalde de aardgasprijs na de zomer van 2022 sterk. Tegelijkertijd blijft het verloop van energieprijzen onzeker. Om deze onzekerheid voor huishoudens te verminderen en de koopkrachtdaling te beperken is daarom gekozen voor een prijsplafond voor energie in 2023. De prijzen die huishoudens en andere kleine verbruikers moeten betalen voor energie worden hiermee gemaximeerd. Ook voor het mkb worden de gevolgen van hoge energiekosten gedempt, middels de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK).

Naast de oplopende inflatie is een belangrijk knelpunt voor de economie de krapte op de arbeidsmarkt. Zelfs de kentering in de conjunctuur in de tweede helft van 2022, die onder andere volgde uit de oplopende i nflatie, verminderde deze krapte nauwelijks. De krapte op de arbeidsmarkt is een gevolg van een nog steeds krachtige economie. De krapte gaat echter gepaard met serieuze problemen. Het maakt het lastiger voor bedrijven om te groeien, bemoeilijkt publieke dienstverlening en kan belangrijke transities in de weg staan. Het is voor EZK belangrijk dat deze krapte een stimulans is voor innovatief ondernemerschap en de inzet van arbeidsbesparende technologie. Dit vermindert niet alleen de krapte, maar is ook een belangrijke motor van economische groei.

Zonder economische groei is het niet mogelijk om de collectieve voorzieningen - van de zorg, AOW en defensie tot het onderwijs - op peil te houden, laat staan te verbeteren. Daarnaast is productiviteitsgroei bepalend voor loongroei, zodat huishoudens ook de economische groei terugzien in hun portemonnee. Groei is daarnaast nodig voor belangrijke maatschappelijke transities, en voor de betaalbaarheid hiervan. EZK heeft daarom ook in 2022 onverminderd doorgewerkt aan het verhogen van de duurzame economische groei voor Nederland, ook op de lange termijn. EZK streeft daarbij nadrukkelijk naar duurzame groei, die per saldo én op de lange termijn bijdraagt aan het welzijn van huidige en toekomstige generaties en ook in overeenstemming is met andere beleidsdoelen, zoals het mitigeren van klimaatverandering.

Nationaal Groeifonds

Een van de belangrijkste instrumenten van het kabinet om deze duurzame economische groei een impuls te geven, is via het in 2020 opgerichte Nationaal Groeifonds. In 2022 is het tweede advies van de adviescommissie Nationaal Groeifonds gepubliceerd. Het kabinet heeft op basis van dit advies besloten voor 28 verschillende voorstellen middelen beschikbaar te stellen of te reserveren, met een totale omvang van meer dan € 6 mld.2 Tevens zijn de voorbereidingen gestart van de derde investeringsronde.

Duurzaam Nederland

Nederland staat voor een ongekende transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie. EZK kiest daarom voor een realistische, ambitieuze en groene groeistrategie, die het streven naar economische groei en versterking van de concurrentiepositie combineert met het verbeteren van het milieu en gebruikmaakt van initiatieven in de samenleving. De komende jaren zullen onder andere in het teken staan van de groei van hernieuwbare energie, energiebesparing, leveringszekerheid, onafhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen en de transitie naar een circulaire economie.

De energiecrisis

2022 is een bijzonder jaar geweest waarin door de oorlog in Oekraïne Nederland onder andere te kampen heeft gehad met hoge energieprijzen. Er zijn dan ook veel maatregelen genomen ten aanzien van de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie.

In maart 2022, kort nadat de oorlog in Oekraïne is begonnen, werd een pakket aan maatregelen bekendgemaakt: een eenmalige energietoeslag voor lage inkomens, een verlaging van de btw op energie, een accijnsverlaging van benzine en diesel en aanvullende energiebesparende maatregelen. Hierop volgden in september extra maatregelen om Nederlandse burgers meer betalingszekerheid te geven. Er werd bijvoorbeeld aangekondigd dat huishoudens en andere kleinverbruikers in november en december konden rekening op een korting van €190 per maand op de energierekening. In 2023 kwam hiervoor een prijsplafond op energie voor huishoudens en andere kleinverbruikers in de plaats. Al deze maatregelen hebben bijgedragen aan het verlichten van de energierekeningen van de meeste huishoudens.

Naast de betaalbaarheid van energie, kwam ook de leveringszekerheid van energie in gevaar als directie aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Als gevolg hiervan heeft zowel op Europees gebied als binnen Nederland veel plaatsgevonden, zoals de eerdergenoemde ingebruikname van twee LNG-terminals in de Eemshaven. Terwijl Russische energie steeds meer werd geboycot op Europees niveau, heeft Nederland onder meer gewerkt aan het verbeteren van de eigen interne energieopslag en het versterken van het Nederlandse energienet.

De oorlog in Oekraïne heeft ook geleid tot versnelling van verduurzaming. Mede hierdoor zit de energietransitie in een stroomversnelling en groeit het aanbod van hernieuwbare energie snel. Ondanks de grote investeringen die zijn gedaan door netbeheerders, loopt het elektriciteitsnet toch tegen zijn grenzen aan. Dit maakt het moeilijker voor bedrijven en industrie om te investeren in verduurzaming, aangezien zij hierbij worden gehinderd door een tekort aan transportcapaciteit. Om deze congestie op het elektriciteitsnet tegen te gaan is in december 2022 het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) gepresenteerd. In dit programma verbinden het Rijk, medeoverheden, de Autoriteit Consument en Markt (ACM), netbeheerders en marktpartijen zich gezamenlijk aan concrete acties.3 Met het actieprogramma willen de betrokken partijen aan meerdere knoppen tegelijkertijd draaien om de problemen met het volle stroomnet zoveel mogelijk te beperken en te voorkomen. Dit is in het bijzonder van belang omdat de komende jaren getekend zullen worden door elektrificatie en het groeiende aandeel van hernieuwbare energie.

Fit-for-55

Om de klimaatdoelstellingen in de EU en in Nederland te kunnen implementeren heeft het kabinet voortvarend gewerkt om belangrijke onderdelen uit het Fit-for-55 pakket af te ronden.4 Zo zijn in 2022 de trilogen afgerond voor de aanscherping van het Europese emissiehandelsysteem (ETS), inclusief opname van de maritieme- en scheepvaartsector. Daarnaast is een nieuw ETS ingericht voor de gebouwde omgeving en mobiliteit met daaraan gekoppeld een Sociaal Klimaatfonds om sociale gevolgen bij armere bevolkingsgroepen op te vangen.5 Ook zijn de nationale doelen voor de individuele EU-lidstaten (ESR) vastgesteld en is er gewerkt aan het inrichten van een koolstofheffing aan de grens (CBAM). EZK heeft zich hierbij ingespannen voor snelle besluitvorming en behoud van het ambitieniveau teneinde het 2030-doel van 55 procent te kunnen halen.

Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK)

In het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) werkt de overheid samen met industrie, energieproducenten en netbeheerders om projecten voor de infrastructuur van energie en grondstoffen te versnellen. Dit zijn projecten die belangrijk zijn voor de verduurzaming van de industrie, gebouwde omgeving, landbouw en mobiliteit en voor de realisatie van windenergie op zee. In 2022 zijn vijf nieuwe projecten toegelaten tot het MIEK: aanlanding wind-op-zee projecten, H-Vision, importterminals van waterstof in Rotterdam, het Noordzeekanaalgebied en Aramis. Deze projecten dragen onder andere bij aan het behalen van de vastgestelde klimaatdoelen. Naast nieuwe projecten heeft er ook voortgang plaatsgevonden op een aantal huidige MIEK-projecten. De landelijke water-stofinfrastructuur en de Deltacorridor gaan bijvoorbeeld door naar de volgende fase binnen het MIEK. Voor de Deltacorridor is hierbij een besluit genomen tot het oprichten van een publieke projectorganisatie om zo vanuit het Rijk het project te ondersteunen.

Wind Op Zee

Met het programma Noordzee en de Aanvullende Routekaart Windenergie op Zee 2030 is in 2022 de ambitie voor windenergie op zee rond 2030 verdubbeld naar circa 21 GW. Dit is een enorme klus, omdat deze aanvullende ambitie parallel aan de reeds geplande windparken moet worden gerealiseerd in een korter tijdsbestek. Door processen parallel te plannen en meer risico's bij het Rijk en bij TenneT neer te leggen, streeft het kabinet er niettemin naar deze doelstellingen te halen. Tegelijkertijd wordt er ook al vooruitgekeken naar en gewerkt aan de plannen voor windparken na 2030. Daarbij zullen grotere gebieden verder op zee worden benut voor de productie van elektriciteit en waterstof uit windenergie op zee.

In 2022 hebben ten slotte meerdere tenders plaatsgevonden voor de exploitatie van windenergiegebieden: Hollandse Kust West kavel VI en Hollandse Kust West kavel VII. De twee windparken hebben beide een capaciteit van ten minste 700 MW en zullen hernieuwbare elektriciteit produceren zonder overheidssubsidie. Netbeheerder TenneT gaat twee platforms (stopcontacten op zee) met twee netaansluitingen binnen het gebied plaatsen om de windparken te verbinden met het Nederlandse elektriciteitsnet.

Ondernemend Nederland

EZK staat voor een ondernemend Nederland. Dat is een Nederland vol vernieuwers en toekomstbouwers, een vestigingsplaats voor het mkb, innovatieve starters en grote, productieve internationale bedrijven. Dat is een dynamisch Nederland waarin we met innovatieve oplossingen komen, door nieuwe technologieën toe te passen, effectief op te schalen, en het onbekende aan te gaan. Het EZK-beleid is erop gericht ondernemers de ruimte te geven om tot vernieuwing te komen. Een belangrijk speerpunt voor EZK in 2022 was dan ook het ondernemingsklimaat. Vanwege de grote rol die bedrijven spelen in onze welvaart, moeten we bedrijvigheid behouden, koesteren en aantrekken.

Op tal van beleidsterreinen die raken aan het ondernemingsklimaat heeft EZK in 2022 weer stappen gezet. EZK heeft beleid gevoerd om innovatie aan te jagen, economische veiligheid te borgen, de industrie en het mkb te laten bloeien en regionale ontwikkeling te stimuleren.

Ondernemingsklimaat

In oktober 2022 is de strategische agenda voor het ondernemingsklimaat gepubliceerd.6 EZK zet in op de versterking van het ondernemingsklimaat. Dat betekent én de basis op orde houden én een keuze voor extra inzet van het kabinet op het stimuleren van bedrijfsactiviteiten die substantieel bijdragen aan de digitalisering, verduurzaming en weerbaarheid van onze economie. In de agenda zijn acties genoemd om het inzicht in de ontwikkelingen van het ondernemingsklimaat te verdiepen, zijn de strategische uitgangspunten uiteengezet voor en zijn de acties op bepalende factoren van het ondernemingsklimaat omschreven. Zo is EZK, onder andere, een monitor ondernemingsklimaat en een impacttoets voor 'nationale koppen' op Europese regelgeving aan het uitwerken. Deze toets zal, ten behoeve van het besluitvormingsproces van het kabinet, inzichtelijk maken hoe de Nederlandse vertaling van EU-regels zich verhoudt tot vergelijkbaar beleid in andere (Europese) landen en wat het effect hiervan is op onze concurrentiepositie.

Innovatie

Innovatie draagt bij aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, is een belangrijke aanjager voor productiviteitsgroei en levert een grote bijdrage aan onze concurrentiekracht. Het Missiegedreven Topsectoren- en

Innovatiebeleid (MTIB) versnelt de transitie naar een duurzame, gezonde, veilige en klimaatneutrale samenleving én versterkt de concurrentiekracht van ons land.

EZK heeft in 2022, gezamenlijk met het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de kabinetsinzet ter versterking van het innovatiebeleid kenbaar gemaakt. 7 De drie speerpunten zijn het scheppen van de juiste randvoorwaarden voor R&D en innovatie, strategische keuzes bij de inzet van middelen en een doelmatig en toegankelijk instrumentarium. De richting en uitgangspunten die in deze brief kenbaar zijn gemaakt zijn leidend voor het proces om dit jaar tot herijkte missies, nieuwe Kennis- en Innovatieagenda's (KIA's) en het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) te komen. Ook zijn stappen gezet bij de besteding van middelen uit het fonds Onderzoek en Wetenschap voor TO2-faciliteiten, EU-matching en EU-partnerschappen.

Een belangrijk instrument voor innovatie is het in 2020 opgerichte Nationaal Groeifonds. In 2022 besloot het kabinet dat zes investeringsvoorstellen die EZK had ingediend bij het fonds op het terrein van R&D en Innovatie bekostigd gaan worden.8 Het gaat om de projecten Circulaire Plastics NL (€ 220 mln), Groenvermogen II (€ 250 mln), Nieuwe Warmte Nu! (€ 200 mln), NXTGEN HIGHTECH (€ 450 mln), Oncode-PACT (€ 164 mln) en PhotonDelta (€ 471 mln), met als totale som ruim € 1,75 mld. Hiermee kunnen de komende jaren grote investeringen worden gedaan om kansrijke ecosystemen in Nederland te versterken. Daarmee wordt geïnvesteerd in het toekomstig verdienvermogen van Nederland en bijgedragen aan het vinden van oplossingen voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken.

In 2022 is ook de bilaterale en trilaterale innovatiesamenwerking verder ontwikkeld. Door de Nederlandse inschrijving van €389 mln bij de Ministeriële Conferentie van de European Ruimteagentschap (ESA) nemen de investeringen van Nederland via ESA ten opzichte van 2019 met 37 procent toe. Deze inschrijving maakt het mogelijk dat Nederlandse overheden en bedrijven ruimtevaarttechnologie bij de grote transities kunnen inzetten.9

Economische veiligheid

Een open economie en vrije handel vergroten de Nederlandse welvaart. Goede afspraken over concurrentieverhoudingen via multilaterale organisaties hebben daarvoor een basis gelegd. Geopolitieke ontwikkelingen en haperingen in mondiale waardeketens leggen echter kwetsbaarheden van open en vrije markten bloot. Zo zien we dat ons omringende machtsblokken protectionistisch handelen en proactief - soms ook agressief - beleid voeren om hun technologische positie te versterken en via economie hun geopolitieke invloed proberen te vergroten.

Tegen deze achtergrond spannen we ons in om onze economische veiligheid te beschermen en streven we op Europees niveau naar 'open strategische autonomie'. Dat stelt ons in staat om onze publieke belangen te blijven borgen in een onderling verbonden wereld. 'Open' staat voor open economie, waarbij de EU een wereldwijde speler is met wederzijdse afhankelijkheden, die bij voorkeur multilateraal samenwerkt en waar handel op regels gebaseerd is. De veranderde geopolitieke context vraagt echter ook om waakzaamheid. Door ongewenste overnames kunnen ongewenste strategische afhankelijkheden ontstaan en kan hoogwaardige kennis weglekken, met gevolgen voor onze concurrentiekracht of zelfs nationale veiligheid.

Een belangrijk resultaat voor EZK rondom economische veiligheid is de Wet Veiligheidstoets voor investeringen, fusies en overnames (Vifo), die in 2022 door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. De wet zorgt voor een veiligheidstoets voor investeringen, fusies en overnames die een risico kunnen vormen voor de nationale veiligheid. 10 De veiligheidstoets geldt voor drie soorten bedrijven en organisaties in Nederland: vitale aanbieders, ondernemingen met sensitieve technologie en beheerders van bedrijfs-campussen. Deze actoren dienen investeringen, fusies en overnames te melden bij het Bureau Toetsing Investeringen (BTI) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het BTI beoordeelt vervolgens of een risico ontstaat voor de nationale veiligheid. Met deze wet is een belangrijke waarborg ingebouwd om ongewenste investeringen, fusies en overnames te voorkomen.

Ten slotte is in december 2022 de Nationale Grondstoffenstrategie gepresenteerd aan de Tweede Kamer.Met deze strategie wordt ingezet op voldoende beschikbaarheid van kritieke mineralen en metalen, circulariteit, op het vinden van minder schaarse alternatieven en verkleinen van de impact op mens en milieu. Dit is van belang voor zowel het voorkomen van eenzijdige afhankelijkheden als voor het duurzaam verdienvermogen en de omslag naar circulariteit.

Industriebeleid

Voor de toekomst van de Nederlandse industrie is het essentieel dat de omslag naar circulariteit en klimaatneutraliteit wordt ingezet. Een succesvolle verduurzaming van de industrie dient verschillende doelen: de industrie is een hoogproductieve sector met veel economische waarde, onze open strategische autonomie is erbij gebaat en het is nodig voor de brede transities naar circulariteit en klimaatneutraliteit. Een succesvolle groene industrie in Nederland is niet alleen goed voor onze eigen duurzaam-heidsdoelen, maar ook voor de mondiale omslag die nodig is.

Vanuit deze gedachte heeft het kabinet besloten om maatwerkafspraken te maken met de twintig grootste industriële uitstoters van broeikasgassen van Nederland. Deze bedrijven worden hierbij uitgedaagd zelf met ambitieuze plannen te komen om uitstoot te reduceren, bij henzelf en in de keten, en de impact op de leefomgeving te verbeteren. In 2022 zijn met drie bedrijven hiertoe 'expressions of principles' getekend: Tata Steel, DOW en Nobian. Hiermee wordt de eerste concrete stap naar juridisch afdwingbare maatwerkafspraken gezet.

Een ander speerpunt was het opstellen van sectorplannen voor corona. Hoewel corona in 2022 geen grote belemmering meer was voor de economie, is het belangrijk om voorbereid te zijn op eventuele oplevingen van het virus. Hiertoe zijn in september de sectorplannen opgeleverd die schetsen welke maatregelen goed aansluiten bij de sector. Sectoren weten door hun ervaringen uit de afgelopen jaren immers het beste wat wel en niet werkt om verspreiding van het virus tegen te gaan en tegelijkertijd economische activiteit te behouden.

Ten slotte is voortgang geboekt rond de Chips Act. Dit Europese initiatief is gericht op onderzoek naar, ontwikkeling van en productie van halfgeleiders (chips). Halfgeleiders zijn essentieel in allerlei producten, en de innovaties in deze sector zijn ook hard nodig voor andere technologieën zoals kwantum, kunstmatige intelligentie en fotonica. Europese samenwerking is nodig voor de competitiviteit van deze sector en het behoud van onze welvaart en veiligheid. De Europese Commissie heeft in maart 2022 een voorstel voor de Chips Act gepresenteerd, waarover in december 2022 een algemene oriëntatie is bereikt.

Midden- en kleinbedrijf

Het mkb zorgt voor werkgelegenheid, levert nieuwe producten en diensten, en draagt bij aan oplossingen voor alledaagse en maatschappelijke uitdagingen. Om mkb'ers nog beter in staat te stellen de vruchten te plukken van de groeiende en snel veranderende economie heeft EZK ook in 2022 veel aandacht voor het mkb gehad.

De sterke stijging van de energieprijzen was voor het mkb een belangrijke uitdaging. Dit geldt in het bijzonder voor het energie-intensieve mkb. Om de gevolgen van de prijsschok voor deze groep bedrijven te dempen is de tijdelijke Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) aangekondigd. In het eerste kwartaal van 2023 kunnen bedrijven waarvoor de energiekosten ten minste 7 procent van de omzet beslaan zich aanmelden voor een tegemoetkoming met terugwerkende kracht tot 1 november 2022.11 Met deze regeling voorkomen we dat bedrijven in grote getale omvallen als gevolg van de extreme energieprijzen in 2022. Met de tijdelijkheid wordt tegelijkertijd gestimuleerd dat bedrijven zich blijven aanpassen aan de veranderde omstandigheden en dat de kosten voor de regeling niet te veel oplopen.

In 2022 zijn eveneens stappen gezet rond de Borgstelling MKB-Krediet Groen (BMKB-Groen).11 12 Dit instrument helpt ondernemingen bij verduur-zaming door tegen gunstige voorwaarden garanties te bieden voor groene investeringen, bijvoorbeeld in hernieuwbare energie of energiebesparing. Per november 2022 kunnen mkb'ers gebruikmaken van de regeling via non-bancaire financiers. Banken sluiten hier in 2023 bij aan. Ten slotte heeft EZK, in samenwerking met SZW en OCW, in 2022 gewerkt aan het Actieplan Groene en Digitale banen.13 Dit actieplan is erop gericht de arbeidsmarkt-krapte rond de klimaattransitie en de digitale transitie te verlichten. De pijlers onder het actieplan zijn het verhogen van de instroom in bètatech-nisch onderwijs, behoud en vergroten van de instroom in de bètatechnische arbeidsmarkt, het verhogen van arbeidsproductiviteit en het versterken van de governance en het tegengaan van versnippering.14

Regionale ontwikkelingen

Provincies, gemeenten en andere regionale stakeholders zoals ROM's zijn belangrijke partners bij thema's als het Missiegedreven Topsectoren- en innovatiebeleid (MITB), de energietransitie, verduurzaming van de industrie, scholing, digitalisering van het mkb en het benutten van innovaties. Door gezamenlijk op te trekken wordt de effectiviteit van zowel het EZK-beleid als dat van de regionale overheden versterkt. In 2022 zijn regionale partners, met name provincies en ROM's, betrokken bij het Actieplan Innovatie & Valorisatie. In dit actieplan is de cruciale rol van regio's in het innovatiebeleid voor valorisatie en de aansluiting van het mkb geduid. In de uitvoering van het actieplan komen de ROM's nadrukkelijker in beeld doordat meer aandacht wordt besteed aan bovenregionale samenwerking. Voorts hebben EZK en provincies eind 2022 afgesproken om de gezamenlijke financiering van de Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren in 2023 te continueren.

De energietransitie, de transitie naar een circulaire economie, de ontwikkeling van campussen: allemaal vragen ze om voldoende ruimte. Een goede ruimtelijke inrichting, waarin ruimte is én blijft voor economische activiteiten, is belangrijk voor onze welvaart. In 2022 is het programma werklo-caties aangekondigd, gericht op het samen met provincies toekomstbestendig maken van werklocaties. Het in samenwerking met BZK opgezette programma werkt langs een aantal programmalijnen, waaronder het borgen van voldoende ruimte voor economie, het verduurzamen en innoveren van bestaande bedrijventerreinen en het clusteren van grootschalige bedrijfsvestigingen.

De hoogwaardige technologische productie in de Brainportregio versterkt onze eigen internationale concurrentiepositie, de Europese interne markt en geopolitieke autonomie van Nederland en Europa. Het behoud van deze internationale positie is ook van belang voor economische groei in Nederland, maar is zeker geen vanzelfsprekendheid. Daarom is in 2022 met de Brainportregio afgesproken een strategische agenda op te stellen, die zichtbaar maakt hoe economische inhoud, functies en ruimtegebruik zich tot elkaar verhouden in het vestigingsklimaat. Principebesluiten worden door EZK gecoördineerd vanuit het Bestuurlijk Overleg Brainport. Daardoor konden het kabinet en de Brainportregio afspreken om tot 2030 bijna € 1,6 mld te investeren in regionale ontwikkeling en mobiliteit.

Digitale economie

Een succesvolle transitie naar een digitale economie behoort tot de strategische doelen van EZK. De Nederlandse uitgangspositie is uitstekend: onze digitale infrastructuur is van wereldklasse, we hebben ecosystemen met succesvolle startups, scale-ups en innovatieve Nederlandse techbedrijven en een unieke traditie van publiek-private samenwerking. Daardoor behoort Nederland volgens verschillende indices tot de best presterende digitale economieën van Europa. Het behoud van die goede uitgangspositie is echter geen vanzelfsprekendheid, en de belangen zijn groot. Digitalisering is steeds bepalender voor duurzame economische groei, innovatie en een succesvol bedrijfsleven; voor het verminderen van arbeidsmarktkrapte is het een essentiële oplossingsrichting. Technologisch leiderschap heeft bovendien steeds meer een geopolitieke dimensie, vanwege een verhard internationaal speelveld.

Digitale strategie

Om deze uitdagingen te adresseren en de vruchten van de digitale transitie te blijven plukken, heeft EZK in november 2022 een strategie voor de digitale economie uitgebracht.15 Deze strategie geeft nadere invulling aan de ambities, doelstellingen en acties van EZK op het terrein van de digitale economie richting 2030. De strategie zet in op het versterken van ons verdienvermogen, het borgen van publieke waarden en het zorgvuldig afwegen van publieke belangen in een steeds geopolitiekere context.

De strategie heeft een vijftal prioriteiten. Ten eerste zet EZK in op het creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten. Een tweede prioriteit is het stimuleren van digitale innovatie en vaardigheden. Behoud en versterking van veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur is een ander speerpunt van de digitale strategie. Gelet op toenemende zorgen rondom cybersecurity, zowel in de private als publieke sector, is borging hiervan eveneens een prioriteit binnen de digitale strategie. Het laatste speerpunt is het versnellen van de digitalisering van het mkb. Dit is nodig voor zowel de competitiviteit van ons mkb als voor de breedte van de digitale transitie.

Ontwikkeling RDI

Om beter geëquipeerd te zijn voor het groeiend aantal (toezichts-)opgaven is Agentschap Telecom in 2022 begonnen met de reorganisatie naar Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). In januari 2023 is de organisatie omgegaan naar de nieuwe structuur. Dit betekent onder meer dat RDI vanuit drie themadirecties Apparatuur, Infrastructuur en Digitale Weerbaarheid werkt, ondersteund door de directie Bestuur, Juridische Zaken en Communicatie (BJC) en de directie Mens en Middelen (MM). Uitvoerende taken en toezichtstaken worden op het functioneel niveau gescheiden.

Implementatie Europese wet- en regelgeving

In 2022 zijn mijlpalen bereikt bij verschillende Europese wetstrajecten. Op 26 november trad de Digital Services Act (DSA) in werking, grotendeels in lijn met de Nederlandse inzet. De DSA is gericht op een goede werking van de interne markt en een veilige, voorspelbare, en betrouwbare online omgeving, waarin grondrechten effectief worden beschermd. Op 17 februari 2024 zullen alle dienstverleners die onder de DSA vallen aan de daarin gestelde regels moeten voldoen. Voor zeer grote online platforms en zoekmachines wordt de DSA al eerder van kracht. De Autoriteit Consument en Markt en naar verwachting ook de Autoriteit Persoonsgegevens zullen een rol krijgen bij het toezicht op de DSA.16

Ook zijn vorderingen geboekt rond de Data Governance Act (DGA), waar in 2022 een akkoord over is bereikt in de Europese triloog. De DGA zorgt voor een helder kader voor het vertrouwd delen van data. De DGA maakt het voor consumenten en bedrijven gemakkelijker om hun data vertrouwd te delen en te gebruiken, waarbij wordt voorkomen dat er ongewenste dataconcen-traties ontstaan en data op oneigenlijke manier wordt gebruikt. Hiermee zorgt het voor een eerlijker speelveld voor verantwoorde datadeling. De Europese Commissie heeft daarnaast een voorstel gepubliceerd voor de Data Act. Deze beoogt het gebruik van data uit Internet of Things-producten te bevorderen zodat de waarde uit deze data eerlijk wordt verdeeld. In de compromistekst van eind 2022 worden in lijn met de Nederlandse inzet nieuwe maatregelen opgenomen om de interoperabiliteit van cloud-diensten te bevorderen. Ten slotte hebben Europese telecomministers in december 2022 een akkoord bereikt over de Artificial Intelligence (AI) Act. De AI Act draagt zorg voor de veiligheid van AI-systemen op de interne markt, met waarborgen voor de bescherming van fundamentele rechten. Daarmee krijgt mensgerichte AI voor ontwikkelaars, ondernemers en consumenten in de EU een impuls. In 2023 start naar verwachting de Europese triloog.

Digitale innovatie, vaardigheden en veiligheid

Voor het versterken van de kennis- en innovatiebasis en het verzilveren van economische kansen rond AI, zijn middelen uit het Nationaal Groeifonds toegekend aan het AiNed-investeringsprogramma. Dit heeft in 2022 geresulteerd in verschillende labs, R&D-projecten en initiatieven rond menselijk kapitaal. Daarnaast heeft EZK geïnvesteerd in het versterken van digitale vaardigheden door het samenwerkingsverband met de Human Capital Agenda ICT te ondersteunen. Ook vond in oktober de lancering van het Nationaal Onderwijslab AI plaats. Dit ontwikkelt de komende tien jaar met onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven intelligente digitale onderwijsinnovaties gericht op de verbetering van het primair en voortgezet onderwijs.

EZK heeft daarnaast bijgedragen aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie, die onder regie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in 2022 is ontwikkeld.17 EZK richt zich op de thema's consumentenbescherming en de versterking van de digitale weerbaarheid van het bedrijfsleven. Dit betekent dat het aanbod van ICT-producten en -diensten veiliger moet worden en dat consumenten en bedrijven zich bewuster moeten worden van digitale dreigingen en risico's en daar meer weerbaar tegen worden.

Mededingings- en consumentenbeleid

Ook in 2022 heeft EZK zich ingezet voor het borgen van concurrentie tussen bedrijven, de bescherming van consumenten en goed functionerende markten. Goed functionerende markten zijn een onmisbaar ingrediënt voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart in Nederland. Soepel werkende markten zijn bijvoorbeeld nodig om complexe transities op een efficiënte en werkbare manier vorm te geven, zoals de klimaat- en energietransitie en digitalisering.

In 2022 zijn verschillende resultaten geboekt die bijdragen aan deze doelstellingen. Een belangrijk resultaat was het akkoord in de zomer over de Digital Markets Act (DMA), die 1 november 2022 in werking is getreden. De DMA bevat regels voor grote digitale platforms waar consumenten en ondernemers nauwelijks omheen kunnen (poortwachters). Het doel van de DMA is om consumenten en ondernemers te beschermen en te zorgen voor meer concurrentie op digitale markten. Naar verwachting worden de eerste poortwachters in september 2023 aangewezen en moeten zij vanaf maart 2024 aan de verboden en verplichtingen uit de DMA voldoen. Dit zorgt ervoor dat ondernemers en consumenten minder afhankelijk zijn van poortwachters en bedrijven makkelijker toegang krijgen tot de markt.

Zo is de kabinetsbrede actieagenda voor de interne markt uitgegaan, met een aantal acties op Europees, Benelux en nationaal niveau die belemmeringen op de interne markt wegnemen.18 Ook is een Europees akkoord bereikt over de Verordening verstorende buitenlandse subsidies, die vanaf 12 januari 2023 van kracht is.19 EZK heeft zich de afgelopen jaren actief ingezet voor een dergelijk instrument. Het doel van de verordening is om concurrentieverstoringen op de interne markt als gevolg van subsidies van niet-EU-landen beter aan te kunnen pakken. Daarnaast is een akkoord bereikt over de Verordening Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten, waarmee wederkerigheid voor EU-bedrijven op de markt voor overheidsopdrachten kan worden afgedwongen in derde landen.20

Ten slotte heeft EZK zich ingezet voor meer transparantie bij prijsverlagingen. Vanaf 2023 moet bij aanbiedingen de oorspronkelijke prijs (de 'van-prijs') de laagste prijs zijn die de verkoper in de 30 dagen voorafgaand aan de kortingsactie heeft gevoerd, behoudens enkele uitzonderingen zoals beperkt houdbare producten. Dit voorkomt dat consumenten misleid worden door aanbiedingen die aantrekkelijk lijken, maar in feite niet of nauwelijks afwijken van de oorspronkelijke prijs.

Gaswinning Groningen

De inwoners van Groningen hebben dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Het Kabinet heeft besloten om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk definitief te beëindigen. Met het vaststellingsbesluit voor gasjaar 2022/2023, dat op 26 september 2022 aan de Kamer is gestuurd, is de gaswinning uit het Groningenveld teruggebracht naar een waakvlamniveau.21 Het Groningenveld dient daarmee als reservemiddel voor het borgen van de leveringszekerheid, waarmee de gaswinning in Groningen in de eindfase komt.

De schadeafhandeling vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In 2022 is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de versterkingsopgave en het toekomstperspectief van de regio overgegaan van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Daarmee is de Staatssecretaris Mijnbouw verantwoordelijk geworden voor al het beleid dat met schade, versterken én toekomstperspectief van de regio te maken heeft.

De schade-afhandeling van de gevolgen van de gaswinning is in 2022 onverminderd doorgegaan. Circa 29.000 huishoudens kozen voor een nieuwe vorm van afhandeling van fysieke schades door middel van een vaste vergoeding van € 5000. Deze vorm van schade-afhandeling wordt sinds november 2021 aangeboden. Daarnaast is de regeling voor vergoeding van immateriële schade opengesteld voor alle postcodes in de gemeenten Eemsdelta, Het Hogeland en Midden-Groningen. Op 5 december 2022 is bovendien de herbeoordelingsregeling waardedaling van kracht geworden, waarmee het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) bewoners die eerder van de NAM een vergoeding voor waardedaling ontvingen een herbeoordeling aanbiedt op basis van de huidige criteria.22 23 In 2022 is in totaal € 265 mln uitgekeerd door het Ministerie aan vergoedingen voor fysieke schade, € 35 mln voor waardedaling en € 55 mln voor immateriële schade.

NCG heeft in 2022 ruim 1.000 woningen bouwkundig versterkt. Daarnaast heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) voor ongeveer 3.500 woningen vastgesteld dat deze aan de veiligheidsnorm voldoen. Daarmee heeft de NCG voor 4.500 woningen het versterkingstraject afgerond. Met de gerealiseerde aantallen van de afgelopen jaren voldoen hiermee ruim 8.000 van de oorspronkelijk 27000 woningen aan de veiligheidsnorm en is de resterende werkvoorraad inmiddels verkleind tot 19.000. NCG heeft hiermee haar doelstellingen uit het jaarplan 2022 gehaald.

Er is in 2022 een start gemaakt met de dorpenaanpak om verbeteringen te realiseren in de uitvoering van de versterkingsopgave. Bernard Wientjes heeft hierover in zijn rol als 'verbinder' op 24 november 2022 advies uitgebracht. Hij adviseert voor een meer resultaatgerichte aanpak van de versterking van huizen in het aardbevingsgebied en het meer in positie brengen van bewoners. Dit wordt opgepakt door NCG. Op advies van de heer Wientjes heeft het Kabinet ook besloten een externe commissie opdracht te geven om een nadere analyse te maken van moeilijk uitlegbare verschillen binnen de hele versterkingsoperatie en de schadeafhandeling.

23

Verder is in 2022 de subsidieregeling voor waardevermeerdering verlengd tot 30 juni 2023. Ook is € 350 mln beschikbaar gekomen voor duurzaam schadeherstel. Tot slot is € 250 mln extra beschikbaar gesteld voor een extra aanvraagronde van de subsidieregeling voor woningverbetering en verduurzaming, zodat bewoners die in de eerdere aanvraagrondes geen subsidie hadden ontvangen alsnog een subsidie konden ontvangen.

In 2022 is een zesde tranche van het Nationaal Programma Groningen (NPG) overgemaakt naar de provincie en gemeenten. Deze projecten dragen bij aan een toekomstbestendig en leefbaar Groningen. In 2022 is in totaal € 20 mln aan projecten uitgekeerd. Het NPG heeft een jaarverslag opgeleverd.24 Bij de bestuurlijke afspraken van november 2020 over de versterkingsoperatie is ook besloten dat Rijk en Regio samen werken aan een toekomstagenda voor de hele provincie Groningen. Inzet van de toekomstagenda is de economische en duurzame ontwikkeling van de regio op thema's zoals woningbouw, leefbaarheid, energietransitie, regionale economie en verduurzaming van de landbouw. Op basis van de Toekomstagenda worden Rijksbreed samen met de regio vijf Masterplannen uitgewerkt.

De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen onderzocht de besluitvorming over de aardgaswinning, aardbevingen, schadeafhandeling en versterking in Groningen. In 2022 vonden de besloten voorgesprekken en openbare verhoren plaats. Het rapport van de commissie wordt op 24 februari 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Europese en internationale samenwerking

Nederland staat voor veel uitdagingen die om oplossingen op Europees en wereldniveau vragen. In 2022 was de belangrijkste opgave in dit domein het adresseren van de Russische inval in Oekraïne en de gevolgen hiervan voor de energiemarkt. Naar aanleiding van de invasie zijn negen Europese sanctiepakketten geïmplementeerd, waar EZK nauw bij betrokken is geweest. Ook zijn de eerste stappen gezet bij de wederopbouw van de Oekraïense economie.

Om de schok op de energiemarkt te dempen zijn niet alleen op nationaal maar ook op Europees niveau verschillende maatregelen genomen. In mei 2022 heeft de Europese Commissie het REPowerEU-programma gepubliceerd, dat gericht is op onafhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen en het versnellen van de transitie naar een hernieuwbare energievoorziening. REPowerEU is gericht op energiebesparing, diversificatie van energieaanbod, afbouw van fossiele energie ten faveure van hernieuwbare energie, het verbinden van investeringen en hervormingen en ten slotte het vergroten van de paraatheid bij verstoringen van de energievoorziening.25 Specifiek omvat REPowerEU onder andere een verhoging voor de doelstelling voor energiebesparing, gezamenlijke inkoop van ten minste 15 procent van ons gas en meer inzet en productie van groene waterstof. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van het REPowerEU-plan en is daarom optimistisch gestemd over het akkoord tussen de Europese Raad en de Europese Commissie dat in december 2022 is gesloten.

Het kabinet hecht waarde aan een zorgvuldige implementatie van de nationale plannen met hervormingen en investeringen in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. In dat kader heeft EZK in 2022 de voorstellen van verschillende lidstaten (Portugal, Kroatië, Frankrijk, Bulgarije, Slowakije en Roemenië) geanalyseerd en van een kabinetsstandpunt voorzien.

Tot slot

De energieschaarste en hiermee samenhangende inflatie stelt de Nederlandse economie en ondernemers nog steeds voor grote uitdagingen. Tegelijkertijd heeft EZK met bedrijven, kennisinstellingen en medeoverheden voortgang geboekt op het gebied van verduurzaming en vernieuwing van de economie. Succesvolle transities op het gebied van klimaat, energie en digitalisering zijn doorslaggevend voor de toekomst van de Nederlandse economie, en dus is het belangrijk dat alle Nederlanders zich betrokken en gehoord blijven voelen. Hieraan werkt EZK in grote, complexe trajecten zoals de strategie voor de digitale economie tot concrete initiatieven, zoals de BMKB-Groen. Dit alles doen we om onze welvaart en welzijn nu, en van toekomstige generaties, veilig te stellen.

Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

 

Tabel 1 Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

Thema

Artikel(en)    2016    2017    2018

2019

2020

2021

2022

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten

1    x

     

x

Goed werkende (digitale) economie en markten

1

     

x

Steun- en herstelbeleid Corona

2 en 3

       

Ondernemerschap

2

 

x

   

Innovatiebeleid

2 en 3

 

x

   

Expertcommissie

Evaluatiemethoden

1 t/m 4

     

x

Klimaatbeleid

4    x1

       

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

4

       

Een veilig Groningen met perspectief

5

       

1 Betreft de beleidsdoorlichting Klimaat die van lenW is overgegaan naar EZK (dit omvat slechts een deel van het oude artikel 19 van voormalig lenM).

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten: De beleids-doorlichting van voormalig artikel 11 is in april 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 991, nr. 31). In 2021 is een volgende beleidsdoorlichting van artikel 1 Goed functionerende economie en markten uitgevoerd en deze is in juni 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 991, nr. 37).

Goed werkende (digitale) economie en markten: De beleidsdoorlichting inzake artikel 1 Goed functionerende economie en markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de doorlichtingen van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor conform de ontwerpbegroting EZK 2023 een synthese wordt voorzien in 2027.

Steun- en herstelbeleid Corona: Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Een synthese wordt conform de ontwerpbegroting EZK 2023 voorzien in 2026.

Ondernemerschap: Omdat het beleid onder artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord (Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving, april 2020), kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

Innovatiebeleid: Omdat het beleid onder artikel 3 Toekomstfonds met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord (Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving, april 2020), kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

De Expertcommissie evaluatiemethoden heeft in oktober 2022 het rapport «Durf te leren, ga door met meten» opgeleverd aan EZK over kaders en methoden voor de evaluatie van systeem- en transitiebeleid.

Klimaatbeleid: De beleidsdoorlichting Klimaat is in december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 991, nr. 34). De lerende evaluatie klimaatbeleid is voorzien in 2024. In 2022 is hiervoor in samenspraak met betrokken partijen de scope bepaald (zie: Scoping lerende evaluatie klimaatbeleid; Planbureau voor de Leefomgeving). Dit wordt vervolgens in 2023 en 2024 uitgevoerd. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie.

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet): Dit betreft een synthese van evaluaties van de gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet die conform de ontwerpbegroting EZK 2023 waarschijnlijk voorzien is in 2029.

Een veilig Groningen met perspectief: Voor artikel 5 is in 2021 een parlementaire enquête gaswinning Groningen gestart waarmee de geplande beleidsdoorlichting is komen te vervallen. Oplevering van de parlementaire enquête wordt voorzien in 2023.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, klik op deze link.

Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie bijlage 3 «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

Overzicht van risicoregelingen

 

Tabel 2 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande

Verleend

Vervallen

Uitstaande

Garantie-

Totaal

Totaalstand

   

garanties

2022

2022

garanties

plafond

plafond

risicovoor-

   

2021

   

2022

   

ziening

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

1.594.291

326.167

  • 493.464

1.426.994

665.000

 

142.477

 

BMKB-groen

     

0

100.000

 

16.150

 

BMKB-Corona

322.462

1.091

  • 132.562

190.991

 

735.000

76.303

 

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

337.816

750

  • 83.760

254.806

400.000

 

67.105

 

GO-Corona

392.925

 
  • 215.752

177173

 

2.100.000

140.779

 

Groeifaciliteit

72.418

5.399

  • 21.741

56.076

85.000

 

66.779

 

Klein Krediet Corona

55.775

176

  • 14.738

41.213

 

250.000

15.855

 

Microkredieten

129.980

   

129.980

 

130.000

 
 

Garantie MKB-financiering

228.200

 
  • 147.880

80.320

 

268.200

21.776

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Garantieregeling

Aardwarmte

22.211

0

  • 6.000

16.211

44.200

66.600

18.056

Totaal

 

3.156.078

333.583

  • - 
    1.115.897

2.373.764

1.294.200

3.549.800

565.280

Tabel 3 Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitgaven Ontvangsten

Saldo 2021    Uitgaven Ontvangsten

Saldo 2022

Totaalstand

   

2021

2021

 

2022

2022

 

mutatie volume

               

risicovoor-

               

ziening 2022 en

               

(2021)

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

22.494

21.941

  • 553

11.217

22.344

11.127

17.299 (1.839)

 

BMKB-groen

   

0

   

0

16.150 (NVT)

 

BMKB-Corona

1.332

1.175

  • 157

1.016

340

  • 676
  • 13.176 (-125.157)
 

Garantie

Ondernemings-financiering (GO)

4.641

7.524

2.883

11.115

6.979

  • 4.136
  • 5.811 (785)
 

GO-Corona

 

14.721

14.721

0

9.059

9.059

  • 75.941 (39.721)
 

Groeifaciliteit

15

1.753

1.738

3.092

2.053

  • 1.039
  • 867 (52.210)
 

Klein Krediet Corona

522

461

  • 61

1.428

80

  • 1.348
  • 8.847 (-140.061)
 

Microkredieten

 

433

433

0

445

445

 
 

Garantie MKB-financiering

 

355

355

0

468

468

884 (719)

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Garantieregeling

Aardwarmte

0

557

557

0

0

0

0(557)

Totaal

 

29.004

48.920

19.916

27.868

41.768

13.900

 

Een risicovoorziening is een begrotingsreserve die altijd gekoppeld is aan een risicoregeling en wordt door de verantwoordelijke ministerie op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aangehouden. In de tabel 'Overzicht verstrekte garanties' wordt met 'totaalstand risicovoorziening' het saldo van de betreffende begrotingsreserve ultimo 2022 bedoeld. In de tabel 'Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties' wordt met 'mutatie risicovoorziening' de storting (+) dan wel de (-) aan deze begrotingsreserve bedoeld. De mutaties op de begrotingsreserves worden in het betreffende beleidsartikel toegelicht.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

De BMKB is bedoeld voor bedrijven die te weinig zekerheden (onderpand) kunnen bieden aan een bank. De bank vindt het risico dat het bedrijf zijn lening niet kan terugbetalen dan vaak te hoog. Via de BMKB staat de overheid borg voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De bank kan voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies kunnen financier s kredieten die zij verstrekken aan MKB-ondernemers onder de werking van de regeling brengen. Hierdoor stelt de Staat zich voor 90% borg ten behoeve van de financier voor de terugbetaling van deze kredieten (de zogenaamde bedrijfsborgstellingskredieten). Eén van de voorwaarden die de regeling hieraan stelt, is dat de financier gelijktijdig met het verstrekken van een bedrijfsborgstellingskrediet, aan de MKB-ondernemer een ander krediet verstrekt, waarvoor deze borgstelling van de Staat niet geldt. Als hoofdregel geldt dat het bedrijfsborgstellingskrediet ten minste even groot moet zijn als het daarmee gelijktijdig afgesloten andere krediet. Het laatstgenoemde krediet bedraagt daarmee ten minste 100% van het bedrijfsborgstellingskrediet (verhouding 1:1). Voor starters en het innovatieve MKB gelden andere verhoudingen.

BMKB-groen

De BMKB-Groen is een nieuw luik onder de BMKB geintroduceerd in 2022. Voor de BMKB-Groen is een aparte risicoreserve ingericht waarin € 15,2 mln gestort is. Doordat de regeling relatief laat open ging in 2022 zijn er nog geen provisies ontvangen of claims binnen gekomen. Doordat er geen claims zijn binnen gekomen is het gerserveerde kasbudget bij de slotwet in de risicoreserve gestort.

BMKB-Corona

Na de uitbraak van de COVID-19 pandemie heeft het kabinet een coronaluik toegevoegd aan de BMKB. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. Er is in 2022 in totaal voor €1,1 mln aan borgstellingen onder het coronaluik in de BMKB verstrekt. Er is in 2022 een bedrag van €0,3 mln aan provisie ontvangen voor BMKB-C aanvragen. Er is voor de BMKB-Corona in 2022 geen beroep gedaan op de begrotingsreserve. Vanwege lager dan verwacht risico is er € 12,5 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de BMKB-Corona, deze is teruggevloeid naar de generale middelen. De BMKB-Corona regeling is in 2022 gesloten.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Met het instrument GO kunnen banken een 50% Staatsgarantie krijgen op (middel)grote leningen vanaf € 1,5 mln. Door de verstrekking van een Staatsgarantie wordt het risico voor de bank op de ondernemingsfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de mogelijkheden om te voorzien in de financieringsbehoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven. In 2013 is de GO, naast de al bestaande mogelijkheid om bankgaranties onder de GO te brengen, ook opengesteld voor alternatieve aanbieders van garanties aan bedrijven.

GO-Corona

Het kabinet steunt bedrijven die krediet nodig hebben als gevolg van de Coronacrisis met een Staatsgarantie op bankleningen via de GO-C. Het betreft 80% garantie voor het grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen op leningen van maximaal € 150 mln. Er zijn in 2022 geen nieuwe garanties verstrekt onder de GO-C. Er is 2022 een bedrag van € 9,1 mln aan provisie ontvangen voor GO-C aanvragen. Vanwege lager dan verwacht risico is er € 85 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de GO-Corona, deze is teruggevloeid naar de generale middelen. De GO-Corona regeling is in 2022 gesloten.

Groeifaciliteit

Met de Groeifaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door een 50% Staatsgarantie te verstrekken op achtergestelde leningen van banken (ten hoogste € 5 mln) en op aandelen van participatiemaatschappijen (ten hoogste € 25 mln). De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling kent een horizonbepaling van 1 juli 2023.

Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. Er is in 2022 in totaal € 0,2 mln aan garan-tieverplichtingen verstrekt. Er is in 2022 een bedrag van € 0,1 mln aan premie ontvangen voor KKC aanvragen. Vanwege lager dan verwacht risico is er € 7,5 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de KKC.

Microkredieten

In het Aanvullend Actieplan MKB-financiering uit 2014 is € 100 mln beschikbaar gesteld voor Microkredieten. Hierop is een garantie van € 86,7 mln verstrekt aan de Europese Investeringsbank voor de funding van de Stichting Qredits van € 100 mln voor de verdere groei van de dienstverlening van Qredits (micro- en MKB-krediet tot € 150.000) als de nieuwe dienstverlening van Qredits (werkkapitaal en de hogere MKB kredieten tot € 250.000). In 2017 is in dit kader een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits. In 2019 is daarnaast een garantie verstrekt van € 25 mln aan de Bank Nederlandse Gemeenten voor de funding van Qredits. In 2020 is een aanvullende garantie verstrekt van € 5 mln aan CEB.

Garantie MKB-financiering

In het kader van het Actieplan MKB-financiering uit 2014 is in totaal € 268,2 mln aan garanties verstrekt aan alternatieve financiers van het MKB.

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Garantieregeling Aardwarmte

De garantieregeling Aardwarmte heeft als doel het afdekken van het financiële risico indien een boring van een put voor de toepassing van aardwarmte voor de borende partij minder oplevert dan verwacht. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan de mate waarin de aardwarmte-boring mislukt is. Er wordt een premie van 7% gevraagd. De regeling richt zich zowel op gewone als diepe aardwarmte-projecten (dieper dan 3.500 meter).

Tabel 4 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

 

nr. Artikel omschrijving

Leningnemer

Huidig saldo

Totaalstand risicovoor-Looptijd lening ziening 2022

Totaalstand mutatie volume risico-voorziening 2022 en 2021

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 1 duurzaam ondernemen

Biopartner

13.524

1-7-2021 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 2 duurzaam ondernemen

MARIN

6.807

1-1-2500 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 3 duurzaam ondernemen

Microkrediet Ned (Qredits)

44.630

1-4-2045 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 4 duurzaam ondernemen

Microkrediet Ned (SZW)

270

onbepaald nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 5 duurzaam ondernemen

One Logistics

1.838

2-1-2025 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 6 duurzaam ondernemen

Provincie Limburg (voorheen LIOF Swentibold)

15.882

31-12-2023 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 7 duurzaam ondernemen

Qredits

1.765

1-2-2026 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 8 duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering

47.500

15-6-2030 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 9 duurzaam ondernemen

B.V. Finance Continuïteit IHC

5.000

onbepaald nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 10 duurzaam ondernemen

Stichting Garantiefonds Reisgelden

169.570

8-4-2028 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 11 duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering Nederland

10.000

21-5-2028 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 12 duurzaam ondernemen

Sticht. Garantiefds. Gespecial. Touroperators (GGTO)

1.275

15-12-2026 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 13 duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering Nederland

5.000

1-4-2030 nvt

nvt

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en 14 duurzaam ondernemen

VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A.

800

15-12-2026 nvt

nvt

15 Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Bioconnection 1-3161

1.084

onbepaald nvt

nvt

16 Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Capital I B.V.

8.705

31-12-2026 nvt

nvt

17 Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Capital I B.V.

21.784

31-12-2026 nvt

nvt

18 Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Capital I B.V. (Smart Photonics)

20.000

30-6-2030 nvt

nvt

19 Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Life Science & Health Fund Brabant (Pivot Park)

2.000

31-12-2022 nvt

nvt

20 Artikel 3 Toekomstfonds

Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V.

8.332

31-12-2026 nvt

nvt

21 Artikel 3 Toekomstfonds

De Aanjager

4.824

31-12-2026 nvt

nvt

22 Artikel 3 Toekomstfonds

Horizon De Aanjager

1.755

31-12-2026 nvt

nvt

23 Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter

13.742

31-12-2026 nvt

nvt

24 Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter

50.123

31-12-2026 nvt

nvt

25 Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter

36.495

31-12-2026 nvt

nvt

26 Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter (COL)

6.725

31-12-2026 nvt

nvt

27 Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter namens Noord Holland

15.740

31-12-2026 nvt

nvt

28 Artikel 3 Toekomstfonds

Innovation Quarter

5.700

31-12-2026 nvt

nvt

29 Artikel 3 Toekomstfonds

Investeringsfonds Zeeland B.V.

1.049

31-12-2026 nvt

nvt

30 Artikel 3 Toekomstfonds

LIOF (COL)

5.656

31-12-2026 nvt

nvt

31 Artikel 3 Toekomstfonds

LIOF OverbruggingsFonds (LOF)

8.334

31-12-2026 nvt

nvt

32 Artikel 3 Toekomstfonds

N.V. Economische Impuls Zeeland

2.431

31-12-2026 nvt

nvt

33 Artikel 3 Toekomstfonds

Nedermaas Hightech Ventures

5.542

30-6-2021 nvt

nvt

34 Artikel 3 Toekomstfonds

NOM

8.870

31-12-2026 nvt

nvt

35 Artikel 3 Toekomstfonds

NOM (COL)

7.609

31-12-2026 nvt

nvt

36 Artikel 3 Toekomstfonds

NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen)

11.100

31-12-2032 nvt

nvt

37 Artikel 3 Toekomstfonds

NWO-TTW 2018

7.200

onbepaald nvt

nvt

 

nr. Artikel omschrijving

Leningnemer

Huidig saldo

Totaalstand risicovoor-Looptijd lening ziening 2022

Totaalstand mutatie volume risico-voorziening 2022 en 2021

38 Artikel 3 Toekomstfonds

Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V.

11.962

31-12-2026 nvt

nvt

39 Artikel 3 Toekomstfonds

Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V.

25.472

31-12-2026 nvt

nvt

40 Artikel 3 Toekomstfonds

Participatiemij Oost Nederland NV DVI-2

57.500

1-1-2035 nvt

nvt

41 Artikel 3 Toekomstfonds

Participatiemij Oost Nederland NV DVI-I

94.073

1-1-2030 nvt

nvt

42 Artikel 3 Toekomstfonds

StW 2014-2015

3.808

1-1-2500 nvt

nvt

43 Artikel 3 Toekomstfonds

StW 2016-2017

8.246

1-1-2500 nvt

nvt

44 Artikel 3 Toekomstfonds

Invest-NL Capital N.V.

7.844

31-12-2042 nvt

nvt

45 Artikel 3 Toekomstfonds

Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund

6.053

31-12-2038 nvt

nvt

46 Artikel 3 Toekomstfonds

NWO 2022/2023/2024

1.500

31-12-2035 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 47 energievoorziening

EBN BV

20.000

1-12-2034 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 48 energievoorziening

ECN

40.000

31-12-2026 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 49 energievoorziening

NRG (ECN) instr 142310 (voorheen 1300018406)

82.672

31-12-2026 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 50 energievoorziening

Fibrant

2.143

1-12-2034 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 51 energievoorziening

Fibrant

7.143

1-12-2034 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 52 energievoorziening

Fibrant

20.714

1-12-2034 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 53 energievoorziening

Pallas

42.963

1-7-2022 nvt

nvt

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame 54 energievoorziening

EBN BV

53.400

1-12-2038 nvt

nvt

Artikel 5 Meerjarenprogramma

55 Nationaal Coordinator Groningen

St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

10.000

31-12-2025 nvt

nvt

1    Biopartner

Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een startup participatiefonds life sciences. De lening is verlengd tot 1 juli 2021 om tot een definitieve afwikkeling te komen. Het doel is om de lening begin 2023 afgewikkeld te hebben.

2    MARIN

De lening van € 6,8 mln is in 2003 tussen de Staat en MARIN vastgelegd in een aangepaste overeenkomst van geldlening, in verband met de in 2003 opgerichte MARIN Stakeholders Association (MSA). In deze overeenkomst is bepaald dat MARIN is vrijgesteld van aflossingsverplichting voor zover de MSA voor ten minste het bedrag van de lening deelnemersovereen-komsten heeft gesloten. Ultimo 2022 was dit het geval.

3    Microkrediet Nederland (Qredits)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van micro- en mkbkrediet aan ondernemers.

4    Microkrediet Nederland (Qredits SZW)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van microkrediet aan ondernemers.

5    Onelogistics

Dit betreft een in 2018 verstrekte lening aan Onelogistics ten behoeve van de voorbereidingen van een warehouse voor de opslag, het beheer en verzending van F-35 onderdelen op het Logistiek Centrum Woensdrecht.

6    Provincie Limburg

Dit betreft een lening aan de Provincie Limburg in het kader van Industriepark Swentibold.

7    Qredits (pilot achtergestelde leningen fonds)

Dit betreft een subsidie met terugbetaalverplichting in het kader van de pilot achtergestelde leningenfonds van Qredits.

8    Stichting Qredits microfinanciering

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan ondernemers.

9    B.V. Finance Continuïteit IHC

Dit betreft een overbruggingslening voor onbepaalde tijd aan de B.V. Finance Continuiteit IHC.

10    Stichting Garantiefonds Reisgelden

Dit betreft een lening aan SGR voor liquiditeitsleningen van SGR aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten.

11    Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingskredieten aan startende ondernemers.

12    Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO)

Dit betreft een lening aan GGTO zodat deze stichting een vergoeding kan verstrekken in geval van insolventie van deelnemers en de liquiditeit van deelnemers kan borgen door coronavouchers onder de garantieregeling te brengen.

13    Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingskredieten aan mkb-ondernemers die hun bedrijf willen doorstarten.

14    VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A. (VZR)

Dit betreft een lening aan VZR zodat deze stichting een vergoeding kan verstrekken in geval van insolventie van deelnemers en de liquiditeit van deelnemers kan borgen door coronavouchers onder de garantieregeling te brengen.

15    BOM BioConnection

Dit betreft een in 2005 aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) verstrekte lening ten behoeve van BioConnection B.V.

16    BOM Capital I B.V. COL 1

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

17    BOM Capital I B.V. COL 2

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

18    BOM Capital I B.V. Smart Photonics

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) ten behoeve van de investering in Smart Photonics, een Eindhovense scale-up voor de productie van fotonische chips.

19    BOM Life Sciences & Health Fund

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij die in 2013 is verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van de Life Sciences & Health sector in Noord-Brabant. De lening wordt in 2023 terugbetaald.

20    Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan COL RU ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

21    Horizon de Aanjager (COL 2)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

22    Horizon de Aanjager (COL 1)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

23    Innovation Quarter (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

24    Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

25    Innovation Quarter (COL 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

26    Innovation Quarter namens Utrecht (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Utrecht.

27    Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 1)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

28    Innovation Quarter (Innogenerics)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter voor de investering in Innogenerics B.V. ten behoeve van de overname van de geneesmiddelen fabrikant Apotex.

29    InvesteringsfondsZeeland B.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

30    LIOF (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

31    LIOF OverbruggingsFonds (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

32    Investeringsfonds Zeeland (COL 2)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

33    Nedermaas Hightech Ventures

Dit betreft een in 2009 aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF verstrekte lening ten behoeve van Nedermaas Hightech Ventures, een nieuw venture-capital fonds dat zich richt op de vroege financiering van hightech start up's in de Provincie Limburg.

34    NOM (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

35    NOM (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

36    NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021 Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

37    NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

38    Oost NL N.V. (COL 1)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

39    Oost NL N.V. (COL 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

40    Oost NL N.V. DVI-2

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative II.

41    Oost NL N.V. DVI

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative.

42    StW 2014-2015

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

43    StW 2016-2017

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

44    Invest-NL Capital N.V.

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Fonds Alternatieve Financiering.

45    Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Dutch Future Fund.

46    NWO 2022/2023/2024

Betreft een lening aan NWO ten behoeve van take-off fase 2.

47    EBN

De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland volgens het businessplan genaamd 'Masterplan Aardwarmte'. Er is door EZK gekozen voor verplichte deelname van EBN in deze geothermieprojecten. De lening is verstrekt aan EBN bv, die deze lening heeft doorgestort als agio in EBN Aardwarmte bv. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten via haar dochter voor 20% tot 40%.

48    ECN

In 2016 is aan ECN een lening verstrekt van € 40 mln voor het verwerken en afvoeren van historisch radioactief afval in Petten.

49    NRG

Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).

50    t/m 52 Fibrant

De leningen aan Fibrant zijn verstrekt vpor investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO2 equivalent) te reduceren. Hiermee worden drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2 equivalent.

53 Pallas

Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge fluxreactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.

54    EBN BV

Dit betreft een in 2022 verstrekte lening aan EBN, tegen marktconforme rente, voor hun deelname aan de realisatiefase van het CCS-project Porthos, samen met de andere Staatsdeelnemingen HbR en GasUnie.

55    St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

Deze lening dient ter financiering van de aankoop van langdurig te koop staande particuliere woningen in het aardbevingsgebied.

Openbaarheidsparagraaf

Dit is de openbaarheidsparagraaf van het Ministerie van EZK en de bijbehorende dienstonderdelen26. De verplichting voor het schrijven van de paragraaf, om inzicht te bieden in de inspanningen rondom informatiehuishouding en openbaarmaking, komt voort uit artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo).

Context

Het verminderde vertrouwen in de overheid blijft onderwerp van gesprek in de samenleving, media en politiek. Transparantie speelt hierin een belangrijke rol. In 2022 stond die transparantie opnieuw in de schijnwerpers met onder andere het gebrek aan archivering van chatberichten en het niet halen van de afhandelingstermijnen van de Woo. Vanuit deze ontwikkelingen en de reeds gestelde kaders (Wet Open Overheid, de Beleidslijn Actieve Openbaarmaking Beslisnota's en het interdepartementaal programma Open op Orde) is ook in 2022 gewerkt aan de vraagstukken op het gebied van informatiehuishouding, openbaarmaking en transparantie. Hiermee willen we bijdragen aan het herstel van het verminderde vertrouwen.

Deze openbaarheidsparagraaf beschrijft op hoofdlijnen de activiteiten die in 2022 zijn gerealiseerd op de thema's 1) verbetering van de informatiehuishouding; 2) actieve openbaarmaking en 3) passieve openbaarmaking27. Het geheel van deze activiteiten is erop gericht om de omslag te maken naar een meer open departement dat zo veel mogelijk transparantie biedt in handelen, besluitvorming en verantwoording. Deze omslag is een lang traject, wat continu in ontwikkeling blijft.

Verbetering van de informatiehuishouding

De inhaalslag om de informatiehuishouding op orde te brengen is een stap in de juiste richting. Het Departementaal Actieplan Informatiehuishouding vormt het kader voor deze inhaalslag, waarin de belangrijkste doelstellingen zijn opgenomen. Relevante kaders zijn daarnaast: het generieke actieplan Open op Orde, de Kaderbrief Open op Orde, het Informatieplan van EZK en de I-strategie.

In 2022 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en doelen gerealiseerd:

  • Basis op Orde. Er zijn voorbereidingen getroffen voor het begeleiden van beleidsdirecties bij het kerndepartement voor het op orde krijgen en houden van hun informatiehuishouding en bijbehorende openbaarmaking. Gevoelige en actuele dossiers krijgen hierin prioriteit. Een eerste stap hierin is de Factsheet Open op Orde voor concrete handvatten voor elke directie.
  • Berichtenapp-archivering. Er is naar aanleiding van een geïntensiveerde politieke dynamiek gewerkt aan bredere bewustwording. Daarnaast zijn de bewindspersonen geadviseerd om geen appberichten te verwijderen in afwachting van de nieuwe rijksbrede richtlijn die in 2023 wordt verwacht.
  • Emailarchivering. Er is gewerkt aan een technische oplossing voor het veiligstellen van e-mails.
  • Web-archivering. De archivering van websites is bij het merendeel van de organisaties afgerond. Er is gewerkt aan het optimaliseren van de beheerfase.
  • Ontwikkeling Informatiesysteem. Er is bij het kerndepartement toegewerkt naar de invoering van het nieuwe documentinformatie-systeem SIRIS op 4 januari 2023.
  • Aansluiting Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Naar aanleiding van de resultaten uit de AC-ICT toets is door het Rijksbrede programma PLOOI opnieuw gekeken naar de generieke digitale infrastructuur. AC-ICT adviseert het programma om te werken aan een minimale variant. EZK heeft op basis van dit advies gewerkt aan een impactanalyse van de invoering van PLOOI voor het departement.
  • Intuïtieve tooling. Er is gestart met het gebruik van de tool Octobox en er zijn eerste ervaringen opgedaan met de tool Zoek&Vind. Beide dragen bij aan het eenvoudiger lakken, ontdubbelen en zoeken van informatie.
  • Data en Algoritme. Om in beeld te brengen hoe data efficiënt en veilig kan worden ingezet bij maatschappelijke opgaven, zijn datastrategieën ontwikkeld en is gewerkt aan bewustwording. Naar aanleiding van Motie 21 Marijnissen is er onderzoek uitgevoerd naar gebruik van afkomst gerelateerde gegevens. De eindrapportage van dit onderzoek wordt naar verwachting in het eerste kwartaal in 2023 met de Tweede Kamer gedeeld.
  • Ontwikkeling dashboards. Er zijn eerste stappen gezet voor de bouw van een Woo-dashboard om kwantitatieve data over Woo-verzoeken inzichtelijk te maken en hierop te kunnen sturen.
  • N-meting. Uit de jaarlijkse meting van de staat van de informatiehuishouding bij EZK blijkt dat er progressie is geboekt ten opzichte van de vorige meting. De resultaten zijn verwerkt in een rapportage die in 2023 openbaar wordt gemaakt.

Actieve openbaarmaking

Actieve openbaarmaking houdt in dat de overheid uit eigen beweging informatie openbaar maakt voor de samenleving en politiek. Dit is een thema dat in ontwikkeling is en waarbij we zo goed mogelijk willen aansluiten op de behoefte van samenleving, politiek en media.

In 2022 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en doelen gerealiseerd:

  • Uitbreiding actieve openbaarmaking beslisnota's. De uitbreiding van actieve openbaarmaking van beslisnota's is volledig geïmplementeerd waardoor nu bij alle categorieën Kamerstukken de bijbehorende beslisnota openbaar wordt gemaakt.
  • Actieve openbaarmaking van 17 categorieën onder de Woo. Er is een analyse gedaan naar de status van de eerste 4 categorieën die verplicht openbaar gemaakt moeten worden vanaf 2023. En wat hierin nog nodig is qua proces voor openbaarmaking.
  • Eerste ervaringen en verkenning proactieve openbaarmaking. Vanuit het DG-overleg Stikstof zijn stukken die zijn gebruikt voor besluitvorming proactief openbaar gemaakt. Er worden evaluaties uitgevoerd naar de interne en externe impact van deze manier van openbaarmaking. Vanuit deze ervaringen en de geluiden uit politiek en samenleving voor meer openbaarmaking, zijn eerste verkenningen gestart voor het meer proactief openbaar maken van informatie vanuit EZK.
  • Kamerstukkenmodule. Sinds februari 2022 wordt gebruik gemaakt van de kamerstukkenmodule om Kamerbrieven en beslisnota's naar de Eerste Kamer en Tweede Kamer te sturen en tegelijkertijd naar Rijksoverheid.nl. EZK en LNV zijn de meest geavanceerde gebruikers van dit systeem.

Passieve openbaarmaking

Passieve openbaarmaking is openbaarmaking van informatie naar aanleiding van een verzoek28. Het Woo-verzoek is hierin de meest bekende vorm. Vanuit een integrale aanpak lag in 2022 de focus op het terugdringen van de afhandelingstermijn van Woo-verzoeken.

In 2022 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en doelen gerealiseerd:

  • Terugbrengen afhandeltermijn bij Woo-verzoeken. Door middel van een integraal optimalisatietraject is gewerkt aan procesoptimalisaties, ondersteunende tooling (zie hierboven) en extra capaciteit (zie hieronder). Om accurate informatie op te halen over de knelpunten in het proces bij het afhandelen van Woo-verzoeken zijn workshops georganiseerd met een brede vertegenwoordiging. Hieruit zijn 7 verbe-terthema's gedefinieerd waar we in 2023 vervolg aan geven.
  • Inzage op basis van artikel 5.7. Onder strikte voorwaarden mogen journalisten en wetenschappers inzage krijgen in (ongelakte) documenten. Dit jaar heeft inzage plaatsgevonden in een pilot-opzet bij het Kwantum dossier met journalisten van Follow-the-Money. De bevindingen vormen input voor het ontwikkelen van beleid op de uitvoering van dit artikel.
  • Contactpersoon Woo. De eerste ervaringen met de contactpersoon Woo zijn opgedaan voor laagdrempelig contact met burgers en journalisten voor overheidsinformatie. Op basis hiervan kijken we hoe de rol van de contactpersoon Woo nader vorm te geven in onze organisatie.

Overkoepelende inspanningen

Naast bovenstaande activiteiten werken we overkoepelend aan:

  • Integrale aanpak capaciteit. Met een integrale aanpak op capaciteit zorgen we voor extra ondersteuning in de organisatie voor ondersteuning op openbaarheid in samenhang met betere informatiehuishouding, optimalisatie van processen en tooling. Vanuit deze aanpak met Woo-gelden is er in 2022 bij het kerndepartement (EZK en LNV) 25 fte extra capaciteit aangenomen.
  • Ontwikkeling platform informatiehuishouding, openbaarmaking en transparantie. Dit jaar is gestart met de ontwikkeling van een platform om nieuwe en bestaande collega's op de thema's informatiehuishouding, Woo, openbaarmaking en transparantie met elkaar te verbinden en training, ontwikkeling, communicatie en kennisdeling te faciliteren.
  • Communicatie en begeleiding. Er zijn diverse handleidingen, instructies en publicaties ontwikkeld voor het informeren en ondersteunen van medewerkers en management. Ook is er een reeks Open Gesprekken georganiseerd om dilemma's over openbaarmaking te bespreken met medewerkers.

Financiële toelichting

De activiteiten op het gebied van openbaarmaking en verbetering van de informatiehuishouding worden deels gefinancierd uit de POK-gelden (vanaf 2021) en Woo-gelden (vanaf 2022) en deels uit eigen middelen van het departement. De POK- en Woo-gelden zijn meerjarig toegekend door het Ministerie van BZK. In 2022 was er vanuit POK- en Woo-gelden een totaalbudget van ruim € 17 mln voor EZK en LNV. Hiervan is ruim € 10 mln gealloceerd aan dienstonderdelen.

Ten aanzien van de besteding van deze budgetten geldt voor 2022:

  • De Rijksbrede prioriteiten van Open op Orde zijn in 2022 conform budget uitgenut.
  • Het budget voor de POK-gelden is geheel uitgenut. Onderdeel hiervan is dat bij de Najaarsnota de verwachtte onderuitnutting van € 0,3 mln is teruggegeven aan BZK voor interdepartementale trajecten.
  • Op het budget van de Woo is in 2022 circa € 2 mln onderuitnutting ontstaan. Deze is vooral veroorzaakt door temporisering van enkele deeltrajecten, vertraging in het aannemen van personeel als gevolg van de moeilijke arbeidsmarkt en doordat bepaalde deelprojecten voor minder geld konden worden gerealiseerd.
  • Om de onderuitnutting te beperken zijn in de zomer van 2022 extra impulsen gegeven aan diverse projecten zoals het inzetten van extra capaciteit en ondersteuning van projecten bij de diensten.
  • Aandachtspunt bij de Woo is het feit dat in 2022 de nieuwe wet pas is ingevoerd en dit ook het eerste jaar was dat de Woo-budgetten beschikbaar waren. Op basis van deze eerste ervaringen zijn voor 2023 meer concrete plannen gemaakt om de budgetten zo optimaal mogelijk te benutten.

Overzicht coronasteunmaatregelen

Tabel 5 Overzicht coronasteunmaatregelen (bedragen x € 1.000)

 

Maatregel

Verplichtingen

2022

Uitgaven Ontvangsten Relevante Kamerstukken

2022 2022

Mentale steun ondernemers

2.052

2.052

Kamerstuk 25 295, nr. 988

Noodloket (TOGS)

4

4

186 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

3.094.558

3.486.580

275.539 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42,

Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479

 

Tegemoetkoming vaste lasten starters

22.521

14.820

191 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479

Omscholing naar tekortsectoren

604

596

Kamerstuk 35 420, nr. 105

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

21.522

6.219

Kamerstuk 31 757, nr. 105

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

 

32.452

Kamerstuk 35 420, nr. 248

Tijdelijke regeling subsidie evenementen

COVID-19 (TRSEC)

21.408

76.166

373 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

19.882

19.882

Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462

Omzetderving Limburg

23.910

23.910

Kamerstuk 32 698, nr. 63

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector

 

1.500

21.425 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252

BMKB-Corona

1.091

1.016

340 Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16

Klein Krediet Corona

176

1.428

80 Kamerstuk 35 420, nr. 31

Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)

   

8.847

Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)

   

9.059 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462

Begrotingsreserve GO-Corona

   

75.941 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16

Bijdrage RVO.nl

60.360

60.360

5.519 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38,

Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248

Corona Overbruggingslening (COL)

   

32.834 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

Dutch Future Fund

25.000

6.083

Kamerstuk 33 009, nr. 96

Deep Tech Fund

175.000

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch

Alternative Credit Instrument)

 

7.844

Kamerstuk 33 009, nr. 96

Totaal

3.468.088

3.740.912

430.334

Toelichting coronasteunmaatregelen

Mentale steun ondernemers

Het kabinet heeft in 2021 € 5 mln beschikbaar gesteld voor mentale ondersteuning van mkb-ondernemers. Dit budget wordt verdeeld over KvK, Stichting Ondernemersklankbord (OKB) en VNO-NCW/MKB-NL. Van het budget is in 2022 aan OKB en VNO-NCW/MKB-NL € 2,1 mln verleend. Het programma eindigt op 30 juni 2022.

Noodloket (TOGS)

Voor ondernemingen in sectoren die het zwaarst getroffen waren door de gezondheidsmaatregelen in verband met het coronavirus was een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 beschikbaar. De regeling is grotendeels in 2020 en 2021 uitgevoerd. In 2022 is nog aan 1 onderneming uitbetaald. In 2022 is € 186.000 terugontvangen, met name in verband met terugvorderingen en gecorrigeerde overboekingen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Ter ondersteuning van ondernemingen die zijn getroffen door de corona-crisis is subsidie verleend, waarbij de hoogte afhankelijk was van het omzetverlies en het percentage vaste lasten in de betreffende sector. De laatste opstelling van de TVL was in het eerste kwartaal van 2022, met een minimum percentage omzetverlies van 30%. In totaal is zijn er voor de TVL in 2022 € 3,5 mld aan betalingen verricht. Dit bedrag is inclusief € 228.000 voor de TVL Caribisch Nederland. De in 2022 verleende subsidies in het kader van de TVL worden in 2023 definitief vastgesteld.

Tegemoetkoming Vaste Lasten Starters

Naast de TVL was er een separate regeling voor bedrijven die gedurende de coronacrisis zijn gestart, zo veel mogelijk gebaseerd op de uitgangspunten van de TVL. De regeling gold voor bedrijven gestart in de periode 15 maart 2020 tot en met 30 september 2021. In 2022 is € 14,8 mln uitbetaald voor deze regeling.

Omscholing naar tekortsectoren

Vanwege de arbeidskrapte in sectoren als de techniek en de ICT heeft EZK in 2022 € 10 mln subsidie beschikbaar gesteld voor omscholingstrajecten. De subsidieregeling die hiervoor is opengesteld is vrijwel geheel onbenut gebleven. De verwachting is dat dit te maken had met de nog lopende Corona steunpakketten waardoor er weinig mobiliteit was op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er in het algemeen grote krapte op de arbeidsmarkt, waardoor er weinig noodzaak is tot omscholing.

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

Bij Miljoenennota 2021 is € 100 mln op de Aanvullende Post (AP) geplaatst voor de herstructurering van winkelgebieden en bedrijventerreinen. Hiervoor is in 2021 een bestedingsplan ingediend bij het Ministerie van Financiën. De regeling is in 2022 gestart. Het verplichtingenbudget in 2022 van € 22 mln is nagenoeg uitgeput. Van het kasbudget van € 11 mln is € 4,8 mln niet uitgegeven in verband met een geactualiseerd bevoorschottings-ritme.

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

Deze regeling is in januari 2021 aangekondigd als onderdeel van het coronasteunpakket (Kamerstuk 35 420, nr. 217). De regeling is in werking getreden in mei 2021, met een budget van € 150 mln (Stcrt. 2021, 24061). De regeling heeft als doel om een teruggang in investeringen in R&D in de Nederlandse automotive, luchtvaart- en maritieme industrie door de coronacrisis te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Consortia van bedrijven en kennisinstellingen konden voorstellen indienen van projecten die bijdragen aan verduurzaming en/of digitalisering van de mobiliteitssectoren. Er is subsidie verleend aan 8 projecten voor het totale budget van € 150 mln (Kamerstuk 35 420, nr. 460). In 2022 is voor deze regeling € 32,5 mln uitbetaald.

Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) en Subsidieregeling Evenementengarantie 2022 (SEG22)

De TRSEC was bedoeld voor organisatoren (en hun leveranciers) van evenementen die gepland stonden in de 2e helft van 2021. De regeling zorgt ervoor dat kosten worden vergoed indien het evenement door de

Rijksoverheid vanwege de epidemiologische situatie wordt verboden. Met de regeling worden organisatoren gestimuleerd om, terwijl de epidemiologische situatie nog onzeker is, voorbereidingen te treffen voor het organiseren van evenementen. Hierdoor behouden organisatoren liquiditeit om op termijn opnieuw te investeren en inkomsten te genereren, zodat de sector na de coronacrisis zelfstandig verder kan. Voor evenementen die gepland staan in de periode 1 januari t/m 30 september 2022 is de regeling vervangen door de SEG22. Voor beide regelingen tezamen is in 2022 € 76,2 mln uitbetaald.

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

De Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) bood steun aan organisatoren van evenementen die niet in aanmerking kwamen voor de garantieregeling evenementen (TRSEC), bijvoorbeeld omdat het evenement in 2021 voor het eerst werd georganiseerd of omdat er geen evenementenverzekering was afgesloten. De ATE vergoedde de gemaakte kosten van evenementen die tussen 10 juli en 31 december 2021 niet zijn doorgegaan, vanwege een evenementenverbod van de Rijksoverheid. Voor deze regeling is in 2022 € 19,9 mln verplicht en uitbetaald.

Omzetderving Limburg

Om tegemoet te komen aan de omzetderving van bedrijven ten gevolge van de wateroverlast in juli 2021 heeft EZK aan de provincie Limburg een specifieke uitkering (SPUK) verleend van € 23,6 mln. Gebruik makend van deze middelen heeft Provincie Limburg een subsidieregeling voor bedrijven opengesteld. De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waarvoor in 2022 € 0,3 mln aan kosten is gemaakt.

Voucherkredietfaciliteit en leningsfaciliteit reissector In 2021 is aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een lening van € 390 mln verstrekt voor liquiditeitsleningen (voucherkredieten) van SGR aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Daarnaast is in 2021 een leningsfaciliteit voor de reissector geopend waarmee de reisfondsen consumenten schadeloos kunnen blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties en kon het vouchersysteem voor pakketreizen na 1 juni 2020 in stand blijven. In 2022 is aan de Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) een lening verstrekt van € 1,5 mln.

BMKB-Corona

Na de uitbraak van de COVID-19 pandemie heeft het kabinet een coronaluik toegevoegd aan de BMKB. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% garant op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. In 2022 is € 1,1 mln aan borgstellingen onder het coronaluik in de BMKB verstrekt. Er is € 1 mln aan schades uitbetaald in het kader van de BMKB-Corona in 2022. Het totaal aan ontvangsten is 0,3 mln. De regeling is medio 2022 gesloten.

Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. In 2022 is € 0,2 mln aan garantieverplich-tingen verstrekt en is € 1,4 mln aan schades uitbetaald in het kader van het KKC. De regeling is medio 2022 gesloten.

Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)

De begrotingsreserve KKC kan in de toekomst ingezet worden om schades op KKC leningen te dekken. In 2022 is € 8,8 mln onttrokken aan deze begrotingsreserve vanwege een lagere inschatting van schades en schade uitbetalingen.

Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)

Het kabinet steunt bedrijven die krediet nodig hebben als gevolg van de Coronacrisis met een staatsgarantie op bankleningen via de GO-Corona. Het betreft 80% garantie voor het grootbedrijf en 90% voor mkb-onderne-mingen op leningen van maximaal € 150 mln. In 2022 zijn geen garanties verstrekt onder de GO-Corona en is € 9,1 mln aan provisie ontvangen voor GO-Corona aanvragen. De regeling is medio 2022 gesloten.

Begrotingsreserve GO-Corona

In 2022 is € 75,9 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Garantie Onder-nemingsfinanciering vanwege een lagere inschatting van schades en schade uitbetalingen.

Bijdrage RVO.nl

Betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de corona-maatregelen.

Corona Overbruggingslening (COL)

In 2022 is er voor € 32,8 mln ontvangen aan terugbetaalde Corona Overbrug-gingsleningen.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund (DFF), onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen, zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. Uitbetalingen worden gedaan op uitvraag van Invest-NL. In 2022 is € 6,1 betaald aan Invest-NL.

Deep Tech Fund

Het Deep tech Fonds is een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk maakt. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Het fonds wordt uitgewerkt als co-investerings-fonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door EZK wordt ingebracht en het resterende deel door Invest-NL. Beoogd wordt in 2023 voor het eerst een bijdrage te verstrekken.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 is samen met Invest-NL en het EIF een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds wordt het aanbod van funding voor alternatieve financiers vergroot. Uitbetalingen worden gedaan op uitvraag van Invest-NL. In 2022 is de eerste uitbetaling gedaan van € 7,8 mln.

Budgettair overzicht Oekraïne

Tabel 6 Budgettair overzicht Oekraïne (bedragen x € 1.000)

 

Maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022 Relevante Kamerstukken

Vulmaatregelen gasopslag

644.330

 

Kamerstuk 36 089, nr. 1, Kamerstuk 36 089, nr. 2

Lening EBN voor vullen Bergermeer

2.300.000

1.000.000

1.002.656 Kamerstuk 36 184, nr. 1, Kamerstuk 36 184, nr. 2

Toelichting

Vulmaatregelen gasopslag

Met een subsidieregeling voor marktpartijen en een aanwijzing aan EBN wordt de gasopslag Bergermeer gevuld, dit om de voldoen aan de EC-verordening ten aanzien van minimale vulgraden. De kosten van het vullen van Bergermeer zullen in latere jaren door middel van een heffing op gastransport verhaald worden op de partijen die baat hebben bij het vullen van de gasopslag.

Lening EBN voor vullen Bergermeer

Er wordt een lening verstrekt aan EBN voor de inkoop van het gas dat nodig is om Bergermeer verder te vullen. Vanwege de hoge gasprijs is EBN niet zelf in staat de inkoop van het gas voor te financieren. Op de lening aan EBN voor het vullen van de gasopslag Bergermeer is uiteindelijk van de toegezegde € 2,3 mld slechts € 1 mld bevoorschot. Een lager bedrag volstond omdat de gasprijzen in het laatste kwartaal van 2022 fors daalden en marktpartijen meer bijdroegen aan het vullen van de gasopslag, zodat het dynamische vuldoel van EBN daalde. De lening is eind 2022 in zijn geheel terugbetaald.

  • 4. 
    Beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

A. Algemene doelstelling

Goed functionerende markten zijn een motor voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart. Dit geldt voor zowel de Nederlandse markt als de Europese interne markt. De Europese interne markt levert door de schaalgrootte nieuwe afzetmogelijkheden, de mogelijkheid om meer te specialiseren en voor nieuwe uitdagers de ruimte om snel op te schalen. Het kabinet zet zich daarom nationaal, Europees en internationaal in voor regels en afspraken die ervoor zorgen dat: (1) consumenten keuzevrijheid hebben, (2) bedrijven op een gelijk speelveld opereren en (3) markten open en transparant zijn.

In Europees verband ondersteunt het kabinet de ambitie van de Europese Commissie bij het zetten van mondiale standaarden, bijvoorbeeld op het terrein van omgang met data. Begin 2022 is in dat verband de Europese standaardisatiestrategie gepubliceerd. De taskforce voor handhaving op de interne markt en het in 2022 door de Commissie gepresenteerde noodin-strument voor de interne markt moeten een concrete bijdrage gaan leveren aan het voorkomen en wegnemen van belemmeringen en versterken van de handhaving.

In internationaal verband is het van groot belang om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Dit vraagt om (het behoud van) robuuste mededingingsregels én het tegengaan van verstorende subsidies uit derde landen.

Het kabinet Rutte IV zet in op het realiseren van de volgende strategische doelen29:

  • 1. 
    Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten;
  • 2. 
    Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie;
  • 3. 
    Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.
  • 1. 
    Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen. Goed functionerende markten die concurrentie stimuleren en waar de consument goed wordt beschermd, leveren een belangrijke bijdrage aan economische groei en innovatie.

Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals in de corona pandemie o.a. bleek met grenssluitingen. EZK zet zich in EU-verband sterk in voor het competitief houden van markten, voor eerlijke onderlinge verhoudingen in markten, het bevorderen van vrije verkeer van diensten en goederen en bescherming van consumenten. Dit doet EZK door zich onder andere in te zetten voor de verbetering van de aanbestedingspraktijk, Europese afspraken t.a.v. consumentenbescherming en door de actieagenda interne markt.

  • 2. 
    Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

De digitale economie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Een strategisch doel van het kabinet is het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, digitale en inclusieve economie. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. In november 2022 is de strategie voor de digitale economie uitgebracht (Kamerstuk 26 643, nr. 941) met daarin de ambities, doelstellingen en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030. Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn.

Om uitdagingen te adresseren en de vruchten van de digitale transitie te blijven plukken, werkt EZK in de Strategie Digitale Economie aan een open, weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie. De strategie zet stevig in op het versterken van ons verdienvermogen, het versterken van het fundament, het borgen van publieke waarden en het zorgvuldig afwegen van publieke belangen in een steeds geopolitiekere context met de volgende prioriteiten:

  • Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten
  • Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden
  • Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur
  • Versterken cybersecurity
  • Versnellen digitalisering mkb
  • 3. 
    Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

EZK is voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) systeemverant-woordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke productie van goede en betrouwbare statistieken, en voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van publieke gelden die daarmee gemoeid zijn. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut de taak om betrouwbare statistische informatie te leveren. Onafhankelijke en betrouwbare statistieken zijn van belang om meer inzicht te krijgen in de samenleving en maatschappelijke fenomenen. Deze informatie draagt bij aan het voeren van becijferde maatschappelijke debatten en inzichten voor beleid. De Minister van Economische Zaken en Klimaat financiert het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.

B. Rol en Verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken en Klimaat ziet het als taak eventuele belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en innovatie te stimuleren. In dat verband is de minister systeemverantwoordelijk voor de Mededingingswet, de Aanbestedingswet en voor het functioneren van de Autoriteit Consument en Markt. Zij is voorts op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. Samen met bewindspersonen van J&V en BZK geeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat invulling aan de Nederlandse Digitaliseringstrategie. Dat is een kabinetsbrede agenda om de maatschappelijke en economische kansen van digitalisering te benutten en het fundament van de digitale transitie te versterken, waaronder digitale vaardigheden, cybersecurity, cyberweerbaarheid, veiligheid, privacy, concurrentie en innovatie. De minister heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege.

Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Stimuleren

  • Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid, waarbij de Wet handhaving consumentenbescherming centraal staat.
  • Het stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven.

Financieren

  • Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van een deel van de exploitatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), van TenderNed (het elektronisch aanbestedings-systeem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.
  • Het financieren van een deel van de exploitatie van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.
  • Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.
  • Het bijdragen aan een vrij, veilig en open internet door het financieren van een aantal (internationale) organisaties op het terrein van Internet Governance, waaronder het Internet Governance Forum (IGF).

(Doen) uitvoeren

  • Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met generiek mededingingsbeleid, zoals opgenomen in de Mededingingswet.
  • Het bijdragen aan de ontwikkeling van Europees en nationaal beleid ten aanzien van consumentenbescherming, aanbestedingsregelgeving, interne markt en mededinging.
  • Het opstellen van regels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door - in geval van schaarste - te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.
  • Het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van frequentie-ruimte.

Regisseren

  • Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.
  • Het scheppen van de juiste voorwaarden voor concurrentie met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet 2012, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.
  • Het moderniseren van de telecommunicatieregelgeving om deze te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.

Om - aanvullend op het jaarverslag - de Kamer te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u op de website https:// www.cbs.nl/nl-nl/publicatieplanning de planning aan van de CBS-publicaties. Actuele en gedetailleerde informatie over de specifieke beleidsgebieden kunt u vinden op de websites van PIANOo, de ACM (o.a. over de telecommunicatiemarkt), Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (Staat van de Ether, jaarberichten), TNO (Monitor Draadloze Technologie) het CBS (Cybersecuritymonitor en DAB+ ontvangers), NCSC (cybersecurity dreigingen, incidenten en maatregelen) en het Digital Trust Center (DTC).

Voor de hierna benoemde beleidsconclusies zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid in beeld.

 

Tabel 7 Prestatie-indicatoren

Kengetallen

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Ambitie

2022

Bron

  • 1. 
    Penetratiegraad van digitale radio ontvangers in huishoudens

6%

10%

12%

15%

18%

22%

24%

35%

CBS1

  • 2. 
    Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI)

4

4

4

4

4

4

3 Koploper DESI2

3a. Connectiviteit - beschikbaarheid vast breedband

98%

98%

98%

97%

99%

>99%

>99%

>99%

DESI/

EZK3

3b. Connectiviteit - beschikbaarheid mobiel breedband via 4G

99+% -

99+%

99+%

99+%

99+%

99+%

n.v.t.

n.v.t.

DESI4

3c. Connectiviteit - beschikbaarheid mobiel breedband via 5G

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

80%

97%

99+%

DESI5

1    In eerdere jaarverslagen is ten onrechte het percentage van personen vanaf 12 jaar gebruikt in plaats van het percentage van huishoudens om de penetratiegraad van digitale radio ontvangers weer te geven. Deze tabel corrigeert dit voor de jaren 2019, 2020 en 2021.

2    Deze ranglijst geeft de rang van Nederland op het moment van het opstellen van het jaarverslag van het betreffende jaar.

3    Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 1b1 (30 Mbps) voor de jaren 2014-2018 en beschikbaarheid op basis van EZK breedbandkaart (100Mbps) vanaf jaar 2019.

4    Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 1c1(4G)

5    Beschikbaarheid op basis van DESI-indicator 5G.

In bovenstaande tabel staan de kengetallen uit de meest recente Index Digitale Economie en Samenleving van de Europese Commissie (DESI, juli 2022) en de meest recente CBS-statistiek (september 2022). De DESI cijfers hebben steeds betrekking op het voorgaande jaar. Omdat de DESI vanaf 2021 alleen nog de beschikbaarheid van mobiel breedband via 5G dekking opneemt en niet langer via 4G dekking, is er een extra indicator (3c) toegevoegd aan tabel 13 en is oorspronkelijke indicator (3b) verduidelijkt. De kengetallen voor de beschikbaarheid van vast breedband (ten minste 100 Mbps) vanaf 2019 zijn afkomstig van de inventarisatie van EZK naar breed-banddekking in Nederland.30 De cijfers tonen de beschikbaarheid voor het betreffende jaar. In de kolom ambitie 2022 staan de streefwaarden van EZK aan voor genoemde activiteiten, in lijn met de ambitie uit het Regeerakkoord (2017) dat Nederland op sociaal, economisch en digitaal vlak Europees koploper is. In het Actieplan Digitale Connectiviteit (2018) heeft het kabinet concreet de volgende connectiviteitsdoelstelling vastgelegd: de overheid streeft naar kwalitatief hoogwaardige connectiviteit die een grote diversiteit aan vraag kan bedienen en altijd en overal beschikbaar is tegen concurrerende tarieven. Met mobiele netwerken moeten daarnaast in elk geval basisdiensten altijd en overal kunnen worden geraadpleegd.

Aansluitend de ranglijst digitale economie en maatschappij, waarin Nederland in 2022 na 3 jaar teruggekeerd is in de top 3 van de jaarlijkse, toonaangevende Digital Economy and Society Index (DESI) van de Europese Unie. De DESI rangschikt Europese landen als het gaat om de kwaliteit van de digitale infrastructuur, de mate en wijze waarop het bedrijfsleven digitaal onderneemt, gebruik van digitale toepassingen door en vaardigheden van de inwoners en de digitale dienstverlening door de overheid zelf.

Figuur 3 Index Digitale Economie en Samenleving

75 -|

C. Beleidsconclusies

  • 1. 
    Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

Goed functionerende markten zijn niet alleen de motor achter economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart in Nederland. Soepel werkende markten zijn ook nodig om complexe transities mogelijk te maken die bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering vragen.

Interne markt

In 2022 is de Kamerbrief met een kabinetsbrede interne-marktactieagenda (Kamerstuk 22 112, nr. 3437) uitgegaan. Deze agenda bevat een set acties op Europees, Benelux- en nationaal niveau om belemmeringen op de interne markt weg te nemen en de toepassing en naleving van interne-marktregels te verbeteren. Ook de verschillende projecten waar de Europese Taskforce interne-markthandhaving (SMET) aan werkt dragen hieraan bij.

Wetsvoorstel uitvoering markttoezichtverordening

In 2022 is het wetsvoorstel ter uitvoering van de Verordening (EU) 2019/1020 (markttoezichtverordening) aangenomen: Hamerstuk: Wet uitvoering markttoezichtverordening (36093) | Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze wet voorziet in een wijziging van verschillende wetten ter uitvoering van de Europese markttoezichtverordening. Deze verordening regelt het markttoezicht op producten. Zij heeft als doel te waarborgen dat producten voldoen aan de harmonisatiewetgeving van de Unie.

Verordening verstorende buitenlandse subsidies (RFS)

In de zomer van 2022 is een Europees akkoord bereikt over de Verordening verstorende buitenlandse subsidies (RFS) (Kamerstuk 21 501-30, nr. 557). De RFS is vanaf 12 januari 2023 van kracht. De meldingsverplichtingen voor concentraties en aanbestedingsprocedures gelden vanaf 12 oktober 2023. Het doel van de RFS is om concurrentieverstoringen op de interne markt als gevolg van buitenlandse subsidies beter aan te kunnen pakken. EZK heeft zich sinds 2019 actief ingezet voor een dergelijk instrument (o.a. met het Nederlandse voorstel voor een gelijk speelveld instrument, Kamerstuk Kamerstuk 21 501-30, nr. 470). Momenteel wordt aan de benodigde implementatiewetgeving gewerkt.

Verordening Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten In de 2022 is een akkoord bereikt over de Verordening Instrument voor Internationale Overheidsopdrachten (IIO). Het IIO treedt 29 augustus 2022 in werking. Het IIO heeft als doel om wederkerigheid op de markt voor overheidsopdrachten af te dwingen, zodat EU-bedrijven betere toegang krijgen tot aanbestedingen in derde landen.

Rechtsbescherming bij aanbesteden

In februari 2021 is een uitwerking van maatregelen voor verbeterde rechtsbescherming bij aanbesteden naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstuk 34 252, nr. 21) . Een aantal van deze maatregelen zijn in 2022 gerealiseerd. Per 1 januari 2022 is de gewijzigde Gids proportionaliteit van toepassing. Het betreft hier aanpassingen op het gebied van rechtsverwerkingsclau-sules. Daarnaast is in het eerste kwartaal van 2022 de 'handreiking klachtafhandeling bij aanbesteden' gepubliceerd met handvatten voor aanbestedende diensten om voorsorterend op wetswijziging een professi-onaliseringsslag te maken in het afhandelen van klachten. Tenslotte is in 2022 gewerkt aan de uitwerking van de maatregelen die vragen om aanpassing van de Aanbestedingswet 2012. Dit vormt de basis voor de internetconsultatie die gepland staat voor 2023.

Programma Vervolg Beter Aanbesteden

In 2021 is het vervolgprogramma Beter Aanbesteden gestart (Kamerstuk 34 252, nr. 22). Dit programma is een samenwerking tussen VNG, VNO-NCW/MKB NL, EZK en PIANOo en loopt van 2021 tot en met 2024. Het programma richt zich op het verbeteren van de aanbestedingspraktijk door de dialoog tussen overheid en het bedrijfsleven te bevorderen. In 2022 zijn meerdere bijeenkomsten, zoals kennissessies en regionale marktdagen georganiseerd om de toepassing van kennis in de praktijk te bevorderen. Bij deze bijeenkomsten worden overheden en ondernemers samengebracht en wordt gewerkt aan het ondersteunen van regionale initiatieven. Een slimme wijze van aanbesteden draagt bij aan het bereiken van maatschappelijke doelen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid.

Postmarkt

Sinds de indiening van het wetsvoorstel in 2020 (Kamerstuk 35 423, nr. 7) is de situatie op de postmarkt veranderd; er resteert als gevolg van de concentratie tussen PostNL en Sandd nog één landelijk dekkend 24-uurs postnetwerk. Naar aanleiding hiervan heeft de minister van EZK in 2022 gesprekken met stakeholders gevoerd en besloten om te bezien of het wetsvoorstel op enkele punten aanscherping nodig heeft. Het CBb heeft de vergunning waarmee EZK de concentratie tussen PostNL en Sandd had goedgekeurd vernietigd; het bezwaar van PostNL tegen het weigeringsbe-sluit van ACM is eind 2022 hervat en loopt nog.

Wettelijke evaluatie universele postdienst

In 2022 heeft de evaluatie van de universele postdienst in de periode 2017-2021 plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat de uitvoering van de hoofdelementen van de UPD op orde is (Kamerstuk 29 502, nr. 184).

Consumentenregelgeving

In het kader van consumentenbescherming zijn in 2022 diverse resultaten geboekt. Zo bereikte de Raad en het Europees Parlement in november 2022 een voorlopig akkoord over de General Product Safety Regulation (verordening algemene productveiligheid). Deze verordening moet ervoor zorgen dat consumenten beter beschermd worden tegen de verkoop van onveilige producten. Daarnaast zijn de Implementatiewet richtlijn verkoop goederen en levering digitale inhoudin april 2022 in werking getreden (Stb 2022, 164). De richtlijnen leggen gemeenschappelijke regels vast over met name conformiteit van goederen, digitale inhoud of diensten, garanties en de wijze waarop de consument zijn recht kan halen. Een belangrijke wijziging voor de praktijk is de verplichting voor handelaren om updates te verstrekken voor goederen met digitale elementen, digitale inhoud en digitale diensten. Het gaat om updates die borgen dat het product minimaal blijft functioneren op hetzelfde niveau als ten tijde van de aankoop. Tevens is de Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming in mei 2022 inwerking getreden (Stb 2022, 157). Deze richtlijn zorgt voor een betere handhaving van Europese consumentenregels. Met deze richtlijn worden vooral de regels die gelden voor online handelaren en aanbieders van onlinemarktplaatsen uitgebreid en verduidelijkt. Consumenten zoeken, vergelijken en kopen steeds vaker producten en diensten online. Het plaatsen of laten plaatsen van neprecensies op het internet wordt met deze richtlijn bijvoorbeeld verboden.

Wijziging van het Besluit prijsaanduiding producten (AMvB)

EZK heeft zich in 2022 ingezet voor meer transparantie bij prijsverlagingen. Met de wijziging van het besluit prijsaanduiding producten moeten verkopers per 1 januari 2023 transparanter zijn over prijsverlagingen. De nieuwe regels bepalen dat de oorspronkelijke prijs (de 'van-prijs') de laagste prijs moet zijn die de verkoper 30 dagen voorafgaand aan de kortingsactie heeft gevoerd. Dit moet voorkomen dat consumenten misleid worden door aantrekkelijke aanbiedingen die niet echt zijn. Uitgezonderd van deze maatregel zijn producten die snel bederven of beperkt houdbaar zijn, producten die minder dan dertig dagen op de markt zijn en onafgebroken progressieve prijsverlagingen (bijv. eerst 20%, dan 50% en dan 80%) gedurende een maximale periode van drie kalendermaanden.

  • 2. 
    Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

Het faciliteren van de transitie naar een digitale economie is een van de strategische doelen van EZK. In november 2022 is de strategie voor de digitale economie uitgebracht (Kamerstuk 26 643, nr. 941) met daarin de ambities, doelstellingen en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030.

Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten

Europese wet- en regelgeving

In 2022 zijn belangrijke Europese regels in werking getreden of zijn onder invloed van EZK mijlpalen bereikt bij aankomende regelgeving om digitale markten beter te laten werken. Zo trad in november 2022 de Digital Service Act (DSA) in werking. De DSA gaat ervoor zorgen dat tussenpersonen, zoals platformbedrijven verantwoord omgaan met content van hun eindgebruikers. Tevens is er in de zomer van 2022 een akkoord bereikt over de Digital Markets Act (DMA). De DMA bevat regels voor de allergrootste platforms waar consumenten en ondernemers nauwelijks omheen kunnen (poortwachters). Het doel van de DMA is om consumenten en ondernemers te beschermen en te zorgen voor meer concurrentie op digitale markten. Dit zorgt ervoor dat ondernemers en consumenten minder afhankelijk zijn van poortwachters en toetreders makkelijker toegang krijgen tot de markt (Kamerstuk 26 643, nr. 959). Tevens is een akkoord bereikt over de Data Governance Act (DGA). De DGA zorgt voor een helder kader voor het vertrouwd delen van data. De DGA maakt het voor consumenten en bedrijven gemakkelijker om hun data vertrouwd te delen en te gebruiken, waarbij wordt voorkomen dat ongewenste dataconcentraties ontstaan en data op oneigenlijke manier wordt gebruikt. Hiermee zorgt het voor een eerlijker speelveld voor verantwoorde datadeling.

Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden

Artificial intelligence (AI): stimuleren innovatie

In het Witboek AI (februari 2020) én in de herziening van het Gecoördineerd plan inzake AI (april 2021) van de Europese Commissie, staat het bouwen aan een sterk en hoogwaardig Europees ecosysteem voor een humancentric approach van AI centraal. Mede op initiatief van EZK is die publiek-private samenwerking belegd bij de Nederlandse AI Coalitie, waar inmiddels rond 500 organisaties aan deelnemen. De internationale samenwerking zal de komende jaren verder worden versterkt met middelen van EZK voor de zogenaamde European Digital Innovation Hubs (onderdeel van het Digital Europe Programme) en met middelen die in de eerste suppletoire begroting 2021 uit het Nationaal Groeifonds zijn toegekend aan het meerjarige AiNed investeringsprogramma (Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 1 en Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 2). De genoemde inzet en resultaten in 2022 zijn conform de verwachtingen verlopen.

Florerende data-economie en innovatieve clouddiensten Digitale innovatie en vaardigheden en de toepassing van nieuwe digitale technologieën zijn essentieel voor de digitale transitie en het verdienver-mogen van Nederland. EZK ondersteunt diverse initiatieven om de waarde van data op een verantwoorde wijze te benutten, zoals de Data Sharing Coalition voor vrijwillige datadeling tussen bedrijven, het verkennen van kansen en bedreigen voor datadeling in diverse sectoren via onderzoek. Daarnaast zorgt EZK ervoor dat het Nederlandse bedrijfsleven kan aansluiten op het GAIA-X, een internationaal publiek-privaat initiatief, dat Europese cloud- en datadiensten wil verbinden en beter toegankelijk wil maken. De inzet en uitvoering van deze initiatieven zijn in 2022 conform verwachting verlopen.

Versterken digitale vaardigheden

Het tekort aan personeel en gebrek aan digitale vaardigheden op de werkvloer vormt een groot obstakel voor een succesvolle digitale transitie. Op Europees en nationaal niveau hebben de huidige en de verwachte grote tekorten geleid tot stevige ambities. In 2030 willen we in Europa beschikken over 20 miljoen digitaal geschoolden, waarvan de helft vrouw en moet 80 procent van de Europese bevolking beschikken over digitale basisvaardigheden. Als antwoord op deze ambities en het tekort op de arbeidsmarkt van ICT'ers heeft het kabinet onder leiding van EZK deel 1 van het Actieplan groene en digitale banen in juli 2022 aangeboden. In dit deel beschrijft het kabinet welke onderzoeksrichtingen en benodigde aanvullingen mogelijk zijn. In het tweede helft van 2022 is gewerkt aan deel 2 van dit actieplan, waarin beschreven zal worden met welke extra inzet het kabinet het vraagstuk van arbeidskrapte voor klimaat en digitale transitie wil aanpakken. Begin 2023 zal deel 2 worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Om ervoor te zorgen dat bedrijven voldoende goed gekwalificeerd personeel kunnen vinden, heeft EZK de Human Capital Agenda ICT in 2022 doorontwikkeld met nieuwe prioriteiten. Binnen deze agenda is een sterk landelijk dekkend netwerk gerealiseerd, waaronder inmiddels meer dan 80 publiek private samenwerkingen op het domein van digitale vaardigheden beschikbaar zijn. Hier werken meer dan 8000 bedrijven aan mee.

Onderwijscurriculum up-to-date

Om te bewerkstelligen dat jongeren beschikken over goede ICT-basisvaar-digheden en informatievaardigheden is in 2022 door EZK samen met het ministerie van OCW het Co-teach informatica initiatief ondersteund. Coteach informatica is een pilotproject waarin scholen het eindexamen informatica kunnen aanbieden voor een combinatie van projectonderwijs door IT professionals en een online leerlijn - ook wanneer een school nog geen informaticaleraar in dienst heeft. Tevens is in 2022 het Nationaal onderwijslab AI gelanceerd. Het Nationaal onderwijslab AI zal de komende 10 jaar samen met het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven intelligente digitale onderwijsinnovaties ontwikkelen gericht op de verbetering van de kwaliteit van het primair en voortgezet onderwijs.

Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur

Implementatie Europees telecomkader

De wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de Telecomcode (richtlijn EU/2018/1972) is als hamerstuk aangenomen door zowel de Tweede als Eerste Kamer en is op 2 maart 2022 in werking getreden (Stb. 2022, 83 en 95). De implementatie van de herziening van het Europese telecomkader zou uiterlijk eind 2020 moeten zijn geïmplementeerd. Net als de meeste lidstaten heeft Nederland dit helaas niet gehaald, onder meer vanwege het grote aantal reacties van burgers en gemeenten op de inter-netconsultatie. Een deel van de richtlijn was al geïmplementeerd met de wetswijziging die op 21 december 2020 in werking is getreden (Stb. 2020, 199).

Digitale infrastructuur van wereldklasse (connectiviteit): frequentieveiling en snelle uitrol van glasvezel

Met betrekking tot de voor (volwaardig) 5G relevante 3,5 GHz-band zijn in 2022 belangrijke stappen gezet op weg naar beschikbaarstelling van deze frequentieband. Zo is een advies gereed gekomen met betrekking tot een oplossing voor het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer dat nu nog in de band zit en is een keuze gemaakt ten aanzien van de beoogde bandindeling voor lokaal en landelijk mobiel gebruik.

Om de soepele uitrol van verbeterde (vaste en mobiele) digitale infrastructuren te realiseren, is ondersteuning van gemeenten door EZK (en het Antennebureau) verder verstevigd en is in 2022 gewerkt aan transparantie en harmonisatie van lokaal beleid met onder meer onderzoek naar de leges voor de aanleg van telecomkabels. Inmiddels is de grote meerderheid van de adressen in de buitengebieden voorzien van snel internet. De Tweede Kamer is met de brief van 28 juni 2022 (Kamerstuk 29 517/24 095, nr. 222) geïnformeerd over de uitvoering van de moties Inge van Dijk c.s. over snel internet in de buitengebieden en Inge van Dijk-Rajkowski over de mobiele bereikbaarheid van het alarmnummer 112 (Kamerstuk 24 095, nr. 535 en Kamerstuk 24 095, nr. 536). Ook is werk gemaakt van het verbeteren van de bereikbaarheid van 112 via 'VoLTE' met het oog op de verwachte afscha-keling van 2G en 3G (Kamerstuk 29 517, nr. 226). Om de positie van Nederland als digitaal knooppunt in Europa te behouden en te versterken, is EZK in 2022 gestart met het ontwikkelen van een integrale visie op de digitale infrastructuur, die in 2023 naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd.

Versterken cybersecurity

Versterken van de digitale weerbaarheid van kennisintensieve economische sectoren

Kennisintensieve economische sectoren zoals de topsectoren en topinstituten vormen een belangrijk deel van ons economisch verdienpotentieel. Om de digitale weerbaarheid van deze kennisintensieve topsectoren en topinstituten te vergroten, wordt een netwerk gevormd van publiek-private Sharing and Analysis Centers (ISACs), ondersteund door het Digital Trust Center (DTC). Het DTC heeft in 2022 opdracht aan TNO gegeven om bouwblokken te ontwikkelen en incentives te achterhalen om de vorming en bestendiging van ISACs te versterken. De resultaten van dit onderzoek zullen ook voor andere sectoren worden gebruikt. Daarnaast is door het DTC in 2022 een X-ISAC (lees: cross-ISAC) overleg gestart met de diverse ISACs om elkaar te ondersteunen en verder te helpen in de ontwikkeling.

Kennis en innovatie cybersecurity

Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarde voor de Nederlandse digitale economie en de samenleving. In 2022 is onder andere het Nationaal Coördinatiecentrum bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) opgericht. Dit is een schakelpunt om het nationale netwerk voor cybersecurity kennis en innovatie via het publiek-private samenwerkingsplatform dcypher en het Europees Cybersecurity Competence Center en bijbehorend netwerk beter aan te laten sluiten op Europese financiering en instrumenten.

Versnellen digitalisering mkb

Deze pijler uit de Strategie Digitale Economie wordt uitgevoerd en verantwoord via de middelen op artikel 2.

  • 3. 
    Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken

Evaluatie CBS

In juni 2022 is de evaluatie naar het CBS afgerond. De conclusie van de evaluatie is dat het CBS in de periode 2016-2020 doeltreffend, doelmatig en onafhankelijk is geweest (Kamerstuk 25 268, nr. 209).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van

beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)

       
     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

200.563

265.347

226.206

258.215

362.214

267.372

94.842

 

Uitgaven

201.785

251.493

230.938

260.228

291.380

249.968

41.412

 

Subsidies

236

517

2.769

3.625

16.262

10.000

6.262

Cyber security

236

517

926

677

966

 

966

Telecom Caribisch Nederland

   

1.843

2.890

3.629

 

3.629

EU-cofinanciering Digital Europe

         

10.000

  • 10.000

Beter aanbesteden

     

58

488

 

488

NGF project AiNed

       

5.719

 

5.719

NGF project Nationaal onderwijslab

       

5.460

 

5.460

Opdrachten

6.156

54.511

20.025

28.978

20.008

23.950

  • - 
    3.942

Onderzoek en Opdrachten

2.197

1.710

1.842

2.040

1.571

2.474

  • 903

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

3.795

6.204

7.528

5.413

6.112

4.408

1.704

Digital trust centre

164

125

196

356

227

1.432

  • 1.205

Cyber security

 

901

1.387

689

2.180

5.741

  • 3.561

ICT beleid

   

6.296

5.673

7.031

7.378

  • 347

Terugbetaling boetes ACM

 

45.571

2.733

14.228

1.633

 

1.633

CSIRT-DSP

       

3

1.017

  • 1.014

Nationaal Groeifonds

   

43

579

1.251

 

1.251

Vervolgprogramma beter aanbesteden

       

0

1.500

  • 1.500

Bijdragen aan agentschappen

39.124

34.814

39.503

47.694

51.255

41.199

10.056

Agentschap Telecom

27.195

23.576

28.698

33.068

36.089

30.824

5.265

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

11.929

11.238

10.805

14.626

15.166

10.375

4.791

Bijdragen aan ZBO's /RWT's

152.738

157.720

164.884

176.185

200.228

170.763

29.465

Metrologie

9.335

9.480

10.706

15.980

11.524

11.146

378

Raad voor Accreditatie

209

235

263

274

1.099

277

822

ACM

737

614

632

670

712

779

  • 67

CBS

142.457

147.391

153.283

159.261

186.893

158.561

28.332

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.531

3.931

3.757

3.746

3.625

4.056

  • - 
    431

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.124

1.157

1.186

1.187

1.245

1.194

51

Internationale organisaties

2.407

2.774

2.571

2.559

2.380

2.862

  • 482
 

Ontvangsten

16.599

19.558

933.838

428.676

120.881

31.934

88.947

Ontvangsten ACM

162

162

162

163

162

162

0

High Trust

15.194

17.486

106.954

6.846

117.969

30.200

87.769

Diverse ontvangsten

1.243

1.910

826.722

421.667

2.750

1.572

1.178

1 Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

 
     

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2018

2019

2020

2022

2022

2022

2022

Verplichtingen

200.563

265.347

226.206

258.215

362.214

267.372

94.842

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

200.563

265.347

226.206

258.215

362.214

267.372

94.842

1 Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Subsidies

EU-cofinanciering Digital Europe

Door vertraging van goedkeuring door de Europese Commissie heeft voor zowel de verplichtingen als kas een verschuiving van een deel van de middelen naar 2023 plaatsgevonden. Daarnaast hebben overboekingen naar RVO plaatsgevonden voor de onderdelen National Contact Point (NCP), Digital Europe Programma en National Coordination Centre (NCC) voor digitale veiligheid.

NGF-project AiNed

Voor het NGF-project AiNed stond het gehele verplichtingenbudget in 2022 beschikbaar, terwijl de verplichtingen over verschillende jaren worden aangegaan. Bij Voorjaarsnota 2023 wordt het verplichtingenbudget dat niet in 2022 is gebruikt, verdeeld over de jaren 2023 en verder. Een deel van het uitgavenbudget voor AiNed is in 2022 niet gebruikt vanwege actualisering van kasramingen voor toegekende AI-projecten in het Key Digital Technologies programma van de EU en voor Fellowship Grants (beurzen voor AI-onderzoekers). Ook kostte de voorbereiding van een nieuwe uitvraa-gronde voor ELSA labs meer tijd. Bij Voorjaarsnota 2023 wordt het uitgavenbudget dat niet in 2022 is gebruikt meegenomen naar 2023.

In 2022 is het NGF-project AiNed verplaatst van artikel 2 naar artikel 1. Gegeven de inhoud van het project en de aansturing ervan is artikel 1 meer geschikt.

NGF-project Nationaal Onderwijslab

In 2022 is het NGF-project Nationaal Onderwijslab verplaatst van artikel 2 naar artikel 1. Gegeven de inhoud van het project en de aansturing ervan is artikel 1 meer geschikt.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

CBS

Zowel het verplichtingen- als kasbudget van het CBS zijn in de loop van 2022 opgehoogd in verband met IT-ontwikkeling en -onderhoud en EU-statistiek-verplichtingen. Daarnaast is een loon- en prijsbijstelling gedaan en zijn middelen ten behoeve van het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering (WaU) beschikbaar gesteld.

Ontvangsten

High Trust

Dit betreft de ontvangsten uit boetes van toezichthouders van EZK, die in praktijk voornamelijk bestaan uit boetes opgelegd door de ACM. De ACM is onafhankelijk in de keuze al dan niet een boete op te leggen. Het bedrag aan boetes dat feitelijk wordt ontvangen kan daarom fors fluctueren en is moeilijk te ramen. Omdat het aanspannen van een gerechtelijke procedure de betalingsverplichting niet opschort, is het - afhankelijk van de gerechtelijke uitspraak bij (hoger) beroep - mogelijk dat de ACM een deel van de in 2022 ontvangen bedragen in een komend jaar moet terugbetalen.

De ACM kan in verband met vertrouwelijkheid geen uitspraken doen over een betaling door een partij in individuele zaken. De opgelegde boetes worden ook niet altijd openbaar gemaakt, bijvoorbeeld als een uitspraak van de rechter dit verhindert.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

A. Algemene doelstelling

Met het bedrijvenbeleid31 zorgt EZK ervoor dat bedrijven kunnen floreren en tevens hun bijdrage kunnen leveren aan de brede welvaart van onze samenleving. Het bedrijvenbeleid ondersteunt de transitie naar een duurzame, digitale en inclusieve economie met een sterk innovatievermogen en een uitmuntend ondernemers- en investeringsklimaat. De maatschappelijke bijdrage van bedrijven bestaat uit het bieden van: werk, inkomen, economische vooruitgang, innovatieve toepassingen die de kwaliteit van ons leven vergroten, ontplooiingsmogelijkheden voor burgers en een hoge kwaliteit van de leefomgeving. Dit biedt tevens een basis voor het hoge collectieve voorzieningenniveau in ons land. Door innovatie en ondernemerschap te bevorderen draagt het bedrijvenbeleid bij aan onze brede welvaartsgroei, door economische vooruitgang op een evenwichtige wijze te combineren met een hoge kwaliteit van onze leefsituatie, zodat Nederland internationaal aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken en te leven.

Afbouw coronasteunmaatregelen in 2022

Het coronavirus heeft het bedrijfsleven de afgelopen jaren ernstig op de proef gesteld. Sinds april 2022 zijn de coronasteunmaatregelen afgebouwd en vanaf oktober 2022 moeten ook de uitgestelde belastingen terugbetaald worden. Volgens het kabinet wegen de voordelen van het ondersteunen van bedrijven niet meer op tegen de nadelen daarvan. De normale economische dynamiek moet weer de ruimte krijgen.

Vanuit een macroperspectief lijkt het Nederlandse bedrijfsleven goed uit de coronacrisis te zijn gekomen, en ook internationaal gezien staan we er nog steeds goed voor. De economische vooruitzichten zijn echter zeker op korte termijn minder rooskleurig. Er staat op dit moment nog een belastingschuld van zo'n 20 miljard euro uit bij ondernemingen die binnen zeven jaar moet worden terugbetaald. De Nederlandsche Bank (DNB) constateerde dat ongeveer de helft van de bedrijven die uitstel van belastingbetaling hebben, gedurende de komende vijf jaar de helft van hun winst moet gebruiken voor terugbetalingen.32 Daarnaast moeten ook nog behoorlijk wat bedrijven coronasteun terugbetalen. Dit kan tot financiële problemen leiden bij een deel van deze bedrijven. Daarbovenop zijn de economische vooruitzichten mede door de oorlog in Oekraïne en allerlei toeleveringsproblemen op korte termijn niet florissant. Gevoed door de hoge inflatie en hoge energieprijzen dreigt een recessie. Zulke schokken raken het bedrijfsleven en vergroten het risico op opheffingen of faillissementen. Die risico's lijken, althans voor een deel van de bedrijven, nu groter dan voor corona, omdat buffers zijn geslonken en een deel van de bedrijven blijvend te kampen heeft met een verslechterde uitgangspositie vanwege de nog bestaande schuldenlast.

Met het Nationaal Groeifonds (NGF) en het Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan (HVP)33 werkt het kabinet aan het herstel dat de economische groei en brede welvaart de komende jaren verder moet versterken via onder meer een gerichte investeringsagenda. Het verbinden van de nationale groeistrategie met het ondersteunen van de economische transities (digitalisering, verduurzaming en vernieuwing) staat daarin centraal.

Via het NGF is € 20 mld uitgetrokken voor R&D, innovatie en kennisontwikkeling, In 2020 en 2022 hebben de eerste ronden plaatsgevonden van indieningen van projectvoorstellen en daaraan gekoppeld definitieve toekenningen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen van middelen. Met name projecten binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie dragen bij aan de groene en de digitale transities waar Nederland voor staat. Ook het HVP draagt bij aan de ambities van het kabinet op het gebied van de groene en digitale transitie, en het bevat grootschalige maatregelen op het gebied van woningbouw, de arbeidsmarkt en het Nederlandse belastingstelsel. Op 4 oktober 2022 keurden de ministers van Financiën van de Europese Unie het uitvoeringsbesluit goed. Hierdoor kan Nederland aan de slag met de uitvoering van het plan, dat bestaat uit 49 maatregelen, waarvan 21 hervormingen en 28 investeringen. De investeringen bedragen € 4,7 mld.

Als de coronacrisis één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel de kwetsbaarheid van onze manier van leven en werken en ook de belangrijke rol die bedrijven daarbij spelen. Welvaartsgroei is geen vanzelfsprekendheid, of het nu gaat om onze gezondheid, de beschikbaarheid van voldoende zorg, inkomen, werk of winstgevende bedrijvigheid. Goed functionerende bedrijven bieden naast werk en inkomen ook een maatschappelijk verband waar werknemers zich gewaardeerd en betrokken voelen, zichzelf kunnen ontplooien en waar ze naar vermogen kunnen bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang. Bedrijven hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de mogelijke nadelige gevolgen van economische activiteiten voor de kwaliteit van onze leefomgeving en samenleving te beperken. Zo dragen bedrijven ook bij aan onderzoek en scholing, maatschappelijk verantwoorde producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen, en aan een hoogwaardige leefomgeving door met nieuwe producten, diensten en technologieën bij te dragen aan de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie en verduurzaming van de industrie en de digitalisering. Ook tijdens de coronacrisis pakten bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Samenwerking en maatschappelijke betrokkenheid is cruciaal voor onze welvaartsgroei. Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf is essentieel voor het onder-nemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie als de onze. Strategische samenwerking tussen bedrijven, wetenschap en het (hoger) onderwijs is ook belangrijk, omdat de wetenschap en het (hoger) onderwijs fundamentele ideeën en ontwikkel-capaciteit bieden, en het bedrijfsleven de mogelijkheden ziet waar nieuwe technologieën kunnen worden toegepast in nieuwe producten, diensten of productieprocessen.

Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën en is ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Nederland staat er na de corona-crisis relatief goed voor in internationaal perspectief. Afgemeten aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) lijkt de veerkracht van de Nederlandse economie groot. Vanaf het vierde kwartaal 2019 gerekend is van alle grote(re) EU-landen het herstel het sterkst geweest in Nederland, zelfs nog sterker dan in de VS. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid en het herstelpakket op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties. Om deze toppositie(s) te handhaven en te versterken zet het kabinet in op het realiseren van de volgende twee strategische doelen:

  • 1. 
    Het realiseren van innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang, onder meer met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.
  • 2. 
    Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.
  • 1) 
    Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei, welvaart en vooruitgang op tal van maatschappelijke terreinen. Succesvolle innovaties creëren niet alleen toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken, onder meer op de terreinen Energietransitie en Duurzaamheid, Landbouw, Water en Voedsel, Gezondheid en Zorg en Veiligheid. Dit vraagt samenwerking van veel partijen, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties in de Innovatiehelix. Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven.

In november 2022 is het kabinet gekomen met een visie 'Innovatie en impact' (Kamerstuk 33 009, nr. 117). Het kabinet vindt dat de sterke kennispositie van Nederlandse onderzoekers en ondernemers moet leiden tot meer toepassingen in producten en diensten. Het Nederlandse kennisniveau is van wereldklasse, maar de impact van wetenschappelijk, toegepast en praktijkgericht onderzoek kan en moet beter. Het kabinet wil daarom stimuleren dat kennis meer wordt toegepast (valorisatie). De weg van kennis naar resultaat is geen éénrichtingsverkeer. Impact ontstaat daar waar onderzoekers, ondernemers en maatschappelijke organisaties met elkaar samenwerken.

In de Kamerbrief 'Innovatie en impact' stelt het kabinet zich als doel dat de uitgaven (publiek en privaat) aan onderzoek en ontwikkeling de komende jaren stijgen tot 3% van het bruto binnenlands product, zonder dat het private aandeel daalt. De Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan onderzoek en ontwikkeling bedroegen in 2021 2,26% van het bruto binnenlands product volgens voorlopige cijfers van het CBS. Investeren in R&D is echter geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt (zie verder beleidsartikel 3 van deze begroting) en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel.

Het stimuleren van innovatie en valorisatie verloopt langs een aantal lijnen. Zo wordt vanaf 2023 een indexering van het WBSO-budget toegepast, met een extra budget van € 54 mln in 2023, dat daarna oploopt. Met de WBSO kunnen ondernemers hun kosten voor onderzoek en ontwikkeling verlagen. Verder zijn er de publieke investeringen met middelen uit het Nationaal Groeifonds (€ 20 mld) en via deelname van Nederland aan Important Projects of Common European Interest (IPCEI). Tevens zijn er investeringen in het versterken van toegepaste onderzoeksfaciliteiten (€ 500 mln ), praktijkgericht onderzoek (€ 100 mln) en de grootschalige wetenschappelijke infrastructuur (€ 500 mln). Voor innovatieve startups en scale-ups zijn bovendien volop financieringsmogelijkheden (meer dan € 1 mld) beschikbaar.

Met het Nationaal Groeifonds trekt het kabinet tussen 2021 en 2025 € 20 mld uit voor projecten die bijdragen aan economische groei op de langere termijn. Het gaat om gerichte investeringen op twee terreinen waar de meeste kansen aanwezig zijn voor structurele en duurzame economische groei: Kennisontwikkeling en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Tot begin 2022 was er ook een derde terrein: infrastructuur. Bij de totstandkoming van het coalitieakkoord is afgesproken om deze pijler uit het Nationaal Groeifonds te halen.

Daarnaast gaat het kabinet door met de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden via het zogenoemde missiegedreven innovatiebeleid. De inzet daarin is op verduurzaming (energietransitie en circulaire economie), digitalisering en sleuteltechnologieën zoals fotonica en kunstmatige intelligentie. Ook gezondheidszorg, landbouw/water/ voedsel en veiligheid houden aandacht. Maar binnen deze thema's moeten scherpere keuzes worden gemaakt, zodat innovatie leidt tot meer toepassingen in producten en diensten.

Eén van de prioritaire missies betreft het klimaat en de verduurzaming van de industrie. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-neutrale en innovatieve industrie in 2050. In de Klimaatwet van 2019 staat dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent moet zijn gedaald ten opzichte van 1990. Voor de periode tot 2030 is in het Klimaatakkoord van 2019 afgesproken dat de industrie (inclusief de afvalverwerkende industrie) de uitstoot van broeikasgassen moet reduceren met 14,3 Mton CO2-equiva-lenten. Deze reductieopgave kwam bovenop een reductie van 5,1 Mton, voortvloeiend uit onder meer het Energieakkoord 2013. In navolging van de Europese Klimaatwet verhoogt het kabinet het reductiedoel voor Nederland naar 55 procent emissiereductie in 2030 en klimaatneutraliteit (netto geen uitstoot) in 2050. Om dit doel ook zeker te halen, richt het kabinet het beleid op 60% in 2030. Dit voorjaar besluit het kabinet over nieuwe reductiedoelen per klimaatsector. Met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie wil het kabinet daarom de verduurzaming van de industrie gaan versnellen, ook als tegenwicht tegen de huidige hoge energieprijzen en versterking van het verdienvermogen en strategische autonomie.34 Vanuit het bedrijvenbeleid wordt hieraan bijgedragen met het missiegedreven innovatiebeleid en specifieke instrumenten ter stimulering van innovatie en demonstratie. Het Rijksbrede programma Circulaire Economie onder coördinatie van IenW bestaat uit 5 Transitieagenda's: Biomassa en voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. De bijdrage die EZK in dit kader levert aan de circulaire maakindustrie draagt mede bij aan de verduurzaming van de industrie.

De publiek-private samenwerking in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben er de afgelopen jaren toe geleid dat met publieke kennisinvesteringen additionele private kennisinvesteringen en cofinanciering zijn gerealiseerd. Door deze PPS-werkwijze zijn de beschikbare publieke en private investeringen voor onderzoek en ontwikkeling toegenomen. Met het verder doorgaan van het missiegedreven innovatiebeleid geeft het kabinet aan die hefboom een nieuwe impuls. In de brief van 26 april 2019 (Kamerstuk 33 009, nr. 70) is de aanpak bij dit missiegedreven beleid toegelicht. Daarin staan de economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën centraal. De kabinetsmissies op de terreinen Energietransitie en Duurzaamheid, Landbouw, Water en Voedsel, Gezondheid en Zorg en Veiligheid zijn daarbij leidend. Daarnaast worden voor de sleuteltechnologieën meerjarige R&D-programma's opgesteld. Topsectoren hebben daarvoor kennis- en innovatieagenda's 2020-2023 opgesteld. Op 11 november 2019 is het Kennis- en Innovatiecon-venant (KIC) 2020-2023 vastgesteld. Het KIC bevat afspraken met ruim 2.200 bedrijven, kennisinstellingen en overheden om gezamenlijk in economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën te investeren. De afgelopen jaren bedroegen de publieke en private investeringen in dit convenant jaarlijks zo'n € 5 mld. In 2023 volgt een herziening van de Kennis en Innovatieagenda's (KIA's) en het afsluiten van een nieuw Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) met de meer dan 30 deelnemende partijen voor de volgende periode, 2024-2027.

Invulling aanbeveling van Europese Commissie voor meer overheidsinvesteringen in groene en digitale transitie

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 is onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie (COM(2022) 621 final). Hieraan wordt vanuit het al eerder genoemde NGF door EZK bijgedragen door financiering van projecten. Over een langere periode is ongeveer € 10 mld beschikbaar voor projecten binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie van het NGF, mede door de extra middelen die voor deze pijler beschikbaar zijn gekomen in het Coalitieakkoord. De uitgaven voor NGF-projecten lopen deels via artikel 2 van de EZK-begroting. In 2022 is binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie voor een bedrag van € 1,5 mld aan definitieve toekenningen gedaan voor NGF-projecten op artikel 2 van de EZK-begroting. In belangrijke mate zijn het middelen die bijdragen aan R&D en innovatie ten behoeve van de groene en digitale transitie. Daarnaast is voor een bedrag van € 0,15 mld definitief toegekend aan een project binnen de NGF-pijler Kennisontwikkeling dat gericht is op publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs op de terreinen klimaat- en energietransitie en digitale transitie. Dit is eveneens een NGF-project op artikel 2 van de EZK-begroting. Middelen op artikel 2 van de EZK-begroting voor de IPCEI-projecten 'Micro elektronica' en 'Cloudin-frastructuur en services' vormen specifiek ter bevordering van de digitale transitie een belangrijke aanvulling op de middelen vanuit het Nationaal Groeifonds. Ook vanuit het in het Coalitieakkoord gevormde Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt bijdragen aan investeringen die de groene en digitale transitie bevorderen. In 2022 is bepaald dat dit fonds voor een bedrag van € 500 mln wordt aangewend voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen en voor een bedrag van € 372 mln voor de versterking van Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma's. Deze middelen vloeien in belangrijke mate naar artikel 2 van de EZK-begroting. Daarnaast draagt met name het voortgezette missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen die de groene en digitale transities bevorderen. In de Kamerbrief 'Innovatie en impact' (Kamerstuk 33 009, nr. 117) is aangegeven dat sterker de focus zal worden gelegd op de transities die in het Coalitieakkoord centraal zijn gesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid: de klimaat- en energietransitie, digitalisering, circulaire economie en sleuteltechnologieën.

  • 2) 
    Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.

EZK stimuleert langs verschillende wegen een goed functionerend bedrijfsleven, dat bestaat uit zowel grootbedrijf als mkb, uiteenlopend van kennisintensieve en multinationaal opererende ondernemers, tot startende bedrijven en éénpitters. EZK zet zich in voor een goede toegang tot financiering, zodat ondernemers o.a. kunnen investeren in groei en vernieuwing. EZK helpt bij de vernieuwing met wetten en regels, zoals het beschermen van intellectueel eigendom en het merkenrecht. Veranderende machtsverhoudingen in de economie vragen om een visie en regelgeving ten aanzien van het borgen van economische veiligheid. Het delen van gegevens door consumenten en bedrijven onderling en door de overheid vraagt zowel om ruimte in het economisch belang als om regulering in het belang van privacy en veiligheid. EZK steunt opschaling en uitrol van nieuwe technologieën door standaardisatie en voorwaarden vast te leggen. Verder zorgt EZK ervoor dat iedereen de economische en maatschappelijke kansen kan pakken die de digitalisering van de economie biedt (zie verder artikel 1 van deze begroting). EZK creëert ook de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven. Dat is een bedrijfsleven dat in staat is om winstgevend te zijn en zich voortdurend vernieuwt, en daarbij rekening houdt met maatschappelijke belangen. Richtinggevend is bijvoorbeeld de «corporate governance code» over de manier waarop ondernemingen moeten worden geleid.

Daarbij vraagt deze tijd om groter te denken: de uitdagingen vragen vaak om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. Hierbij valt te denken aan de bescherming van burgers en het bedrijfsleven bij datadeling. Ook economische veiligheid, het voorkomen van ongewenste afhankelijkheid en het vrijwaren van spionage en sabotage, is zo'n thema dat nationaal en Europees moet worden aangepakt. Voor de economische kansen geldt dat net zo goed: met de grootte van de uitdagingen, de Europese interne markt, en de opkomst van mondiaal opererende bedrijven in digitale markten, geldt eens te meer dat Nederlandse ondernemers en bedrijven hun vleugels uit moeten slaan en zich moeten willen en kunnen richten op grotere markten dan Nederland alleen. Op al deze terreinen zet het bedrijvenbeleid in op een Europese aanpak.

In onderstaande tabel staan de voornaamste kengetallen voor dit beleidsthema. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op de gepresenteerde ranglijsten, zoals de Global Competitiveness Index en het European Innovation Scorebord. In de Nationale Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk

26 643, nr. 541) streeft het kabinet ernaar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland moet zich ontwikkelen tot proeftuin op het gebied van digitale innovatie (zie artikel 1 van deze begroting).

 

Tabel 10 Kengetallen

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

  • 1. 
    Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL)

6

6

6

6

9

9

10

10

n.n.b.

Conference Board

  • 2. 
    Global Competitiveness Index (positie NL)1

8

5

4

5

6

4

n.b.

n.b.

n.b.

World Economic Forum

  • 3. 
    European Innovation Scoreboard (positie NL)

51

5

5

4

4

4

5

4

n.n.b.2

Europese Commissie

  • 4. 
    R&D intensiteit (in % van BBP)

2,17

2,15

2,15

2,18

2,14

2,18

2,29

2,26

n.n.b.

CBS

  • 5. 
    Omvang PPS-projecten (in mln €)3

814

970

1.060

1.207

1.282

1.238

1.106

1.325

n.n.b.

RVO.nl/ TKI's

waarvan private middelen (%)

44%

49%

48%

46%

45%

44%

44%

49%

n.n.b.

 
  • 6. 
    Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-equivalenten)

55,5

55,4

56,1

56,9

55,9

55

53,7

54

n.n.b.4

Emissieregistratie

  • 7. 
    Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL)
       

3

2

2

2

n.n.b.

Global Entrepreneurship Monitor (GEM), National Entrepreneurship Context Index (NECI)

1    Het World Economic Forum is vanaf 2020 gestopt met het publiseren van de cijfers.

2    De cijfers van 2022 worden in de zomer 2023 gepresenteert.

3    De cijfers zijn gebaseerd op de subsidieaanvraag in 2022 maar hebben betrekking op de gerealiseerde publiek-private samenwerking in 2021. De voorlopige realisatie voor 2022 is beschikbaar in de zomer van 2023 (begroting 2024). Met ingang van de begroting 2020 is dit kengetal niet meer opgenomen (en keert dus niet meer terug in het jaarverslag 2020)

4    De emissies 2022 worden komende zomer pas als voorlopige cijfers gepubliceerd en definitief begin volgend jaar.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de twee hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

 

Tabel 11 Rol en verantwoordelijkheid

Stimuleren

Financieren

Regisseren

(Doen)

uitvoeren

Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

V

V

V

 

Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie

V

 

V

V

Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

Stimuleren

De Minister stimuleert innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang door private investeringen in R&D onder meer te bevorderen via de WBSO en het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom. Voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven wordt onder meer de pps-toeslag ingezet vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's).

Financieren/regisseren

De Minister van EZK is verantwoordelijk voor toegepast onderzoek en innovatie en werkt nauw samen met de Minister van OCW, die verantwoordelijk is voor het stelsel van (fundamenteel) onderzoek en wetenschap en de verwevenheid met onderwijs. De Minister van EZK coördineert het missiegedreven innovatiebeleid en financiert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door onder meer:

  • de TO2-instituten TNO (inclusief ECN per 1 april 2018), Deltares, MARIN en NLR te financieren;
  • gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK een deel van NWO-TTW subsidieert;
  • cofinanciering van de EFRO-programma's (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling); voor de EFRO-programma's binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;
  • het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;
  • het Nationaal Groeifonds (NGF) te benuten om onderzoeks- en innovatieprojecten te financieren die structureel het groeivermogen versterken.

Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie

Stimuleren

De Minister stimuleert een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  • het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen; daarnaast biedt het bedrijvenbeleid een samenhangend aanbod van financieringsinstrumenten om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken (zie ook artikel 3 van deze begroting);
  • het versnellen van de toepassing van digitalisering door het mkb via de programma's «versnelling digitalisering MKB», «smart industry», de «retailagenda» en het identificeren en helpen opschalen van (regionale of sectorale) best practices op het gebied van digitalisering.

Regisseren

De Minister regisseert en coördineert de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  • samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners;
  • informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK);
  • het bevorderen van de oprichting en groei van startups naar scale-ups, o.a. door de inzet van TechLeap;
  • mkb-ondernemers beter bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets en het toegankelijker maken van aanbestedingen voor het mkb;
  • het regisseren en uitvoeren van het Programma «Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018-2021»;
  • eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaalme.nu);
  • in samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, de vakbeweging, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries door middel van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenanten in te zetten op het identificeren, voorkomen en verminderen van IMVO-risico's in de waardeketens van het Nederlands bedrijfsleven.

(Doen) uitvoeren

De Minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door onder meer toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:

(a)    de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

(b)    het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; en

(c)    het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van topsectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D- en innovatie-ambities.

Om - aanvullend op het jaarverslag - de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website www.bedrijvenbe-leidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van het EZK-jaarverslag. Deze website geeft tevens een volledig overzicht van de uitkomsten van alle op dit artikel uitgevoerde evaluaties.

C. Beleidsconclusies

Tegemoetkoming energiekosten (TEK)

Door de Russische inval in Oekraïne liepen de gas- en elektriciteitsprijzen in de loop van 2022 enorm op. Hoge energieprijzen drukken zwaar op het energie-intensieve mkb. Om het energie-intensieve mkb te ondersteunen is in korte tijd de Tegemoetkoming in de energiekosten (TEK) opgezet. Doel van de TEK is om ondernemers die bovenmatig hard geraakt zijn door de gestegen energieprijzen financieel tegemoet te komen. De TEK-regeling geldt voor de periode van november 2022 tot en met december 2023. De regeling is in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland tot stand gebracht en is in het eerste kwartaal van 2023 live gegaan.

BMKB-Groen

Het kabinet heeft vorig jaar een nieuw garantie-instrument geïntroduceerd, een groen luik onder de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB-Groen). Met dit instrument wordt de toegang tot externe financiering voor verduurzaming vergroot. Ondernemers met een zekerhedentekort kunnen via dit instrument verduurzamingsinvesteringen in bedrijfsmiddelen en bedrijfspanden financieren bij een geaccrediteerde financier. Het is een gunstige variant op de reguliere BMKB-regeling voor ondernemers. Het ministerie van EZK staat voor 90% garant op een krediet van maximaal € 1,5 mln per onderneming. Daarnaast is de provisiestructuur voor dit luik verlaagd. Medio 2023 wordt het instrument door de banken kwalitatief geëvalueerd.

Richtingen bepaald voor de dóórontwikkeling van het missiegedreven innovatiebeleid

Op 11 november 2022 is de Kamerbrief 'Innovatie en impact' verschenen (Kamerstuk 33 009, nr. 117). Hierin presenteren de ministers van EZK en OCW de kabinetsinzet voor versterking van het innovatiebeleid en een visie op het vergroten van de impact van kennis via valorisatie. Er zijn onder andere richtingen bepaald voor de doorontwikkeling van het missiegedreven innovatiebeleid. Het kabinet continueert de inzet op de huidige thema's van het missiegedreven innovatiebeleid: Energietransitie & Duurzaamheid (incl. Mobiliteit en Circulaire Economie); Gezondheid & Zorg; Landbouw Water Voedsel; Veiligheid en Sleuteltechnologieën. Binnen deze thema's zal sterker de focus worden gelegd op de transities die in het Coalitieakkoord centraal zijn gesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid: de klimaat- en energietransitie, digitalisering, circulaire economie en sleuteltechnologieën. In het missiegedreven innovatiebeleid zal door EZK en OCW ook sterker worden ingezet op valorisatie van kennis en markt-creatie. Tevens wordt het Nationaal Groeifonds meer in verbinding gebracht met het missiegedreven innovatiebeleid. De richtingen geschetst in de brief zijn leidend voor het proces om in 2023 samen met de vakdepartementen en OCW tot herijkte missies, nieuwe Kennis- en Innovatieagenda's (KIA's) en een nieuw Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) te komen.

Budget voor Europese ruimtevaartprogramma's voor de periode 2023-2025 sterk gestegen ten opzichte van 2020-2022

Nederland heeft voor een bedrag van € 389 mln ingeschreven in de programma's van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA voor de periode 2023-2025 (Kamerstuk 24 446, nr. 64). Dat is gedaan tijdens de Ministeriële Conferentie van de ESA die op 22 en 23 november 2022 is gehouden (in aansluiting op de inzet die daaraan voorafgaand beschreven is in de Kamerbrief Ruimtevaartbeleid 2022 (Kamerstuk 24 446, nr. 78). Van het bedrag is € 224 mln beschikbaar voor optionele (d.w.z. niet-verplichte) programma's. De Nederlandse bijdrage (deels afkomstig van EZK en deels van OCW) is met 37% gestegen ten opzichte van de vorige inschrijving, voor de periode 2020-2022 (€ 283,5 mln). De Nederlandse bijdrage gaat naar programma's die de samenleving naar verwachting veel gaan opleveren aan technologieontwikkeling, nieuwe wetenschappelijke inzichten, satelliet-toepassingen voor klimaat en groeikansen voor ondernemers. Met de bijdrage aan ESA komt de totale investering van het kabinet in ruimtevaart voor de periode 2023-2025 op ruim € 500 mln.

Indexatie van WBSO-budget vanaf 2023

Het budget voor de fiscale afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) gaat geïndexeerd worden (Kamerstuk 36 202, nr. 37).

De minister van EZK heeft in een brief van 21 december 2022 een verdere toelichting gegeven op de indexatie (Kamerstuk 32 637, nr. 526). Het betreft een indexatie voor loon- en prijsstijgingen binnen de kosten voor speur- en ontwikkelingswerk, op basis van de gerealiseerde cao-uurloonontwikkeling voor bedrijven twee jaar voorafgaand aan het budgetjaar (jaar t-2) en de in het jaar voorafgaand aan het budgetjaar geraamde inflatie volgens de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in het budgetjaar (jaar t). De loonkostencomponent bedraagt circa twee derde van de totale kosten voor speur- en ontwikkelingswerkzaamheden en telt daarom voor twee derde mee in de indexatieberekening. De niet-loonkostencomponent (kosten en uitgaven) telt voor een derde mee. Voor 2023 houdt de indexatie in dat het budget met € 54 mln wordt verhoogd ten opzichte van het eerder voorziene bedrag van € 1.383 mln. De indexatie van de WBSO zorgt ervoor dat op langere termijn meer zekerheid kan worden geboden aan bedrijven ten aanzien van een stabiele en voorspelbare WBSO. Dat draagt bij aan het vestigingsklimaat voor R&D in Nederland.

Nationaal Groeifonds: in 2022 acht definitieve toekenningen ten gunste van artikel 2 van de EZK-begroting, voor een bedrag van € 1,67 mld

Binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie van het Nationaal Groeifonds is in 2022 voor projectvoorstellen uit de tweede ronde (voorstellen ingediend in 2021) een bedrag van € 2,19 mld aan definitieve toekenningen gedaan en een bedrag van € 1,05 mld aan voorwaardelijke toekenningen. Voor een deel betreft dit voorstellen ingediend via EZK als departement. Bij de definitieve toekenningen gaat het om zes EZK-projecten voor een bedrag van € 1,45 mld en bij de voorwaardelijke toekenningen om vier EZK-projecten voor een bedrag van € 0,71 mld. Bij de definitieve toekenningen zijn er vijf projecten waarvan de toegekende middelen ten gunste van artikel 2 van de EZK-begroting zijn gekomen: Circulaire plastics, GroenvermogenII. NXTGEN HIGHTECH, Oncode-PACT en PhotonDelta; voor een bedrag van € 1,25 mld. Het overige EZK-project is Nieuwe Warmte Nu!, dat voor een bedrag van € 200 mln op artikel 4 van de EZK-begroting is gekomen. De voorwaardelijke toekenningen binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie voor EZK-voorstellen zijn alle gerelateerd aan artikel 2 van de EZK-begroting. Daarbij gaat het om vervolgfinanciering voor de volgende vier projecten: Circulaire plastics, GroenvermogenII, Oncode-PACT en PhotonDelta. In 2022 hebben ook omzettingen plaatsgevonden van voorwaardelijke toekenningen en een reservering naar definitieve toekenningen voor projectvoorstellen binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie uit de eerste ronde (voorstellen ingediend in 2020). Daarbij is vervolgfinanciering toegekend voor drie EZK-projecten die in 2021 al definitieve toekenningen hadden verkregen: AiNed, QuantumDeltaNL en RegMedXB. De definitieve toekenningen voor deze projecten in 2022 bedragen € 380 mln in totaliteit. In het geval van RegMedXB en QuantumDeltaNL zijn het middelen die aan artikel 2 van de EZK-begroting zijn toegevoegd, voor een bedrag van € 260 mln. AiNed staat op artikel 1 van de EZK-begroting, voor een bedrag van € 120 mln. In totaliteit is er in 2022 binnen de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie voor een bedrag van € 1,51 mld aan definitieve toekenningen ten gunste gekomen van artikel 2 van de EZK-begroting. Daarnaast heeft er in 2022 ook vanuit de pijler Kennisontwikkeling van het Nationaal Groeifonds een definitieve toekenning plaatsgevonden die ten gunste is gekomen van artikel 2 van de EZK-begroting. Dat is een definitieve toekenning voor het project 'Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs'. De definitieve toekenning voor dit project bedraagt € 150 mln, waarnaast ook nog een bedrag van € 60 mln voorlopig is toegekend aan dit project. In totaliteit zijn er in 2022 acht definitieve toekenningen vanuit het Nationaal Groeifonds ten gunste gekomen van artikel 2 van de EZK-begroting, waarbij het totaalbedrag uitkomt op € 1,67 mld.

Nederland op vierde plaats in het European Innovation Scoreboard en aangemerkt als innovatieleider

Het European Innovation Scoreboard (EIS) geeft een overzicht van prestaties van EU-landen op het terrein van onderzoek en innovatie. In de ranglijst van EU-landen staat Nederland in 2022 op de vierde plaats, een plaats hoger dan in 2021. De stijging van de vijfde naar de vierde plaats hangt samen met data-aanpassingen die EU-breed hebben plaatsgevonden bij zes indicatoren die in het scoreboard worden gebruikt. Voor Nederland zorgen ze voor aanzienlijk betere scores ten opzichte van de EU-gemiddelden bij die indicatoren. Met de nieuwe data voor de zes indicatoren zou Nederland ook in 2021 een vierde plaats bereikt hebben in de rangorde van EU-landen. Door de verbeterde scores wordt Nederland nu ook weer gekwalificeerd als innovatieleider, waarvoor als criterium geldt dat de totaalscore van een land meer dan 25% boven het EU-gemiddelde scoort. Met een score van 29% boven het EU-gemiddelde voldoet Nederland daar ruim aan. In het European Innovation Scoreboard 2021 was Nederland de positie van innovatieleider kwijtgeraakt, maar met de gewijzigde data die nu worden gehanteerd in het scoreboard, zou Nederland ook in 2021 een positie als innovatieleider hebben gehad.

R&D-uitgaven in verhouding tot bbp licht gedaald in 2021

De uitgaven in Nederland aan Research en Development (R&D) bedroegen volgens voorlopige cijfers van het CBS in 2021 2,26% van het bbp. Dit betreft een kleine daling t.o.v. van 2020, waarin de R&D-uitgaven op 2,29% van het bbp lagen. Een daling was in de lijn der verwachting, aangezien het bbp in 2020 was gekrompen als gevolg van de coronacrisis. De krimp van het bbp in 2020 heeft een positieve invloed gehad op de relatieve omvang van de R&D-uitgaven ten opzichte van het bbp in 2020. Te verwachten is dat inhaalgroei van het bbp vanaf 2021 een tegengesteld effect te zien geeft op de R&D-uitgaven in verhouding tot het bbp. De R&D-uitgaven zijn in absolute bedragen met 5,2% gestegen in 2021. De R&D-uitgaven van bedrijven stegen iets sneller, met 5,5%. In verhouding tot het bbp zijn de R&D-uitgaven in Nederland nog hoog in vergelijking met het pre-corona-niveau van 2,18% in 2019.

Strategische agenda Brainport

De hoogwaardige technologische productie in de Brainportregio versterkt onze eigen internationale concurrentiepositie, de Europese interne markt en het nastreven van een geopolitiek speelveld waarbij Europa minder afhankelijk wordt van andere werelddelen. Het behoud van deze internationale positie is ook van belang voor zekere economische groei in Nederland, maar is zeker geen vanzelfsprekendheid. Daarom is in 2022 met de Brainportregio afgesproken een strategische agenda op te stellen, die zichtbaar maakt hoe economische inhoud, functies en ruimtegebruik zich ten opzichte van elkaar in het vestigingsklimaat verhouden. Principebesluiten worden door EZK gecoördineerd vanuit het Bestuurlijk Overleg Brainport. Daardoor konden het kabinet en de Brainportregio afspreken om tot 2030 bijna € 1,6 mld te investeren in de ruimtelijke schaalsprong voor wonen en bereikbaarheid. Op dit moment wordt gewerkt aan goede afspraken voor knappe koppen en handen in de regio en het rijp maken van internationale waardenketens naar de markt.

Bescherm- en Herstelplan Gas

In 2022 is, vanwege de inval in Oekraïne, het Bescherm- en Herstelplan gas verder uitgewerkt. In dit plan staat onder andere beschreven dat wanneer een noodsituatie voor de leveringszekerheid van aardgas plaatsvindt in Nederland, middels een maatregelenladder de gasleveringszekerheid van beschermde gasafnemers (bijvoorbeeld huishoudens en essentiële sociale diensten) zoveel mogelijk beschermd wordt. Twee maatregelen zijn door EZK verder uitgewerkt: een vrijwillige gasbesparingstender en de gedwongen afschakeling van niet-beschermde gasafnemers. De vrijwillige gasbesparingstender beoogt het verbruik van gas te verminderen door gasafnemers de mogelijkheid te bieden om in een tender een vrijwillige gasafname reductie aan te bieden tegen vergoeding van de overheid. Deze tenderregeling is verder uitgewerkt en wordt in 2023 afgerond. Een tweede maatregel die uitgewerkt is, is de gedwongen afschakeling van niet-beschermde gasafnemers. Een groot deel van deze afnemers zijn bedrijven.

TVL en Corona

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) kende in 2022 één reguliere openstelling, namelijk in het eerste kwartaal (TVL Q1 2022). Na dit kwartaal waren er geen verdere reguliere openstellingen meer vanwege het afschalen van de coronamaatregelen. In totaal is er ruim € 10 mld aan TVL-subsidies verstrekt en kende de TVL zeven reguliere openstellingen. Verder stond 2022 voor de TVL in het teken van het definitief vaststellen van de subsidies. Inmiddels is ruim 98% van alle toegekende TVL-subsidies definitief vastgesteld. Bij ongeveer 15% van de vaststellingen moet de ondernemer de subsidie gedeeltelijk of volledig terugbetalen. RVO biedt ruime betalingsregelingen aan, waarbij altijd maatwerk mogelijk is.

Het uitgangspunt van de langetermijnstrategie corona is een open samenleving. Dit is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheid, sectoren en burgers. Ondernemers en instellingen hebben de afgelopen jaren veel ervaringen opgedaan met het omgaan met het coronavirus. Deze inzichten van de sectoren zijn gebruikt in de langetermijnstrategie, door middel van de sectorale aanpak. Aan sectoren waar veel mensen bij elkaar komen en die de afgelopen jaren vaak met beperkingen te maken hebben gehad, is gevraagd een sectorplan op te stellen. Met deze sectorplannen bereiden sectoren zich voor op de verschillende scenario's, van lichtere maatregelen voor lichte scenario's tot zwaardere maatregelen (interventiemaatregelen) die ingezet kunnen worden bij een sterke opleving van het virus. De definitieve sectorplannen zijn gepubliceerd. Door de overheid zijn, op basis van de sectorplannen, de maatregelenladders opgesteld. De maatregelenladders per sector staan aan de basis van adviezen en maatregelen van het kabinet. Alleen bij zwaarwegende redenen zal de overheid van de maatregelenladders afwijken.

Impulsaanpak winkelgebieden

De Impulsaanpak winkelgebieden helpt om de belangrijke sociaal-economische functie van de Nederlandse binnensteden te herstellen en zeker te stellen voor de toekomst. In totaal staan vier openstellingsronden gepland waarin gemeenten een projectaanvraag in kunnen dienen. De eerste ronde is eind augustus 2022 afgerond. In totaal werd aan 11 gemeenten een bijdrage toegekend en het beschikbare budget van € 22 mln is vrijwel volledig uitgeput. De beoordeling van de tweede openstel-lingsronde loopt momenteel. Beschikkingen zullen in maart 2023 worden afgegeven. De derde openstellingsronde start voor de zomer van 2023.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.555.400

1.745.131

6.249.234

10.788.922

5.290.393

4.960.189

330.204

 

Uitgaven

875.705

913.164

3.578.266

7.004.468

4.995.025

3.735.006

1.260.019

 

Subsidies

91.402

102.042

2.046.853

5.702.794

3.956.769

2.606.144

1.350.625

Lucht- en Ruimtevaart

107

         

0

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

14.036

15.496

16.467

10.818

7.626

25.908

  • 18.282

Eurostars

15.432

16.530

16.961

17.764

18.930

19.583

  • 653

Bevorderen Ondernemerschap

12.058

18.367

17.144

21.714

19.417

27.107

  • 7.690
     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

Groene Groei en Biobased Economy

131

8

5

 

0

 

0

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

31.016

24.709

13.358

14.674

25.675

38.335

  • 12.660

Bijdrage aan ROM's

4.956

5.661

6.726

7.154

8.620

8.477

143

Verduurzaming industrie

8216

12.588

4.844

9.149

45.380

54.236

  • 8.856

Startup-beleid

 

3.637

7.788

10.684

10.821

16.900

  • 6.079

Urgendamaatregelen industrie

 

386

9.982

27.494

90

5.000

  • 4.910

Noodloket (TOGS)

   

866.886

164

4

 

4

Noodloket (TOGS) Caribisch Nederland

   

3.290

     

0

Qredits (subsidie)

   

6.000

     

0

Tegemoetkoming vaste lasten

   

1.059.190

5.434.647

3.486.352

2.080.000

1.406.352

Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch

Nederland

   

9.311

25.922

228

 

228

Invest-NL

 

1.010

7.966

6.387

10.276

10.802

  • 526

Europees Defensie Fonds cofinanciering

       

5

5.000

  • 4.995

Omscholing naar tekortsectoren

     

368

596

40.000

  • 39.404

Tegemoetkoming vaste lasten starters

     

13.007

14.820

 

14.820

Infrastructuur duurzame industrie

     

4.832

285

13.500

  • 13.215

R&D mobiliteitssectoren

     

8.173

32.452

37.500

  • 5.048

SEG

     

78.974

76.166

 

76.166

Herstructurering winkelgebieden

       

6.219

11.200

  • 4.981

NGF project AiNed

         

8.800

  • 8.800

NGF project Nationaal onderwijslab

         

5.460

  • 5.460

NGF project Groenvermogen Nederlandse

Economie

       

10.706

21.530

  • 10.824

NGF project Health-RI

       

10.000

4.400

5.600

NGF project RegMed XB

     

9.400

15.541

12.800

2.741

NGF project QuantumDeltaNL

       

45.855

33.100

12.755

NGF project Oncode-PACT

       

3.236

 

3.236

Indirecte kostencompensatie ETS

       

59.802

81.600

  • 21.798

IPCEI Cloudinfrastructuur en services

         

10.000

  • 10.000

IPCEI Micro elektronica

         

30.000

  • 30.000

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

       

19.882

 

19.882

Omzetderving Limburg

       

23.600

 

23.600

Brecxit Adjustment Reserve

       

609

 

609

Overige subsidies

5.450

3.650

935

1.469

3.576

4.906

  • 1.330
 

Leningen

0

0

65.000

230.500

1.500

80.000

  • - 
    78.500

Bedrijfssteun

   

40.000

193.000

1.500

 

1.500

Qredits (leningen)

   

25.000

37.500

 

80.000

  • 80.000
 

Garanties

22.768

28.944

24.039

29.003

27.868

157.541

  • - 
    129.673

BMKB

22176

23.682

16.916

23.826

12.233

37.624

  • 25.391

Klein Krediet Corona

     

521

1.428

 

1.428

Groeifaciliteit

483

2017

5.216

15

3.092

8.172

  • 5.080

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

109

3245

1.907

4.641

11.115

11.745

  • 630

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) Corona

         

100.000

  • 100.000
 

Opdrachten

17.708

13.989

7.911

7.927

5.896

11.939

  • - 
    6.043

Onderzoek en opdrachten

4.245

3.655

3.648

4.206

2.999

4.455

  • 1.456

Caribisch Nederland

2725

976

496

501

558

1.083

  • 525

ICT beleid

7.488

4.863

254

73

3

 

3

Regeldruk

901

1380

582

731

836

2.336

  • 1.500

Regiekosten regionale functie

261

94

137

11

   

0

Invest-NL

1009

381

88

     

0

     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

Budget samenwerking regio

       

379

665

  • 286

Cyber security

 

2.209

       

0

Small Business Innovation Research

1079

431

2.706

2.405

1.121

3.400

  • 2.279
 

Bijdragen aan agentschappen

97.132

100.232

121.919

168.731

179.045

92.678

86.367

Bijdrage RVO.nl

89.754

91.771

120.156

168.023

178.480

92.135

86.345

Bijdrage Agentschap Telecom

1.880

474

549

708

565

543

22

Bijdrage Logius

706

700

       

0

Invest-NL

4.792

7.287

1.214

     

0

 

Bijdragen aan ZBO's /RWT's

314.877

321.274

361.869

369.824

373.731

340.286

33.445

Bijdrage aan TNO

160.517

171.636

207.782

207.525

216.876

178.863

38.013

Kamer van Koophandel

128.721

124.494

125.551

134.518

143.881

135.958

7.923

NWO TTW

25.639

25.144

28.536

27.781

12.974

25.465

  • 12.491
 

Bijdragen aan medeoverheden

0

5.000

25.388

20.570

23.282

13.998

9.284

Sterke Regio's en Nota Ruimte

 

5.000

       

0

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

   

25.388

20.570

23.282

13.998

9.284

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

303.396

318.506

341.231

378.120

405.813

432.420

  • - 
    26.607

Internationaal Innoveren

40.990

35.978

36.289

40.751

38.246

52.766

  • 14.520

PPS-toeslag

123.069

144.922

121.479

171.099

199.531

199.068

463

TO2 (exclusief TNO)

42.181

48.914

63.098

62.593

60.122

55.880

4.242

Topsectoren overig

13.393

1.897

5.752

8.843

6.492

10.749

  • 4.257

Ruimtevaart (ESA)

70.480

73.878

99.159

75.287

82.162

72.726

9.436

Bijdrage NBTC

8.860

9.036

9.750

9.425

9.755

9.425

330

Bijdragen organisaties

4.423

3.881

3.624

3.423

3.251

5.806

  • 2.555

Economische ontwikkeling en technologie

   

2.080

6.699

6.237

10.000

  • 3.763

EU-cofinanciering JTF

       

17

16.000

  • 15.983

Stortingen in begrotingsreserves

28.422

23.177

584.056

96.999

21.117

0

21.117

Storting reserve BMKB

21.676

16.877

229.642

3.564

4.123

 

4.123

Storting reserve Klein Krediet Corona

   

164.763

     

0

Storting reserve Groeifaciliteit

4.466

1.767

890

52.210

   

0

Storting reserve GO

2.060

4.098

178.244

40.506

   

0

Storting reserve MKB Financiering

220

435

10.517

719

844

 

844

Storting BMKB-groen

       

16.150

 

16.150

 

Ontvangsten

119.980

121.958

143.256

591.029

1.004.319

672.151

332.168

Luchtvaartkredietregeling

7.052

2.879

2.227

1.801

2.447

1.712

735

Rijksoctrooiwet

40.839

46.811

48.758

46.554

51.954

47.041

4.913

Eurostars

586

7724

5.152

5.370

5.011

4250

761

F-35

2.289

2.755

3.315

4.669

5.399

9.000

  • 3.601

Diverse ontvangsten

22.114

13.384

20.098

14.140

23.012

1.648

21.364

Bedrijfssteun

     

46.269

21.425

89.500

  • 68.075

Noodloket (TOGS)

   

2.454

1.363

186

 

186

Tegemoetkoming vaste lasten

     

155.355

275.539

465.000

  • 189.461

Tegemoetkoming vaste lasten starters

     

202

191

 

191

BMKB

35.017

37.196

37.561

23.116

22.684

33.000

  • 10.316

Onttrekking reserve BMKB

     

126.882

   

0

Klein Krediet Corona

   

763

461

80

 

80

Onttrekking reserve KKC

     

140.061

8.847

 

8.847

Groeifaciliteit

4.099

3.012

5.384

1.753

2.053

8.000

  • 5.947

Onttrekking reserve Groeifaciliteit

   

10.000

 

867

 

867

     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

SEG

       

373

   

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

7.764

7762

6.650

22.245

16.038

13.000

3.038

Onttrekking reserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

   

324

 

81.752

 

81.752

MKB Financiering

220

435

570

788

913

 

913

Brexit Adjustment Reserve

       

485.547

 

485.547

1 Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2 NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de tweede tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

 

Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2022

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.555.400

1.745.131

6.249.234

10.788.922

5.290.393

4.960.189

330.204

waarvan garantieverplichtingen

714.964

814.748

1.669.958

535.736

333.583

1.250.000

  • 916.417

waarvan overige verplichtingen

840.436

930.383

4.579.276

10.253.186

4.956.810

3.710.189

1.246.621

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de tweede tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

E. Toelichting op de instrumenten Verplichtingen

Garantieverplichtingen

De garantieverplichtingen zijn voor circa € 916 mln niet benut. Dit wordt deels veroorzaakt door de regulaire garantieregelingen en deels door de garantieregelingen voor COVID-19.

De onderbenutting betreft in het bijzonder de volgende regelingen: Garantie Ondernemingsfinanciering € 399 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering

  • Corona € 300 mln; BMKB € 439 mln; Klein Krediet Coronaregeling € 99 mln; Groeifaciliteit € 80 mln.

Overige verplichtingen

Naast de garantieverplichtingen is per saldo voor ca € 1,25 mld minder verplichtingen aangegaan dan begroot. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) bedroeg het oorspronkelijke verplichtingenbudget in 2022 € 5,7 mld. In 2022 is € 3,09 mld aan verplichtingen gerealiseerd. Deze lagere realisatie houdt verband met de beëindiging van de beperkende maatregelen i.v.m. COVID-19 in het eerste kwartaal van 2022. Een lager dan geraamd aantal bedrijven had hierdoor in dit kwartaal een omzetverlies waarmee ze in aanmerking kwam voor de regeling en bedrijven die wel in aanmerking kwamen, hadden gemiddeld minder omzetderving en daardoor lagere subsidieaanvragen dan verwacht.
  • Op het verplichtingbudget Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen Covid-19 (TRSEC) is € 329 mln minder gerealiseerd dan geraamd. Deze lagere realisatie was voor een groot deel het gevolg van versoepelingen van de coronamaatregelen in het eerste kwartaal van 2022 waardoor meer evenementen mogelijk waren.
  • Voor de regeling Tegemoetkoming vaste lasten Starters was in de ontwerpbegroting € 50 mln aan verplichtingbudget geraamd, terwijl

€ 27,5 mln is gerealiseerd. Deze lagere realisatie hield verband met een lager beroep op de regeling dan verwacht.

  • Op het verplichtingbudget MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MITis € 30,5 mln minder gerealiseerd dan geraamd.
  • De verplichting voor de Rijkscofinanciering van het Interreg-programma Maas-Rijn 2021-2027 kon in 2022 nog niet volledig worden aangegaan. Dit omdat de Europese Commissie pas medio november 2022 het programma heeft goedgekeurd en de daarop volgende benodigde aanwijzing van de programma-autoriteiten op 20 december 2022 is gepubliceerd in de Staatscourant.
  • Voor de regelingen IPCEI Micro elektronica was in de ontwerpbegroting van 2022 € 300 mln geraamd. Vanwege vertraging in het pre-notificatie-traject van de Europese Commissie (de beoordeling van individuele IPCEI projecten) zijn er in 2022 geen verplichtingen aangegaan.

Uitgaven

Subsidies

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

De MIT-regeling bevat een provinciaal deel en een landelijk deel. Het provinciale deel van de MIT wordt door middel van specifieke uitkeringen (SPUK's) overgeheveld naar de provincies. Hier is een ander instrument voor in gebruik dan bovenstaand genoemde. De realisatie van € 7,6 mln voor dit instrument betreft het landelijk gedeelte van de MIT dat door RVO wordt uitgevoerd. Het verschil in het jaarverslag zijn dus de middelen die zijn overgeheveld tussen de instrumenten.

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

De verplichting voor de Rijkscofinanciering van het Interreg-programma Maas-Rijn 2021-2027 kon in 2022 nog niet volledig worden aangegaan. Dit omdat de Europese Commissie het programma pas medio november 2022 heeft goedgekeurd en de daarop volgende benodigde aanwijzing van de programma-autoriteiten op 20 december 2022 is gepubliceerd in de Staatscourant. Hierdoor zijn niet alle kasmiddelen uitgegeven in 2022.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Voor de TVL is in 2022 € 3,5 mld aan kasuitgaven gerealiseerd, terwijl in de ontwerpbegroting € 4,4 mld was geraamd. Deze lagere realisatie houdt verband met de beëindiging van de beperkende maatregelen i.v.m. COVID-19 in het eerste kwartaal van 2022. Een lager dan geraamd aantal bedrijven had hierdoor in dit kwartaal een omzetverlies waarmee ze in aanmerking kwam voor de regeling en bedrijven die wel in aanmerking kwamen hadden gemiddeld minder omzetderving en daardoor lagere subsidieaanvragen dan verwacht.

Omscholing naar tekortsectoren

De subsidieregeling die hiervoor is opengesteld is vrijwel geheel onbenut gebleven. Naar aanleiding van de eerste openstelling in 2021 heeft er een evaluatie van de subsidieregeling plaatsgevonden. Mede op basis daarvan is ervoor gekozen om voor de tweede openstelling niet het gehele beschikbare budget open te stellen. Daar bovenop is de regeling slechts gedeeltelijk benut.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Starters

Voor de regeling Tegemoetkoming vaste lasten Starters was in de ontwerpbegroting € 35 mln aan kasuitgaven geraamd, terwijl € 14,8 mln is gerealiseerd. Deze lagere realisatie hield verband met een lager beroep op de regeling dan verwacht.

Infrastructuur duurzame industrie (PIDI)

De lagere realisatie dan begroot is te verklaren uit de begrotingsoverhe-veling van nagenoeg het volledige PIDI-budget naar artikel 4 van de EZK-begroting.

Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC)

Van het kasbudget voor de Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC) was in de ontwerpbegroting € 350 mln begroot, terwijl € 76,2 mln is gerealiseerd. Deze lagere realisatie was voor een groot deel het gevolg van versoepelingen van de coronamaatregelen in het eerste kwartaal van 2022 waardoor meer evenementen mogelijk waren.

IKC ETC

De lagere uitgaven dan begroot zijn hoofdzakelijke te verklaren door een lager beroep op de regeling doordat een aantal bedrijven hun productie hebben teruggeschroefd of stopgezet mede vanwege de hoge energieprijzen. Hierdoor zijn er minder indirecte kosten gemaakt voor EZK om vanuit de IKC ETS regeling te compenseren.

IPCEI Micro electronica

Vanwege vertraging in het pre-notificatietraject van de Europese Commissie (de beoordeling van individuele IPCEI projecten) zijn er in 2022 geen verplichtingen aangegaan. Het kasbudget is reeds doorgeschoven naar komende jaren. Uitfinanciering vindt hierdoor pas vanaf 2023 plaats.

Leningen

Qredits (leningen)

Dit betreft de Time-out-arrangement (TOA) regeling, een Corona-regeling waar in 2022 nauwelijks gebruik van is gemaakt doordat minder bedrijven dan verwacht door corona failliet zijn gegaan en een doorstart wilden maken door gebruik te maken van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA).

Garanties

BMKB

Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) zijn minder aanvragen gedaan door MKB-bedrijven bij financiers dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat er minder aanvragen zijn gedaan en doordat minder bedrijven failliet zijn gegaan zijn er ook minder schadeclaims uitbetaald.

Klein Krediet Corona

Het Klein Krediet Corona (KKC) was een Corona-regeling die in 2022 gesloten is. Er zijn minder aanvragen bij financiers gedaan dan verwacht.

Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit is een regeling die zich richt op risicodragend vermogen dat nodig is bij bijvoorbeeld snelle groei, bedrijfsovername of uitbreiding in het buitenland. Er zijn in 2022 minder aanvragen bij financiers gedaan dan in eerdere jaren.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een garantieregeling gericht op middelgrote en grote leningen. In 2022 zijn weinig aanvragen binnengekomen of door de RVO goedgekeurd.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C)

De Garantie Ondernemingsfinanciering Corona (GO-C) is de Corona-variant van de GO. Voor de GO-C zijn er in 2022 weinig aanvragen binnengekomen of door de RVO goedgekeurd. Daarnaast is de regeling in 2022 gesloten.

Bijdragen baten lasten diensten

Bijdrage DG Bedrijfsleven & Innovatie aan RVO

De opdracht aan RVO is gedurende het jaar aangevuld. Door aanvullende opdrachten en/of wijzigingen van de opdracht van DG B&I aan RVO is het budget en de uiteindelijke realisatie gewijzigd.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Bijdrage aan NWO-TTW

In 2022 heeft het onderzoeksprogramma van NWO-TTW door COVID-19 vertraging opgelopen, waardoor ten opzichte van de ontwerpbegroting € 12,5 mln aan kasbudget niet is uitbetaald.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

Eurostars / Internationaal Innoveren betreft regelingen die meerjarig van karakter zijn. De meeste dossiers hebben een looptijd van 3 tot 5 jaar. In 2022 zijn ten gevolge van administratieve eindejaarsdrukte minder vaststellingen afgehandeld dan was geraamd.

EU-cofinanciering JTF

Het JTF-programma is op 30 november goedgekeurd door de Europese Commissie. Goedkeuring was noodzakelijk om de JTF-regeling (die de juridische basis vormt voor het JTF-programma en de EZK-cofinanciering) voor te kunnen leggen aan de Minister. Deze heeft de regeling eind december ondertekend. Hierdoor was het niet meer mogelijk voor het einde van het jaar mandaatbesluiten en beschikkingsbesluiten op te stellen voor het toekennen van de cofinanciering aan de regionale organisaties. Zodoende is er in 2022 geen verplichting aangegaan. De regeling en vervolgdocumenten zullen begin 2023 worden vastgesteld waarnaar de verplichtingen alsnog aangegaan kunnen worden. Het verplichtingen- en kasbudget was gedeeltelijk al doorgeschoven naar latere jaren.

Stortingen Begrotingsreserves

Storting reserve BMKB-Groen

De BMKB-Groen is een nieuw luik onder de BMKB, geïntroduceerd in 2022. Voor de BMKB-Groen is een aparte risicoreserve ingesteld waarin € 16,2 mln is gestort. Doordat de regeling relatief laat in 2022 openging zijn er nog geen provisies ontvangen of claims binnen gekomen.

Kengetallen

Strategisch doel 1: Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

Tabel 14 Kengetallen behorend bij strategisch doel 1

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

MIT1

                 

RVO

Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT

662

1.206

1.287

1.434

1.422

1.693

1.846

1.594

n.n.b.2

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met

MIT (x € 1 mln)

61

86

83

96

106

112

119

112

n.n.b.

 

Eurostars

                 

RVO

Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars

20

69

75

72

72

68

74

87

81

 

waarvan bedrijven

13

50

52

49

55

43

48

64

67

 

waarvan hightech MKB (%)

100%

96%

90%

98%

93%

88%

94%

95%

91%

 

Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln)

7

32

28

30

36

30

33

40

39

 

Horizon2020

                 

RVO/ EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020

449

712

985

1.388

1.567

1.853

2.183

2.438

n.v.t.

 

waarvan bedrijven

298

500

713

1.003

1.148

1.378

1.625

1.855

n.v.t.

 

Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)

538

1.016

1.644

2.272

3.026

4.001

4.822

5.379

n.v.t.

 

waarvan aan bedrijven (%)

31%

28%

25%

27%

26%

25%

25%

24%

n.v.t.

 

Retourpercentage voor Nederland (%)

8,1%

7,7%

7,5%

7,6%

7,6%

7,7%

7,6%

7,9%

n.v.t.

 

Horizon Europe3

                 

RVO/ EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan Horizon

Europe

             

39

806

 

waarvan bedrijven

             

8

527

 

Omvang Horizon EU-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)

             

34,5

1.365

 

waarvan aan bedrijven (%)

             

5%

19,7%

 

Retourpercentage voor Nederland (%)

             

5,9%

9,0%

 

WBSO2

                 

RVO

Aantal bedrijven (met S&O verklaring) dat gebruik maakt van WBSO

22.974

22.980

22.330

21.265

20.279

20.046

20.340

20.339

n.n.b.

 

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln)

3.997

3.868

3.930

4.008

4.042

4.291

4.396

4.611

n.n.b.

 

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O- NIET-loonuitgaven, x € 1 mln)

2.587

2.426

2.787

2.686

2.746

2.831

2.857

3.150

n.n.b.

 

TO2

Klanttevredenheid Deltares

7,9

8,7

8,6

8,2

8,7

9,2

9,1

8,7

9,1

Deltares

Klanttevredenheid MARIN

9

8,8

8,9

9,1

9

8,9

9,2

9,1

9,6

Marin

Klanttevredenheid NLR

8,7

8,8

8,7

8,7

8,7

8,7

8,7

8,9

8,9

NLR

Klanttevredenheid TNO

8,3

8,4

8,6

8,6

8,8

8,7

8,9

8,9

8,9

TNO

Kennisbenutting Deltares

 

96%

97%

93%

95%

88%

82%

96%

93%

Deltares

Kennisbenutting Marin

 

97%

100%

100%

100%

97%

100%

100%

100%

Marin

Kennisbenutting NLR

 

99%

99,5%

99%

96%

97%

98%

96%

98%

NLR

Kennisbenutting TNO

 

98%

98%

98%

99%

96%

97%

97%

97%

TNO

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)

Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma's ESA4

552

121

121

136

160

179

193

208

218

ESA

Ruimtevaart geo-return/retour (%)

1,14

1,02

1,18

1,16

1,11

1,13

1,07

1,095

1,08

ESA

1    De kerncijfers voor de MIT over het jaar 2020 zijn gewijzigd, omdat eerder per abuis een aantal projecten van regio Oost uit 2019 was verwerkt in de cijfers, in plaats van de projecten uit 2020. Dit zorgde voor een incorrect beeld. Het aantal bedrijven dat deelneemt was 1840 en is nu gecorrigeerd naar 1846. De omvang van de ondersteunde private R&D-uitgaven is toegenomen van 116 naar 119 miljoen. Vanwege een kleine administratieve correctie is het aantal deelnemers van de MIT in 2021 bijgesteld naar 1.594.

2    De cijfers van 2022 zijn nog niet beschikbaar. In de zomer van 2023 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.

3    Het Horizon 2020 programma is afgerond. Cijfers van opvolger Horizon Europe zijn inmiddels beschikbaar. Hiervan zijn cijfers van 2022 in het overzicht opgenomen. Peildatum voor de 2022-cijfers is 5 december 2022.

4    Doordat ESA in 2015 is gestart met een nieuwe, opgeschoonde database valt de realisatiewaarde vanaf 2015 substantieel lager uit dan de referentiewaarde en de cumulatieve waarden tot en met 2014. De realisatiewaarde betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.

5    De gewogen returnfactor is 1,09 - dit is lager dan voor 2000 omdat met ESA medio 2020 afspraken zijn gemaakt over aanpassing van de rekenmethode met als resultaat dat de nominale contractwaarde in 2020 vergelijkbaar is met vorige jaren maar de gewogen waarde lager uitvalt; dit om de NL returnfactor reëler weer te geven.

Strategisch doel 2: Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.

Tabel 15 Kengetallen behorend bij strategisch doel 2

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

BMKB1

                 

RVO

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%)

335

401

591

502

527

538

380

301

326

 

Totaal aantal verstrekte garanties

1.949

2.545

3.688

3.299

3.094

2.751

1.962

1.138

1.042

 

BMKB-Corona

                 

RVO

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%)

           

448

42

1

 

Totaal aantal verstrekte garanties

           

4.123

245

7

 

Groeifaciliteit

                 

RVO

Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln

32

19

37

21

19

10

3

10

8

 

Totaal aantal verstrekte garanties

20

14

17

8

10

9

7

7

7

 

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)2

                 

RVO

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

82

137

58

91

56

45

7

174

11

 

Totaal aantal verstrekte garanties

39

76

36

80

54

31

5

16

6

 

GO-Corona

                 

RVO

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

           

557

102

2

 

Totaal aantal verstrekte garanties

           

155

19

1

 

Klein Krediet Corona3

                 

RVO

Verstrekte garanties KKC, x € 1 mln (95%)

           

36

27

0,2

 

Totaal aantal verstrekte garanties

           

1.117

913

8

 

Qredits

                 

Qredits

Aantal verstrekte kredieten4

1.192

1.373

1.750

2.238

3.557

4.277

4.988

4.155

3.835

 

Innovatie Attaché Netwerk

                 

IAN/

RVO.nl

Geformaliseerde samenwerkingsverbanden

115

78

97

60

57

37

15

21

51

 

Klanttevredenheid

8,8

8,6

8,1

8,2

8

8,6

8,2

8,2

8,4

 

Netherlands Foreign Investment Agency5

                 

NFIA/

RVO.nl

Projecten

187

207

227

224

248

268

180

265

n.n.b.

 

Investeringsomvang (x € 1 mln)

3.185

1.765

1.467

1.227

2.760

4.105

1.443

2.074

n.n.b.

 

Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)

6.304

7.779

7.570

8.158

8.475

10.866

6.397

9.905

n.n.b.

 

KvK

                 

KvK

Waardering Kamer van Koophandel6

7,1

7,1

7,2

  • 10
  • 10
  • 5

5

6

n.n.b.

 

1    In 2019 is door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de BMKB niet meer wordt uitgaan van 100% van het borgstellingskrediet, maar van 90% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan. Dit is voor de hele reeks met terugwerkende kracht aangepast.

2    De cijfers die eerder in de begrotingsindicator voor 2020 en 2021 waren ingevul waren nog gebasseerd op de cijfers van de fiatteringen. Het verschil komt dus doordat is er overgestapt van cijfers o.b.v. fiatteringen naar cijfers o.b.v. contracteringen.

3    In 2020 is er door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de KKC, net als bij de BMKB niet wordt uit gegaan van 100% borgstelling, maar van 95% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan.

4    Microkrediet, MKB-krediet, flexibele kredieten, achtergestelde leningen, lease en Carribean krediet. De cijfers voor 2019 en 2020 zijn geüpdatet.

5    De cijfers van 2022 zijn nog niet binnen. In april 2023 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.

6    De waardering van KvK wordt sinds 2017 uitgedrukt als een Net Promotor Score (NPS). Een NPS score meet hoe klanten van de KvK producten of diensten aanbevelen bij collega's of zakenrelaties en wordt berekend als het verschil tussen het percentage promotors (score hoger dan 9) en criticasters (score lager dan 6). De NPS zelf wordt niet uitgedrukt als een percentage, maar als een absoluut getal. Een score van - 5 geeft aan dat een score boven 9 dus 5 procentpunt minder is gegeven dan een score onder 6. Het cijfer in 2020 en 2019 heeft betrekking op Informatie & Advies.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

Op dit instrument zijn door RVO in 2022 de terugontvangsten uit de coronas-teunmaatregelen gerealiseerd.

Bedrijfssteun

Op basis van uitstaande leningen worden ontvangsten geraamd. Deze ramingen komen niet altijd overeen met de daadwerkelijke aflossingen. In realiteit zien wij meer schommelingen tussen jaren.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Voor de TVL waren de terugontvangsten in de ontwerpbegroting 2022 globaal geraamd op € 465 mln. Het gaat hierbij voornamelijk om (gedeeltelijke) terugbetaling van subsidies in verband met lagere omzetderving dan verwacht. Het bedrag is in 2022 uitgekomen op € 275,5 mln.

BMKB

De raming van de ontvangsten is deels afhankelijk van het garantieplafond. Doordat in de afgelopen jaren niet het gehele garantieplafond is benut, blijven de ontvangsten uit premies achter.

Onttrekking reserve Garantie Ondernemingsfinanciering Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 81,7 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering. Hiervan is € 75,9 mln afkomstig van GO-Corona.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

Door tegenvallende interesse heeft de BAR-regeling te maken gehad met forse onderuitputting, voornamelijk in het bedrijfslevenspoor. Hierdoor treedt er aanzienlijke onderuitputting op op het verplichtingen- en kasbudget. Een deel van de kasmiddelen (€ 149 mln) is eerder in 2022 al doorgeschoven naar 2023. Dit is nog niet met het verplichtingenbudget gebeurd, aangezien men in december nog aanvragen verwachtte.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Gegeven de steunpakketten in het kader van de coronacrisis zijn de kasbuffers voor de garantieregelingen en corona-modules versterkt. De kasbuffers voor de coronamodules zijn in het voor-en najaar van 2022 herijkt. Het saldo van enerzijds stortingen (uit inkomsten premies en/of bijdragen uit de EZK-begroting) en anderzijds onttrekkingen (schades uit borgstellingen) wordt jaarlijks aan de begrotingsreserves toegevoegd of onttrokken.

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief de BMKB-C), voor BKMB-groen, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) inclusief de GO-C, de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC), de Groei-faciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-finan-ciering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verlies-declaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

 

Tabel 16 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

 

(bedragen x € 1 mln)

 

Stand 1/1/2022

214,7

  • Storting

4,1

  • Onttrekking

Stand 1/1/2022

214,7

Stand per 31/12/2022

218,8

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 4,1 mln gestort in de begrotingsreserve BMKB. Van de stand per 31/12/2022 betreft € 76,3 mIn BMKB-Corona. In het najaar van 2022 is de begrotingsreserve voor de BMKB-Corona regeling herijkt. Destijds is op basis van een lagere risico-inschatting besloten om € 12,5 mln te onttrekken aan de begrotingsreserve.

 

Tabel 17 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-groen kredieten (BMKB-groen) (bedragen x € 1 mln)

 

Stand 1/1/2022

0,0

  • Storting

16,2

  • Onttrekking
 

Stand per 31/12/2022

16,2

De BMKB-Groen is een nieuw luik onder de BMKB waar een aparte begrotingsreserve voor is aangemaakt. Op basis van het riscioprofiel, de provisie, de gerealiseerde schade-uitgaven en de gerealiseerde ontvangsten is € 16,2 mln gestort in de begrotingsreserve BMKB-groen.

Tabel 18 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2022    289,6

  • Storting
  • - 
    Onttrekking    - 81,7

Stand per 31/12/2022    207,9

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 81,7 mln onttrokken uit de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering. Hiervan is € 75,9 mln afkomstig van GO-Corona. Van het saldo van € 207,9 mln betreft € 140,8 mln GO-C.

 

Tabel 19 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2022

67,6

  • Storting
  • Onttrekking
  • 0,8

Stand per 31/12/2022

66,8

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 0,8 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit.

 

Tabel 20 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1

mln)

Stand 1/1/2022

24,7

  • Storting
  • Onttrekking
  • 8,8

Stand per 31/12/2022

15,9

Op basis van de beschikbare kasbuffer en de ontvangen premies in het kader van de KKC-regeling is € 8,8 mln onttrokken aan de begrotingsreserve.

Tabel 21 Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering (bedragen x € 1 mln)

 

Stand 1/1/2022

20,9

  • Storting

0,9

  • Onttrekking

Stand per 31/12/2022

21,8

Op basis van de gerealiseerde ontvangsten is in totaal € 0,9 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie MKB-financiering.

 

Tabel 22 Budgetflexibiliteit begrotingsreserves (bedragen x € 1.000)

Stand begrotingsreserves per 31 december 2022

 

Waarvan juridisch verplicht

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

218,8

100%

Borgstelling MKB-groen kredieten (BMKB-groen)

16,2

100%

Groeifaciliteit

66,8

100%

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

207,9

100%

Klein Krediet Corona

15,9

100%

Garantie MKB-financiering

21,8

100%

Het percentage juridisch verplicht is bepaald op basis van het uitstaand garantieobligo in relatie tot de omvang van de begrotingsreserve. Indien het garantieobligo hoger is dan de begrotingsreserve dan is het percentage juridisch verplicht op 100% gesteld.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

A.    Algemene doelstelling

Versterken van de innovatieve kracht van Nederland door het beschikbaar stellen van financiering voor innovatief en snelgroeiend MKB en voor fundamenteel en toegepast onderzoek en het behouden van vermogen voor toekomstige generaties. Dit deel van het beleid is onderdeel van het bedrij-venbeleid zoals omschreven in artikel 2 van deze begroting. Het Toekomstfonds is revolverend van aard.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZK is rijksbreed systeemverantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat.

De Minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek.

Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de Minister een financierende en faciliterende rol, samenhangend met de stimulerende, regisserende en faciliterende rollen, zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting:

Financieren/faciliteren

  • Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie (zie tevens artikel 2);
  • Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven.

Om - aanvullend op de begroting - de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website  www.bedrijvenbeleidinbeeld.nlinformatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

C.    Beleidsconclusies Start-up en mkb-financiering

Het onderdeel start-ups en mkb-financiering van het Toekomstfonds is erop gericht om de beschikbaarheid van risicokapitaal voor startups en het snelgroeiende en innovatieve bedrijfsleven in Nederland te vergroten. Een goede toegang tot financiering ondersteunt ondernemingen in hun groeistrategie en daarmee het economische groeivermogen.

In 2022 is het Deeptech Fund operationeel geworden, dat EZK samen met Invest-NL heeft opgericht. Dit fonds heeft een totaalomvang van € 250 mln. Het fonds heeft inmiddels eerste investeringen verricht. Verder werd in 2022 de evaluatie van de ROM's aan de beide Kamers aangeboden. Deze evaluatie schetst over het geheel een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM's, waarbij de meerwaarde vooral zit in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio, waarbij gelijktijdig de verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd.

Eind 2022 is gestart met de voorbereidingen van de evaluatie van de risico-kapitaalregelingen (Seed Capital, Vroegefase Financiering, Innovatiekrediet en DVI). Deze evaluatie zal in 2023 worden afgerond. In de evaluatie zal er aandacht zijn voor de samenhang van de verschillende instrumenten alsmede de revolverendheid.

Investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek

De regelingen in het kader van investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gericht op ondersteuning van kennisproductie, -verspreiding en -toepassing. Hiervoor geldt een gezamenlijke beleidsverantwoordelijkheid met het ministerie van OCW. In 2022 is een deel van de laatste beschikbare beleidsmiddelen verplicht aan een tweede fase van de pilot Oncode. Daarnaast is door VWS € 9,5 mln beschikbaar gesteld in dit deel van het Toekomstfonds voor een specifieke tender binnen de Thematisch Technology Transfer (TTT)-regeling op het thema pandemische paraatheid. Deze tender is in december geopend. De vier regelingen die vanuit het deel fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gefinancierd zitten in de beheerfase. Van enkele binnen die regelingen gefinancierde projecten is het terugbetalingsschema vastgesteld. De evaluatie van het deel fundamenteel en toegepast onderzoek en de vier regelingen en de pilot Oncode daarbinnen is tevens in 2022 van start gegaan en in maart 2023 openbaar geworden. Door de lange terugbetalingsperiode en het uitblijven van nieuwe beleidsmiddelen zijn vooralsnog geen nieuwe niet reeds aangekon-digde beleidsinitiatieven voorzien. Op basis van genoemde evaluatie kan ook een eerste inschatting worden gemaakt van de revolverendheid binnen het onderzoeksdeel. Deze wordt in de evaluatie geschat op circa 60%, maar kent nog grote onzekerheden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 23 Budgettaire gevolgen van

beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)

       
     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

 

Uitgaven

124.189

124.306

440.276

328.336

136.227

245.374

  • - 
    109.147
 

Subsidies

1.860

1.050

2.791

2.905

2.941

3.162

  • - 
    221

Smart Industry

324

254

172

120

38

184

  • 146

Haalbaaarheidsstudies STW

1.536

796

796

796

547

 

547

Thematische Technology Transfer

   

1.823

1.989

2.356

2.978

  • 622
 

Leningen

114.442

114.532

429.134

316.250

123.838

233.474

  • - 
    109.636

Startups / MKB financiering

Volledig revolverend

Fund to Fund

28.500

28.000

16.500

7.000

 

27.292

  • 27.292

ROM's

8.835

 

317.197

207.162

5.036

17.000

  • 11.964

Co-investment venture capital instrument / EIF

 

5.000

       

0

Smart Industry

           

0

Dutch Future Fund

       

6.083

6.000

83

Deep Tech Fund

         

25.000

  • 25.000

Fonds Alternatieve Financiering

       

7.844

10.000

  • 2.156

Deels revolverend

Innovatiekrediet

41.208

40.954

50.838

53.334

41.211

56.999

  • 15.788

Risicokapitaal Seed Capital

21.535

27.617

26.916

34.916

38.039

53.559

  • 15.520

Vroegefasefinanciering / informal investors

10.303

10.736

12.657

6.855

16.961

20.514

  • 3.553

Startups / MKB

           

0

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

Met vermogensbehoud

Fundamenteel en toegepast onderzoek

2.802

1.732

497

2.514

117

2.500

  • 2.383

Onco research

615

 

2.323

1.016

4.441

2.431

2.010

Smart Industry

644

493

333

231

74

315

  • 241

Thematische Technology Transfer

   

1.873

3.222

4.032

7.364

  • 3.332

RegMed XB

         

4.500

  • 4.500
 

Bijdrage aan agentschappen

7.887

8.724

8.351

9.181

9.449

8.738

711

Bijdrage RVO.nl

7.887

8.724

8.351

9.181

9.449

8.738

711

 

Ontvangsten

31.440

33.447

60.150

82.025

106.437

75.300

31.137

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

5.835

 

26.756

20.889

38.421

30.000

8.421

Fund to Fund

   

0

   

17.900

  • 17.900

DVI II

   

0

   

1.100

  • 1.100

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

1.846

5.981

1.183

980

642

 

642

Co-investment venture capital instrument / EIF

   

15.000

     

0

Innovatiekrediet

10.639

10.585

8.452

28.021

42.070

16.000

26.070

Seed Capital

13.028

14.156

7.542

30.362

23.189

10.300

12.889

Vroege fase financiering

92

2.725

1.217

1.530

2.082

 

2.082

Thematische Technology Transfer

     

243

2

 

2

Dutch Future Fund

       

30

 

30

Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2022

2022

2022

2022

Verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

waarvan garantieverplichtingen

waarvan overige verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

E. Toelichting op de instrumenten Verplichtingen

De verplichtingenrealisatie is € 160,7 mln hoger dan de raming. Dit wordt met name veroorzaakt door een beschikking aan Invest-NL voor Deep Tech Fund. Het verplichtingenbudget ter hoogte van € 175 mln is in de 1suppletoire begroting aan artikel 3 toegevoegd in verband met de eindejaarsmarge van 2021. Uitfinanciering vindt vanaf 2023 plaats. Daarnaast is er € 25 mln verplichtingenbudget aan artikel 3 toegevoegd voor Dutch Future Fund, ook in het licht van de eindejaarsmarge van 2021. Voor Onco Research is € 12,5 mln verplichtingenbudget niet beschikt. In de 2e suppletoire begroting heeft een ophoging plaatsgevonden voor de tweede fase van pijler 3 financiering Oncode, waarbij pijler 3 later zal worden beschikt. Daar tegenover zijn er voor het Innovatiekrediet € 34,4 mln minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt doordat er minder projecten zijn aangevraagd dan verwacht.

Uitgaven

Leningen

Fund to fund (Dutch Venture Initiative)

De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative (DVI) worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. DVI bevindt zich momenteel in de beheerfase. ROM Oost NL is verantwoordelijk voor het beheer van de middelen. Omdat de ontvangsten op de fondsen door ROM Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven, zijn er geen middelen opgevraagd op de EZK-begroting. Hierdoor is € 27,3 mln minder uitgefinancierd in het kader van DVI en DVI II dan begroot.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder aan verplichtingen geraaliseerd dan geraamd. In 2023 wordt deze storting, die betrekking heeft op 2 ROM's, van € 12 mln gerealiseerd.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fund is in 2022 operationeel geworden. Aangezien de eerste capital calls van Invest-NL vanaf 2023 zullen plaatsvinden, is het budget van € 25 mln vooralsnog niet benut.

Risicokapitaal Seed Capital

De capital calls van Seed-fondsen zijn te vroeg in de tijd begroot. Hierdoor is € 15,5 mln niet uitgegeven. Wel is een groot deel van deze onderuitputting reeds verplicht.

Innovatiekrediet

Voor het Innovatiekrediet is € 15,8 mln minder aan kasuitgaven verricht dan geraamd. Dit komt doordat er minder projecten zijn aangevraagd dan begroot, zowel op het klinische als het technische terrein.

 

Tabel 25 Kengetallen

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

Innovatiekrediet

                 

RVO

Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt

40

33

32

29

31

29

27

19

16

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln)

123

119

136

159

173

139

167

97

116

 

Seed Capital en Fund of funds

               

RVO.nl/EIF

Aantal participaties via SEED (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

24

35

37

48

58

77

51

42

67

 

Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door SEED (x € 1 mln) (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

27,3

31,1

31,6

40,4

47

54,6

52,8

69,6

79,4

 

Vroegefasefinanciering1

                 

RVO.nl/

NWO-

TTW

Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt

 

21

22

19

20

19

17

22

7

 

Thematische Technology Transfer (TTT) regeling

                 

RVO

Het aantal nieuwe (initiële) participaties in het afgelopen kalenderjaar van TTT-fondsen

           

12

13

13

 

Aantal startende bedrijven ten gevolgen van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband

           

6

n.n.b.

n.n.b.

 

1 Een deel van de Vroege Fase Financiering loopt via TTW (tot 1 januari 2017 STW).

Ontvangsten

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

De hogere ontvangsten van € 8,4 mln betreffen hoger dan geraamde terugbetalingen van de Corona Overbruggingsleningen (COL). Hier was in 2021 nog geen geld voor geraamd omdat niet duidelijk was wanneer de terugbetalingen van de lening zouden starten. Doordat in 2021 eerder dan verwacht terugbetalingen binnen kwamen, is er voor 2022 wel geraamd.

Fund to Fund

Voor het Dutch Venture Initiative (DVI) is € 17,9 mln minder ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de uitgaven en ontvangsten in het kader van het DVI worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. ROM Oost NL is verantwoordelijk voor het beheer van de middelen. Deze ROM gebruikt ontvangsten op de fondsen om nieuwe portfolio's te financieren. Hierdoor zijn de ontvangsten niet terug te vinden op de EZK-begroting.

Innovatiekrediet

Voor het Innovatiekrediet is € 26 mln meer ontvangenn dan begroot. De oorzaak hiervan is dat een aantal grote technische en klinische projecten eerder dan verwacht is terugbetaald, met als gevolg dat in de komende jaren de ontvangsten lager zullen zijn dan oorspronkelijk geraamd.

Seed-regeling

Op de Seed-regeling is € 12,9 mln meer ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de ontvangsten in het kader van de Seed-regeling worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de verschillende Seed-fondsen. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang, bijvoorbeeld als er enkele grote exits binnen een jaar plaatsvinden. Vooraf zijn deze fluctuaties niet goed te ramen, waardoor realisatie kan afwijken van de begroting.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

A.    Algemene doelstelling

Beleidsartikel 4 heeft doelstellingen in het kader van het klimaat- en energiebeleid. Voor het klimaatbeleid, en in internationaal verband, betreft dit de bijdrage aan het realiseren van de doelen van de klimaatovereenkomst van Parijs en, in Europees verband, het realiseren van een netto-reductie van broeikasgassen in 2030 van ten minste 55% ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.

In het kader van het energiebeleid werken we toe naar een CO2-arme energievoorziening die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is, op zodanige wijze dat economische kansen worden verzilverd en energie in het ruimtelijk beleid is geïntegreerd. De belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop gefocust wordt zijn de klimaat- en energietransitie en de goede technische en veilige invulling van de afbouw van de winning uit het Groningenveld.

Nationaal worden de doelen uit de Klimaatwet nagestreefd, in het voorjaar heeft het kabinet een wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd om deze doelstellingen aan te passen:

  • Het streefdoel van 49% reductie in 2030 wordt vervangen door een streefdoel van tenminste 55% reductie (inclusief landgebruik) en geldt onverminderd de bindende EU-norm voor 2030.
  • Het doel van 95% reductie in 2050 wordt aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese klimaatwet tot nul te reduceren.

Voor de kortere termijn stuurt het kabinet daarnaast nog op het realiseren van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023, die nog voortvloeit uit het Energieakkoord. Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK een mix van normerende en beprijzingsinstrumenten en subsidies in, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het transitiegericht maken van energieregel-geving om de werking van de energiemarkt te verbeteren. Om uitvoering te geven aan het Urgendavonnis moet Nederland in 2020 en de jaren daarna de CO2-uitstoot met minimaal 25% reduceren ten opzichte van 1990. Hiertoe heeft het kabinet de afgelopen jaren op verschillende momenten maatregelen aangekondigd.Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK financiële instrumenten in zoals subsidies en garanties, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het stroomlijnen van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren, de regeldruk te verminderen en efficiënter toezicht mogelijk te maken.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Klimaat en Energie is op basis van de Klimaatwet verantwoordelijk voor het nationale klimaatbeleid en de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale klimaatbeleid.

De Minister voor Klimaat en Energie is verder op grond van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor het energiebeleid. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Klimaatbeleid

Regisseren

  • Regisseren van het nationale klimaatbeleid op basis van de nationale doelen en de werkwijze zoals deze is vastgelegd in de Klimaatwet, met het oog op het door Nederland nakomen van de (onder andere) in United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en EU-verband gemaakte afspraken over het reduceren van CO2 en overige broeikasgasemissies. Hieronder valt ook het emissiehandelssysteem, waarin CO2-emissierechten worden toegewezen en geveild.
  • De regie op de internationale aspecten van het klimaatbeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daaronder vallen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad en relevante VN-bijeenkomsten.

(Doen)Uitvoeren

  • De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema's. De doelen en normen hebben betrekking op het reduceren van CO2-emissies van motorvoertuigen, op brandstofkwaliteit, op de productie en de inzet van duurzame biobrandstoffen, op de mondiale uitfasering van ozonlaagafbrekende stoffen en van gefluorideerde broeikasgassen en op de handel in CO2-emissie-rechten (Emissions Trading System/ETS).
  • De opdracht aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voor het handelssysteem in CO2-emissierechten, waaronder het toewijzen en doen veilen van CO2-emissierechten. Ook de registratie van hernieuwbare energie voor het verkeer en de rapportage hierover ter controle van de duurzaamheid en de CO2-prestatie en het toezicht op de bijstook van duurzame biomassa bij energiecentrales zijn hier onderdeel van.

Stimuleren

Om de klimaatdoelen te behalen worden maatschappelijke partners proactief betrokken. De Minister voor Klimaat en Energie stimuleert het in stand houden, aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden, burgers en kennisorganisaties rondom de doelen uit de Overeenkomst van Parijs, het Klimaatakkoord en het Energieakkoord.

Energiebeleid

Regisseren

  • Het regisseren van de realisatie van grote energie-infrastructuurpro-jecten die onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; dit betekent als projectminister, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van projecten en voor de coördinatie van benodigde vergunningen;
  • Het versneld uitrollen van windenergie op zee richting 2030 en verder;
  • Het actief participeren in Europese en internationale netwerken ten behoeve van energy governance, kennis brengen naar en leren van andere landen en instellingen;
  • Het creëren van randvoorwaarden waardoor de energievoorziening internationaal kan concurreren en het verdienpotentieel van de energiesector in relatie tot de energietransitie ten volle wordt benut;
  • Het creëren van randvoorwaarden voor een doelmatige, veilige en verantwoorde winning van onze bodemschatten;
  • Het bieden van mogelijkheden aan, en het faciliteren van, lokale duurzame energie-initiatieven;
  • Het coördineren van het energiebesparingsbeleid via de verschillende vakministers;
  • Het creëren van randvoorwaarden voor de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen;
  • Het uitvoeren van de vergunningverlening voor de mijnbouw;
  • Het creëren van randvoorwaarden voor een goede nucleaire (kennis)infrastructuur en veilige uraniumverrijking, met inbegrip van de taken die hierover zijn opgenomen in internationale verdragen, met het oog op de bewaking en beveiliging van de hierbij betrokken kennis en technologie.

Financieren

Het voeren van het financieel instrumentarium op de beleidsterreinen hernieuwbare energie, energiebesparing, mijnbouwklimaat en klimaat- en energie-innovatie gericht op het realiseren van CO2-reductie en een goed werkend energiesysteem.

Stimuleren

  • Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie (conform afspraken Energieakkoord resp. Klimaatakkoord en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED));
  • Het stimuleren van energiebesparing (conform afspraken Energieakkoord resp. Klimaatakkoord en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED)).
  • Het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van klimaat- en energie-innovaties;
  • Het stimuleren van de verdergaande reductie van CO2-uitstoot van en energiebesparing bij energiebedrijven en industrie;
  • Het stimuleren van een goed werkende Europese energiemarkt met een adequate infrastructuur en bijbehorende wetgeving;
  • Het stimuleren van de transitie naar een duurzame en betrouwbare energievoorziening, inclusief de bijdrage aan het internationale oliecri-sisbeleid.

Het Ministerie van EZK geeft inzicht in de in 2022 geleverde prestaties op het gebied van het klimaatbeleid met de Monitor Klimaatbeleid 2021 ((Kamerstuk 32 813, nr. 901) en het Dashboard Klimaatbeleid (www.dashboardklimaatbeleid.nl). Een aantal prestatie-indicatoren en kengetallen die hierin niet zijn opgenomen wordt hieronder weergegeven.

Tabel 26 Prestatie-indicatoren klimaat- en energiebeleid

 
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

20211

2022

Ambitie

2022

Bron

Algemene Prestatie-indicator

Emissies ETS-sectoren

94,1

93,9

91,4

87,4

83,7

74,1

74,22

n.n.b.

n.v.t.

Emissieregistratie.nl

Emissies niet-ETS-sectoren

99,0

99,6

99,6

98,6

96,5

90,2

92,72

n.n.b.

n.v.t.

Emissieregistratie.nl

Reductie van de emissies van broeikasgassen t.o.v. 1990

11,6%

11,7%

12,6%

15,1%

17,8%

26,2%

24,9%2

n.n.b.

n.v.t.

Emissieregistratie.nl

Aandeel hernieuwbare energie

5,7%

6,0%

6,6%

7,4%

8,8%

11,5%

12,0

n.n.b.

n.v.t.

PBL, KEV 2022: CBS

  • 13,4%

Prestatie-indicatoren Elektriciteit

 
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

20211

2022

Ambitie

2022

Bron

Gerealiseerde vermogen windenergie op zee in MW

357

957

957

957

957

2.460

2.460

3.160

2023: 4.450 MW

2030:

11.000

MW

Monitor

Klimaatbeleid 2021, Dashboard Klimaatbeleid en Klimaatnota 20223

Gerealiseerd vermogen wind op land en zon-PV in MW

4.560

5.435

6.156

8.044

10.753

15.109

22.051

30.622

2020: 6000 MW

voor

Wind op Land (voor Zon-PV is

Monitor klimaatbeleid 2021 en

Dashboard

Klimaatbeleid3

                 

er geen doelstelling)

Gerealiseerd vermogen in waterstofprojecten uit elektrolyse in MW

     

1,1

1,1

2

2,0

3,0

n.v.t.

Monitor

Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid4

Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - HHI

2.152

1.992

1.822

1.951

2.021

1.918

2.026

n.n.b.

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit -C3

79%

75%

72%

74%

75%

72%

72%

n.n.b.

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector gas - HHI

2.052

1.895

1.821

1.949

1.949

1.941

2.048

n.n.b.

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector gas - C3

77%

74%

72%

74%

72%

73%

73%

n.n.b.

n.v.t.

ACM

Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar

33

21

24

27

20

21

20

22

n.v.t.

Netbeheer Nederland

Ontwikkeling kostprijs hernieuwbare Wind op Land EUR/MWh

91

86

79

67

68

51

50

51

59

Monitor

Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid5

Ontwikkeling kostprijs Zon-PV EUR/MWh

141

128

125

110

95

80

66

63

83

Monitor

Klimaatbeleid 2021 en Dashboard Klimaatbeleid5

 

Prestatie-indicatoren Industrie

Cumulatieve vermeden CO2 vanaf 2015 door procesefficientie-maatregelen uit MJA/MEE in kton)

605.983

1.007.183

1.830.466 2.560.195 3.215.997 3.688.000

6

6

n.v.t.

Dashboard

Klimaatbeleid7

Gerealiseerde cumulatieve energiebesparing van EIA en MJA/MEE (in PJ)

9,8

18,0

31,9

45,5

57,0

6

6

6

n.v.t.

Dashboard

Klimaatbeleid7

Toegekende duurzame investeringen in de industrie via EIA en MIA-Vamil (bedragen in € 1.000)

387.821

224.746

275.438

421.000

400.000

348.000

358.000

n.n.b.

n.v.t.

Dashboard

Klimaatbeleid7

Groengasproductie in relatie tot de productie van elektriciteit en warmte uit biomassa (in PJ)

2,52

2,62

3,10

3,38

4,50

6,35

n.n.b.

n.n.b.

n.v.t.

Dashboard

Klimaatbeleid7

1    De realisatie over 2021 is gebaseerd op de Monitor Klimaatbeleid 2021 en het Dashboard Klimaatbeleid.

2    Vastgestelde cijfers september 2022.

3    CBS (2021) Hernieuwbare elektriciteit: productie en vermogen (Statline). Het gaat hier om (nader) voorlopige cijfers.

4    CBS, Waterstofbalans in relatie tot energiestatistiek.

5    PBL (2022) Eindadvies basisbedragen SDE++ 2022.

6    De convenanten MJA/MEE zijn stopgezet. Er zijn dus geen gegevens meer beschikbaar.

7    RVO.nl (2021) interne cijfers MIA/VAMIL/EIA/SDE+ en ISDE regelingen.

Kengetal HHI en C3

De C3 is het gezamenlijk marktaandeel van de drie grootste leveranciers. De mate van concentratie op de kleinverbruikersmarkt voor elektriciteit en gas vormt een indicatie voor de concurrentie op die markten. Een indicator hiervoor is de Herfindahl-Hirschman Index (HHI). Een markt met een HHI onder de 1.800 punten wordt gezien als een competitieve markt en een markt met een index tussen de 1.800 en 8.000 punten wordt gezien als een geconcentreerde markt. Het is vele jaren beleid van het ministerie geweest om de concentratiegraad te verlagen en dat beleid is nu geëffectueerd, zodat er geen actief beleid meer op gevoerd wordt. Wel wordt de concentratiegraad nog jaarlijks door ACM gemonitord

 

Tabel 27 Uitstoot broeikasgassen1

(mld CO2-equivalenten)

       
 

Realisatie

1990

Realisatie

2005

Realisatie

2020

Realisatie

2021

Raming 2025

Raming 2030

Brandbreedte

2030

Elektriciteit

39,6

52,1

32,7

32,7

26,1-32,42

8,1-13,52

7-21

Industrie

86,4

66,3

53,3

53,2

54,4

40,9

32-47

Gebouwde omgeving

30,0

29,3

21,8

24,5

19,9

18,2

15-21

Mobiliteit

32,2

39,8

30,6

30,5

31,6

28,2

26-31

Landbouw

33,1

26,1

27,1

27,1

24,6

23,2

21-24

Landgebruik

5,7

5,2

4,2

4,3

3,9

3,7

3,0-4,2

Totaal

227,0

218,8

169,7

172,3

160,5-166,83

122,2-127,63

114-1393

1    Bron: KEV2022.

2    Het ontbreken van een puntwaarde voor de elektriciteitssector heeft als gevolg dat de raming voor de nationale totale emissies ook alleen met een onzekerheidsbandbreedte kan worden gegeven.

3    Deze bandbreedte voor het nationale totaal is afgeleid van de onzekerheidsbandbreedtes van de individuele sectoren, waarbij er rekening is gehouden met interacties tussen onzekerheden. Dit is de reden waarom de bandbreedtes per sector niet optelbaar zijn tot de bandbreedte voor de nationale totale emissie.

Figuur 4 Kengetal: Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar

15 -1-

2012    2013    2014    2015    2016    2017    2018    2019    2020 2021    2022

Opgetreden elektriciteitsstoring Gemiddelde 2012-2022

Bron: Netbeheer Nederland

  • C. 
    Beleidsconclusies Beleidsconclusies Klimaatbeleid Aanscherping Klimaatbeleid

Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord de klimaatambitie aangescherpt en in lijn gebracht met het nieuwe Europese klimaatbeleid ('Fit-For-55'). Het (eerste) wetsvoorstel voor aanpassing van de Klimaatwet, dat de aanscherping van de doelen regelt, is in juli naar de Tweede Kamer gezonden. Het onderliggende beleid is aangescherpt met het beleidsprogramma Klimaat. Dit beleidsprogramma is een aanvulling op het lopende klimaatplan voor de periode 2021-2030 (dat werd gebaseerd op het Klimaat-akkoord). Het beleidsprogramma Klimaat werd in juni in ontwerp naar de

Tweede Kamer gestuurd. Het ontwerp beleidsprogramma is in de zomer publiekelijk geconsulteerd en de Raad van State heeft het kabinet hierover geadviseerd. Deze reacties zijn verwerkt in respectievelijk de Nota van Antwoord en het Nader Rapport die met Prinsjesdag 2022 naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.

In de Klimaat- en Energieverkenning 2022 raamde PBL in november dat de emissiereductie in 2030 op basis van het vastgesteld en voorgenomen beleid uitkomt op 39-50% reductie ten opzichte van 1990. Een groot deel van het nieuwe beleid uit het nieuwe beleidsprogramma van het kabinet beschouwt PBL als geagendeerd beleid. Het gaat bijvoorbeeld om de maatwerkafspraken in de industrie, het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), de subsidieregeling CO2-vrije gascentrales, diverse maatregelen in de gebouwde omgeving en mobiliteit en het Klimaatfonds. PBL raamt dat het effect van dit geagendeerd beleid leidt tot een reductie van ongeveer 6 Mton, waarmee het doelbereik in 2030 uitkomt op 41 tot 52 %. Daarbij past de kanttekening dat voor een groot deel van het geagendeerde beleid nog geen inschatting van het effect mogelijk is of dat het effect pas na 2030 optreedt.

Op basis van de PBL-raming ligt het kabinet nog niet op koers voor het gestelde doel van 55% reductie in 2030. Zoals aangekondigd in het beleidsprogramma Klimaat wil het kabinet het klimaatbeleid programmeren op 60% reductie, zodat 55% in 2030 met grote waarschijnlijkheid wordt gehaald. Het kabinet zal hiertoe in het voorjaar van 2023 besluiten over een aanvullend beleidspakket. In voorbereiding op deze besluitvorming wordt het ontwerp-beleidsprogramma onderworpen aan een onafhankelijk interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) dat in maart 2022 is afgerond. Deze analyse geeft beleidsopties voor besluitvorming in het voorjaar.

Windenergie op zee

Naar aanleiding van het coalitieakkoord is besloten om de doelstellingen voor windenergie op zee te verhogen van 11 GW naar circa 21 GW rond 2030 (Kamerstuk 32 813, nr. 974). In het Programma Noordzee, dat de Minister van IenW op 18 maart 2022 aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, zijn windenergiegebieden aangewezen die hiervoor voldoende ruimte moeten bieden (Kamerstuk 35 325, nr. 5). Vervolgens heeft het kabinet op 21 juni 2022 de Tweede Kamer de aanvullende routekaart windenergie op zee 2030 aangeboden (Kamerstuk 33 561, nr. 53). Daarin is de planning voor de realisatie van de windparken op zee tot en met 2031 uiteengezet, inclusief netaansluitingen van de windparken naar land. Hierbij is ook het Ontwik-kelkader aangepast, waarmee TenneT de opdracht heeft gekregen de netaansluitingen te realiseren. De Routekaart windenergie op zee kent een gefaseerde aanpak, waarbij de planning voor een deel van de windparken nog afhankelijk is van lopende onderzoeken. Daarom zal de Routekaart periodiek worden aangepast wanneer deze onderzoeken gereed zijn en daarmee de planning kan worden aangescherpt. Met de Routekaart wordt de verhoogde ambitie voor windenergie op zee volgens plan uitgevoerd, waarbij er nog wel operationele en juridische uitdagingen zijn om deze windparken tijdig te realiseren.

Europese klimaatdoelen

Om de klimaatdoelstellingen in de EU en in Nederland te kunnen implementeren heeft het kabinet voortvarend gewerkt om belangrijke onderdelen uit het Fit for 55 pakket af te ronden. Zo zijn in 2022 de trilogen afgerond voor de aanscherping van het ETS, inclusief de opname van maritieme scheepvaart, het inrichten van een nieuw ETS voor de gebouwde omgeving en mobiliteit met daaraan gekoppeld een Sociaal Klimaatfonds om sociale gevolgen bij armere bevolkingsgroepen op te vangen, het vaststellen van de nationale doelen voor het de individuele EU-lidstaten (ESR) en het inrichten van een koolstofheffing aan de grens (CBAM).

Urgenda

De uitspraak van de rechter verplicht de Staat om de uitstoot vanaf 2020 met minimaal 25% te reduceren ten opzichte van 1990. Gelet op de uitgangspunten die de Hoge Raad heeft geformuleerd, is de Staat vanaf 2020 gehouden tot steeds verdergaande reductie van de uitstoot in Nederland. In de jaren na 2020 zal dus (steeds) meer dan 25% emissiereductie gerealiseerd moeten zijn.

In 2021 was de uitstoot 24,1% lager dan in 1990, een terugval ten opzichte van 2020 toen de emissiedaling neerkwam op 25,2%. Het voorlopige cijfer over 2022 is nog niet beschikbaar. In de eerste drie kwartalen van 2022 was de uitstoot lager dan in 2021, vooral vanwege lager aardgasgebruik, waardoor het de verwachting is dat in 2022 wel 25% emissiereductie is gerealiseerd.

Vanwege de gascrisis heeft het kabinet de Urgenda-maatregel productiebeperking bij kolencentrales in 2022 ingetrokken. De inschatting is dat het intrekken van de productiebeperking bij kolencentrales leidt tot een extra cumulatieve uitstoot in de jaren 2022 - 2024 van ca. 10 Mton. Deze uitstoot zal in de periode tot 2030 in enige vorm gecompenseerd worden, net als de daarmee samenhangende additionele uitstoot van stikstofoxiden. De in 2022 hogere gas- en elektriciteitsprijzen leidden tot substantieel minder gasverbruik, waarmee al minder CO2-uitstoot wordt gerealiseerd. Om bereik van het Urgenda-doel van ten minste 25% emissiereductie in de komende jaren zeker te stellen, en om extra reductie in 2030 te realiseren, heeft het kabinet met Prinsjesdag 2022 aangekondigd in te zetten op de uitwerking van een pakket maatregelen dat leidt tot een significante en blijvende CO2-en stikstofreductie ter compensatie van intrekking van de kolenmaatregel. Over de maatregelen wordt in het voorjaar van 2023 besloten, in samenhang met het aanvullende beleidspakket om in 2030 ten minste 55% reductie te realiseren (t.o.v. 1990).

Beleidsconclusies Energiebeleid

Prijsplafond

Het kabinet heeft er in 2022 voor gekozen om een prijsplafond voor energie in te stellen voor 2023 en over de maanden november en december een tegemoetkoming van € 190 als korting op de energierekening uit te keren. Het idee was om nu de inflatie ongekend hoog is en steeds meer gezinnen en bedrijven in de problemen dreigen te komen door de hoge energieprijzen, de hoognodige verlichting voor de energierekening te bieden. Dit is gelukt.

Het betreft een tijdelijke maatregel die op 1 januari 2023 is ingegaan en tot het einde van 2023 doorloopt. Maar vanaf 1 november 2022 is er al verlichting mogelijk met een tussenvariant waarbij een prijsplafond is gesimuleerd en termijnbedragen zijn verlaagd. Kleinverbruikers ontvangen in deze maanden via de energieleveranciers een tegemoetkoming van € 190 als korting op de energierekening. Voor deze tegemoetkoming ontvangen de energieleveranciers een eenmalige subsidie. Voor de maanden november en december is uiteindelijk € 3,1 mld uitgekeerd.

In december 2022 is een eerste voorschot verstrekt om de kosten in januari 2023 die gemoeid zijn met het prijsplafond te dekken. Om de subsidies te kunnen verstrekken en dit voorschot uit te kunnen keren is een verplichtingenbudget van € 11,2 mld toegevoegd. De daadwerkelijk kasuitgaven voor het eerste voorschot voor januari 2023 bedroegen € 370 mln.

Vulmaatregelen gasopslagen

Bij aanvang van de winter 2022-2023 waren de Nederlandse gasopslagen met 92,02%35 goed gevuld: zowel gasopslag Norg als gasopslag Bergermeer waren op 9 november 100% gevuld. Het Europese gemiddelde lag rond de 95%. Dat de Nederlandse gasopslagen boven verwachting gevuld zijn, is mede te danken aan de vulmaatregelen die het kabinet in het voorjaar 2022 genomen heeft toen bleek dat de omstandigheden op de gasmarkt onvoldoende prikkels voor marktpartijen gaven om gas op te slaan.

Ten eerste heeft het kabinet een subsidiemaatregel ingesteld, die marktpartijen een stimulans gaf om Bergermeer te vullen (Kamerstuk 33 529, nr. 1056). Acht partijen hebben gebruikt gemaakt van de subsidieregeling om in totaal 12,58 TWh (27% van de gasopslag Bergermeer) aan gas op te slaan. Uiteindelijk hebben marktpartijen - deels gesteund door het vangnet dat de subsidieregeling bood - ca. 33,83 TWh aan gas in gasopslag Bergermeer opslagen. Gedurende de periode waarin met behulp van de subsidieregeling gas is opgeslagen was de zomer-winterspread gemiddeld genomen positief, waardoor marktpartijen zonder subsidie de gasopslag hebben gevuld. Ten tweede heeft het kabinet aan EBN instemming verleend om het deel van Bergermeer te vullen dat niet door marktpartijen wordt gevuld en heeft daarvoor aan EBN een kostenvergoeding toegekend. EBN heeft uiteindelijk 12,2 TWh aan gas opgeslagen in Bergermeer. Dit is minder dan de 20 TWh waar ruimte voor was binnen de opdracht die het kabinet had gegeven omdat marktpartijen uiteindelijk zelf meer gas opsloegen.

In mei 2023 wordt het precieze beeld duidelijk en kan het kabinet met zekerheid zeggen wat de aanvullende kosten zijn geweest om te zorgen dat de gasopslagen tot voldoende niveau gevuld zijn deze winter. Uitgangspunt is dat deze eventuele kosten worden gedragen door de gebruikers, hiervoor wordt gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet van GTS (bovenop - maar niet in - de tarieven voor gastransport).

Verder monitorde het kabinet het afgelopen jaar de vulling van de gasopslag Norg nauwgezet. De gasopslag Norg is uiteindelijk zonder overheidsingrijpen tot 100% gevuld geraakt als gevolg van gunstige marktomstandigheden.

Waterstof Important Project of Common European Interest (IPCEI)

IPCEI waterstof heeft in 2022 een groot aantal mijlpalen doorgemaakt in de vorm van golven.

Voor golf 1 is de eerste subsidiebeschikking afgegeven van circa € 22 mln voor de ontwikkeling van elektrolysers.

Voor golf 2 zijn eind 2022 zeven subsidiebeschikkingen verstuurd met een totale waarde van € 783,5 mln en een totale capaciteit van 1,15 GW voor grootschalige elektrolyseprojecten.

Voor golf 3 stond in november en december 2022 de subsidieregeling open. Drie projecten op terrein van waterstofimport en opslag hebben een projectplan ingediend. Deze projectplannen moeten nog door RVO worden beoordeeld en zijn nog in afwachting van goedkeuring door de Europese Commissie. Dit volgt in 2023.

Deze resultaten sluiten goed aan bij het beoogde beleid. Voor golf 3 zijn de middelen nog niet door middel van een subsidiebeschikking verplicht zoals de beoogd toen de middelen met de zevende incidentele suppletoire begroting (ISB) naar 2022 zijn gehaald. Dit heeft te maken met veranderingen in het Europese notificatieproces. Ten tijde van deze ISB werd nog verwacht dat notificatie al in 2022 zou plaatsvinden door versnellingen die voortkwamen uit REPowerEU. Inmiddels is gebleken dat dit in 2023 zal plaatsvinden. De samenloop van de tijdlijnen van het Europese en het nationale proces blijft een uitdaging bij de uitvoering van het IPCEI-traject.

Regionale energiestrategieën

In 2021 hebben de RES-regio's de RES 1.0 opgeleverd. Het afgelopen jaar zijn de regio's bezig geweest met het uitwerken en concretiseren van hun bod uit de RES 1.0. De PBL-analyse 2022 laat zien dat het doel van 35 TWh voor 2030 nog steeds binnen bereik is en dat de realisatie van pijplijnprojecten het afgelopen jaar sterk is doorgezet. Tegelijkertijd constateert het PBL dat regio's moeite hebben met het omzetten van ambitie in nieuwe pijplijn projecten, waardoor het risico op stilstand ontstaat. Dit komt onder meer door de netcongestie, schaarste aan personeel en materialen, de wisselingen van de wacht na de gemeenteraadsverkiezingen en de impact van de uitspraken van de Raad van State naar aanleiding van het Nevele arrest en het Porthos-project. PBL concludeert ook dat het RES-beleids-proces is versterkt en verduidelijkt doordat is vastgesteld dat nieuwe of aangepaste kaders in een herijkte RES in veel gevallen na inwerkingtreding van de Omgevingswet m.e.r.-plichtig zijn. Omdat het PBL constateert dat het kwantitatieve doel van 2030 binnen bereik ligt zijn er vooralsnog geen redenen tot aanvullende maatregelen. De opdrachtgevende partijen van het nationaal programma RES (NP RES) kijken kritisch naar het tijdspad en de opgave van 35 TWh.

De continuering van de RES'en is geborgd. Er is jaarlijks € 12 mln beschikbaar voor de proceskosten van de 30 RES-regio's samen. Ook is de financiering van het NP RES gecontinueerd. Dit maakt onderdeel uit van de in totaal € 5,38 mld voor de uitvoeringskosten klimaat- en energiebeleid van gemeenten en provincies voor de jaren 2023 tot en met 2030

Carbon capture & Storage (CCS)

De afvang en opslag van CO2 is een essentieel instrument om de klimaat-doelstelling van de Nederlandse industrie te behalen. In 2021 waren al concrete stappen gezet om de ontwikkeling van CO2-transport en opslaginfrastructuur te ontwikkelen. In 2022 is dit voortgezet. De definitieve opslag-vergunning voor de permanente opslag van CO2 is verstrekt aan het Porthos-project. Om de voortgang van het Porthos-project te waarborgen, heeft het kabinet in 2022 een garantie verstrekt aan het project waarmee de benodigde contracten en voorinvesteringen kunnen worden aangegaan. Ook is de RCR-procedure voor het Aramis-project gestart met de publicatie van de definitieve Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) in november 2022. EZK heeft EBN instemming verleend om deel te nemen aan de eerste ontwikkelfase van het Aramis-project. Om de internationale samenwerking op het gebied van CCS te bevorderen heeft Nederland met Denemarken een MoU afgesloten en neemt het deel in het EU Clean Energy and Technology Partnership waar internationale onderzoeksprojecten worden gestimuleerd.

Afhandeling mijnbouwschade

Sinds 1 juli 2020 kunnen burgers en kleine bedrijven mogelijke schade aan gebouwen door bodembeweging als gevolg van opslag of winning van olie en gas in of uit kleine velden melden bij de onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade. Vanaf 1 november 2021 adviseert de Commissie Mijnbouwschade ook over mogelijke schade door bodembeweging als gevolg van zoutwinning. De Commissie Mijnbouwschade ontzorgt de schade melder door te onderzoeken wat de oorzaak en omvang van de schade is. Daarmee neemt de Commissie Mijnbouwschade in feite de bewijslast van de schademelder over. In de periode 1 juli 2021 tot en met 31 oktober 2022 heeft de Commissie Mijnbouwschade 84 schademeldingen in behandeling genomen.

Warmtewet

Collectieve warmtebronnen en -netten spelen een belangrijke rol in het behalen van de CO2-emissiereductiedoelstellingen voor 2030 en daarna. Het wetsvoorstel Collectieve Warmtevoorziening beoogt de groei en verduurzaming van collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving te faciliteren en vormt zo een belangrijke fundament voor de energietransitie (Kamerstuk 30 196, nr. 566). Het wetsvoorstel is samen te vatten in vier pijlers: marktordening, tariefregulering, duurzaamheid en leveringszekerheid (Kamerstuk 30 196, nr. 694, Kamerstuk 30 196, nr. 704 en Kamerstuk 30 196, nr. 743). Het voornemen is het wetsvoorstel in 2023 bij de Tweede Kamer in te dienen. Sinds op 21 oktober 2022 in de ministerraad is besloten dat het eigendom van de infrastructuur verplicht voor meer dan de helft in publieke handen komt te liggen, kan het wetsvoorstel worden afgemaakt. Als gevolg van dit besluit is op twee thema's nadere beleidsontwikkeling vereist: het opbouwen van publieke realisatiekracht voor de langere termijn en het borgen van investeringszekerheid voor private warmtebedrijven op de korte termijn. Beide hebben invloed op het uiteindelijke wetsvoorstel en besluitvorming dient dan ook afgerond te worden voordat het wetsvoorstel in kan worden gediend.

Uitwerking landenspecifieke aanbevelingen (motie Schouw)

De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitalise-ringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energie-hoofdstructuur, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. Voor de ontwikkeling van het efficiënt opwekken van energie is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie: de SDE++. Ook zijn er verschillende regelingen beschikbaar voor investeringen in innovatie voor de energietransitie. Daarnaast heeft dit kabinet besloten tot een Klimaatfonds, waarmee extra wordt geïnvesteerd in de groene transitie en er ook ruimte is gecreëerd voor investeringen in de ontwikkeling van de energie infrastructuur voor de transitie en de opschaling van hernieuwbare energie.

De Europese Commissie heeft in 2021 vooralsnog geen landenspecifiek e aanbevelingen gedaan voor het beleid op het gebied van klimaat en energie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

11.778.791

10.752.857

9.775.219

6.728.172

28.512.525

12.417.722

16.094.803

 

Uitgaven

2.875.719

2.925.027

3.674.944

3.388.161

8.880.062

4.356.973

4.523.091

 

Subsidies

1.412.704

1.664.641

2.160.036

3.038.234

4.912.846

3.956.202

956.644

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

63.400

57.589

40.675

54.508

59.862

60.135

  • 273

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

30.665

26.535

38.427

25.539

29.610

42.140

  • 12.530

Energie-efficiency

7.092

3.281

3.260

2.959

1.273

2.368

  • 1.095

Green Deals

3.903

118

141

25

45

500

  • 455

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

28.193

42.139

33.605

53.144

71.256

75.963

  • 4.707

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

860

1.392

2.834

4.890

3.307

7.075

  • 3.768

Projecten Klimaat en Energieakkoord

3.628

1.708

1.612

672

2.227

3.981

  • 1.754

MEP

25.492

1.515

429

   

0

0

SDE

615.295

559.025

587.388

604.440

204.728

687400

  • 482.672

SDE+

486.646

706.742

1.192.654

1.932.881

666.705

2.585.508

  • 1.918.803

SDE++

     

120

1.488

76.855

  • 75.367

Aardwarmte

21.000

20.000

15.000

15.000

17.500

17500

0

ISDE-regeling

69.864

84.368

101.383

112.141

249.518

258.000

  • 8.482

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

36.895

40.313

110.083

172.739

0

0

0

Carbon Capture and Storage (CCS)

1.438

6.586

6.285

3.927

2.677

4.080

  • 1.403

Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)

7.809

36

32

   

0

0

Hoge Flux Reactor

7.250

7.250

7.451

6.401

6.401

6.401

0

Elektrisch rijden

232

42

     

0

0

Caribisch Nederland

3.042

6.791

14.460

32.304

34.887

6.144

28.743

Overige subsidies

 

16.711

4.014

16.421

57.565

50.000

7.565

Opschalingsinstrument waterstof

         

4.000

  • 4.000

Maatregelen voor CO2-reductie

 

82.500

303

   

0

0

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

     

19

496

42.519

  • 42.023

Nationale co-financiering EU Innovation

Fund

         

0

0

Subsidie ondersteuning verduurzaming mkb

     

104

8.424

25.633

  • 17.209

IPCEI waterstof

       

45

0

45

Vulmaatregelen gasopslag

         

0

0

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI)

       

1.039

0

1.039

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

         

0

0

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

       

3.123.553

0

3.123.553

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

       

370.240

0

370.240

 

Leningen

19.840

3.000

4.000

5.000

1.061.400

61.400

1.000.000

Lening Pallas

19.840

       

0

0

Vastgestelde begroting12 Verschil

Realisatie

 

Lening EBN

 

3.000

4.000

5.000

61.400

61.400

0

Lening EBN voor vullen Bergermeer

       

1.000.000

0

1.000.000

 

Garanties

1.019

0

4.475

0

0

0

0

Verliesdeclaratie aardwarmte

1.019

 

4.475

   

0

0

 

Opdrachten

9.053

6.718

20.845

10.570

16.236

36.953

  • - 
    20.717

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

2.410

1.937

1.938

2.515

2.552

1.986

566

SodM onderzoek

879

 

1.059

1.193

1.153

2.425

  • 1.272

Joint Implementation

 

1.368

     

0

0

Uitvoeringsagenda Klimaat

373

288

203

163

320

623

  • 303

Klimaat mondiaal

92

120

275

156

139

335

  • 196

Onderzoek en opdrachten

5.299

3.005

17.370

6.543

12.072

31.584

  • 19.512

Bijdrage aan agentschappen

65.341

75.957

84.148

89.683

106.102

81.435

24.667

Bijdrage RVO.nl

56.675

66.634

71.171

77.196

90.998

64.746

26.252

Bijdrage Agentschap Telecom

   

397

882

4.002

4.103

  • 101

Bijdrage NEa

5.594

5.962

8.766

7.117

7.197

7.536

  • 339

Bijdrage KNMI

1.147

1.419

1.437

2.047

1.424

1.264

160

Bijdrage NVWA

721

703

703

841

846

886

  • 40

Bijdrage RIVM

         

1.600

  • 1.600

Bijdrage RWS

1.204

1.239

1.674

1.600

1.635

1.300

335

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

150.348

142.831

128.307

125.186

134.579

142.417

  • - 
    7.838

Doorsluis COVA-heffing

110.760

110.088

94.845

89.426

96.233

111.000

  • 14.767

TNO kerndepartement

37.809

31.637

32.547

34.688

36.965

29.690

7.275

TNO-SodM

1.779

1.106

915

1.072

1.381

1.727

  • 346

Bijdrage aan medeoverheden

20.988

15.978

8.971

19.020

13.236

1.340

11.896

Uitkoopregeling

20.988

15.978

8.971

19.020

2.454

1.340

1.114

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

       

10.732

0

10.732

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

       

50

0

50

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

158.686

10.800

10.446

33.578

9.110

10.893

  • - 
    1.783

Nuclear Research Group (NRG)

158.040

9.008

9.207

32.094

7.789

8.259

  • 470

Internationale contributies

646

1.792

1.239

1.484

1.321

1.624

  • 303

PBL Rekenmeesterfunctie

         

1.010

  • 1.010

ILT handhaving F-gassen

         

0

0

 

Stortingen begrotingsreserves

1.037.740

1.005.102

1.253.716

66.890

2.626.555

66.333

2.560.222

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

537.740

993.682

1.253.716

66.333

2.626.555

66.333

2.560.222

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

500.000

11.000

     

0

0

Storting in begrotingsreserve aardwarmte

 

420

 

557

 

0

0

 

Ontvangsten

3.201.275

2.390.399

3.738.266

4.346.787

6.819.604

3.720.277

3.099.326

Ontvangsten COVA

110.760

110.088

94.845

89.426

96.233

111.000

  • 14.767

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

1.033.046

1.631.970

2.542.250

3.077.606

2.825.906

2.692.000

133.906

Aardgasbaten

1.461.955

         

0

Ontvangsten zoutwinning

2.599

2.399

2.391

2.412

3.288

2.511

777

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

73.000

78.000

236.020

259.886

1.576.186

4.186

1.572.000

ETS-ontvangsten

504.215

440.136

441.408

893.987

1.135.862

900.000

235.862

     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1-2

Verschil

Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

 

115.790

395.210

   

0

0

Diverse ontvangsten

15.700

12.016

26.142

23.470

116.007

10.580

105.427

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

       

1.002.656

0

1.002.656

Opbrengsten tenders Wind op Zee

       

63.465

0

63.465

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de vierde tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

Tabel 29 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

 

Vastgestelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

11.778.791

10.752.857

9.775.219

6.728.172

28.512.525

12.417.722

16.094.803

waarvan garantieverplichtingen

     

8.250

799.000

44.200

754.800

waarvan overige verplichtingen

11.778.791

10.752.857

9.775.219

6.719.922

27.713.525

12.373.522

15.340.003

1 Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2 NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de vierde tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

E. Toelichting op de instrumenten Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantieregeling aardwarmte

Voor de garantieregeling aardwarmte zijn in 2022 geen garantieverplichtingen afgegeven, zodat het gehele garantieplafond van € 44,2 mln niet is benut.

Lening COVA

De minister voor Klimaat en Energie heeft in 2022 aan COVA de opdracht gegeven om 500 kiloton extra dieselvoorraad aan te leggen (zie Kamerstuk 36 045 nr. 125). Hiervoor heeft COVA gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën, waarvoor het Ministerie van EZK garant staat. In 2022 heeft COVA € 799 mln aan nieuwe leningen afgesloten en € 339 mln aan leningen afgelost. Op 31 december 2022 was het saldo van de leningen daarmee € 460 mln hoger dan een jaar eerder.

Overige verplichtingen

Het hogere bedrag aan overige verplichtingen (€ 15,3 mld) heeft een aantal oorzaken. De belangrijkste hiervan zijn (van groot naar klein, bedragen boven de € 10 mln):

  • Voor het prijsplafond energieleveranciers 2023 is in het najaar van 2022 met de 10e Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) budget aan de EZK-begroting toegevoegd. Hierop is in 2022 uiteindelijk voor een bedrag van € 4.772,6 mln aan subsidieverplichtingen verstrekt.
  • Voor de Compensatie Energieverbruik Kleinverbruikers 2022 is in het najaar van 2022 met de 9e ISB budget toegevoegd aan de EZK-begroting om kleinverbruikers in de maanden november en december te kunnen compenseren voor de gestegen energieprijzen. Hiervoor is in 2022 een bedrag van € 3.126 mln aan subsidieverplichtingen aangegaan.
  • Door de hoge energieprijzen is in 2022 veel minder bevoorschot op de SDE-, SDE+ en de SDE++-subsidies dan bij Ontwerpbegroting geraamd. De ongebruikte middelen binnen het SDE-domein zijn in hun geheel in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Omdat elke storting ook een verplichting is, heeft dit geleid tot een additionele realisatie op het verplichtingenbudget van € 2.560,2 mln (zie ook bij Uitgaven).
  • Ter financiering van de lening aan EBN voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer is € 2.300 mln aan de Ontwerpbegroting toegevoegd en verplicht.
  • Bij 1e Nota van Wijziging is het verplichtingenbudget van de SDE++-regeling in de Ontwerpbegroting vanuit de Aanvullende Post met € 6 mld opgehoogd naar € 11 mld. Hierop is in 2022 uiteindelijk € 1.253,9 mln meer verplicht dan oorspronkelijk begroot, vooral doordat er in 2022 meer verplichtingen zijn aangegaan op de openstelling 2022: gepland was dat een groter deel pas in 2023 zou worden aangegaan.
  • Voor de IPCEI Waterstof (golf 2) was bij Ontwerpbegroting nog geen verplichtingenbudget beschikbaar. Daarom is het hiervoor in 2023 beschikbare budget naar 2022 geschoven. Uiteindelijk is in 2022 voor een bedrag van € 783,5 mln aan subsidieverplichtingen aangegaan.
  • Aan de Gasunie is € 92,5 mln subsidie verstrekt voor het WarmtelinQ-project, hiermee was in de Ontwerpbegroting geen rekening gehouden.
  • Aan het oorspronkelijke verplichtingenbudget voor de Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) zijn bij Voorjaarsnota 2022 bedragen toegevoegd vanuit artikel 2 van de EZK-begroting (€ 42,6 mln) voor de TSE-Industrie en vanuit de BZK-begroting (€ 9 mln) voor Aardgasvrije wijken. Ook is verplichtingenbudget toegevoegd omdat veel verplichtingen uit de openstelling 2021 pas in 2022 verplicht zijn. Dit alles heeft geleid tot een overschrijding van € 84,3 mln.
  • Op het budget voor Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) is in 2021 € 44.5 mln meer verplicht, vooral doordat bij Voorjaarsnota 2022 € 27,2 mln vanuit de begroting van BZK (voor de MOOI-gebouwde omgeving) aan het MOOI-budget is toegevoerd en er vanuit het het budget 2023 € 24,6 mln naar 2022 is geschoven.
  • Op het budget voor Caribisch Nederland is € 38,6 mln meer verplicht dan oorspronkelijk begroot doordat een extra impuls is gegeven aan de verduurzaming van de elektriciteitsopwekking op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius.
  • Op het uitvoeringsbudget van RVO.nl is € 26,3 mln meer verplicht dan oorspronkelijk begroot. Zie voor een toelichting op deze overschrijding onder 'Bijdragen aan agentschappen'.
  • Voor de vulmaatregelen gasopslag was in de Ontwerpbegroting een budget gereserveerd van € 623,3 mln. Op dit budget is vervolgens € 21,1 meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot.
  • Voor de IPCEI Waterstof (golf 1) is pas bij 2e Suppletoire Begroting 2022 verplichtingenbudget aan de EZK-begroting toegevoegd. Hierop is uiteindelijk voor een bedrag van € 21,7 mln aan verplichtingen aangegaan.
  • In 2022 heeft EZK een bijdrage van € 16 mln toegezegd voor het Saneringsfonds Windpark Flevoland, hier was in de Ontwerpbegroting geen rekening gehouden. De bijbehorende kasuitgaven worden tussen 2022 en 2029 gedekt door overhevelingen van het Rijksvastgoedbedrijf.
  • Voor het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) is in 2022 voor een bedrag van € 15,8 mln aan subsidies toegezegd. Omdat dit gefinancierd is uit het budget voor Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden en dit budget pas vanaf 2023 beschikbaar was, is hiervoor verplichtingenbudget van 2023 naar 2022 geschoven.
  • Gelet op de grote vraag naar subsidies voor warmtepompen en isola-tiemaatregelen is het subsidieplafond van de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) in 2022 fors verhoogd. Uiteindelijk is € 12,2 mln meer verplicht dan oorspronkelijk begroot.

Uitgaven

Subsidies

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Op de HER+ is € 12,5 mln minder uitgegeven dan begroot, vooral door lagere uitbetalingen op de openstellingen tot en met 2022 en het doorschuiven van subsidieprojecten naar 2023.

SDE

Door de hoge energieprijzen in 2022 was de onrendabele top van veel energieprojecten veel kleiner dan waar in de begroting rekening gehouden was, zodat op deze projecten veel minder aan subsidie uitbetaald hoefde te worden. Ook heeft RVO.nl in 2022 een aantal terugbetalingen op verstrekte voorschotten ontvangen die verrekend zijn met de in 2022 verstrekte voorschotten. Dit heeft geleid tot een lagere realisatie op het SDE-budget van € 483 mln. Het volledige bedrag van de onderuitputting is in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

SDE+

Evenals bij de SDE is hier sprake van een veel lagere realisatie (€ 1.919 mln) dan waar bij de Ontwerpbegroting rekening was gehouden. Ook hier is de belangrijkste oorzaak dat de hoge energieprijzen geleid hebben tot veel lagere subsidievoorschotten. En ook bij de SDE+-regeling zijn terugbetalingen op te hoge voorschotten die subsidieontvangers hebben ontvangen verrekend met de in 2022 verstrekte voorschotten. Het volledige bedrag van de onderuitputting is in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

Tabel 30 Begroting/realisatie begrotingsreserve Duurzame Energie (bedragen x € 1.000

 
 

Ontwerpbegroting

Najaarsnota

Realisatie

Verschil

SDE

687.400

162.000

204.728

42.728

SDE+

2.585.508

706.035

666.705

  • 39.330

Waarvan SDE+-regeling

2.229.208

436.000

434.089

  • - 
    1.911

Waarvan flankerend beleid SDE+

28.000

12.000

3.819

  • - 
    8.181

Waarvan flankerend beleid WOZ

175.300

46.060

16.822

  • - 
    29.238

Waarvan TenneT aanleg net op zee

153.000

211.975

211.975

0

SDE++

76.855

93.290

1.488

  • - 
    91.802

Waarvan SDE++-regeling

36.855

13.290

1.488

  • - 
    11.802

Waarvan statistische overdracht

40.000

80.000

-

  • - 
    80.000

HER+

42.140

32.262

29.610

  • - 
    2.652

ISDE

130.000

285.000

249.518

  • 35.482

Storting in reserve DE

66.333

2.400.389

2.626.555

226.166

Totaal

3.588.236

3.678.976

3.778.604

99.628

Tabel 30 geeft de verschillen tussen de Ontwerpbegroting, de Najaarsnota en de uiteindelijke realisaties weer. De hogere realisatie bij de uitgaven wordt gecompenseerd door een vrijwel even grote hogere ontvangst aan terugbetaalde subsdievoorschotten.

Caribisch Nederland

Vooral de verduurzaming van de elektriciteitsopwekking op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius (zie bij Verplichtingen) heeft in 2022 geleid tot € 28,7 mln aan hogere kasuitgaven.

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

De kasmiddelen horend bij de ophoging van het SCE-budget in 2022 (amendement Boucke c.s. Kamerstuk 35 300-XIM, nr.16 stonden nog niet in het juiste ritme, de uitfinanciering van een SCE-beschikking strekt zich uit over 15 jaar. Deze middelen zijn met een kasschuif in het juiste ritme gezet en zijn daarom niet in 2022 tot besteding gekomen. Daarnaast speelde een vertraging in de uitbetaling van de kasmiddelen uit de SCE-openstelling in 2021.

Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM)

De SVM is in juli 2022 tijdelijk stopgezet omdat er signalen waren van oneigenlijk gebruik van de regeling. Hierdoor is ook het beschikbare kasbudget voor een groot deel niet besteed, de lagere realisatie bedraagt € 17,2 mln. Op basis van het amendement-De Jong c.s. is van de onderuitputting € 11,5 mln naar het SDE++-budget geschoven, zodat dit bedrag meeloopt in de storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie en in 2023 door een onttrekking aan de reserve weer voor de SVM beschikbaar komt.

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

Voor de regeling Compensatie Energieverbruik Kleinverbruikers 2022 is in het najaar van 2022 met een ISB budget toegevoegd aan de EZK-begroting (zie bij Verplichtingen). Op de regeling is in 2022 een totaalbedrag van € 3.123,6 mln uitbetaald.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 Ook voor het Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers in 2023 is bij 10e ISB budget toegevoegd aan de EZK-begroting. In de kasraming voor 2022 was rekening gehouden met een bevoorschotting op de aan energieleveranciers af te geven subsidies van € 1.451 mln. Uiteindelijk is hierop slechts € 370 mln bevoorschot, omdat het merendeel van de subsidieaanvragen pas begin 2023 is ingediend. Op basis van de ingediende aanvragen in december 2022 zijn door RVO.nl ook de eerste maandelijkse voorschotten uitgekeerd.

Leningen

Lening EBN voor vullen gasopslag Bergermeer

Op de lening aan EBN voor het vullen van de gasopslag Bergermeer is uiteindelijk van de toegezegde € 2,3 mld slechts € 1 mld bevoorschot. Een lager bedrag volstond omdat de gasprijzen in het laatste kwartaal van 2022 fors daalden en marktpartijen meer bijdroegen aan het vullen van de gasopslag, zodat het dynamische vuldoel van EBN daalde. De lening is eind 2022 in zijn geheel terugbetaald (zie bij Ontvangsten).

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

De lagere realisatie op dit onderdeel is met name veroorzaakt doordat een budget van € 14,2 mln verschoven is naar de Regeling Toezicht Energiebe-sparingsplicht (zie bij Bijdrage aan medeoverheden).

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Aan uitvoeringskosten van RVO.nl is in 2022 in totaal € 26,3 mln meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Deze hogere uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt door:

  • Overheveling door BZK van budget (€ 6,2 mln) voor de uitvoering van de MOOI/Gebouwde omgeving, de DEI+/Aardgasvrije wijken en het Expertisecentrum Warmte (ECW).
  • Overheveling vanuit artikel 2 (€ 2,5 mln) voor de uitvoering van de TSE-Industrie, de DEI+-Industrie en voor de ondersteuning van PIDI-projecten.
  • Toevoeging vanuit het Klimaatfonds (€ 5 mln) om bestaande budgettaire knelpunten in de uitvoering van klimaatregelingen te dekken.
  • Overheveling vanuit andere beleidsbudgetten op artikel 4 om resterende budgettaire knelpunten in de uitvoering te dekken.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Doorsluis COVA-heffing

In 2022 is er minder aan COVA-heffing ontvangen dan geraamd (zie bij Ontvangsten), omdat er door de hogere brandstofprijzen in 2022 minder is getankt aan de pomp dan verwacht. Hierdoor is er ook minder aan ontvangsten aan de Stichting COVA uitbetaald.

Bijdragen aan medeoverheden

Regeling Toezicht Energiebesparingsplicht

Het voor de Regeling Toezicht Energiebesparingsplicht benodigde budget is in 2021 in eerste instantie toegevoegd aan het budget voor Onderzoek en opdrachten (zie bij Opdrachten). In 2022 is dit gehele budget voor de jaren 2022 tot en met 2026 (totaal € 56 mln) verschoven naar de post Regeling Toezicht Energiebesparingsplicht. Op het voor 2022 beschikbare budget is uiteindelijk € 10,7 mln betaald.

Stortingen begrotingsreserves

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie De volledige onderuitputting op de voor de SDE, SDE+, SDE++, HER+ en ISDE beschikbare budgetten (€ 2.626,6 mln) is aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie toegevoegd.

Ontvangsten

Ontvangsten COVA

Zie voor een toelichting op de lagere ontvangsten Doorsluis COVA-heffing onder Bijdrage aan ZBO's en RWT's.

Opbrengst heffing ODE (SDE+)

Op de ODE is in 2022 € 133,9 mln meer aan heffingsopbrengsten ontvangen dan oorspronkelijk begroot. 2022 is het laatste jaar dat er nog ODE geheven wordt, vanaf 2023 is de ODE opgegaan in de Energiebelasting (EB).

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie Zoals in het coalitieakkoord van het kabinet Rutte-IV is afgesproken is in totaal € 1.572 mln aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie onttrokken en toegevoegd aan het SDE++-budget. Daarnaast is € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen in 2022 van het amendement-Sienot (ophoging SCE-regeling met € 67 mln naar € 100 mln).

ETS-Ontvangsten

Aan ETS-ontvangsten is in 2022 € 235,9 mln meer gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Voor de ETS-ontvangsten is bij Ontwerpbegroting een inschatting gemaakt op basis van de verwachte prijs van CO2-emissie-rechten. Omdat de gemiddelde prijs van CO2-emissierechten in 2022 hoger was dan waar bij Ontwerpbegroting vanuit werd gegaan, zijn er in 2022 meer ontvangsten gerealiseerd.

Diverse ontvangsten

Het bedrag aan diverse ontvangsten is € 105,4 mln hoger dan begroot, omdat ontvangers van SDE- en SDE+-subsidie in 2022 voorschotten die in 2021 en eerder uitbetaald waren hebben teruggestort naar RVO.nl.

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

Bij het verstrekken van de lening aan EBN werd ervan uitgegaan dat de lening in 2023 zou worden afgelost. De lening is echter (met rente) al in december 2022 door EBN terugbetaald.

Ontvangsten tenders Wind op Zee

Voor wind op zee is in totaal € 63,5 mln aan ontvangsten gerealiseerd waar bij Ontwerpbegroting geen rekening mee gehouden was. Dit betreft de opbrengst van de in 2022 uitgeschreven tender voor het windpark Hollandse Kust West (kavel 7). Deze ontvangst werd eigenlijk pas in 2023 verwacht.

Toelichting op de begrotingsreserves

 

Tabel 31 Stand begrotingsreserves per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

   

Waarvan juridisch verplicht

Begrotingsreserve Aardwarmte

18.056

100%

Begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie

5.029.599

100%

Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen

6.600

0%

Tabel 32 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2022    18.056

  • Storting - Onttrekking

Stand per 31/12/2022    18.056

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor deze regeling meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten en uitgaven op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2022 zijn er geen nieuwe verlies-declaraties op basis van de garantieregeling bij RVO.nl ingediend en zijn ook geen nieuwe garanties afgegeven, zodat er ook geen provisie-inkomsten zijn geweest..

Uit het toetsingskader van de garantieregeling Aardwarmte blijkt dat, gelet op het risicoprofiel van de aardwarmtegaranties (tussen de 1,4% kans op volledige en 7,6% op gedeeltelijke mislukking), de huidige omvang van de begrotingsreserve samen met de over de verstrekte garanties te ontvangen provisies (7%) ruim voldoende is om de komende jaren een gemiddeld garantieplafond van € 44,2 mln per jaar mogelijk te maken. Gelet op de uitstaande garanties en het genoemde risicoprofiel is de gehele reserve benodigd om mogelijke verliesdeclaraties op te kunnen vangen en is daarmee voor 100% juridisch verplicht.

 

Tabel 33 Begrotingsreserve Duurzame Energie en (bedragen x € 1.000)

Klimaattransitie

Stand 1/1/2022

3.979.230

  • Storting

2.626.555

  • Onttrekking
  • 1.576.186

Stand per 31/12/2022

5.029.599

De begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling voor duurzame energieproductie of CO2-reductie. Het gaat hier om middelen ten behoeve van de MEP, SDE, SDE+, SDE++, ISDE en de HER+. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2022 is € 2.626,6 mln in de reserve gestort en € 1.576,2 mln aan de reserve onttrokken, zodat het saldo van de reserve met € 1.050,4 mln is toegenomen.

 

Tabel 34 Specificatie stortingen/onttrekkingen begrotingsreserve Duurzame Energie

en Klimaattransitie

 

(bedragen x € 1 mln)

                       
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal

Juridisch verplicht

SDE+

59

134

204

282

281

523

903

1.146

125

2.577

6.234

100%

SDE++

               

0

92

92

100%

MEP

23

16

2

0

34

  • 2

0

0

0

0

73

0%

SDE

143

220

297

191

63

16

91

107

  • 78
  • 43

1.008

100%

Onttrekking reserve t.b.v. ophoging ISDE-MKB (amendement-Mulder)

             
  • 100
 

0

  • 100

100%

Onttrekking reserve t.b.v. financiering Urgenda 2.0-pakket

             
  • 63
  • 236
 
  • 299

100%

Onttrekking reserve op basis van Regeerakkoord Rutte-IV

                 
  • 1.572
  • 1.572

100%

Onttrekking t.b.v. financiering ophoging SCE (amendement Sienot)

               
  • 4
  • 4
  • 9

100%

tijdelijke onttrekking

0

0

  • 20
  • 77
  • 77
  • 73
  • 78
  • 73
   
  • 398

100%

Totaal

225

370

483

396

301

464

916

1.017

  • - 
    193

1.050

5.030

100%

Eind 2022 bedraagt de stand van de reserve € 5.030 mln. Daarvan is 100% juridisch verplicht. Bij de huidige inzichten is de in de meerjarencijfers beschikbare uitgavenruimte voorlopig toereikend voor de kasuitloop van de afgegeven beschikkingen.

 

Tabel 35 Ontwikkeling begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2022

3.979,2

  • Geplande onttrekking 2022-2035 (ophoging budget postcoderoosregeling/ amendement-Sienot)
  • 59,0
  • Geplande onttrekking 2023-2028 (toevoeging aan SDE+-budget)
  • 1.700,0
  • Onttrekking 2022 (toevoeging aan SDE+-budget in kader van coalitieakkoord Rutte-IV)
  • 1.572,0
  • Storting 2022 (terugboeken tijdelijke onttrekking 2015)1

2.626,6

Resterend voor SDE/SDE+/SDE++-beschikkingen

3.274,8

1 De tijdelijke onttrekkingen 2016 t/m 2020 zijn niet teruggestort in de reserve, maar zijn bij 1e suppletoire begroting 2022 toegevoegd aan het SDE++-budget in de jaren 2022 tot en met 2026.

Tabel 36 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2022    6.600

Stand per 31/12/2022    6.600

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als NRG - al dan niet tijdelijk - (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de in 2014 afgesloten leningsovereenkomst. De lening heeft een looptijd tot 1 juli 2023.

Deze reserve betreft uitsluitend een zekerstelling binnen de rijksbegroting. Derden kunnen geen beroep op deze middelen doen en daarmee zijn de middelen op deze reserve niet juridisch verplicht.

In onderstaande tabel wordt weergegeven wat de realisatie is van de middelen die vanuit het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en de CO2-reducerende maatregelen beschikbaar zijn gesteld en correspondeert met de tabel zoals deze is opgenomen in de Ontwerpbegroting 2022. De tabel is met ingang van de Ontwerpbegroting 2023 gewijzigd in overzicht van alle klimaatuitgaven van de bij het Klimaatakkoord betrokken departementen (EZK, LNV, BZK, lenW en FIN). In antwoord op het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de overzichten van de klimaatuitgaven in de begroting, de Klimaatnota en de Miljoenennota zal in de Ontwerpbegroting 2024 een verbeterslag gemaakt worden op basis van heldere criteria wat klimaatuitgaven zijn.

Tabel 37 Overzicht maatregelen1 ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en CO2-reducerende maatregelen (uitvoering van het Urgenda-vonnis) (bedragen x € 1.000)

 
 

Realisatie

2018

Realisatie

2019

Realisatie

2020

Realisatie

2021

Realisatie

2022

Begroting

2022

Verschil

ELEKTRICITEIT

2.376.235

2.586.066

3.278.681

2.877.527

3.942.589

3.752.623

189.966

MEP (EZK, art. 4)

25.492

1.515

429

   

0

0

SDE (EZK. art. 4)

615.295

559.025

587.388

604.440

204.728

687400

  • 482.672

SDE+ incl. flankerend beleid en Net op Zee (EZK, art.4)

486.646

706.742

1.192.654

1.932.881

666.705

2.585.508

  • 1.918.803

SDE++ (EZK, art. 4)

     

120

1.488

68.000

  • 66.512
 

Realisatie

2018

Realisatie

2019

Realisatie

2020

Realisatie

2021

Realisatie

2022

Begroting

2022

Verschil

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (EZK, art. 4)

     

19

496

10.519

  • 10.023

Storting in begrotingsreserve duurzame energie (EZK, art. 4)

537.740

993.682

1.253.716

66.333

2.626.555

66.333

2.560.222

InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (EZK, art.4)

69.864

84.368

101.383

112.141

249.518

130.000

119.518

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) (EZK, art. 4)

63.400

57.589

40.675

54.508

59.862

60.135

  • 273

Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) (EZK, art. 4)

28.193

42.139

33.605

53.144

71.256

75.963

  • 4.707

Hernieuwbare Energietransitie (HER+) (EZK, art. 4)

30.665

26.535

38.427

25.539

29.610

42.140

  • 12.530

Kernenergieprojecten (EZK, art. 4)

       

1.000

0

1.000

Maatregelen CO2-reductie (EZK, art. 4)

 

82.500

303

   

0

0

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie (EZK, art. 4)

500.000

11.000

     

0

0

Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten MEP/SDE/ SDE+/SDE++/ISDE/HER+ (EZK, art. 4)

18.940

20.971

30.101

28.402

31.371

26.625

4.746

 

INDUSTRIE

38.333

60.896

157.227

239.308

189.671

240.579

  • - 
    50.908

Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art.

2)

       

59.802

81.600

  • 21.798

Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art.

4)

36.895

40.313

110.083

172.739

0

0

0

Verduurzaming industrie (EZK, art. 2)

 

12.588

4.844

9.149

45.3802

23.936

21.444

Urgenda en industrie (EZK, art. 2)

   

9.982

27.494

903

35.300

  • 35.210

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI.

EZK, art. 2)

     

4.832

2854

13.500

  • 13.215

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI.

EZK, art. 4)

       

1.039

0

1.039

Opschalingsinstrument waterstof (EZK, art.

4)

         

4.000

  • 4.000

Transport waterstof (backbone) (EZK, art. 4)

         

0

0

IPCEI Waterstof (EZK, art. 4)

       

45

0

45

Stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel en circulaire economie (IenW, art. 21, via DEI+)

 

1.409

16.033

5.467

7.629

10.763

  • 3.134

Chemische recycling (IenW, art. 21)

     

2.700

0

0

0

Circulaire maatregelen in de Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 21)

       

0

0

0

Innovatieregeling bouw Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 12)

   

5.000

 

0

0

0

Maatregelen in de Grond, Weg en

Waterbouw (IenW, art. 21)

   

1.000

2.000

2.000

2.000

0

Ketenaanpak (IenW, art. 21)

   

3.000

3.000

5.000

5.000

0

Klimaatneutraal en circulair inkopen en aanbesteden (IenW, art. 21)

   

1.000

2.000

3.000

3.000

0

Kunststof- en textielrecycling (IenW, art. 21)

     

3.000

4.000

4.000

0

Subsidieregeling circulaire ketenprojecten (IenW, art. 21)

     

3.000

5.1245

0

5.124

Stimuleringsprogramma recycling (IenW, art. 21)

       

200

0

200

CCS, leningdeel (EZK, art. 4)

       

53.400

53.400

0

CCS, subsidiedeel (EZK, art. 4)

1.438

6.586

6.285

3.927

2.677

4.080

  • 1.403
 

GEBOUWDE OMGEVING

173.310

209.867

486.013

372.985

274.938

400.603

  • - 
    125.665

Aardwarmte (SCAN-programma EBN) (EZK, art. 4)

21.000

20.000

15.000

15.000

17.500

17500

0

Expertisecentrum Warmte (EZK, art. 4)

 

1.286

4.012

4.421

520

0

520

WarmtelinQ, subsidiedeel (EZK, art. 4)

 

15.000

 

12.000

56.012

50.000

6.012

 

Realisatie

2018

Realisatie

2019

Realisatie

2020

Realisatie

2021

Realisatie

2022

Begroting

2022

Verschil

WarmtelinQ, leningdeel (EZK, art. 4)

         

0

0

Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) (EZK, art. 4)

         

0

0

NGF-project NieuweWarmteNu! (EZK. Art. 4)

         

0

0

Storting in begrotingsreserve aardwarmte (EZK, art. 4)

 

420

 

557

 

0

0

Garantieregeling Aardwarmte (EZK, art. 4)

1.019

 

4.475

   

0

0

Revolverend fonds EGO (BZK, art. 4)

25.000

       

0

0

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) (BZK, art. 4)

 

18.000

     

0

0

Bijdragen aan agentschappen (BZK, art. 4)

3761

5813

6.336

3.514

3.681

5.012

  • 1.331

Energiebesparing huursector STEP (BZK, art. 4)

105676

134309

101.656

18.225

10.636

18.951

  • 8.315

Beleidsprogramma Energiebesparing (Subsidies en opdrachten) (BZK, art. 4)

6.923

       

0

0

Energietransitie en duurzaamheid (Subsidies en opdrachten) (BZK, art. 4)

3935

8090

15.701

19.385

16.882

10.598

6.284

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders (RVO.nl)

(BZK, art. 4)

8

     

0

0

0

Uitvoeringskosten medeoverheden lokale energietransitie en RES aanpak (BZK art. 4)

       

9.705

22.500

  • 12.795

Revolverend fonds Energiebesparing verhuurders (BZK, art. 4)

2.640

     

0

0

0

Energiebesparing Koopsector SEEH (BZK, art. 4)

3348

3664

2.490

12.326

7.003

12.790

  • 5.787

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Innovatieprogamma CO2 (BZK art. 4)

         

9.0526

  • 9.052

GF aardgasvrije wijken (PAW) (BZK, art. 4)

   

80.585

54.677

62.626

55.000

7.626

Regionale energiestrategie (RES) Gemeentefonds (BZK, art. 4)

         

50.0007

  • 50.000

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) (BZK, art. 4)

   

28.796

13.986

3.773

26.000

  • 22.227

Renovatieversneller klimaatakkoord (BZK, art. 4)

     

2.633

1.000

9.000

  • 8.000

Verduurzaming en ontzorging maatschappelijk vastgoed (BZK, art. 4)

   

8.000

15.317

0

0

0

Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH+) en Programma reductie energieverbruik (PRE) (BZK, art. 4)

 

3285

146.898

77.808

0

0

0

Programma regeling reductie energieverbruik Wonen (RREW) (BZK, art. 4)

( koop en huur) bijdrage aan medeoverheden

   

5.064

95.736

0

0

0

Warmtefonds (BZK, art. 4)

   

67.000

27.400

85.600

114.200

  • 28.600
 

MOBILITEIT

5.997

21.821

86.513

75.819

111.241

98.525

12.716

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (EZK, art. 4)

860

1.392

2.834

4.890

3.307

7.075

  • 3.768

Elektrisch rijden (EZK, art. 4)

232

42

     

0

0

Elektrisch rijden (IenW, art. 19)

800

       

0

0

Elektrisch rijden (IenW, art. 21)

1861

       

0

0

Elektrisch rijden (IenW, art. 14)

 

1498

800

   

0

0

Lean and Green Personal Mobility (IenW, art.

14)

         

0

0

Meerjaren bewustwordingscampagne «Hopper» (IenW, art. 14)

35

       

0

0

Organisatiekosten Green Deal Autodelen (IenW, art. 14)

67

30

50

   

0

0

 

Realisatie

2018

Realisatie

2019

Realisatie

2020

Realisatie

2021

Realisatie

2022

Begroting

2022

Verschil

Nationale benchmark duurzame mobiliteit (lenW, art. 14)

42

42

     

0

0

Diverse beleidsonderzoeken duurzame mobiliteit (lenW, art. 14)

50

50

50

   

0

0

Werkgeversaanpak mobiliteit (lenW, art. 14)

50

54

100

   

0

0

Demonstratieregeling Klimaattechnologie -Klimaatenveloppe 2019 (lenW, art. 14)

 

16.823

13.700

12.106

 

0

0

Laadinfrastructuur - Klimaatenveloppe 2019 (lenW, art. 14)

   

15.000

   

0

0

Duurzame energiedragers zero-emissiebussen (lenW, art. 14)

   

2.146

1.683

5.935

11.700

  • 5.765

Duurzame energiedragers tankinfra (lenW, art. 14)

   

1.140

526

2.435

5.000

  • 2.565

Duurzame logistiek (lenW, art. 14)

   

4.835

10.564

9.834

15.000

  • 5.166

Verduurzaming personenmobiliteit (lenW, art. 14)

   

7.800

1.899

2.487

10.000

  • 7.513

Klimaatakkoord: Elektrisch Vervoer (lenW, art. 14)

   

2.899

3.972

4.160

6.000

  • 1.840

Klimaatakkoord: nieuwe elektrische auto's (lenW, art. 14)

   

7.261

11.159

28.830

9.000

19.830

Klimaatakkoord: 2e hands elektrische auto's (lenW, art. 14)

   

6.168

12.475

19.482

9.000

10.482

Klimaatakkoord: Bestel en Vracht (lenW, art.

14)

   

120

6.579

34.299

25.000

9.299

Aanvulling klimaatakkoord: Fietsparkeren (lenW, art. 13)

         

750

  • 750

Maatregelen in de Grond-Weg- en

Waterbouw (lenW, art. 21)

 

1.000

16.500

7.500

 

0

0

Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (lenW, art. 19)

2000

       

0

0

Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (lenW, art. 14)

 

836

464

1.131

42

0

42

Campagne het nieuwe rijden (lenW, art. 14)

   

200

773

 

0

0

Versterken overige gedragsmaatregelen, monitoring en evaluatie (lenW, art. 14)

 

54

1.946

561

429

0

429

Bijdrage RWS (lenW, art. 21)

   

2.500

   

0

0

 

LANDBOUW EN LANDGEBRUIK

18.390

22.257

152.666

418.991

267.890

398.782

  • - 
    130.892

lnnovatieagenda Energie (LNV, art. 21)

3.010

5.956

5.761

17.225

11.296

8.503

2.793

Marktintroductie energie innovaties (MEl) (LNV, art. 21)

4.471

3.130

3.764

7.879

2.764

5.889

  • 3.125

Energie-efficiency glastuinbouw (EG) (LNV, art. 21)

4.233

4.421

9.367

17.258

46.781

16.275

30.506

Subsidieregeling sanering varkenshouderijen + SPUK (LNV, art. 21)

   

25.137

189.690

51.7248

70.000

  • 18.276

Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (LNV, art. 21)

   

2.049

13.748

10.002

15.853

  • 5.851

Geïntegreerde aanpak methaan en

   

12.355

2.034

6.626

7.580

  • 954

ammoniak via voer- en dierspoor (LNV, art. 21) pilots en demo's en randvoorwaarden voor verdienmodel klimaatvriendelijke producten

 

Brongerichte maatregelen pilots en demo's (LNV, art. 21)

   

3.400

4.600

 

0

0

Bodem (bodemkoolstof) en klimaatadaptatie (LNV, art. 21)

349

420

1.378

2.094

1.606

4.428

  • 2.822

Kunstmestvervanging (LNV, art. 21)

       

0

3.000

  • 3.000

Advisering ondernemers ikv kringlooplandbouw (LNV, art. 21) en tegengaan voedselverspilling (LNV, art. 21)

     

5.235

5.082

4.227

855

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

 

Randvoorwaarden voor verdienmodel / klimaatvriendelijke producten (LNV, art. 21)

   

2.000

   

0

0

Kringlooplandbouw (LNV, art. 21)

 

92

659

167

 

0

0

Voedselverspilling, biomassa en reststromen (LNV, art. 21)

5004

5294

5.235

4.822

 

0

0

Versterken bomen, bos, natuur (LNV, art. 22)

1.323

2.944

4.795

0

4.288

5.122

  • 834

Aanpak veenweideproblematiek en impuls veenweidegebieden (LNV, art. 22)

   

76.295

59.239

6.251

8.652

  • 2.401

Middelen Gerichte Opkoop rond Natura2000-gebieden (LNV, art. 22)

   

471

95.000

121.4709

249.253

  • 127.783
 

SECTOROVERSTIJGENDE EN OVERIGE MAATREGELEN

332.442

279.004

242.942

316.390

537.603

347.001

190.602

MJA3 / MEE / Uitvoeringsprogramma Energiebesparing (EZK, art. 4)

3.799

3.281

3.260

2.959

1.273

2.368

  • 1.095

Regeling toezicht energiebesparingsplicht (EZK, art. 4)

       

10.732

0

10.732

EIA (FIN, fiscaal)

158.000

125.000

144.000

181.00010

290.00010

149.000

141.000

Subsidieregeling Verduurzaming MKB (EZK, art. 4)

     

104

8.424

25.633

  • 17.209

MIA/VAMIL (fiscaal, FIN)

157.400

145.700

90.100

118.700

220.80010

169.000

51.800

Uitvoeringskosten voor RVO.nl voor de ophoging van de MIA en de VAMIL (IenW, art. 21)

   

300

 

1.000

1.000

0

Verbetering en optimalisatie industriele wasproces van plastic verpakkingen (IenW, art. 21)

     

1.498

374

0

374

Textiel vervezeling (IenW, art. 21)

     

2.129

 

0

0

Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EZK, art. 4)

7.809

36

32

   

0

0

Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten Energieakkoord/Klimaatakkoord (EZK, art. 4)

5.434

4.987

5.250

10.000

5.000

0

5.000

 

Totaal

2.944.707

3.179.911

4.404.042

4.301.020

5.323.932

5.238.113

85.819

1    De cijfers van de ministeries van LNV, lenW, BZK en Financiën zijn afkomstig van de desbetreffende departementen.

2    Realisatie is inclusief de VEKI-regeling, die in de begroting nog deel uitmaakte van Urgenda en Industrie.

3    Realisatie VEKI is opgenomen bij Verduurzaming Industrie.

4    De lage realisatie wordt verklaard doordat het budget voor PIDI-projecten in 2022 voor het grootste deel is overgeheveld naar artikel 4.

5    De middelen hiervoor zijn bij Nota van Wijziging aan de Ontwerpbegroting toegevoegd.

6    Gehele budget is overgeheveld naar ander departement.

7    Gehele budget is in het Gemeentefonds gestort.

8    Realisatie 2022 is verlaagd door Kasschuif (€ 7,3 mln) en een overheveling naar IenW voor Walstroom (€ 1,0 mln).

9    Realisatie 2022 valt lager uit door kasschuif.

10Voorlopige cijfers van RVO.nl.

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

A.    Algemene doelstelling

De inwoners van Groningen hebben dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, de veilig-heidsbeleving, het goed afhandelen van schade, het uitvoeren van de versterkingsoperatie en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop.

In de begroting 2022 heeft het kabinet aangegeven hieraan te werken langs verschillende sporen:

  • Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld.
  • Goede afhandeling van de negatieve gevolgen van de gaswinning.
  • Een Nationaal Programma om Groningen perspectief te bieden.
  • Het aardbevingsbestendig maken van onveilige gebouwen.
  • Het uitvoeren van de bestuurlijke afspraken.

B.    Rol en verantwoordelijkheid

Met ingang van 2022 zijn de afhandeling van de schade en de uitvoering van de versterkingsoperatie ondergebracht op één begroting. De verantwoordelijkheid is belegd bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Deze heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:

Uitvoeren

  • Het jaarlijks vaststellen van het gaswinningsniveau en het inwinnen van advies hierover bij het SodM en TNO;
  • Het aan de exploitant van het mijnbouwnetwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;
  • Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbe-vingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het ACVG;
  • Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) conform de planning en prioritering in het Meerjarenversterkingsplan (MJVP).

Financieren

  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;
  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;
  • Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma's voor speciale doelgroepen zoals het mkb, agrariërs en erfgoedpartijen.

Regisseren

  • Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schade-afhandeling door het IMG;
  • Het creëren van de randvoorwaarden voor een zo snel mogelijke beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, met behoud van leveringszekerheid;
  • Het creëren van mogelijkheden voor gebruik van geïmporteerd hoogca-lorisch gas in Nederland;
  • Ervoor zorgen dat het Nationaal Programma Groningen (NPG) zo veel mogelijk een programma is van Groningers voor Groningers waarbij de regierol en de uitvoering in de regio zelf is belegd.

Stimuleren

  • Het stimuleren van een rechtvaardige, ruimhartige en doelmatige afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.

C. Beleidsconclusies

Daling gaswinning

Vanwege de gascrisis en de daardoor ontstane risico's voor leveringszekerheid is de wet beëindiging gaswinning Groningen in 2022 niet ingediend bij de Tweede Kamer. Desondanks was het toch mogelijk om met ingang van 1 oktober 2022 de gaswinning in het Groningenveld terug te brengen tot waakvlamniveau. Daarmee is weer een belangrijke stap gezet naar sluiting van het veld. Het is de doelstelling van het kabinet om het veld in 2023 of uiterlijk 2024 te sluiten. Hierbij is de situatie op de internationale gasmarkt een onzekere factor. Het voorstel voor de wet beëindiging gaswinning Groningen zal in het eerste kwartaal van 2023 worden ingediend. Voor het definitief sluiten van het Groningenveld is dit wetsvoorstel niet noodzakelijk, maar wel om de situatie daarna juridisch structureel vast te leggen.

Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (onderdeel schade)

In artikel 20 van de Tijdelijke wet Groningen is vastgelegd dat de wet binnen twee jaar na inwerkingtreding geëvalueerd dient te worden. In september 2022 is het rapport van de door Andersson Elffers Felix uitgevoerde evaluatie opgeleverd en aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 35 250, nr. 45). Het rapport bevat aanbevelingen die zien op eventuele aanpassingen van de Tijdelijke wet Groningen. Deze aanbevelingen worden bestudeerd en in samenhang bezien met andere brede maatschappelijke ontwikkelingen en wensen aangaande de schadeafhandeling in Groningen.

Tijdelijke wet Groningen (wet Versterken)

Het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (wet Versterken) is het afgelopen jaar aanhangig geweest bij de Eerste Kamer, in afwachting op de novelle uitvoerbaarheid. De novelle uitvoerbaarheid is op 13 december 2022 door de Tweede Kamer aangenomen en vervolgens bij de Eerste Kamer ingediend. Na behandeling van het wetsvoorstel en de novelle in de Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zullen deze, indien goedgekeurd, in werking treden.

Schadevergoedingen Groningen

Het IMG handelt schade af die is ontstaan door de gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag Norg. Bij de oprichting in juli 2020 had het IMG enkel een werkwijze voor de afhandeling van fysieke schade aan gebouwen. Sindsdien is aan vergoedingen voor fysieke schade tot eind 2022 meer dan € 1.040 mln uitgekeerd. Hiervan heeft ongeveer € 150 mln betrekking op de in november 2021 gestarte regeling waarbij een vaste vergoeding van € 5000 bij een eerste schademelding wordt uitgekeerd. In september 2020 startte de werkwijze voor waardedaling, waarvoor het IMG tot eind 2022 ongeveer € 490 mln heeft uitgekeerd. In november 2021 kwam daar de vergoeding voor immateriële schade bij, waarvoor tot eind 2022 circa € 52 mln aan vergoedingen is uitgekeerd.

Versterkingsoperatie

De NCG voert de versterkingsoperatie uit. De opgave is groot en de uitvoering is complex. NCG heeft in 2022 ruim 1.000 woningen bouwkundig versterkt. Daarnaast heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) voor ongeveer 3.500 woningen vastgesteld dat deze aan de veiligheidsnorm voldoen. Daarmee heeft de NCG voor 4.500 woningen het versterkings-traject afgerond. Met de gerealiseerde aantallen van de afgelopen jaren voldoen hiermee ruim 8.000 van de oorspronkelijk 27.000 woningen aan de veiligheidsnorm en is de resterende werkvoorraad inmiddels verkleind tot 19.000. NCG heeft hiermee haar doelstellingen uit het jaarplan 2022 gehaald.

Versterkingsoperatie ondergebracht bij EZK

Bij het aantreden van het kabinet is besloten om de schadeafhandeling en versterkingsoperatie onder te brengen bij één ministerie. Als gevolg van dat besluit is er in 2022 een aanzienlijk aantal instrumenten met bijbehorend budget overgeheveld van de BZK-begroting naar artikel 5 van de EZK-begroting.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

 

Tabel 38 Budgettaire gevolgen van

beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)

     
   

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

93.427

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

945.961

9.978.858

 

Uitgaven

80.908

825.004

717.746

1.036.547

11.139.678

947.011

10.192.667

Subsidies

5.536

121.826

33.597

138.100

716.536

0

716.536

Waardevermeerderingsregeling

150

314

33.517

138.020

116.016

0

116.016

Geestelijke bijstand

4.036

111

80

80

40

0

40

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

 

108.385

     

0

0

Instrumentarium Woningmarkt

1.350

13.016

     

0

0

Woonbedrijf

       

3.523

0

3.523

Diverse subsidies versterken

       

71.254

0

71.254

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

       

521.277

0

521.277

Huurderscompensatie

       

112

0

112

Nieuwbouwregeling

       

4.314

0

4.314

Inkomensoverdrachten

0

0

0

0

0

0

0

Tegemoetkoming aan huurders

 

(Schade)vergoeding

7.710

136.572

497.231

606.189

367.875

698.750

  • - 
    330.875

Vergoeding fysieke schade

7.710

136.572

317.544

309.843

269.101

506.250

  • 237.149

Vergoeding waardedaling

   

179.687

295.460

38.435

116.000

  • 77.565

Vergoeding immateriële schade

     

506

55.775

75.000

  • 19.225

Commissie Bijzondere Situaties

     

380

435

1.500

  • 1.065
     

Realisatie

   

Vastge stelde begroting1,2

Verschil

Vastgelopen dossiers

       

206

0

206

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

       

1.072

0

1.072

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

       

2.851

0

2.851

 

Opdrachten

18.540

468.679

2.418

1.805

9.654.904

2.380

9.652.524

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

4.002

2.841

     

0

0

Werkbudgetten

14.538

18.783

2.418

1.805

5.187

2.380

2.807

Versterken

 

84.055

     

0

0

Interim Akkoord met Shell en Exxon

 

363.000

     

0

0

Versterkingsoperatie

       

312.398

0

312.398

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

       

1.867

0

1.867

Versterken industrie

       

50

0

50

Vergoeding Norg akkoord

       

9.335.402

0

9.335.402

 

Bijdrage aan agentschappen

49.122

97.927

180.968

283.206

254.799

239.631

15.168

Bijdrage RVO.nl

47.493

96.400

179.148

281.256

252.551

237.631

14.920

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

1.629

1.527

1.820

1.950

2.248

2.000

248

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

977

1.438

1.050

388

TNO publieke SDRA

     

977

1.438

1.050

388

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

2.200

142.117

2.200

139.917

MKB-programma (bestuurlijke afspraken)

     

2.200

 

2.200

  • 2.200

Nationaal Programma Groningen

       

19.693

0

19.693

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

       

122.424

0

122.424

 

Bijdrage aan (internationale) organisaties

0

0

3.532

4.070

2.009

3.000

  • - 
    991

Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)

   

3.532

2.485

2.009

3.000

  • 991

Commissie Bijzondere Situaties

     

1.585

 

0

0

Ontvangsten

34.185

862.756

336.578

191.193

3.025.192

1.034.281

1.990.911

Ontvangsten NAM fysieke schade

2.397

55.527

168.647

110.034

422.333

490.625

  • 68.292

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

21.568

79.360

93.450

46.333

278.425

226.356

52.069

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

 

150.000

     

0

0

Aardgasbaten

 

577.867

     

0

0

Dividenduitkering EBN

   

35.910

2.789

 

0

0

Dividenduitkering GasTerra

   

3.600

3.600

3.600

4.000

  • 400

Ontvangsten Mijnbouwwet

   

34.812

25.816

1.614.617

55.000

1.559.617

Ontvangsten NAM waardedaling

   

159

948

471.174

190.750

280.424

Ontvangsten NAM immateriële schade

       

545

65.000

  • 64.455

Ontvangsten NCG

10.220

2

     

0

0

Ontvangsten NAM publieke SDRA

     

618

482

1.050

  • 568

Ontvangsten NAM versterken industrie

     

440

238

1.500

  • 1.262

Diverse ontvangsten

     

615

36.301

0

36.301

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

       

172.477

0

172.477

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

       

25.000

0

25.000

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de zesde tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

Tabel 39 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1,2

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

93.427

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

945.961

9.978.858

waarvan garantieverplichtingen

waarvan overige verplichtingen

93.427

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

945.961

9.978.858

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, de zesde tot en met de tiende incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

E. Toelichting op de instrumenten Algemeen

Verplichting en uitgaven Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

Bewoners kunnen bij Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) een subsidie aanvragen tot maximaal € 4.000 voor het verduurzamen van de woning wanneer zij een schadevergoeding van het IMG hebben ontvangen van € 1.000 of meer.

Aanvankelijk was voor deze regeling in 2022 geen budget geraamd omdat de regeling op 1 april 2022 af zou lopen en het bedrag voor de uitvoering tot die datum al in 2021 was bevoorschot aan SNN. In februari 2022 heeft het kabinet echter besloten de regeling tot 1 juli 2022 te verlengen zodat het resterend beschikbare budget volledig benut zou kunnen worden. (Kamerstuk 33 529, nr. 986). Omdat in april 2022 bleek dat het resterende budget al voor 1 juli 2022 uitgeput zou zijn, besloot het kabinet de regeling nogmaals te verlengen tot 1 oktober 2022 en hiervoor € 75 mln beschikbaar te stellen (Kamerstuk 33 529, nr. 1003). Deze € 75 mln is direct aan SNN bevoorschot. In de Voorjaarsnota maakte het kabinet bekend de regeling ook na 1 oktober 2022 voort te willen zetten, maar wel in gewijzigde vorm (Kamerstuk 33 529, nr. 1028). Hiervoor is nog eens € 150 mln vrijgemaakt, bovenop de € 75 mln die reeds in april was aangekondigd. In het najaar van 2022 is vervolgens besloten de regeling nog langer ongewijzigd voort te zetten, namelijk tot 1 juni 2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1061 en Kamerstuk 33 529, nr. 1078). Hiervoor is opnieuw € 42 mln vrijgemaakt. Dit bedrag is direct bevoorschot aan SNN. Daarmee is in 2022 totaal ca. € 116 mln meer uitgegeven dan begroot.

Diverse subsidies versterken

Bij Voorjaarsnota 2022 zijn er middelen voor de versterkingsoperatie overgeheveld van de BZK-begroting naar de EZK-begroting. Vrijwel alle uitgaven op deze post betreffen uitgaven die bij NAM in rekening worden gebracht.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is een aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. Bij de Voorjaarsnota 2022 is er € 632,8 mln overgeheveld van de BZK-begroting naar de EZK-begroting voor de subsidieregelingen uit de bestuurlijke afspraken. Uiteindelijk is er € 521 mln gerealiseerd. Deze middelen zijn aangewend voor een subsidie die mensen ontvangen wanneer zij hun huis laten herbeoordelen en de woningverbe-teringssubsidie. Daarnaast is € 40,5 mln overgeheveld aan woningcorporaties ten behoeve van woningverbetering. Er is verder € 1,1 mln aangewend voor knelpunten.

(Schade)vergoedingen

Vergoeding fysieke schade

Het instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft in 2022 ca. € 237 mln minder uitgegeven aan vergoedingen voor fysieke schade dan begroot. Dit verschil hangt onder andere samen met de implementatie van de vaste vergoeding en een gewijzigd beoordelingskader waardoor de gemiddelde schadevergoedingen lager zijn uitgevallen. Tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022 zijn ca. 54.300 schademeldingen afgehandeld waarvan er ca. 7450 zijn afgewezen. De toegekende schademeldingen hebben een totale omvang van ca. € 269 mln. De schadevergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de regeling voor fysieke schade is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Vergoeding waardedaling

Het IMG heeft in 2022 ca. € 77 mln minder uitgegeven aan vergoedingen voor de waardedalingsregeling dan begroot. Tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022 zijn in totaal ca. 8.300 aanvragen afgehandeld, waarvan er ca. 1.800 zijn afgewezen. De toegekende schademeldingen hebben een totale omvang van ca. € 38 mln. Ten opzichte van de € 296 mln die in 2021 is uitgekeerd voor deze regeling betreft dit een forse daling. Reden hiervoor is dat bijna alle eigenaren inmiddels een vergoeding voor waardedaling hebben aangevraagd en ontvangen. De vergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de waardedalingsregeling is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Vergoeding immateriële schade

Het IMG heeft in 2022 ca. € 19 mln minder uitgegeven aan vergoedingen voor immateriële schade dan begroot. De regeling voor immateriële schade is vanaf 15 november 2021 gefaseerd opengesteld. Tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022 zijn in totaal ca. 51.500 meldingen afgehandeld waarvan er ca. 17600 zijn afgewezen. De toegekende schademeldingen hebben een totale omvang van ca. € 55 mln. De schadevergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de regeling voor fysieke schade is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Opdrachten

Versterkingsoperatie

Bij Voorjaarsnota 2022 zijn er middelen voor de versterkingsoperatie overgeheveld van de BZK-begroting naar de EZK-begroting. In 2022 is er € 312 mln aan uitgaven gerealiseerd in de categorie opdrachten. Dit betreft bijvoorbeeld uitgaven aan de aannemers die huizen versterken. Deze uitgaven worden bij NAM in rekening gebracht.

Vergoeding Norg akkoord

In het Norg akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 850) is afgesproken dat de Staat een vergoeding betaald voor de inzet van gasopslag Norg, waardoor de gaswinning in Groningen sneller naar nul kan. Inmiddels is de uitkomst van de arbitrage inzake deze vergoeding bekend (Kamerstuk 33 529 nr. 997).

De te betalen vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen. In 2022 zijn vergoedingen betaald over gasjaren 2020-2021 en 2021-2022. Samen hadden deze (inclusief btw) een omvang van € 9.335 mln.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Met de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt de uitvoering van de schadeafhandeling door het IMG bekostigd. In 2022 kwam deze bijdrage neer op ca. € 252 mln, wat ca. € 15 mln hoger is dan begroot. Omdat dit bedrag slechts een voorschot betreft, biedt dit geen inzicht in de daadwerkelijke uitvoeringskosten van het IMG. In 2022 heeft het IMG totaal ca. € 224,6 mln aan kosten gemaakt voor de uitvoering van de schadeafhandeling. De uitvoeringskosten van het IMG worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de uitvoeringskosten van het IMG is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Instituut Mijnbouwschade Groningen

In 2022 kwam de bijdrage aan het bestuur van het IMG neer op ca. € 2,2 mln wat ca. € 0,2 mln hoger is dan begroot. Omdat dit bedrag slechts een voorschot betreft, biedt dit geen inzicht in de daadwerkelijke uitvoeringskosten van het IMG bestuur. In 2022 heeft het IMG bestuur totaal ca.

€ 1,9 mln aan uitvoeringskosten gemaakt. Meer gedetailleerde informatie over de uitvoeringskosten van het IMG bestuur is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. In 2022 is er € 19,7 mln uitgekeerd voor de uitvoering van door het NPG goedgekeurde projecten.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze extra kosten worden zij gecompenseerd. Hiervoor is in 2022 € 20,3 mln overgeheveld naar de desbetreffende gemeenten. Daarnaast heeft EZK € 102,1 mln uitgekeerd aan drie gemeenten voor de uitvoering van de zogenoemde batch 1588.

Ontvangsten

Ontvangsten NAM fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Alle kosten voor de schadeafhandeling tot en met 2021 zijn inmiddels doorbelast en betaald door NAM. Daarmee is over 2022 voor fysieke schadevergoedingen totaal een bedrag van ca. € 422 mln ontvangen. Dit betreffen de kosten over Q4 2020 en geheel 2021. Omdat de schaderaming in de 1e suppletoire EZK-begroting van 2022 is bijgewerkt, biedt het verschil ten opzichte van de ontwerpbegroting 2022 (ca. € 68 mln minder ontvangen) geen accuraat inzicht. De kosten voor de schadeafhandeling over 2022 zullen medio 2023 bij NAM in rekening worden gebracht.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Alle kosten voor de schadeafhandeling tot en met 2021 zijn inmiddels doorbelast en betaald door NAM. Daarmee is over 2022 voor de uitvoeringskosten van het IMG totaal een bedrag van ca. € 278 mln ontvangen. Dit betreffen de kosten over Q4 2020 en geheel 2021. Omdat de schaderaming in de 1e suppletoire EZK-begroting van 2022 is bijgewerkt, biedt het verschil ten opzichte van de ontwerpbegroting 2022 (ca. € 58 mln meer ontvangen) geen accuraat inzicht. De kosten voor de schadeafhandeling over 2022 zullen medio 2023 bij NAM in rekening worden gebracht.

Ontvangsten NAM waardedaling

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Alle kosten voor de schadeafhandeling tot en met 2021 zijn inmiddels doorbelast en betaald door NAM. Daarmee is over 2022 voor de uitkeringen voor waardedaling totaal een bedrag van ca. € 471 mln ontvangen. Omdat de schaderaming in de 1e suppletoire EZK-begroting van 2022 is bijgewerkt, biedt het verschil ten opzichte van de ontwerpbegroting 2022 (ca. € 280 mln) geen accuraat inzicht. De kosten voor de schadeafhandeling over 2022 zullen medio 2023 bij NAM in rekening worden gebracht.

Ontvangsten NAM immateriële schade

Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Alle kosten voor de schadeafhandeling tot en met 2021 zijn inmiddels doorbelast en betaald door NAM. Daarmee is over 2022 voor de uitkeringen voor immateriële schade totaal een bedrag van ca. € 0,5 mln ontvangen. Omdat de schaderaming in de 1e suppletoire EZK-begroting van 2022 is bijgewerkt, biedt het verschil ten opzichte van de ontwerpbegroting 2022 (ca. € 64 mln) geen accuraat inzicht. De kosten voor de schadeafhandeling over 2022 zullen medio 2023 bij NAM in rekening worden gebracht.

Ontvangsten Mijnbouwwet

De ontvangsten vanuit de Mijnbouwet waren in 2022 € 1.559,6 mln hoger dan geraamd als gevolg van de gestegen gasprijs.

Diverse ontvangsten

In 2022 is circa € 36 mln meer aan diverse ontvangsten binnengekomen dan geraamd. Dit wordt grotendeels verklaard door een terugontvangst op een bevoorschotting aan RVO op de uitvoeringskosten van het IMG over 2021. Daarnaast bevat deze post ontvangsten die eerder buiten begrotings-verband waren geboekt. Het gaat om een bedrag van € 12,3 mln voor subsidies op projecten die door de NCG worden uitgevoerd.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie worden met een factuur bij NAM in rekening gebracht. In 2022 is er € 172 mln binnengekomen op de EZK-begroting. Dit betreffen facturen die slechts voor een deel door NAM zijn betaald.

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

NAM draagt jaarlijks € 25 mln bij aan het NPG. Meerjarig gaat het om een totaalbedrag van € 500 mln. Deze bijdrage loopt mee in de uitkering van EZK aan het NPG.

Tabel 40 Kengetallen aardgasbaten

 

Kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

  • 1. 
    Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm3)1

26 mld Nm3

24 mld Nm3

22 mld Nm3

20 mld Nm3

18 mld Nm3

16 mld Nm3

15 mld Nm3

13 mld Nm3

13 mld Nm3

11 mld Nm3

  • 2. 
    Aantal boringen exploratie onshore en offshore1

9

21

16

4

6

5

4

3

2

4

  • 3. 
    Aantal boringen productie onshore en offshore1

18

32

17

16

8

7

7

9

7

3

  • 4. 
    Gewonnen volume aardgas Groningenveld (in Nm3)1

54 mld Nm3

42 mld Nm3

28 mld Nm3

28 mld Nm3

24 mld Nm3

19 mld Nm3

15 mld Nm3

8 mld Nm3

6 mld Nm3

5 mld Nm3

  • 5. 
    Gewonnen volume aardgas totaal (in Nm3)1

80 mld Nm3

66 mld Nm3

50 mld Nm3

48 mld Nm3

42 mld Nm3

35 mld Nm3

30 mld Nm3

21 mld Nm3

19 mld Nm3

16 mld Nm3

  • 6. 
    Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3)2

26,0

21,3

19,8

13,6

16,6

21,5

14,9

9,1

37,8

127,6

1    Bron: Voorlopige cijfers van TNO.

2    Bron: Gasterra

  • 5. 
    Niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (directoraten-generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM36, CPB en SodM). De uitgaven externe inhuur, de uitgaven aan ICT en bijdragen aan shared service organisaties (SSO's) zijn apart inzichtelijk gemaakt. Tevens bevat dit artikel onder SSO DICTU de realisatiegegevens voor de bijdrage aan agentschappen voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

 

Tabel 41 Apparaatsuitgaven

Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)

   
   

Realisatie

 

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

297.577

298.069

294.990

304.961

466.055

302.285

163.770

 

Uitgaven

297.577

298.069

294.990

304.961

466.055

302.285

163.770

Personele uitgaven

eigen personeel

165.163

179.851

190.717

199.337

325.740

192.163

133.577

inhuur externen

20.279

19.506

15.989

14.641

16.985

10.048

6.937

overige personele uitgaven

18.317

15.600

13.030

12.345

7.692

8.164

  • - 
    472
 

Materiële uitgaven

ICT2

3.200

8.284

13.812

2.807

1.965

18.829

  • - 
    16.864

bijdrage aan SSO's

13.914

14.794

13.742

14.066

13.382

13.382

0

DICTU

55.491

32.148

25.527

21.147

20.225

20.200

25

overige materiële uitgaven

21.213

27.886

22.173

40.618

80.066

39.499

40.567

 

Ontvangsten

28.284

26.426

26.126

59.857

104.550

25.294

79.256

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en de buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven Personeel

Eigen personeel

Bij de eerste suppletoire begroting is extra personeelsbudget toegekend voor het eigen personeel van het Ministerie van EZK. Hieronder valt onder andere extra budget naar aanleiding van het coalitieakkoord (€ 8,4 mln).

Daarnaast heeft er tijdens de tweede suppletoire begroting een herverkaveling van het ramingsbudget NCG en het Groningen dossier voor personeelskosten plaatsgevonden, betreft respectievelijk € 102,4 en € 2,4 mln. Verder is er een reeks aan uitvoeringsmiddelen van het klimaatfonds overgekomen (€ 8,8 mln). Ook is er bij de 2e suppletoire begroting nog extra personeelsbudget toegevoegd naar aanleiding van het coalitieakkoord (€ 4,2 mln). Tenslotte is er een loonbijstelling uitgekeerd (€ 3,8 mln).

Inhuur externen

De uitgaven voor externe inhuur zijn in 2022 hoger dan geraamd. Dit komt voornamelijk door de hoge inflatie en er is meer ingehuurd doordat vacatures niet direct konden worden ingevuld vanwege deze krapte op de arbeidsmarkt

Materieel

ICT

De uitgaven voor ICT vallen lager uit dan geraamd. Dit komt met name door minder ICT projecten.

Overige materiële uitgaven

De overige materiële uitgaven zijn hoger dan geraamd. Dit komt onder andere door de herverkaveling van de materiele kosten van NCG (€ 28 mln), uitvoering van een klimaatcampagne door de Directie Communicatie (€ 4,3 mln) en toevoeging van prijsbijstelling (€ 3,8 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De realisatie op de ontvangsten van het apparaat van EZK is € 79 mln hoger dan geraamd. Dit komt met name door de herverkaveling van het ramings-budget van NCG. Tijdens de 2e suppletoire begroting is er ontvangstbudget toegevoegd aan artikel 40, hiervan is er € 55 mln van gerealiseerd in 2022. Verder heeft er een afroming het eigen vermogen van DICTU (€ 17,1 mln) plaatsgevonden.

Tabel 42 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/ Rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1.000)

 
     

Realisatie

   

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Totaal apparaatsuitgaven

Ministerie

297.577

298.069

294.989

304.961

466.054

302.285

163.769

Kerndepartement (beleid en staf)

202.092

192.549

191.904

199.293

348.668

193.948

154.720

Apparaatsuitgaven diensten:

Centraal Planbureau (CPB)

16.467

17.271

17.305

18.265

17.846

16.898

948

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

65.405

73.092

69.486

68.562

79.882

72.046

7.836

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)

13.613

15.157

16.294

18.841

19.658

19.393

265

 

Totaal apparaatskosten agentschappen

881.774

1.019.206

1.142.480

1.307.753

1.392.980

1.200.010

192.970

Agentschap Telecom (AT)

43.843

48.703

54.297

57.997

64.488

59.931

4.557

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

256.227

271.254

285.625

300.845

318.007

296.507

21.500

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

7.561

8.480

9.164

9.461

10.901

12.235

  • 1.334

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

574.143

690.769

793.394

939.450

999.584

831.337

168.247

 

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

895.645

952.167

938.441

956.785

1.028.330

996.294

32.036

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

185.442

191.355

195.570

200.0112

200.0113

204.289

  • 4.278

Stichting COVA

1.375

1.410

1.435

1.503

1.5033

1.732

  • 229

Raad voor de Accreditatie

14.415

14.374

13.528

13.943

13.531

12.744

787

Bestuur Autoriteit Consument en Markt (ACM)

737

614

632

670

712

802

  • 90

TNO

478.326

513.504

516.453

516.453

559.522

520.699

38.823

Kamer van Koophandel (KvK)

215.350

230.910

210.823

224.205

253.051

256.028

  • 2.977

1    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

2    Het bedrag van 2021 is aangepast. Exclusief voorzieningen, afschrijvingen en rente.

3    De realisatie is opgenomen uit 2021, omdat de realisatie 2022 nog niet bekend is.

Artikel 41 Nog onverdeeld

Dit niet-beleidsartikel bevat de posten prijsbijstelling, loonbijstelling en onvoorzien.

Tabel 43 Nominaal en onvoorzien: opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de vastgestelde

 

1 begroting 2020, realisatie en het verschil (bedragen x € 1.000)

Realisatie

   

Vastgestelde begroting37

Verschil

2018    2019    2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen    0    0    0

0

0

0

0

Uitgaven

0 0 0 0 0

0 0

Loonbijstelling    0    0    0    0    0    0    0

programma apparaat

Prijsbijstelling    00000    00

programma apparaat

Onvoorzien    0    0    0    0    0    0    0

Ontvangsten    0    0    0    0    0    0    0

  • 6. 
    Bedrijfsvoeringsparagraaf

Inleiding

In de bedrijfsvoeringparagraaf (BVP) wordt verslag gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering. De informatie opgenomen in de BVP is tot stand gekomen vanuit het departementale management control systeem en informatie uit audits van de Auditdienst Rijk (ADR). Deze paragraaf omvat drie elementen:

  • 1. 
    uitzonderingsrapportage voor vier onderdelen: (a) rechtmatigheid, (b) totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie, (c) begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering en (d) overige aspecten van de bedrijfsvoering;
  • 2. 
    rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen en
  • 3. 
    belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.
  • 1. 
    Uitzonderingsrapportage voor vier onderdelen
  • a. 
    Rechtmatigheid

Vanuit de bij het Ministerie van EZK bekende informatie zijn er fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie die gerapporteerd moeten worden.

Inkopen

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is categoriemanager van een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Auditdiensten en Financiële Adviesdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoe-rings-paragraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggings-overeenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten «Inkoopadvies» en (deels) «Auditdiensten» zijn in 2022 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De heraanbestedingen voor de overige twee raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. IenW verwacht dat daarvoor medio 2023 de nieuwe contracten beschikbaar komen. Omdat met name bij de agentschappen van EZK inkopen zijn gedaan onder die nadere overeen-komsten is daar sprake van een overschrijding van de rapporteringstolerantie.

Uit onderstaand overzicht van overschrijdingen blijkt een bedrag aan fouten gerelateerd aan inkopen bij baten-/lastenagentschappen (zie toelichting hierboven) van in totaal € 101.079.138 (kolom 6).

 

Tabel 44 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten

en onzekerheden

   
  • (1) 
    Rapporterings-tolerantie

(2)

  • (3) 
    Rapporte-
  • (4) 
    Bedrag
  • (5) 
    Bedrag
  • (6) 
    Bedrag

(6a) Waarvan

(7)

(7a) Waarvan

 

Verantwoord

rings-

aan fouten in

aan onzeker-

aan fouten en bedrag aan

Percentage

percentage

 

bedrag in € (omvangs-basis)

tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

heden in €

onzekerheden in €

fouten en onzekerheden gerelateerd aan noodmaatregelen in €

aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/ (2)*100%

aan fouten en onzekerheden gerelateerd aan noodmaatregelen t.o.v. verantwoord bedrag = (6a)/ (2)*100%

Samenvattende staat baten-lastenagentschappen

€ 1.421.653.000

€ 28.433.060

€ 101.079.138

€ 0

€ 101.079.138

€ 0

7,11%

nvt

  • b. 
    Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Een klein deel van de niet-financiële indicatoren (NFI's) is niet of nog niet beschikbaar. Voor artikel 2 'Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei' geldt dat de niet opgenomen NFI's nog niet beschikbaar zijn doordat deze zijn opgebouwd uit (internationale) bronnen die ten tijde van het opstellen van het jaarverslag nog niet beschikbaar zijn. Jaarlijks is sprake van deze timelag. Voor artikel 4 'Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering' geldt dat de bron Monitor Klimaatbeleid 2022 is aangepast, waardoor een enkel kengetal op een andere manier gepresenteerd wordt. Deze gewijzigde presentatie zal in de begroting 2024 verwerkt worden. Voor alle kengetallen die gebaseerd zijn op de Monitor Klimaatbeleid 2023 geldt dat de realisatie over 2022 pas in november 2023 bekend zal zijn.

  • c. 
    Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Opvolging aanbevelingen Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer (AR) heeft met haar verantwoordingsonderzoek EZK 2021 van 18 mei 2022 geconcludeerd dat het jaarverslag EZK 2021 aan de gestelde eisen voldoet, met uitzondering van twee onvolkomenheden. Dit betreft (1) het autorisatiebeheer (toegang tot financiële systemen van dienstonderdelen van EZK en (2) het IT-beheer van de applicatie UPNL die RVO gebuikt voor de beoordeling van subsidies. Hierop zijn in 2021 en 2022 verbeteracties uitgezet door (1) het in overleg met dienstonderdelen implementeren van procedures om het risico van ongewenste toegangs-rechten en functievermenging in het financiële systeem beter te beheersen en (2) door het in overleg tussen RVO en de Auditdienst Rijk (ADR) doorvoeren van verbeteringen in UPNL. RVO heeft daarbij de effectieve werking van het IT-beheer voor UPNL aangetoond.

RVO heeft, in het kader van de rechtmatigheid van de TVL-geldstromen, een verbeterplan opgesteld met acties omtrent het aantonen van de ingerichte Interne Beheersing op de TVL en de samenwerking met de ADR. De Interne Auditdienst van RVO heeft de effectieve werking van de Interne Beheersing TVL 2022 vastgesteld. RVO heeft de ADR gedurende het jaar actief meegenomen in ingezette verbeteracties en de lessons learned uit 2021 en 2022. Deze lessons learned worden nu toegepast voor de ingerichte Energieregelingen en de verdere professionalisering van de vastlegging rondom de interne beheersing binnen RVO.

Beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies Het Ministerie van EZK beschikt over een toereikend beleid om de risico's van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van subsidies door begunstigden zo veel mogelijk te beperken. Bestaande maatregelen om misbruik en oneigelijk gebruik van subsidies door begunstigden te bestrijden zijn onder andere: de tijdige opstelling van risicoanalyses M&O met beheersmaatregelen, het opvragen van gegevens zoals die bekend zijn bij andere departementen, het in voorkomende gevallen opvragen van accountants-producten bij subsidieverantwoordingen, het via de fraudesectie van RVO melden van vermoedens van fraude bij het OM en het goed informeren van de Tweede Kamer.

EZK, Financiën en SZW hebben de Tweede Kamer in 2022 tussentijds over de uitvoering van de tijdelijke steunmaatregelen COVID-19 geïnformeerd (zie Kamerstuk 35420 Nr. 513 van 21 oktober 2022 en beantwoording Kamervragen met brief van 27 februari 2023). De focus lag in 2022 vooral op een goede afwikkeling van subsidies verleend in 2020, 2021 en 2022. Een volgende integrale voortgangsrapportage wordt in de eerste helft van 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarnaast geeft RVO via haar  websiteinformatie aan ondernemers over de stand van zaken in de uitvoering van de tijdelijke steunmaatregelen.

Beheersing risico's van fraude, corruptie en belangenverstrengeling Onder interne fraude wordt verstaan een opzettelijke handeling door een of meer medewerkers waarbij, al dan niet in combinatie met derden, gebruik gemaakt wordt van misleiding ten einde een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. Onder corruptie wordt verstaan opzettelijke handelingen die verband houden met het doen van een gift of een belofte, of die via afpersing of toepassing van geweld, een ander beogen te verleiden iets te doen of na te laten.

In 2022 zijn geen materiële interne fraudes en/of corrupties aan het licht getreden die in de bedrijfsvoeringsparagraaf moeten worden vermeld. EZK geeft veel aandacht aan het voorkomen en opsporen van interne fraude en/ of corruptie. Zo beschikt EZK over een vastgesteld integriteitsbeleid, een Beveiligingsautoriteit, zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021 en een BVA-team. Het BVA-team geeft advies, houdt toezicht op de integrale beveiliging en laat analyses en audits uitvoeren. Dienstonderdelen geven in het jaarplan en tussentijdse voortgangsrapportages aan welke grote risico's het dienstonderdeel in de realisatie van de doelen voorziet en hoe deze risico's worden beheerst. Daarnaast worden in de Bestuursraad wekelijks de actuele strategische risico's besproken. Risicomanagement is hiermee verankerd in de departementale P&C-cyclus.

Met periodieke managementverificaties, het toepassen van controle technische functiescheiding en verbijzonderde interne controle bij financiële transacties wordt het risico van interne fraude en daarmee onbetrouwbare informatievoorziening vanuit de administraties van EZK voldoende beheerst.

Daarnaast beschikt EZK over een vastgesteld beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen door derden. EZK heeft dit beleid eind 2022 herzien in verband met wijzigingen die de minister van J&V per 1 oktober 2022 heeft doorgevoerd in de Wet bevordering integriteitsbe-oordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). Met de wijzigingen kunnen overheden geconstateerd misbruik bij andere overheden opvragen, als er aanwijzingen zijn dat de subsidie wordt gebruikt voor criminele activiteiten. Eventuele signalen van mogelijke fraude worden altijd opgevolgd voor nader onderzoek door de fraudesectie van RVO. Middels een jaarlijkse managementverklaring bevestigen hoofden van dienst dat geconstateerde interne fraudes en/of corruptie zijn gemeld bij de directeur FEZ, de SG en de ADR.

Onderdeel van het integriteitsbeleid is voorts het moeten voldoen aan de normen en regels ter voorkoming van eventuele belangenverstrengeling dat kan leiden tot of als doel kan hebben misbruik of oneigenlijk gebruik van (koersgevoelige) informatie door medewerkers en daarmee reputatieschade voor EZK en/of persoonlijke verrijking. Burgers en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat medewerkers van EZK niet bevooroordeeld of partijdig zijn.

EZK voert in samenwerking met de ADR een additioneel onderzoek uit naar het beheer van risico's op het gebied van fraude, corruptie en belangenverstrengeling en verankering daarvan in de departementale P&C-cyclus.

  • d. 
    Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

Het Ministerie van EZK heeft, conform de richtlijnen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, medio februari 2023 een «Beeld integrale beveiliging en privacy 2022» afgegeven waarin de status van de informatiebeveiliging in 2022 is omschreven.

Dit betekent dat EZK voldoet aan de noodzakelijke wet- en regelgeving (VIR, AVG en BIO), een kwaliteitscyclus heeft ingericht voor continue monitoring van de status van integrale beveiliging en privacy en een organisatie heeft ingericht die dit beheert.

  • 2. 
    Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote ICT-projecten

Voorgenomen ICT-projecten van dienstonderdelen (vanaf € 1 mln.) worden voor instemming aan het CIO office van EZK voorgelegd. De Bestuursraad van EZK wordt hierover geïnformeerd. Bij projecten vanaf € 5 mln. wordt de Bestuursraad om instemming gevraagd. Het CIO office consulteert waar nodig de CIO-raad van EZK (en LNV), de CIO-Rijk en/of het adviescollege ICT-toetsing. Daarnaast maakt de CIO-office conform kabinetsafspraken alle lopende grote ICT-projecten (vanaf € 5 mln.) op het Rijks ICT-dashboard openbaar:

  • Bouwkundig Kansrijk Groningen (NCG);
  • Kern Gezond (KvK);
  • MIVSP (Maritiem informatievoorzieningsplatform van DG K&E);
  • Project CRM (Customer Relationship Management bij KvK).

Audit Committee

In 2022 heeft een zelfevaluatie - zoals voorgeschreven in § 6 van de Regeling Audit Committees van het Rijk - plaatsgevonden. Hierin is geconcludeerd dat het AC goed functioneert met daarin een opgaande lijn in de afgelopen jaren. In 2022 heeft het Audit Committee (AC) viermaal vergaderd. Hierbij is onder meer gesproken over de zelfevaluatie, de halfjaarlijkse toezichtrap-portages van FEZ, de voorlopige bevindingen van de ADR, het Herstel- en Veerkrachtplan en de taskforce Verbetering Financieel Beheer. Daarnaast hebben enkele leden van het AC in oktober 2022 een werkbezoek gebracht aan RVO.

Inhuur externen

Het kabinet heeft de norm voor externe inhuur gesteld op maximaal 10% van de personele uitgaven. Het inhuurpercentage 2022 komt uit op 32,1% (2021: 28,9%). De overschrijding wordt veroorzaakt door inhuur DICTU, RVO, en de NCG. Het inhuurpercentage voor EZK over 2022 zonder genoemde diensten komt uit op 10,1% (2021: 8,3%). Het halen van de Roemer-norm is voor DICTU, RVO en de NCG niet realistisch, gezien hun kerntaken, benodigde specifieke expertises, de looptijd van opdrachten met veel tijdelijke (crisis-)regelingen bij RVO en de NCG, pieken in werkzaamheden en de beperkingen van de arbeidsmarkt met veel openstaande vacatures. Met maatregelen zoals het jaarlijks opstellen van een strategisch personeelsplan wordt externe inhuur door genoemde diensten voldoende beheerst (zie ook bijlage 4: Inhuur externen).

  • 3. 
    Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Nieuw organisatiebesluit EZK

Met het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV is onder andere afgesproken om vanaf 2022 de taken van de Nationale Coördinator Groningen (NCG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over te dragen aan EZK. Mede om die reden is per 1 juli 2022 het nieuwe Organisatiebesluit Kerndepartement EZK 2022 vastgesteld. Dit besluit voorziet onder andere in een herstructurering van het directoraat-generaal Klimaat en Energie, een herverdeling van taken bij een aantal directies die vallen onder het directoraat-generaal Bedrijfsleven en Innovatie, de oprichting van het directoraat-generaal voor Economie en Digitalisering en het programma directoraat-generaal Groningen en Ondergrond.

Klimaatfonds

In december 2022 is het wetsvoorstel tot oprichting van het Klimaatfonds als een begrotingsfonds, zoals bedoeld in artikel 2.11 van de CW, ingediend bij de Staten-Generaal. Goedkeuring wordt in 2023 verwacht, zodat met ingang van 2024 verplichtingen en uitgaven ten laste van het begrotingsfonds kunnen worden gedaan. Het wetsvoorstel regelt onder meer de doelstelling van het fonds en de aard van de uitgaven ten laste van het fonds. Dit voorstel wijst de Minister voor Klimaat en Energie als fondsbeheerder aan.

C. JAARREKENING

  • 7. 
    Departementale verantwoordingsstaat

Art. Omschrijving    Vastgestelde begroting (1)1,2    Realisatie (2)    Verschil realisatie en vastgestelde

_begroting (3) = (2) - (1)_

Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten

Totaal    19.063.042    9.836.617    5.559.237    45.886.256    25.908.427    11.180.983    26.823.214    16.071.810    5.621.746

® T3 O)

0 c •§ 0 5 0

  • U) 
    ~0

+3 O) C 0 C 0 £ '•* 0 0 0 £ O Q- 0 "O 0 0

c    E

0 C ™ 111 0 ^

— o

0 0 > o.

(D

2 cn 03 03 -P

-D O

2 03

-- o 2

CD P-

o -o

CD C 1 8 §¦ 3

CO +3 (D "O

-i.

03 'N C Q)

03 ¦r' (D cü -O C/3

'5 £

  • O) 
    (D (D 1--Q CD

(D CD CO 5

CD <D ®

> -o ._2

> ™ c Z co CD 'fj

8 | 2 | +3 ^ 03 03

O P o Q_

C o -Q o

K -O CD c o 03

03 CD 2 N

c ^ O 03 O CD Q_

  • s §¦ 2

"O Q. 03 C 03 03    03

03    03    - -12

E co p 03

”1| "

CD

CD

3 c-E £ o O 0) y-

CO ”0 CO

¦a -g S £

C o -jz; co -2 ^ Q3 03 C/3 Z "O CD

Tabel 46 Samenvattende verantwoordingsstaat 2022 inzake de baten-lastenagentschappen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) (bedragen x € 1.000)

 

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

Realisatie 2021 (4)

Agentschap Telecom

Totale baten

63.706

65.871

2.165

60.703

Totale lasten

63.706

67.907

4.201

60.971

Saldo van baten en lasten

0

  • 2.036
  • 2.036
  • 268
 

Totale kapitaaluitgaven

9.851

9.220

  • 631

5.269

Totale kapitaalontvangsten

5.750

7.692

1.942

5.703

 

Dienst ICT Uitvoering

Totale baten

320.162

352.890

32.728

346.914

Totale lasten

320.162

334.413

14.251

326.014

Saldo van baten en lasten

0

18.477

18.477

20.900

 

Totale kapitaaluitgaven

53.150

54.264

1.114

44.325

Totale kapitaalontvangsten

30.000

18.723

  • 11.277

11.827

Nederlandse

Emissieautoriteit

Totale baten

13.299

11.941

  • 1.358

10.661

Totale lasten

13.299

11.228

  • 2.071

9.863

Saldo van baten en lasten

0

713

713

798

 

Totale kapitaaluitgaven

1.460

3.431

1.971

2.991

Totale kapitaalontvangsten

900

367

  • 533

2.870

 

Rijksdienst voor

       

Ondernemend Nederland

       

Totale baten

841.437

990.951

149.514

973.566

Totale lasten

841.437

1.017.887

176.450

950.790

Saldo van baten en lasten

0

  • 26.936
  • 26.936

22.776

 

Totale kapitaaluitgaven

48.560

43.431

  • 5.129

66.054

Totale kapitaalontvangsten

25.900

39.272

13.372

25.669

Agentschap Telecom (AT)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap AT per 31 december 2022

Nederland is door digitalisering ingrijpend veranderd in de manier waarop wij communiceren en toegang hebben tot diensten en informatie. De digitalisering is in toenemende mate verweven geraakt met bijna alle aspecten van ons dagelijks leven en biedt grote kansen voor de maatschappij en economie. We zien een diepgaande maatschappelijke afhankelijkheid van digitalisering en tegelijkertijd een toename van dreigingen en potentiële verstoringen. De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat maatschappelijke vraagstukken rond de digitale infrastructuur tijdig worden gedetecteerd, risico's worden gesignaleerd en belangen worden beschermd. Aan de digitalisering ligt een infrastructuur ten grondslag, die in toenemende mate digitaal is. Deze digitale infrastructuur is ons werkveld en wij zorgen ervoor dat de digitale infrastructuur beschikbaar, betrouwbaar en veilig te gebruiken is.

Deze jaarverantwoording geeft u het inzicht in de financiële staat van het agentschap.

Tabel 47 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap AT voor het jaar 20221 (bedragen x € 1.000)

Vastgestelde Realisatie (2) Verschil (3) = (2) - Realisatie 2021 begroting (1)2    (1)    (4)

Baten

 
  • Omzet

63.706

65.763

2.057

60.039

waarvan omzet moederdepartement

34.299

35.296

997

33.295

waarvan omzet overige departementen

4.579

5.095

516

4.825

waarvan omzet derden

24.828

25.372

544

21.919

Rentebaten

0

0

0

9

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

108

108

655

Totaal baten

63.706

65.871

2.165

60.703

Lasten

Apparaatskosten

59.931

64.488

4.557

57.997

  • Personele kosten

38.022

42.379

4.357

39.008

waarvan eigen personeel

28.973

32.236

3.263

29.156

waarvan inhuur externen

6.567

8.265

1.698

8.352

waarvan overige personele kosten

2.483

1.878

  • - 
    605

1.500

  • Materiële kosten

21.909

22.109

200

18.989

waarvan apparaat ICT

0

79

79

93

waarvan bijdrage aan SSO's

13.273

17.732

4.459

14.820

waarvan overige materiële kosten

8.636

4.298

  • - 
    4.338

4.076

Rentelasten

100

29

  • - 
    71

34

Afschrijvingskosten

3.600

3.218

  • 382

2.898

  • Materieel

2.000

1.976

  • 24

1.812

waarvan apparaat ICT

0

719

719

645

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

2.000

1.257

  • - 
    743

1.166

  • Immaterieel

1.600

1.242

  • - 
    358

1.087

Overige lasten

75

172

97

42

waarvan dotaties voorzieningen

75

152

77

26

waarvan bijzondere lasten

0

20

20

16

 

Vastgestelde

 

Realisatie (2)

Verschil

(3)

  • (2) -

Realisatie 2021

 

begroting (1)2

   

(1)

   

(4)

 

Totaal lasten

63.

706

67.907

   

4.201

 

60.971

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

 

0

  • - 
    2.036
   
  • - 
    2.036
 
  • - 
    268

Agentschapsdeel Vpb-lasten

 

0

0

   

0

 

0

Saldo van baten en lasten

 

0

  • - 
    2.036
   
  • - 
    2.036
 
  • - 
    268

Mutatie POK/WaU gelden

 

0

1.450

   

1.450

 

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

 

0

  • - 
    586
   
  • - 
    586
 
  • - 
    268

1    Per 1 januari 2023: Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI).

2    Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Toelichting op het saldo van baten en lasten

Het boekjaar 2022 is afgesloten met een verlies na resultaatsbestemming van € 0,6 mln. Dit bedrag komt voor € 0,1 mln voor rekening van Caribisch Nederland en maakt onderdeel uit van de afbouw van de balanspost 'Te verrekenen met CN' (onderdeel van de Overige vorderingen en overlopende passiva). Deze post op de balans van het agentschap geeft het bedrag weer dat met de tarieven voor CN moet worden verrekend.

Het resultaat Agentschap Telecom bedraagt, na verrekening Caribisch Nederland, € -0,5 mln.

Toelichting op de baten

 

Tabel 48 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Structurele bijdragen moederdepartement

Beleidsopdrachten

8.285

8.520

235

7.311

Toezichttaken

18.429

16.916

  • 1.513

17.800

Subtotaal structurele bijdragen

26.714

25.436

  • 1.278

25.111

Incidentele bijdragen

0

0

0

0

Projecten

7.586

9.860

2.274

8.184

Subtotaal projecten

7.586

9.860

2.274

8.184

 

Totaal omzet moederdepartement

34.299

35.296

997

33.295

In 2022 heeft het agentschap ten opzichte van de vastgestelde begroting een hoger aantal projecten (uitgedrukt in omzet) voor beleidsdirecties uitgevoerd, zoals het project 3,5 GHZ. Overige voorbeelden van projecten zijn 2,6 GHz verdeelbeleid en Licensed Shared Access.

Tabel 49 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastge stelde begroting

20221

Realisatie

2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie

2021

Ministerie van Defensie

1.411

1.432

21

1.411

Ministerie van I&W

1.079

1.098

19

1.045

Ministerie van J&V

604

614

10

645

Ministerie van OC&W

156

64

  • 92

63

Ministerie VWS

27

48

21

59

Ministerie van BZK

1.303

1.839

536

1.603

Totaal omzet overige departementen

4.579

5.095

516

4.826

1 Stand inclusief amendementen, moties en NvW

Tabel 50 Omzet derden (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Vergunninghouders en overige

22.965

23.682

717

21.042

  • landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep)

3.085

3.239

154

2.946

  • - 
    vergunningen met algemene planning met regionaal bereik

2.483

2.684

201

2.283

  • - 
    vergunningen met individuele planning met regionaal bereik

3.153

3.486

333

3.177

  • - 
    Vergunning regionale planning tijdelijk gebruik

878

411

  • 467

390

  • - 
    omroep

5.706

5.416

  • 290

5.291

  • - 
    vergunningen straalverbindingen

2.271

2.847

576

1.549

  • - 
    registratie RZAM en Maritiem

3.111

3.142

31

3.054

  • - 
    certificaten

386

480

94

434

  • - 
    eindapparaten

1.892

1.977

85

1.918

Satellietoperators

588

649

61

520

CN

1.200

1.027

  • 173

349

Hercontrole meetinstrumenten

50

14

  • 36

8

Innovatieprojecten (RUG leerstoel en Usecase 5G)

25

0

  • 25

0

 

Totaal omzet derden

24.828

25.372

544

21.919

De hogere omzet op de vergunningen straalverbindingen wordt veroorzaakt door een her controle op de gefactureerde afzet boekjaar 2021. Die correctie is onderdeel van de omzet 2022.

Er is een onderzoek gestart voor een nadere analyse op omzet Vergunningen met regionale planning tijdelijk gebruik, waarvan de uitkomsten worden verwerkt in de Regeling Vergoedingen 2024.

De omzet CN is lager in realisatie door de genomen maatregelen om de balanspost 'Te verrekenen met CN' te verminderen.

Bijzondere baten

De realisatie bestaat uit de restwaarde op auto's bij verkoop, een incidentele bijdrage van ACM voor een project en diverse kleinere incidentele posten.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De gerealiseerde gemiddelde bezetting in fte inclusief externe inhuur bedraagt 391,1 fte (begroot: 371,7 fte). De gerealiseerde gemiddelde loonsom (intern- en extern personeel) is 8% hoger dan de begroting door

CAO loonbijstellingen, waardering toename saldo verlofrechten (wettelijk-en IKB verlof) en doordat de nieuwe taken van het agentschap zeer specialistisch personeel (hogere schalen) vergen. De lagere overige personele kosten zijn direct gerelateerd aan het hybride werken. De kosten van het woon/werk verkeer zijn lager dan begroot.

Materiële kosten

De sterke toename van bijdragen aan SSO's ten opzichte van 2021 wordt onder andere veroorzaakt door een stijging van de huisvestingskosten en de uitvoering van het project ASR. Het verschil ten opzichte van de agent-schapsbegroting komt door het toerekenen van de huisvestingskosten (€ 3,8 mln) aan de bijdragen SSO's.

De onder uitputting op de overige materiele kosten ten opzichte van 2021 komt door het niet tijdig kunnen inkopen op de materiele budgetten voor de uitvoering van incidentele projecten (diensten derden).

Overige lasten

De overige lasten bestaan uit de dotaties op de voorziening dubieuze debiteuren en een boekwaarde verlies op activa.

 

Tabel 51 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

Balans 2022    Balans 2021

Activa

Vaste activa

15.139

12.473

Materiële vaste activa

5.965

5.506

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

3.993

4.175

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

1.972

1.331

Immateriële vaste activa

9.174

6.967

Vlottende activa

27.506

17.206

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

1.995

2.768

Overige vorderingen en overlopende activa

556

480

Liquide middelen

24.955

13.958

Totaal activa

42.645

29.679

 

Passiva

Eigen Vermogen

3.041

2.011

Exploitatiereserve

2.693

2.279

Bestemmingsreserve

934

0

Onverdeeld resultaat

  • 586
  • 268

Voorzieningen

637

563

Langlopende schulden

11.978

10.575

Leningen bij het Ministerie van Financiën

11.978

10.575

Kortlopende schulden

26.989

16.530

Crediteuren

3.141

313

Belastingen en premies sociale lasten

1

1

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

3.847

2.923

Overige schulden en overlopende passiva

20.000

13.293

Totaal passiva

42.645

29.679

Activa

Immateriële vaste activa

De toename in immateriële vaste activa wordt verklaard door de investeringen van het agentschap in het kader van het zaaksysteem GENIUS. De overige ICT projecten hebben hierdoor duidelijke vertraging opgelopen.

Passiva

Tabel 52 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)

 
 

2019

2020

2021

2022

  • 1. 
    Eigen vermogen per 1/1

289

233

92

2.719

1.a Bestemmingsreserve

0

0

0

934

  • 2. 
    Saldo van baten en lasten
  • 1.220
  • 1.824
  • 268
  • 586
  • 3. 
    Directe mutaties in het eigen vermogen

1.164

1.683

2.895

  • 26
  • 3a uitkering aan moederdepartement

0

0

0

  • 26
  • 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

435

1.128

2.187

0

  • 3c overige mutaties

729

555

708

0

  • 4. 
    Eigen vermogen per 31/12

233

92

2.719

3.041

Het eigen vermogen van het agentschap na resultaatsbestemming 2021 bedraagt € 2,7 mln. Het verlies bij het agentschap in 2022 bedraagt, na verrekening CN. ad € 0,1 mln, € 0,5 mln. Het voornemen is om het verlies te verrekenen met het eigen vermogen. Het eigen vermogen heeft daarmee, exclusief bestemmingsreserve, een omvang van € 2,3 mln.

De omvang van de post 'Te verrekenen met CN' na resultaatsbestemming 2021 bedraagt € 0,7 mln. Het voornemen is om het verlies voor CN ad. - € 0,1 mln te verrekenen met genoemde post, waarmee deze ultimo 2022 op € 0,6 mln uitkomt.

Voor de POK/Wau- gelden is er bij AT met toestemming van het Ministerie van Financiën een bestemmingsreserve gevormd. AT heeft in 2022 middelen ontvangen van het moederdepartement voor € 2,4 mln. Na aftrek van de ten behoeve hiervan gemaakte kosten in 2022 resteert er ultimo 2022 een bestemmingsreserve van € 0,9 mln.

Tabel 53 Verloop en stand van de voorzieningen (bedragen x € 1.000)

 
 

Boekwaarde

1-1-2022

Dotaties

Onttrek kingen

Vrijval Boekwaarde 31-12-2022

Ambtsjubilea

563

74

0

0    637

Totaal

563

74

0

0    637

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Voor de investeringen in vaste activa leent het agentschap bij het Ministerie van Financiën. De toename in de omvang van de leningen is vooral ontstaan door de financiering van de ICT projecten van het agentschap (onder andere het zaaksysteem GENIUS). Dit is in overeenstemming met de begroting.

Crediteuren

De omvang van de post crediteuren is in 2022 sterk toegenomen. Dit is veroorzaakt door een tijdelijke freeze op de financiële administratie in verband met de naamwijziging van het agentschap. Het agentschap heeft in 2022 95,4% (norm 95%) van de facturen binnen de termijn betaald.

Kortlopende schulden

De post Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën bestaat uit de aflossingen op de lopende leningen bij het Ministerie van Financiën 2023.

 

Tabel 54 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

  • 1. 
    Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen

10.639

13.958

3.319

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

63.706

65.972

2.266

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 60.106
  • 53.447

6.659

  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

3.600

12.525

8.925

Totaal investeringen (-/-)

  • 5.750
  • 5.826
  • 76

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

58

58

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • - 
    5.750
  • - 
    5.768
  • - 
    18

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

  • 471
  • 471

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

2.384

2.384

Aflossingen op leningen (-/-)

  • 4.101
  • 2.923

1.178

Beroep op leenfaciliteit (+)

5.750

5.250

  • 500
  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

1.649

4.240

2.591

  • 5. 
    Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 mln.

10.137

24.955

14.818

Toelichting kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling. Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In 2022 heeft het agentschap voor een bedrag van € 5,9 mln geïnvesteerd in materiële vaste activa zoals elektronische apparatuur en antennes en in immateriële vaste activa voor onder meer het zaaksysteem GENIUS.

Financieringsstroom

Het agentschap heeft in 2022 middelen ontvangen van het moederdepartement voor een bedrag van € 2,4 mln: € 0,6 mln voor het programma POK, € 0,7 mln voor het programma WAU en € 1,1 mln voor het programma WOO. Voor de financiering van de begrote investeringen is een beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Tabel 55 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022

 

Omschrijving generiek deel

2019

Realisatie

2020

2021

2022

Vastgestelde begroting

2022

Kostprijzen per product (reële stijging Regeling Vergoedingen)

5,00%

7,40%

1,04%

3,85%

3,53%

Tarieven/uur (Reële stijging

6,91%

5,66%

1,59%

3,53%

3,53%

FTE-totaal (excl. Externe inhuur

303,8

310,7

323,2

338,3

335,0

Saldo van baten en lasten (%)

  • 2%
  • 3%

0%

  • 3%

0%

Personeelkosten per FTE

€ 85.912

€ 100.046

€ 100.342

€ 103.612

€ 95.615

Toelichting

Personeelskosten per FTE / Kosten inhuur externen

De gerealiseerde gemiddelde personeelskosten per FTE zijn circa 8% hoger dan de vastgestelde begroting. Doordat de nieuwe taken van het agentschap zeer specialistisch (extern) personeel vergen stijgen de kosten per FTE. Daarnaast stijgen de kosten door het opbouwen van het IKB-spaarverlof en de CAO wijzigingen. Het percentage externe inhuur bedraagt 20%.

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap DICTU per 31 december 2022

 

Tabel 56 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DICTU voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde

Realisatie (2) Verschil (3) = (2) -

Realisatie 2021

 

begroting (1)

 

(1)

(4)

Baten

  • Omzet

320.162

351.078

30.916

346.839

waarvan omzet moederdepartement

212.582

249.827

37.245

232.388

waarvan omzet overige departementen

105.725

100.808

  • - 
    4.917

113.563

waarvan omzet derden

1.855

443

  • - 
    1.412

888

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

1.812

1.812

61

Bijzondere baten

0

0

0

14

Totaal baten

320.162

352.890

32.728

346.914

Lasten

Apparaatskosten

296.507

318.007

21.500

300.845

  • Personele kosten

193.450

227.911

34.461

213.439

waarvan eigen personeel

89.900

92.055

2.155

88.500

waarvan inhuur externen

99.600

133.026

33.426

121.911

waarvan overige personele kosten

3.950

2.830

  • - 
    1.120

3.028

  • Materiële kosten

103.057

90.096

  • - 
    12.961

87.406

waarvan apparaat ICT

29.494

13.449

  • - 
    16.045

19.893

waarvan bijdrage aan SSOS

21.100

24.444

3.344

22.518

waarvan overige materiële kosten

52.463

52.203

  • - 
    260

44.995

Rentelasten

5

75

70

3

Afschrijvingskosten

23.150

15.466

  • 7.684

21.083

  • Materieel

12.000

10.631

  • 1.369

14.801

waarvan apparaat ICT

12.000

10.631

  • - 
    1.369

14.801

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

  • Immaterieel

11.150

4.835

  • - 
    6.315

6.282

Overige lasten

500

865

365

4.083

waarvan dotaties voorzieningen

500

0

  • - 
    500

3.903

waarvan bijzondere lasten

0

865

865

180

Totaal lasten

320.162

334.413

14.251

326.014

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

18.477

18.477

20.900

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

18.477

18.477

20.900

Mutatie POK/WaU gelden

0

307

307

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

18.784

18.784

20.900

Toelichting op de baten

De realisatie van de omzet is in 2022 € 30,9 mln hoger dan initieel opgenomen in de ontwerpbegroting. Begin 2022 was al voorzien dat de omzetstijging in 2021 niet incidenteel van aard was, en middels 1suppletoire is de omzet begroting met € 34,1 mln verhoogd naar € 354,3 mln.

Bij het moederdepartement is de realisatie in 2022 vergeleken met de ontwerpbegroting bijna € 37,3 mln hoger en bij overige departementen € 4,9 mln lager. Naast de verwachte hogere omzet, door een groeiende vraag naar werkplekdiensten en ontwikkelopdrachten, welke is opgenomen in 1suppletoire begroting is er sprake van een verschuiving in de omzet door de overgang van de klant Nationaal Coördinator Groningen (NCG) van overige departementen (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk Relaties (BZK)) naar moederdepartement (impact € 10,0 mln). Tevens is er een lagere vraag naar ontwikkeldiensten vanuit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

 

Tabel 57 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Applicatiebeheer

82.300

75.443

  • 6.857

76.202

Ontwikkelopdrachten

68.500

105.749

37.249

90.683

Werkplekservices

52.560

60.149

7.589

57.625

Overige omzet

2.192

1.205

  • 987

1.251

Generieke eBS

7.030

7.280

250

6.627

Totaal

212.582

249.827

37.245

232.388

De realisatie van de omzet is in 2022 € 37,3 mln hoger dan opgenomen in ontwerpbegroting. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere vraag naar ontwikkelopdrachten (+ € 37,3 mln). Deze hogere vraag zit met name bij de klanten Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) en Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), voorheen Agentschap Telecom (AT). Daarnaast is de ontwikkelomzet hoger door de verschuiving van de klant NCG. De € 7,6 mln hogere omzet werkplekservices is het gevolg van de overgang van NCG en een hogere groei van het aantal werkplekken. De lagere overige omzet (- € 1,0 mln) is een gevolg van het specifieker toe kunnen wijzen van omzet aan de gehanteerde product groepen.

 

Tabel 58 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022 Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Applicatiebeheer

41.000

48.132

7.132

43.025

Ontwikkelopdrachten

33.800

28.050

  • 5.750

42.856

Werkplekservices

19.700

19.177

  • 523

20.220

Overige omzet

9.615

4.049

  • 5.566

5.863

Generieke eBS

1.610

1.400

  • 210

1.599

Totaal

105.725

100.808

  • - 
    4.917

113.563

De omzet applicatiebeheer is in realisatie € 7,1 mln hoger door hogere vraag naar applicatiediensten bij BZK (klant RDI) en bij I&W vanwege het in beheer nemen van Rijkszaak. De omzet ontwikkelopdrachten is in realisatie € 5,8 mln lager door de overgang van NCG en het in beheer nemen van Rijkszaak bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De overige omzet is in realisatie € 5,6 mln lager door het in realisatie beter toe kunnen wijzen van omzet binnen gehanteerde productgroepen en lagere omzet bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

 

Tabel 59 Omzet derden (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022 Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2021

Totaal

1.855

443    - 1.412

888

Tot slot is de realisatie omzet derden € 1,4 mln lager. Dit is met name het gevolg van dat DICTU is gestopt met werkzaamheden voor de klant Centrale Commissie Mens gebonden Onderzoek (CCMO).

Vrijval voorziening

De vrijval van de voorziening personeel heeft betrekking op een vergoeding vanuit een centraal budget (€ 0,3 mln) en het niet meer opnemen van de thuiswerkvergoeding. De voorziening overig is afgerond en afgewikkeld conform afspraken met RDI en de directie Bedrijfsvoering van EZK. Tenslotte is als gevolg van het oplossen van een dispuut met betrekking tot een openstaand debiteurenpositie een vrijval geboekt van € 1,2 mln. De voorziening dubieuze debiteuren is op basis van de beoordeling van de openstaande postenlijst, het disputenregister en de saldoverklaringen vastgesteld. Dit heeft geleid tot een vrijval.

Toelichting op de lasten

Personele Kosten

Om aan de gestegen vraag naar ICT-dienstverlening te kunnen voldoen is in de 1e suppletoire begroting additioneel € 35,8 mln opgenomen voor personele kosten. Door de toename van de opdrachtenportefeuille door nieuwe opdrachten met specifieke ICT expertise en de krapte op de arbeidsmarkt vangt DICTU de benodigde extra capaciteit in eerste instantie op door ICT expertise extern in te huren.

De realisatie van de personele kosten is € 34,5 mln hoger dan initieel opgenomen in de ontwerpbegroting. Bij eigen personeel is de inschatting in gemiddeld aantal fte juist gebleken. In de ontwerpbegroting zijn 930 fte opgenomen en in de realisatie zitten gemiddeld 927 fte. De hogere kosten zijn met name een gevolg van de CAO stijging per 1 juli 2022 van 2,5% en een vast bedrag van € 75 per maand. Daarnaast heeft iedere medewerker in december 2022 een eenmalige uitkering ontvangen van € 450,-. Deze ontwikkelingen zijn niet meegenomen in de ontwerpbegroting 2022.

De toename van de personele kosten zit met name in de externe inhuur (+ € 33,4 mln) en is het gevolg van een hoger gemiddeld aantal externe fte (+ 201) ten opzichte van de ontwerpbegroting en stijging van tarieven door de krappe arbeidsmarkt . De overige personele kosten zijn € 1,2 mln lager in de realisatie, met name als gevolg van lagere kosten uitbesteed werk.

Materiele kosten

Bij de materiele kosten (met name apparaat ICT) is in de begroting rekening gehouden met een stijging van de kosten voor uitbesteed werk als gevolg van de implementatie van de bedrijfsstrategie. De uitbestedingen zijn nog niet afgerond waardoor de dienstverlening nog heeft plaatsgevonden met externe inhuur.

Afschrijvingskosten

Ten slotte zijn de afschrijvingskosten in de realisatie € 7,7 mln lager dan opgenomen in de ontwerpbegroting. In de 1e suppletoire begroting zijn de afschrijvingskosten ten opzichte van de ontwerpbegroting al verlaagd met € 1,7 mln. In de realisatie zijn de afschrijvingskosten een extra € 6,0 mln lager, met name als gevolg van uitblijvende invetseringen en het verlengen van de levensduur van enkele specifieke activa mede in het kader van duurzaamheid.

Tabel 60 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

 
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

Vaste activa

42.565

40.490

Immateriële vaste activa

7.178

10.273

Materiële vaste activa

35.387

30.217

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

33.591

27.668

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

1.796

2.549

Vlottende activa

78.725

81.013

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

26.283

19.436

Overige vorderingen en overlopende activa

23.222

30.354

Liquide middelen

29.220

31.223

Totaal activa

121.290

121.503

Passiva

Eigen Vermogen

34.290

31.207

Exploitatiereserve

15.813

10.307

Onverdeeld resultaat

18.477

20.900

Voorzieningen

348

2.523

Langlopende schulden

28.830

26.543

Leningen bij het Ministerie van Financiën

28.830

26.543

Kortlopende schulden

57.822

61.230

Crediteuren

3.035

867

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

16.128

20.156

Overige schulden en overlopende passiva

38.659

40.207

Totaal passiva

121.290

121.503

Activa

Vaste activa

De materiele vaste activa zijn door de groeiende vraag naar werkplek gerelateerde hardware en de investeringen in laptops met € 4,0 mln gestegen. Ook zijn er voor infrastructurele hardware twee grote vervangingsinvesteringen gedaan van Oracle Exadata (€ 4,3 mln) en HP servers (€ 1,6 mln). Door een levensduurverlenging van één specifiek type laptop, monitoren en replicators heeft een correctie plaatsgevonden op de afschrijvingskosten (€ 2,5 mln). Voor monitoren en replicators wordt de levensduur verlengd van 5 naar 8 jaar. Voor het specifieke type laptop (Yoga) van 3 naar 4 jaar. Dit is het gevolg van een langere levensduur en invulling van verduur-zaming van de bedrijfsvoering.

Vlottende activa

De debiteuren positie is ten opzichte van 2021 toegenomen als gevolg van een lagere stand van de nog te factureren positie. Dit is het gevolg van een verbetering in het facturatieproces waardoor de facturatie snelheid is verbeterd.

De overige vorderingen en overlopende activa nemen met name af door de hierboven vermelde lagere stand van de nog te factureren positie.

Passiva

 

Tabel 61 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)

Boekwaarde

1-1-2022

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde

31-12-2022

Voorziening personeel    1.043

0

319

375

349

Overige Voorzieningen    1.480

0

1.246

234

0

Voorzieningen

De voorziening personeel wordt benut voor contractuele afspraken met medewerkers. Van de voorziening personeel is gedurende 2022 € 0,3 mln onttrokken conform de opbouw van de voorziening. De vrijval heeft betrekking op een vergoeding vanuit een centraal budget (€ 0,3 mln) en het niet meer opnemen van de thuiswerkvergoeding.

De afspraken met RDI en de directie Bedrijfsvoering (EZK) zijn in 2022 afgewikkeld en in 2022 zijn geen nieuwe claims ontstaan welke in de overige voorziening moeten worden opgenomen.

 

Tabel 62 Tabel vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

  • 1. 
    Eigen vermogen per 1/1

7.978

13.310

16.627

31.207

  • 2. 
    Saldo baten en lasten

5.332

3.317

20.900

18.477

  • 3. 
    Directe mutaties in het eigen vermogen

0

0

  • 6.320
  • 15.394
  • 3a Uitkering aan moederdepartement

0

0

  • 6.400
  • 15.701
  • 3b Bijdrage door moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

0

307

  • 3c Overige mutaties

0

0

80

0

  • 4. 
    Eigen vermogen per 31/12

13.310

16.627

31.207

34.290

Omzet

309.923

319.334

346.914

351.078

Vermogensplafond (5%)

14.639

15.239

16.270

16.954

Vermogensontwikkeling

Het eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 34,3 mln. Dit is 10,1% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, terwijl maximaal 5% is toegestaan. Het eigen vermogen is derhalve € 17,3 mln te hoog. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit is hersteld.

Kortlopende schulden

Crediteuren

De toename in het crediteurensaldo ten opzichte van 2021 wordt veroorzaakt door het laatste betaalmoment in 2022. Medio januari is ruim 85% van deze 2 openstaande facturen betaald.

Overige schulden en overlopende passiva

De afname van deze post is met name het gevolg van de € 5,0 mln lagere stand vooruit ontvangen bedragen. Het bedrag aan nog te ontvangen facturen en de passivering vakantie dagen en overuren zijn gestegen (respectievelijk € 1,0 en € 1,3 mln).

Tabel 63 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen

23.980

31.107

7.127

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

320.162

347.134

26.972

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 297.012
  • 314.743
  • 17.731

Totaal operationele kasstroom

23.150

32.391

9.241

Totaal investeringen (-/-)

  • 30.000
  • 18.407

11.593

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

Totaal investeringskasstroom

  • - 
    30.000
  • - 
    18.407

11.593

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

  • 15.700
  • 15.700

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

307

307

Aflossingen op leningen (-/-)

  • 23.150
  • 20.157

2.993

Beroep op leenfaciliteit (+)

30.000

18.416

  • 11.584

Totaal financieringskasstroom

6.850

  • - 
    17.134
  • - 
    23.984

Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

23.980

27.957

3.977

Toelichting kasstroomoverzicht

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is de gerealiseerde kasstroom bijna € 4 mln positiever. Dit is met name het gevolg van de positieve operationele kasstroom als gevolg van het hoger dienstenvolume en de ontwikkeling van de balansposten debiteuren en crediteuren. De investeringen bij de divisie Infra zijn substantieel lager als gevolg van de bedrijfsstrategie.

De € 15,7 mln eenmalige uitkering aan moederdepartement heeft betrekking op afroming als gevolg van het maximale eigen vermogen.

Tabel 64 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022

 
   

Realisatie

   

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Omschrijving generiek deel

Kostprijzen per product (groep)

  • a. 
    Basistarief werkplek VKA
  • b. 
    Basistarief werkplek CW

3.746

3.746

3.516

3.126

3.360

Tarieven/uur1

  • a. 
    Senior medewerker (ontwikkeling)

101

137

136

135

135

  • b. 
    Medior medewerker (bouw)

80

114

112

111

111

  • c. 
    Junior medewerker (test en beheer)

69

102

100

99

99

Indicatoren

Aantal werkplekken VKA

Aantal werkplekken CW2

13.343

14.929

16.027

18.042

15.000

FTE-totaal (excl. externe inhuur)3

775

828

905

927

930

Aantal interne FTE's in percentage van het totale aantal FTE's

54%

54%

55%

54%

62,5%

Saldo van baten en lasten (%)4

1,75%

1,04%

6,02%

5,24%

0,00%

Ziekteverzuim

4,4%

3,7%

4,8%

6,3%

4,0%

Klanttevredenheid

7,2

7,0

7,8

7,7

7,0

Beschikbaarheid applicaties

98,4%

99,8%

99,7%

99,5%

98,0%

Aantal grote verstoringen5

     

4

Max. 5

Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten5

     

8,4

7,0 - 7,5

Oplospercentage 1ste lijn helpdesk

67%

71%

70%

81%

75%

1    DICTU hanteert met ingang van 2020 een nieuw kostprijsmodel. In dit model wordt overgegaan van directe kostprijzen naar integrale kostprijzen, met als gevolg een (financieel-technische) stijging van de tarieven.

2    Aantal werkplekken ultimo jaar.

3    Gemiddeld aantal FTE over het jaar.

4    Saldo als percentage van de baten.

5    Deze indicator is in 2022 toegevoegd.

Basistarief werkplek CW

Middels de tarievennota is het basistarief werkplek CW vastgesteld op € 3.360. Door een hogere vraag naar werkplek services en de hierbij horende schaalvoordelen is het mogelijk gebleken een lager tarief te hanteren. Middels het addendum op de tarievennota is het tarief met € 234 per jaar verlaagd naar € 3.126.

Aantal werkplekken CW

Ten tijde van de ontwerpbegroting is gerekend met een gemiddeld aantal van 15.000 werkplekken CW. Vanwege de genoemde hogere vraag door verdere groei bij onze klanten is de realisatie eind 2022 van het aantal geleverde werkplekken 18.042 (gemiddeld 16.968).

Aantal interne FTE in % van het totale aantal FTE

In de realisatie is het aantal interne fte als percentage van het totale aantal fte lager dan ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van de gestegen vraag naar ICT dienstverlening ten opzichten van de begroting en de krapte op de arbeidsmarkt waardoor de benodigde extra capaciteit is verkregen via externe inhuur.

Saldo van baten en lasten

DICTU heeft in 2022 een positief resultaat geboekt van € 18,5 mln.

Ziekteverzuim

Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage kent een zorgelijke trend, die nauw wordt gemonitord en waar veel aandacht voor is. Het ziekteverzuim overall DICTU is 6,3% en ligt daarmee ondanks de versterkte zorg en aandacht ruim boven het streefgemiddelde van 4%. Een kleine positieve ontwikkeling is dat de stijging van het ziekteverzuim is afgevlakt en in het laatste kwartaal een daling toonde. Terugbrengen van het ziekteverzuim naar het streefgemiddelde van 4% blijft een aandachtspunt en is daarom ook expliciet opgenomen in het jaarplan 2023.

Klanttevredenheid

Ten opzichte van het in de begroting opgenomen doel is de gemeten klanttevredenheid hoger. In alle maanden is de realisatie hoger, waarbij 755 (oktober 2022) de laagste score is en 7.84 (augustus 2022) de hoogste.

Beschikbaarheid Applicaties

De beschikbaarheid van frontend-applicaties wordt gemeten door middel van tooling (BSM). Deze meting is per applicatie per maand over de beschik-baarstellingsperiode, exclusief de overeengekomen onderhoudsperioden.

Oplospercentage 1e lijn helpdesk

Dit percentage geeft weer hoeveel procent van de calls door de 1e lijn kan worden opgelost.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap NEa per 31 december 2022

 

Tabel 65 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap NEa voor het jaar 2022 ( bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde Realisatie (2) Verschil (3) begroting (1)

  • (2) - (1) Realisatie 2021 (4)

Baten

  • Omzet

13.299

11.904

  • 1.395

10.629

waarvan omzet moederdepartement

8.543

7.441

  • - 
    1.102

6.740

waarvan omzet overige departementen

4.756

4.463

  • - 
    293

3.889

waarvan omzet derden

0

0

0

0

Rentebaten

0

15

15

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

22

22

32

Totaal baten

13.299

11.941

  • - 
    1.358

10.661

Lasten

 

Apparaatskosten

12.235

10.901

  • 1.334

9.461

  • Personele kosten

9.193

8.229

  • 964

7.171

waarvan eigen personeel

8.002

7.520

  • - 
    482

6.575

waarvan inhuur externen

800

455

  • - 
    345

249

waarvan overige personele kosten

391

254

  • - 
    137

347

  • Materiële kosten

3.042

2.672

  • - 
    370

2.290

waarvan apparaat ICT

713

673

  • - 
    40

575

waarvan bijdrage aan SSOS

1.479

1.378

  • - 
    101

1.277

waarvan overige materiële kosten

850

621

  • 229

438

Rentelasten

51

0

  • 51

0

Afschrijvingskosten

1.013

303

  • 710

303

  • Materieel

0

0

0

0

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

  • Immaterieel

1.013

303

  • - 
    710

303

Overige lasten

0

24

24

99

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

24

24

99

Totaal lasten

13.299

11.228

  • - 
    2.071

9.863

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

713

713

798

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

713

713

798

Mutatie POK/WOO gelden

0

114

114

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

827

827

798

Toelichting op de baten

Omzet

De opbrengsten worden verantwoord in het jaar waarin de dienstverlening en andere activiteiten van de NEa zijn gerealiseerd.

De gerealiseerde omzet is € 1,4 mln lager dan begroot. De omzet wordt grotendeels bepaald op basis van geschreven directe uren. Ter voorbereiding op de nieuwe taken en op uitbreiding van taken waren extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor was het aantal geschreven directe uren lager dan verwacht.

 

Tabel 66 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

 

2022

2021

Opdracht CO2- emissiehandel

7.074

6.140

Vierde handelsperiode

0

127

Opdracht beleidsadvies minimum CO2-prijs

3

13

Voorbereiden CO2-heffing

244

313

Beperking inzet kolen bij electriciteitsopwekking

19

1

Opdracht bijstook biomassa

101

146

Totaal omzet moederdepartement EZK

7.441

6.740

Tabel 67 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

2022

2021

Opdrachten Energie voor Vervoer (EV)    4.463

3.889

Totaal omzet overige departementen    4.463

3.889

Bijzondere baten

De bijzondere baten vloeien voort uit correcties van voorgaande boekjaren.

Het bedrag van € 0,022 mln bestaat uit het vrijvallen van een deel van de reservering vanuit 2021 voor de thuiswerkvergoeding en het vrijvallen van de reservering voor IT dienstverlening.

Toelichting op de lasten

De totale lasten zijn € 2,1 mln lager uitgekomen dan de begroting over 2022. De verschillen komen met name voort uit de personele kosten en de afschrijvingskosten.

Personele kosten

De totale personele kosten zijn € 1,0 mln lager dan verwacht. Dit betreft grotendeels het eigen personeel (€ 0,5 mln lager). Ter voorbereiding op de nieuwe taken en op uitbreiding van taken waren extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor waren de personele kosten lager dan verwacht. Bij de Nederlandse Emissieautoriteit waren begin 2022 72 fte's in dienst, eind 2022 was dat gegroeid tot 84 fte's (conform begroting).

Daarnaast betreft de lagere realisatie de inhuur (€ 0,3 mln lager), ook hiervoor was het lastig de juiste mensen te vinden.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn € 0,37 mln lager dan begroot. Dit is met name het gevolg van lagere ICT kosten, lagere kosten van SSO's en lagere overige materiele kosten. De ICT kosten bleven € 0,04 mln achter doordat leveranciers te weinig medewerkers beschikbaar hadden. De bijdrages aan SSO's zijn € 0,10 mln lager door de lagere afname van het aantal diensten van DICTU gedurende 2022 en doordat de verlenging van de SSO met UDAC lager uitviel dan vooraf verwacht. De overige materiele kosten zijn € 0,23 mln lager doordat kosten van de landsadvocaat € 0,08 mln lager zijn omdat er minder hoger beroepszaken waren en doordat uitbestedingen van advieswerkzaamheden lager waren omdat leveranciers minder mensen beschikbaar hadden.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn € 0,7 mln lager dan begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat minder is afgeschreven op de immateriële activa dan verwacht.

Op het register van Energie voor Vervoer is € 0,3 mln afgeschreven, deze zal halverwege 2023 volledig zijn afgeschreven.

De overige systemen (het vernieuwde register Energie voor Vervoer, het emissiehandelsportaal en het CO2-heffingsregister) waren eind 2021 nog niet (geheel) in gebruik genomen, waardoor afschrijvingen in 2022 nog niet zijn gestart.

Rentelasten

De rentelasten zijn lager dan begroot omdat rekening is gehouden met rentelasten voor de leenfaciliteit en hiervoor geen rente wordt doorberekend door het Ministerie van Financiën.

Overige lasten

De overige lasten bestaan uit bijzondere lasten. De bijzondere lasten van € 0,024 mln betreffen een nagekomen factuur over 2021 waarvoor geen transitorische post was opgenomen.

Resultaat

Het resultaat van de NEa over het jaar 2022 is € 0,8 mln positief. Dit kon worden bereikt door goed te sturen op het volledig boeken van de directe uren. De NEa heeft direct in het eigen vermogen een bedrag van € 0,359 mln ontvangen voor maatregelen in het kader van de POK en Woo. Daarvan is € 0,114 mln uitgegeven, de rest is opgenomen in de bestemmingsreserve.

Tabel 68 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

 
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

Vaste activa

4.909

3.325

Immateriële vaste activa

4.909

3.325

Materiële vaste activa

0

0

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

0

0

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

3.270

4.696

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

0

74

Overige vorderingen en overlopende activa

44

187

Liquide middelen

3.226

4.435

Totaal activa

8.179

8.021

 

Passiva

Eigen Vermogen

1.426

1.331

Exploitatiereserve

354

533

Bestemmingsreserve

245

0

Onverdeeld resultaat

827

798

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

1.680

2.240

Leningen bij het Ministerie van Financiën

1.680

2.240

Kortlopende schulden

5.073

4.450

Crediteuren

208

23

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

560

560

Overige schulden en overlopende passiva

4.305

3.867

Totaal passiva

8.179

8.021

Toelichting op de Balans

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa betreffen het zelfontwikkelde Register Energie voor Vervoer (REV 3), het vernieuwde Register Energie voor Vervoer (REV 4, eind 2022 in gebruik genomen), het CO2 heffingsregister (CHeR, medio 2022 in gebruik genomen) en het zelfontwikkelde Emissie Handels Portaal (EHP). Het EHP is gedurende 2022 per fase steeds meer in gebruik genomen maar is nog in ontwikkeling. In 2022 is € 0,3 mln afgeschreven en € 1,89 mln geïnvesteerd.

Vlottende activa

De overige vorderingen en overlopende activa betreffen facturen voor uitgaven met betrekking tot 2023, die in 2023 geactiveerd gaan worden als immateriële vaste activa.

Langlopende schulden

De lening bij het Ministerie van Financiën betreft de lening voor de zelfontwikkelde immateriële vaste activa.

Kortlopende schulden

De crediteuren (€ 0,2 mln) betreffen overige ministeries (€ 0,11 mln) en derden (€ 0,09 mln) en zijn allemaal begin 2023 betaald.

De overige schulden en overlopende passiva (€ 4,3 mln) bestaan uit een schuld aan het moederdepartement (EZK) (€ 2,19 mln), een schuld aan het Ministerie van IenW (€ 0,24 mln), schulden aan overige ministeries (drie SSO's, in totaal € 0,44 mln) en een schuld aan derden (€ 1,43 mln).

De schuld aan EZK betreft de terug te betalen omzet, vanwege de lagere realisatie van de geboekte directe uren (€ 1,90 mln) en terug te storten boetes en inleggelden (€ 0,29 mln). De schuld aan IenW betreft de terug te betalen omzet, vanwege de lagere realisatie van de geboekte directe uren.

De schulden aan derden betreffen de reservering voor vakantiedagen (€ 0,761 mln) en nog te ontvangen facturen en overige overlopende posten.

De liquide middelen betreffen met name de Rekening Courant bij het Ministerie van Financiën (€ 3,2 mln). In het kasstroomoverzicht is het verloop hiervan toegelicht:

 

Tabel 69 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

  • 1. 
    Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen

2.186

4.435

2.249

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

13.299

14.207

908

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

  • 12.286
  • 12.353
  • 67
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom

1.013

1.854

841

Totaal investeringen (-/-)

  • 900
  • 1.886
  • 986

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
  • - 
    900
  • - 
    1.886
  • - 
    986

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

  • 985
  • 985

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

367

367

Aflossingen op leningen (-/-)

  • 560
  • 560

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

900

0

  • 900
  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom

340

  • - 
    1.178
  • - 
    1.518
  • 5. 
    Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

2.639

3.225

586

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen.

Operationele kasstroom

Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen, aflossingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.

Investeringskasstroom

In 2022 heeft de NEa € 1,89 mln geïnvesteerd in de immateriële vaste activa. Dit betreft het zelfontwikkelde Register Energie voor Vervoer (REV 3), het vernieuwde Register Energie voor Vervoer (REV 4, eind 2022 in gebruik genomen), het CO2 heffingsregister (CHeR, medio 2022 in gebruik genomen) en het zelfontwikkelde Emissie Handels Portaal (EHP).

Financieringskasstroom

In 2022 heeft de NEa € 0,89 mln aan eigen vermogen afgedragen aan het moederdepartement. Verder heeft de NEa budget gekregen ten behoeve van de projecten Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang (POK) en de Wet Open overheid (WOO)«Open op orde» a € 0,36 mln. In 2022 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit en is € 0,56 mln afgelost op de leenfaciliteit.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve, de bestemmingsreserve en het onverdeeld resultaat boekjaar. Het eigen vermogen bedraagt eind 2022 € 1,43 mln, exclusief de bestemmingsreserve bedraagt het eigen vermogen € 1,18 mln. Het vermogensplafond is € 0,55 mln (5% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar).Het verschil ad € 0,63 mln zal teruggestort worden naar het Ministerie van EZK.

Tabel 70 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)

 
 

2019

2020

2021

2022

I.Eigen Vermogen per 1/1

966

1.402

1.632

1.331

  • 2. 
    Saldo Baten en Lasten

405

894

798

827

  • 3. 
    Directe mutaties in het Eigen Vermogen

31

  • 664
  • 1.099
  • 732
  • 3a Uitkering aan moederdepartement

0

  • 990
  • 1.169
  • 985
  • 3b Additionele bijdrage van moederdepartement

31

326

70

8

  • 3c Overige Mutaties

0

0

0

0

  • 3d Toevoeging aan de bestemmingsreserve

0

0

0

359

  • 3e Onttrekking aan de bestemmingsreserve

0

0

0

  • 114
  • 4. 
    Eigen vermogen per 31/12

1.402

1.632

1.331

1.426

Omzet

9.328

10.439

10.629

11.904

Vermogensplafond (5%)

413

463

507

550

De bestemmingsreserve is gevormd in afwijking van artikel 27 lid 4a en artikel lid 4c van de Regeling Agentschappen. Hiervoor is toestemming verleend door het Ministerie van Financiën.

De Bestemmingsreserve is bij de NEa ingesteld voor acties in het kader van de POK en de Woo. Deze bestemmingsreserve is het verschil tussen de in 2022 ontvangen middelen (€ 0,359 mln) en de uitgaven (€ 0,114 mln).

De uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen.

 

Tabel 71 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022

   

Realisatie

   

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Omschrijving generiek deel

Doelmatigheidsindicatoren

Kostprijzen per product (groep) ETS

14.281

13.924

15.742

n.v.t.

n.v.t.

Kostprijzen per product (groep) EV

39.547

49.541

47.429

n.v.t.

n.v.t.

Tarieven/uur

Laag

68

69

68

68

68

Midden

92

93

89

91

89

Hoog

116

118

117

117

117

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

59,3

68,7

71,2

84,3

84

Saldo van baten en lasten (%)

4,26%

8,52%

7,49%

5,97%

0%

Omzet per productgroep (PxQ)

Naleving ETS

5.568

6.946

6.374

6.322

7.933

CO2 -minimumprijs

39

0

0

3

0

Bijstook Biomassa

320

0

146

101

0

EH Portaal

0

0

220

771

560

CO2 heffing

0

0

0

244

50

Naleving EV

3.191

3.493

3.889

4.463

4.756

Advies, ontwikkeling en implementatie EV

210

0

0

0

0

Projecten

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

Totaal

9.328

10.439

10.629

11.904

13.299

Kwaliteitsindicatoren

Naleving ETS

% Vergunningsaanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld

100%

83%

100%

100%

90%

% Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld

92%

89%

100%

88%

80%

% Jaarlijks uitgevoerd toezicht programma

93%

69%

70%

58%

100%

% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond

89%

84%

85%

76%

80%

Naleving EV

Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging

6-7-2019

29-6-2020

2-7-2021

1-7-2022

<15 juli

% Jaarlijks toezichtprogramma is uitgevoerd

144%

116%

125%

115%

100%

% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond

83%

84%

85%

82%

80%

Algemeen

Aantal formele klachten

1

0

0

0

n.v.t.

Gegronde bezwaarprocedures waarbij de NEa onjuist gehandeld heeft

0

0

0

0

n.v.t.

Aantal fraude gevallen EU-register die NEa had kunnen voorkomen

0

0

0

0

n.v.t.

Directe uren/totaal aantal gewerkte uren

58%

63%

64%

76%

>80%

Kostprijs en tarieven

De NEa tarieven zijn in 2022 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2021. Het percentage directe uren is onder de norm, maar wel gestegen ten opzichte van 2021.

Naleving ETS

Bij de naleving ETS is de uitkomst van de indicatoren nagenoeg gelijk aan de beoogde doelstelling. Vanwege COVID en prioritering van de werkzaamheden is 58% van het jaarlijks toezichtprogramma uitgevoerd.

Naleving EV

Bij de naleving EV zijn de gestelde doelstellingen voor 2022 ruimschoots behaald.

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap RVO.nl per 31 december 2022

 

Tabel 72 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RVO.nl voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

 

Vastgestelde

Realisatie (2) Verschil (3) = (2) -

Realisatie 2021

 

begroting (1)

 

(1)

(4)

Baten

  • Omzet

841.437

989.924

148.487

972.370

waarvan omzet moederdepartement

413.763

524.926

111.163

531.193

waarvan omzet overige departementen

394.382

432.835

38.453

409.275

waarvan omzet derden

33.292

32.163

  • - 
    1.129

31.902

Rentebaten

0

1.007

1.007

44

Vrijval voorzieningen

0

7

7

180

Bijzondere baten

0

13

13

972

Totaal baten

841.437

990.951

149.514

973.566

Lasten

Apparaatskosten

831.337

999.584

168.247

939.450

  • Personele kosten

461.393

622.193

160.800

526.671

waarvan eigen personeel

361.805

422.617

60.812

375.997

waarvan inhuur externen

85.672

179.009

93.337

137.384

waarvan overige personele kosten

13.916

20.567

6.651

13.290

  • Materiële kosten

369.944

377.391

7.447

412.779

waarvan apparaat ICT

5.609

3.229

  • - 
    2.380

3.461

waarvan bijdrage aan SSOS

169.752

195.983

26.231

188.503

waarvan overige materiële kosten

194.583

178.179

  • 16.404

220.815

Rentelasten

0

238

238

254

Afschrijvingskosten

10.100

12.876

2.776

9.478

  • Materieel

100

144

44

613

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

100

144

44

613

  • Immaterieel

10.000

12.732

2.732

8.865

Overige lasten

0

5.189

5.189

1.608

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

2

waarvan bijzondere lasten

0

5.189

5.189

1.606

Totaal lasten

841.437

1.017.887

176.450

950.790

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

  • - 
    26.936
  • - 
    26.936

22.776

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

  • - 
    26.936
  • - 
    26.936

22.776

Mutatie POK/WaU gelden

0

7.298

7.298

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

  • - 
    19.638
  • - 
    19.638

22.776

Toelichting op de baten

Algemeen

De baten zijn ten opzichte van de begroting met 17,8% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 26,9% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Bedrijfsleven en Innovatie.

De omzet voor het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I) is in 2022 uitgekomen op € 182,4 mln, dit is per saldo € 82,0 mln hoger dan begroot. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de COVID-19 regelingen die dit jaar aan de B&I opdracht zijn toegevoegd dan wel zijn opgehoogd. Hieronder vallen onder meer: Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Garantie Onder-nemingsfinanciering (GO-c), Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-c), Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), Kleine Kredieten Corona garantieregeling (KKC), Tijdelijke Subsidie Regeling Evenementen Covid (TRSEC), Subsidieregeling Evenementengaranties (SEG) en Omscholing naar Kansrijke Beroepen in de Techniek en ICT. Het totaal van deze COVID-19 regelingen betreft grofweg 31% van de totale omzet van B&I. Daarnaast zijn in de loop van het jaar nog grote aanvullende opdrachten verstrekt voor Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA, € 2,3 mln), Brexit Adjustment Reserve (BAR, € 2,8 mln), Maatwerkafspraken (€ 1,6 mln) en Dcypher (€ 1,3 mln).

De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) is € 28,9 mln hoger dan de ontwerpbegroting. De toename komt voornamelijk door intensivering bij Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE), Waterstof, Bureau Energieprojecten en Commissie mijnbouwschade. Daarnaast zijn Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) en Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) overgeheveld naar K&E. Verder heeft K&E een opdracht gekregen voor Programma Energiesysteem (PES).

De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds is uitgekomen op € 223,7 mln, dat is € 12,3 mln lager dan begroot. Dit is met name het gevolg dat de schadeafhandelingen via maatwerk aanpak dan wel via een forfaitaire afhandeling (Vaste Eenmalige Schadevergoeding) plaatsvindt. Vanaf het jaar 2022 is de Immateriële schadevergoeding voor volwassenen van start gegaan, nadat in het jaar 2021 een pilot had plaatsgevonden. Daarnaast is in 2022 middels een pilot ingezet op duurzaam herstel en op de aanvullende compensatie waardedaling NAM, die op 5 december 2022 van start is gegaan.

De toename van € 3,7 mln van de opdracht Chief Economist komt voornamelijk door de aanvullende opdrachten Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.

De omzet Overig is € 12,5 mln hoger dan begroot. Deze omzet bestaat voornamelijk uit de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum, de opdracht Unit omgevingskennis en Concordaat/END.

Tabel 73 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastge stelde begroting

2022

Realisatie

2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie

2021

DG Bedrijfsleven en Innovatie

100.387

182.387

82.000

164.609

DG Klimaat en Energie

56.401

85.296

28.895

74.050

DG Groningen Bovengronds

236.000

223.721

  • 12.279

257.229

DG Groningen Bovengronds kosten commissie

5.000

1.416

  • 3.584

3.492

Chief Economist

10.326

14.007

3.681

12.103

Overig

5.649

18.099

12.450

19.710

Totaal

413.763

524.926

111.163

531.193

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 58,4% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

De omzet vanuit het Ministerie van LNV is € 252,9 mln, dit is een stijging van € 27,9 mln ten opzichte van de begroting van 2022. Dit is voornamelijk te verklaren door een hogere definitieve opdracht dan was begroot. Daarnaast is sprake van meerwerk en minderwerk op verschillende opdrachten. De voornaamste aanvullende opdrachten zijn Implementatie Programma GLB23; uitbreiding SABE regeling en Landelijke beëindigingsregeling Veehouderijlocaties.

De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt in 2022 € 2,0 mln lager uit dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door lagere kosten bij het Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI).

De omzet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is € 34,0 mln, dit is € 1,7 mln lager dan was begroot. Door beperking in capaciteit is een lagere omzet gerealiseerd.

De omzet vanuit Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is € 6,9 mln hoger dan de ontwerpbegroting. De toename wordt met name veroorzaakt doordat in 2022 circa € 1,7 mln aan aanvullende opdrachten zijn verstrekt bovenop het jaarwerkplan 2022, waardoor meer inzet van RVO is gevraagd. Hierbij is € 0,6 mln voor DG Milieu en Internationaal (DGMI), € 0,1 mln voor DG Water en Bodem (DGWB), € 0,4 mln voor DG Mobiliteit (DGMO) en € 0,6 mln voor DG Luchtvaart en Maritieme Zaken (DGLM) aan aanvullende opdrachten verstrekt.

Het definitieve opdrachtenpakket van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is € 1,3 mln hoger dan begroot. De grootste opdracht van het ministerie van OCW is de opdracht Praktijkleren OCW.

Het definitieve opdrachtenpakket van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW) is € 0,5 mln hoger dan begroot door onder andere de opdracht Praktijkleren SZW.

Het definitieve opdrachtenpakket van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) is € 4,2 mln hoger dan begroot door onder andere de opdracht Waterschade Limburg.

Het definitieve opdrachtenpakket van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is € 1,4 mln hoger dan begroot door onder andere de Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging.

Tabel 74 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

 
 

Vastge stelde begroting

2022

Realisatie

2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie

2021

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

225.000

252.863

27.863

232.120

Ministerie van Buitenlandse Zaken

98.699

96.742

  • 1.957

100.446

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

35.764

34.030

  • 1.734

34.879

 

Vastge stelde begroting

2022

Realisatie

2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie

2021

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

25.332

32.262

6.930

27.007

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

3.408

4.665

1.257

3.828

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

112

569

457

365

Ministerie van Justitie en Veiligheid

933

5.122

4.189

4.213

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4.377

5.821

1.444

5.444

Overig

757

761

4

973

Totaal

394.382

432.835

38.453

409.275

 

Tabel 75 Omzet derden (bedragen x € 1.000)

Vastge- Realisatie stelde    2022

begroting

2022

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie

2021

Europese Unie

3.703

4.157

454

3.298

Provincies

24.288

24.760

472

25.274

Overig

5.301

3.246

  • 2.055

3.330

Totaal

33.292

32.163

  • - 
    1.129

31.902

Omzet derden

De omzet Derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 77,0% betrekking op de opdrachten van provincies. De lagere omzet van overig derden heeft voornamelijk betrekking op het Diergezondheidsfonds

Vrijval voorzieningen

De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op in 2022 alsnog ontvangen bedragen, welke in 2021 (gedeeltelijk) waren voorzien.

Toelichting op de lasten

Algemeen

De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 21,0% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.

Personele kosten

De personele kosten vallen € 160,8 mln hoger uit dan begroot, wat neerkomt op een stijging van 34,9%. Dit is met name te verklaren door een hogere instroom van externe inhuur als gevolg van een snel stijgend opdrachtenpakket.

De begrote bezetting voor 2022 is 5.185 fte, waarvan 4.200 fte ambtelijk personeel en 985 fte externe inhuur. De gemiddelde bezetting was in 2022 5.934 fte, waarvan 4.820 fte in ambtelijke dienst en 1.114 fte externe inhuur. Per ultimo december 2022 was de bezetting 6.221 fte, waarvan 5.022 fte in ambtelijke dienst en 1.199 fte externe inhuur.

De kosten voor eigen personeel zijn € 60,8 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Daarnaast is doelbewust ingezet op verambtelijking van het personeel. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn door CAO afspraken gestegenvan € 86.735 naar € 87680.

De kosten van externe inhuur zijn € 93,3 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van € 141.633 naar € 160.690 per jaar.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn hoger uitgevallen dan begroot, wat neerkomt op een stijging van 2%. De stijging wordt veroorzaakt door hogere bijdrage van € 26,2 mln aan Shared Service Organisaties. De overige materiële kosten en apparaat ICT zijn lager dan begroot

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn € 2,8 mln hoger uitgevallen dan begroot. Dit ligt in lijn met de relatief hogere investeringen van voorgaande jaren.

Dotaties voorzieningen

Dit jaar heeft geen dotatie plaatsgevonden.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten bedragen € 5,2 mln en bestaan voor 99,8% uit de Desinvestering Vangstregistratie en Integrale kostensystematiek (IKS). Desinvestering Vangstregistratie betreft hier een activa in aanbouw project (IMVA) dat vroegtijdig is gestopt. Hierdoor zijn de initieel geplande resultaten niet behaald. De totale projectkosten zijn € 4,7 mln. Dit project maakt gebruikt van een EFMZV subsidie voor een bedrag van € 1,0 mln. Doordat het project vroegtijdig is gestopt, en dus het beoogde resultaat niet is behaald of herbruikbaar is, wordt het project niet geactiveerd. De kosten ad € 3,7 mln zijn opgenomen onder de bijzondere lasten. IKS betreft een storting aan het ministerie van LNV in de apurementsreserve van € 1,5 mln. Uit deze reserve, die in totaal € 3,0 mln betreft, zal LNV de IKS claims betalen. Deze claims vloeien voort uit in het verleden verstrekte subsidieverplich-tingen door RVO.

Saldo van baten en lasten

Het onverdeeld resultaat over het boekjaar bedraagt € 26,9 mln negatief. De benutting van WaU en POK/Woo gelden is € 7,3 mln. Hierna resteert een onverdeeld resultaat van € 19,6 mln negatief. Na vaststelling van de jaarrekening ligt het besluit bij het moederdepartement EZK of het resterende bedrag van het onverdeeld resultaat over het boekjaar wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve.

Tabel 76 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

 
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

Vaste activa

61.936

51.971

Immateriële vaste activa

61.876

51.764

Materiële vaste activa

60

207

waarvan grond en gebouwen

39

132

waarvan installaties en inventarissen

19

68

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

2

7

Vlottende activa

212.728

213.737

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

5.011

1.774

Overige vorderingen en overlopende activa

23.238

17.315

Liquide middelen

184.479

194.648

Totaal activa

274.664

265.708

 

Passiva

Eigen Vermogen

26.055

48.309

Exploitatiereserve

41.773

25.533

Bestemmingsreserve

3.920

0

Onverdeeld resultaat

  • 19.638

22.776

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

41.820

32.680

Leningen bij het Ministerie van Financiën

41.820

32.680

Kortlopende schulden

206.789

184.719

Crediteuren

11.990

13.745

Belastingen en premies sociale lasten

283

657

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

15.160

10.300

Overige schulden en overlopende passiva

179.356

160.017

Totaal passiva

274.664

265.708

Toelichting op de balans

Onder de debiteuren en nog te ontvangen bedragen zijn ontvangsten van het moederdeaprtement, overige departementen en derden opgenomen.

Eigen vermogen

Het Eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve, bestemmingsreserve en het onverdeeld resultaat over het boekjaar. Het Eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 26,1 mln inclusief de bestemmingsreserve en € 22,1 mln exclusief de bestemmingsreserve. Het eigen vermogen exclusief de bestemmingsreserve (vrij besteedbaar) is 2,38% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, waar maximaal 5% is toegestaan.

Onder de directe mutaties in het Eigen vermogen is de uitbetaling van het surplus van € 6,6 mln. over het jaar 2021 als uitkering aan het moederdepartement EZK verantwoord.

Onder de crediteuren en nog te betalen bedragen zijn schulden aan het moederdepartement, overige departmenten en derden opgenomen.

Verloop en stand van de voorzieningen

De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op in 2022 alsnog ontvangen bedragen, welke in 2021 (gedeeltelijk) waren voorzien.

 

Tabel 77 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

  • 1. 
    Eigen vermogen per 1/1

26.367

28.299

55.594

48.309

Bestemmingsreserve

0

0

0

3.920

  • 2. 
    Saldo van baten en lasten

421

26.735

22.776

  • 19.638
  • 3. 
    Directe mutaties in het eigen vermogen
  • 3a uitkering aan moederdepartement

0

0

  • 30.223
  • 6.600
  • 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

1.511

560

162

64

  • 3c overige mutaties

0

0

0

0

  • 4. 
    Eigen vermogen per 31/12

28.299

55.594

48.309

26.055

 

Tabel 78 Kasstroomoverzicht over het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

   

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

  • 1. 
    Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen
 

111.896

194.648

82.752

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

841.437

981.784

140.347

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 
  • 831.337
  • 987.794
  • 156.457
  • 2. 
    Totaal operationele kasstroom
 

10.100

  • - 
    6.010
  • - 
    16.110

Totaal investeringen (-/-)

 
  • 25.900
  • 26.531
  • 631

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

0

3.690

3.690

  • 3. 
    Totaal investeringskasstroom
 
  • - 
    25.900
  • - 
    22.841

3.059

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

0

  • 6.600
  • 6.600

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

 

0

11.282

11.282

Aflossingen op leningen (-/-)

 
  • 22.660
  • 10.300

12.360

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

25.900

24.300

  • 1.600
  • 4. 
    Totaal financieringskasstroom
 

3.240

18.682

15.442

  • 5. 
    Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen

(=1+2+3+4)

99.336

184.479

85.143

Toelichting kasstroomoverzicht

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht worden gevormd door de rekening-courant met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding). Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de operationele kasstroom.

De gerealiseerde operationele kasstroom is per saldo € 16,1 mln lager dan begroot. Dit komt met name door een toename van de personele kosten en een afname van de omzet en kosten bij de opdrachten van IMG.

De gerealiseerde investeringskasstroom is € 3,0 mln lager dan verwacht. In 2022 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 21,7 mln) en activa in aanbouw (€ 22,8 mln). In materiële activa is niet geïnvesteerd.

Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde financieringsstroom van € 15,4 mln betreft met name de ontvangen middelen voor POK-, WaU- en WOO-middelen. Het beroep op de leenfaciliteit is € 1,6 mln lager dan begroot als gevolg van een lager investeringsniveau.

Tabel 79 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022

Realisatie    Vastgestelde begroting

2019    2020    2021    2022    2022

Omschrijving generiek deel Inputindicatoren

Kernindicatoren

Verhouding direct/indirect personeel    83%    83%    83%    81%    84%

 

Outputindicatoren

Kernindicatoren

Tarief index in reële termen

100,1%

103,3%

102,4%

97,3%

100,0%

Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur

3.906

4.084

4.574

5.022

4.200

Saldo baten en lasten

0,1%

3,3%

2,4%

  • 2,7%

0,0%

Kwaliteitsindicatoren

Kernindicatoren

Klanttevredenheid

7,4

7,5

7,7

7,5

7,3

Gehonoreerde bezwaarschriften

36%

41%

44%

35%

25%

Toelichting

Inputindicatoren

De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (81%/19%) wijkt 3% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).

Outputindicatoren

Het aantal ambtelijke fte ultimo 2022 is 5.022 fte, dit is 822 fte hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO. Dit is onder andere te verklaren door meerwerk aan opdrachten vanwege de COVID-19 pandemie.

Kwaliteitsindicatoren

De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een voorlopige score van 7,5 hoger dan de begroting 2022.

Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften is dit jaar beduidend hoger (35%) dan de begroting 2022 (25%). In totaal zijn in 2022, 23.198 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 8.107 bezwaren gegrond zijn verklaard, 35 %. Dit percentage is lager dan in 2021 (44%).

Debet aan het percentage gegronde bezwaren is net als vorig jaar met name de TVL regeling met ruim 14.000 afgehandelde bezwaren waarvan 42% gegrond is verklaard. Op de tweede plaats heeft vooral de ISDE hieraan bijgedragen met 2.350 bezwaren waarvan 38% gegrond is verklaard. Op de derde plaats staat de Bedrijfsbetalingsregeling met 739 bezwaren waarvan 48% gegrond is verklaard. Hier staat tegenover dat een groep van ruim 2.000 Visserij/Brexit bezwaren vrijwel in zijn geheel is ingetrokken of niet ontvankelijk is verklaard. Zonder deze groep zou het percentage gegronde bezwaren op 39% zijn uitgekomen.

  • 10. 
    Saldibalans

Tabel 80 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) (bedragen x € 1.000)

 

Activa

31-12-2022

31-12-2021

Passiva

31-12-2022

31-12-2021

 

Intra-comptabele posten

1    Uitgaven ten laste van de begroting

25.908.425

12.322.697

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting

11.180.982

5.699.566

3 Liquide middelen

20.102

10.821

     

4    Rekening-courant RHB1

 

0

4a Rekening-courant RHB

14.698.385

6.583.258

5 Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

5.601.478

4.621.459

5a Begrotingsreserves

5.601.478

4.621.459

6 Vorderingen buiten begrotingsverband

23.642

21.895

7 Schulden buiten begrotingsverband

72.802

72.590

8 Kas-transverschillen

Subtotaal intra-comptabel

31.553.647

16.976.873

Subtotaal intra-comptabel

31.553.647

16.976.873

 

Extra-comptabele posten

9 Openstaande rechten

0

0

9a Tegenrekening openstaande rechten

0

0

10 Vorderingen

3.426.744

2.875.977

10a Tegenrekening vorderingen

3.426.744

2.875.977

11a Tegenrekening schulden

0

0

11 Schulden

0

0

12 Voorschotten

19.259.658

15.281.707

12a Tegenrekening voorschotten

19.259.658

15.281.707

13a Tegenrekening garantieverplichtingen

3.519.761

3.842.076

13 Garantieverplichtingen

3.519.761

3.842.076

14a Tegenrekening andere verplichtingen

75.523.567

63.177.413

14 Andere verplichtingen

75.523.567

63.177.413

15 Deelnemingen

1.616.921

1.611.921

15a Tegenrekening deelnemingen

1.616.921

1.611.921

Subtotaal extra-comptabel

103.346.651

86.789.094

Subtotaal extra-comptabel

103.346.651

86.789.094

 

Totaal

134.900.298

103.765.967

Totaal

134.900.298

103.765.967

1 Rijkshoofdboekhouding

Toelichting op de saldibalans Algemeen

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet. Indien van de geldende voorschriften is afgeweken is dit nader toegelicht.

Alle bedragen zijn opgenomen in duizenden euro's tenzij anders vermeld. In de tabel van de saldibalans zijn de bedragen overeenkomstig de voorschriften naar boven afgerond. In de tabellen van de toelichting zijn de bedragen op de standaard wijze afgerond en opgeteld. Door de verschillende wijze van afronden kan de som van de overige tabellen afwijken van de bedragen van de tabel van de saldibalans.

Saldibalanspost 8, kas-transverschillen, is niet van toepassing voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

 

Balanspost 1

Uitgaven ten laste van de begroting 2022

25.908.425

De uitgaven over 2022 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van

EZK

(hoofdstuk XIII), onderdeel uitgaven, artikelen 1 t/m 5, en 40.

 

Balanspost 2

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2022

11.180.982

De ontvangsten over 2022 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van EZK (hoofdstuk XIII), onderdeel ontvangsten, artikelen 1 t/m 5, en 40.

Balanspost 3

Liquide Middelen    20.102

De post liquide middelen is opgebouwd uit de saldi van banken.

De post liquide middelen bestaat uit de aanwezige banksaldi bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van de regeling Borgstelling Midden en Klein Bedrijf Kredieten.

Balanspost 4

Rekening-Courant Rijkshoofdboekhouding    14.698.385

Op de rekening-courant Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding tussen EZK en de Rijksschatkist van het Ministerie van Financiën geadministreerd.

Het bedrag op de saldibalans is overeenkomstig de saldo opgave per 31 december 2022 van het Ministerie van Financiën.

Balanspost 5

Begrotingsreserves    5.601.478

Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening binnen de begroting die EZK aanhoudt op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van

Financiën. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren.

EZK maakt gebruik van de mogelijkheid om begrotingsreserves aan te houden. In het jaarverslag is er bij de betreffende begrotingsartikelen informatie opgenomen over toevoegingen aan en onttrekkingen uit de begrotingsreserves aangevuld met relevante feiten en of ontwikkelingen.

 

Tabel 81 Begrotingsreserves

Specificatie begrotingsreserves:

Saldo 31-12-2021

Toevoegingen

Onttrekkingen

Saldo 31-12-2022

Artikel

Garantie Ondernemersfinanciering

289.636

0

81.752

207.884

2

Borgstelling MKB-kredieten (BBMKB)

214.657

4.123

0

218.780

2

Borgstelling MKB-kredieten Groen

0

16.150

0

16.150

2

Groeifaciliteit

67.646

0

867

66.779

2

Garantie MKB-financiering

20.932

844

0

21.776

2

Klein Krediet Corona

24.702

0

8.847

15.855

2

ECN verstrekte leningen

6.600

0

0

6.600

4

Aardwarmte

18.056

0

0

18.056

4

Duurzame Energie

3.979.230

2.626.555

1.576.186

5.029.599

4

 

Totaal

4.621.459

2.647.672

1.667.652

5.601.479

 

Balanspost 6

Vorderingen buiten begrotingsverband    23.642

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn bedragen opgenomen die nog van derden moeten worden ontvangen.

 

Tabel 82 Vorderingen buiten begrotingsverband

De vorderingen buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Opdrachten derden

22.514

Salarisvorderingen

645

Overige vorderingen

483

 

Totaal

23.642

Opdrachten derden

RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke, particuliere en Europese organisaties. Het openstaande bedrag zal RVO.nl in rekening brengen bij de betreffende opdrachtgevers.

Salarisvorderingen

Dit betreft betalingen aan personeel inzake salarissen en diverse vergoedingen in afwachting van definitieve verrekening.

Balanspost 7

Schulden buiten begrotingsverband    72.802

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de bedragen opgenomen die nog ten gunste van derden moeten worden gebracht.

 

Tabel 83 Schulden Buiten Begrotingsverband

De schulden buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Opdrachten derden

54.102

Ontvangen bijdrage NCG

8.822

RVO.nl af te dragen gelden aan derden

8.597

Overige schulden

1.281

Totaal

72.802

Opdrachten derden

RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke, particuliere en Europese organisaties. RVO.nl zal de betreffende gelden overeenkomstig opdracht of overeenkomst aan begunstigden verstrekken.

Ontvangen bijdrage NCG

Dit betreft door NCG van de Gemeente Appingedam ontvangen gelden ten behoeve van de versterkingsoperatie.

RVO.nl af te dragen gelden aan derden

Door RVO.nl geinde bedragen voor derden. Deze dienen nog verrekend te worden, het betreft onder andere het Europees Octrooibureau (EOB).

Balanspost 9

Rechten    0

Rechten onstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden.

Balanspost 10

Vorderingen    3.426.744

De vorderingen hebben betrekking op te ontvangen bedragen voor de begroting van

EZK.

 

Tabel 84 Vorderingen

De vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

776.620

Op termijn opeisbare vorderingen

2.029.510

Geconditioneerde vorderingen

620.613

 

Totaal

3.426.743

 

Tabel 85 Direct opeisbare vorderingen

De direct opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.

441.569

Overige vorderingen inzake uitvoering beleid

324.358

Nog af te dragen veilingopbrengsten en boetes AT

5.058

Opgelegde boetes ACM

3.750

Overige vorderingen

1.885

 

Totaal

776.620

Nederlandse Aardoliemaatschappij B.V.

Dit betreft de nog door de NAM te betalen vergoedingen die samenhangen met de uitvoeringskosten en schadevergoedingen in het kader van de versterkingsopgave.

Vorderingen inzake uitvoering beleid

EZK heeft vorderingen voortkomend uit subsidie vaststellingen van diverse regelingen, uit het verstrekken van vergunningen en uit het opleggen van heffingen voor diverse economische activiteiten.

Nog af te dragen veilingopbrengsten en boetes AT

Dit betreft de door Agentschap Telecom in 2022 ontvangen veilinggelden en boetebedragen die nog aan het kerndepartement moeten worden afgedragen.

Opgelegde boetes ACM

Voor de uitvoering van de mededingingswet heeft ACM boetes opgelegd. Overige vorderingen

In de post overige vorderingen is € 10.812 opgenomen betreffende een overschrijding van de WNT norm die in maart 2023 teruggevorderd zal worden.

 

Tabel 86 Op termijn opeisbare vorderingen

De op termijn opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Leningen

1.074.153

Kredietregelingen RVO.nl

801.055

Vorderingen inzake uitvoering beleid RVO

114.391

Opgelegde boetes ACM

27.868

AT nog te ontvangen veilinggelden

11.484

Overige vorderingen

559

 

Totaal

2.029.510

Leningen

EZK maakt bij de overdracht van beleidsgelden onder meer gebruik van het instrument leningen. Dergelijke leningen kennen in de regel specifieke afspraken en voorwaarden. De verstrekte leningen zijn in onderstaand overzicht verwerkt en geven de stand per balansdatum aan.

 

Tabel 87 Leningen

De leningen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Corona OverbruggingsLening (COL)

239.608

Stichting Garantiefonds Reisgelden

169.570

Participatie Maatschappij Oost Nederland bv

151.574

Stichting Qredits Microfinanciering

109.165

Nuclear Research and consultancy Group (ECN)

82.672

EBN

73.400

Pallas

42.963

ECN

40.000

Fibrant

30.000

BOM

23.084

Provincie Limburg

15.882

Biopartner

13.524

NWO

11.100

St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

10.000

Stichting voor Technische Wetenschappen (STW)

8.246

Invest-NL Capital N.V.

7.844

Overige leningen

45.523

 

Totaal

1.074.155

Kredietregelingen RVO.nl

RVO.nl voert een aantal regelingen uit waarbij kredieten voor diverse beleidsdoelstellingen beschikbaar worden gesteld. Het gaat hier onder andere om kredieten voor technische ontwikkeling, elektronische diensten ontwikkeling, milieugerichte productontwikkeling, technische ontwikkelingsprojecten, startende ondernemingen, vroege fase financiering, innovatieve kredieten en het toekomstfonds voor onderzoeksfaciliteiten.

De aanvragers kunnen een vooraf overeengekomen tijd over deze kredieten beschikken en betalen de kredieten terug als bepaalde verwachte ontwikkelingen en of condities zich hebben voorgedaan zoals het behalen bepaalde omzet, winst, rendementen, aandelenverkoop, etc.

Vorderingen inzake uitvoering beleid RVO

RVO heeft vorderingen voortkomend uit subsidie vaststellingen van diverse regelingen

Opgelegde boetes ACM

Voor de uitvoering van de mededingingswet heeft ACM boetes opgelegd. Voor deze vorderingen zijn door ACM betalingsregelingen getroffen.

AT nog te ontvangen veilinggelden

Met betrekking tot de FM Kavels A1, A6 en A7 lopen er een drietal betalingsregelingen. Deze gelden zijn nog niet door Agentschap Telecom ontvangen.

 

Tabel 88 Geconditioneerde vorderingen

De geconditioneerde vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Nederlandse Defensie Industrie

421.647

Garantieregelingen

96.790

Borgstelling MKB-kredieten

86.813

Overige vorderingen

15.363

 

Totaal

620.613

Nederlandse Defensie Industrie

Deze vordering geeft weer welke bedragen de Nederlandse overheid tegoed heeft van de industrie voor deelname in de ontwikkelingsfase van de F-35.

Garantieregelingen

Met deze regelingen worden ondernemers in staat gesteld om bankleningen te verkrijgen zodat ondernemen mogelijk blijft. EZK staat garant voor de leningen waardoor het risico voor de bank op de bedrijfsfinanciering kleiner wordt. Bij aanspraak van de bank op de garantie betaalt RVO.nl de bank. Hierdoor ontstaat er voor RVO.nl een vordering op de onderneming die wordt opgenomen in de debiteurenadministratie. Wanneer een ondernemer een voorstel tot afkoop bij de bank indient legt de bank dit ter beoordeling voor aan RVO.nl. Na instemming van RVO.nl zorgt de bank voor afwikkeling van de overeengekomen regeling en maakt het aan RVO.nl toekomende bedrag over.

Borgstelling MKB-kredieten

Op basis van het besluit Borgstelling Midden Kleinbedrijf (BBMKB) verstrekken deelnemende banken krediet aan een ondernemer onder garantie (borgstelling) van de Staat. Op het moment dat de bank de garantie aanspreekt betaalt RVO.nl de claim uit aan de bank. Hierdoor ontstaat er voor RVO.nl een vordering op de onderneming die wordt opgenomen in de debiteurenadministratie. De bank heeft conform de regeling een volgplicht. Wanneer een ondernemer een voorstel tot afkoop bij de bank indient legt de bank dit ter beoordeling voor aan RVO.nl. Na instemming van RVO.nl zorgt de bank voor afwikkeling van de overeengekomen regeling en maakt het aan RVO.nl toekomende bedrag over.

Balanspost 11

Schulden    0

De schulden hebben betrekking op bedragen die ten gunste van de begroting van EZK zijn ontvangen.

Balanspost 12

Voorschotten    19.259.658

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.

Tabel 89 Voorschotten ouderdomsoverzicht

 

Beleidsartikelen

2018 en eerder

2019

2020

2021

2022

Totaal

  • 01. 
    Goed functionerende economie en markten

880

3.559

5.931

21.969

229.213

261.551

  • 02. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

494.451

186.729

227.394

431.909

1.427.804

2.768.286

  • 03. 
    Toekomstfonds

2.414

1.215

2.791

2.905

3.058

12.383

  • 04. 
    Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

3.532.711

1.321.877

1.857.286

2.705.635

4.594.649

14.012.158

  • 05. 
    Een veilig Groningen met perspectief

49.514

220.229

168.561

843.138

861.690

2.143.132

 

Buiten begrotingsverband

748

202

2.656

3.792

54.749

62.148

 

Totaal

4.080.718

1.733.811

2.264.619

4.009.348

7.171.162

19.259.658

Tabel 90 Verloopstaat voorschotten

Verloop van voorschotten gedurende het dienstjaar 2022

Bedrag

Beginstand 31 december 2021

16.361.462

Verstrekte voorschotten

9.080.760

Eindafgerekende voorschotten

  • 6.182.565

Eindstand 31 december 2022

19.259.658

De beginstand per 31 december 2021 is bijna 1.079,8 mln. hoger dan de in de jaarrekening 2021 opgenomen stand per 31 december 2021. Dit in verband met de overgang van de Nationaal Coördinator Groningen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

De mutaties buiten begrotingsverband hebben betrekking op voorschotten die namens EZK zijn verstrekt maar waarvan financiering door derden plaatsvindt. De voorschotten die EZK heeft verstrekt namens de volgende opdrachtgevers zijn niet in de openstaande voorschotten buiten begrotings-verband meegenomen:

  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
  • Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
  • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
  • Ministerie van Buitenlandse Zaken;
  • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
  • Ministerie van Justitie en Veiligheid;
  • De provincies.

Balanspost 13

Garantieverplichtingen    3.519.761

De garantieverplichtingen zijn voorwaardelijke financiële verplichtingen. Deze verplichtingen komen op een later moment tot uitbetaling als bij de werderpartij die de garantie heeft ontvangen zich bepaalde omstandigheden voordoen, bijvoorbeeld een bepaald risico of een onzekere gebeurtenis.

Tabel 91 Verloop van de garantieverplichtingen

 

Beleidsartikelen

Stand per 31-12-2021

In 2022 aangegaan +

Bijstellingen -/-

Uitgaven -/-

Stand per 31-12-2022

  • 01. 
    Goed functionerende economie en markten

0

0

0

0

0

  • 02. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

3.133.865

333.583

1.082.029

27.868

2.357.551

  • 03. 
    Toekomstfonds

0

0

0

0

0

  • 04. 
    Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

708.211

799.000

345.000

0

1.162.211

  • 05. 
    Een veilig Groningen met perspectief

0

0

0

0

0

 

Totaal

3.842.076

1.132.583

1.427.029

27.868

3.519.762

Onder de post garantieverplichtingen zijn ook opgenomen de garantieverplichtingen die vallen onder het domein van het schatkistbankieren van het Ministerie van Financiën. Dit is aan de orde bij artikel 4 (COVA).

Balanspost 14

Andere verplichtingen    75.523.567

Het gaat hier om financiële verplichtingen ten opzichte van een wederpartij die op een later moment tot betaling zal leiden. Indien de wederpartij alle gestelde voorwaarden nakomt zal de verplichting volledig tot betaling komen.

Tabel 92 Verloop van de andere verplichtingen

 

Beleidsartikelen

Stand per 31-12-2021

In 2022 aangegaan +

Bijstellingen -/-

Uitgaven -/-

Stand per 31-12-2022

  • 01. 
    Goed functionerende economie en markten

19.302

362.213

937

291.380

89.199

  • 02. 
    Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

4.976.069

4.956.810

2.443.767

4.967.156

2.521.956

  • 03. 
    Toekomstfonds

517.151

330.249

10.347

136.226

700.828

  • 04. 
    Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

57.577.503

27.713.524

4.851.800

8.880.061

71.559.166

  • 05. 
    Een veilig Groningen met perspectief

811.130

10.924.818

21.771

11.139.677

574.500

  • 40. 
    Apparaat EZK

0

466.055

0

466.055

0

Buiten begrotingsverband

56.486

83.671

4.625

57.615

77.918

 

Totaal

63.957.642

44.837.341

7.333.246

25.938.170

75.523.567

Voor het verantwoorden van de verplichtingen van apparaatsuitgaven op artikel 40 in bovenstaande tabel wordt het principe verplichtingen is gelijk aan kas toegepast. Het verplichtingensaldo wordt gelijk gesteld aan het uitgavensaldo waardoor er per saldo op 31 december geen openstaande verplichtingen worden verantwoord.

Voor de andere verplichtingen is voor wat betreft het onderdeel buiten begrotingsverband dezelfde verantwoordingswijze toegepast als bij de openstaande voorschotten.

De stand per 31-12-2021 van artikel 05 Een veilig Groningen met perspectief is 780,3 miljoen euro hoger dan de eindstand van de jaarrekening 2021. Dit in verband met de overgang van de Nationaal Coördinator Groningen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Niet uit de balans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen zijn onder meer bestuursovereenkomsten of bestuursconvenanten die afgesloten worden tussen het Rijk en derden, bijvoorbeeld decentrale overheden, functionele overheden of belangenorganisaties. Dergelijke bestuurlijke verplichtingen worden alleen voor het deel waarvoor een juridische verplichting is aangegaan opgenomen in de saldibalans. Tot het moment waarop een juridische verplichting wordt aangegaan, zijn deze bestuurlijke verplichtingen nog niet administratief vastgelegd. Interne procedures borgen dat de financiële gevolgen bekend zijn voordat een bestuurlijke overeenkomst wordt ondertekend. De uitgaven die het gevolg zijn van deze bestuurlijke verplichtingen kunnen op dat moment worden geraamd, en afhankelijk van het bedrag, toegelicht bij het betreffende begrotingsartikel en in kamerbrieven over het betreffende onderwerp. Op deze wijze wordt geborgd dat de financiële gevolgen van bestuurlijke afspraken niet alleen beleidsmatig, maar ook budgettair, door de Staten-Generaal kunnen worden geautoriseerd, ook al vindt de vastlegging van de verplichting pas op een later moment plaats.

Warmtetransportnet Zuid-Holland

De toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -Klimaat en Energie heeft de Tweede Kamer op 5 juli 2021 middels een Kamerbrief geïnformeerd over de ontwikkelingen rond Warmtetransportnet Zuid-Holland. De Staat heeft op Prinsjesdag in 2021 € 427 mln gereserveerd op de aanvullende post van de rijksbegroting. Doel van deze middelen is de realisatie van het Warmtetransportnet door een subsidie ter beschikking te stellen waarmee een vergelijkbaar effect wordt gerealiseerd als in het geval dat bijvoorbeeld de SDE++ zou worden opengesteld. In oktober 2021 hebben het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Gasunie deze afspraak vastgelegd in een wijziging van een bestaand Convenant uit 2019 waarin afspraken tussen genoemde partijen staan opgenomen over de realisatie van het Warmtetransportnet Zuid-Holland. In de wijziging van het Convenant is opgenomen dat de precieze hoogte, vorm, doelstelling en subsidiabele kosten nader worden uitgewerkt. De verplichtingen, die voortvloeien uit het convenant, zullen in de komende jaren in de financiële administratie worden vastgelegd.

Energie Beheer Nederland (EBN)

In 2018 hebben de Staat, Shell en Exxon afspraken gemaakt in het Akkoord op Hoofdlijnen. Hierin is onder andere afgesproken dat de Staat ervoor zal zorgdragen dat EBN kan voldoen aan (het EBN-deel van) de verplichtingen ten aanzien van betalingen voor schadeafhandeling en de versterkings-opgave. Mogelijk leidt dat tot een kapitaalinjectie van de Staat aan EBN in de toekomst. Vanwege de onzekerheid over de precieze omvang en de timing van de eventuele kapitaalinjectie worden de verplichtingen in de financiële administratie vastgelegd in hetzelfde jaar als de kasbetalingen.

Balanspost 15

Deelnemingen    1.616.921

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten-, naamloze-, commanditaire vennootschappen en internationale instellingen opgenomen.

Tabel 93 Deelnemingen

 

Naam deelneming

Nominaal

 

Betaald

   
 

Ultimo 2021

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Ultimo 2022

Deelnemings percentage

N.V NOM

25.950

25.950

46.555

46.555

50,0

N.V BOM

16.587

16.587

42.004

42.004

49,9

ROM Innovation Quarter B.V.

56.793

56.793

56.793

56.793

45,1

N.V LIOF

26.625

26.625

35.324

35.324

50,0

GasTerra B.V.

18.000

18.000

18.000

18.000

10,0

EBN N.V.

128.138

128.138

1.242.281

1.242.281

100,0

Oost N.V.

50.064

50.064

69.266

69.266

52,9

NPEX B.V.

14

14

1.347

1.347

15,7

Investeringsfonds Zeeland B.V.

2

2

19.200

24.200

47,3

ROM Regio Utrecht B.V.

11

11

23.990

23.990

46,6

Groeifonds Flevoland B.V.

6.700

6.700

6.700

6.700

50,0

Bonaire Brandstof Terminals

1

1

20.100

20.100

100,0

Rom InWest BV

30

30

30.360

30.360

49,9

 

Totaal

328.915

328.915

1.611.920

1.616.920

 
  • 11. 
    WNT-verantwoording 2022 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctiona-rissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2022 € 216.000.

Naast de hieronder vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2022 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2022 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

0 .0

-Q

O    CM CM

03 73

Q

0

O

 
     

'St

O

CD

CO

'St

O

CD

CO

'St

O

CD

CO

                 

o

o

o

'St

CM

o

o

o

cd

CM

O

O

CD

CM

o

o

o

cd

CM

o

o

o

cd

CM

o

o

o

cd

CM

o

o

o

cd

CM

o

o

o

CM

03

o

o

o

00

o

O

o

o

C3

CM

O

o

o

00

00

O

o

o

C3

LD

     

22.249

(21.600)

s §

tg

LD LT

° 3

  • • 
    CD 00 ^

§ % ?! ai

§

§ % ?! ai

™ §

§ 1 ?! ai

™ §

£ (N

^ 8

LD •

£ ^

  • p

2 S

2 ai

<- O

® 8 "S

§ 8

CD

00

00

'St

LD

00

co oo

C3

oo

     

2.530

(2.483)

OO rn

   

II

II

                 

19.719

(19.117)

s?

*7 LD

CM M

Ln |

LD L+

° 3

  • • 
    CD 00 £

8° ™ S

LD

?! S

8° ™ 5

?! S

8° ™ S

LD

?! S

£

LD •

™ £

  • P

LD 00

¦* s

r- 03 <- O

Sg

5 s

§1

Ê L:

00

00

'St

LD

00

co co

C3

co

     

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

0

0

c

     

0,11

(0,11)

o 3 o §

“.8

s

° s

'«t

o'

CD

LD.

o“

     
               

CM

CM

O

CM

!-“*•

 

CM

CM

O

CM

CM

CM

CM

o

CM

op

     

Bestuurslid

II

O =3 0 0

Q 0

-Q

2

173

0

3

C/3

0

CD

0

*N

0

5

173

0

0

0

0

CD

73

173

o

o

0

0

CD

© |

‘N ”

0 =3

0

-Q

CD

73

173

0

o

03

0

CD

CD

73

173

0

0

03

0

CD

0

03

0

CL

0

73

Ü

“3

03

C

CD

T>

173

0

0

03

0

CD

® ra

73 0 c W

m 0

0 —

> —

0

CD M

DJ

E

CD

73

173

0

0

03

0

CD

CD

T>

173

0

0

03

0

CD

0

03

C

0

0

5

“3

CD

SI

a

     

J.C.M. Sap

to

0

(/)

(/)

0

m

ü

CU

£

0

0

0

_l

0

73

LU

“3

O.

0

O

c

co

H

C -C 0 03 > 0 £ m 0 c E 115

•E, 73

X

_i

Ü

C

0

‘0

_l

CC

1 1 <-> E co t:

P

0

Q.

0

0

£

0

O

CD

P

E

.2

!c

o

C/3

C

0

>

Ü

LU

¦a

     

Nederlandse

Emissieautoriteit

0 .E

C/3    0

73 E C »-03 O

® ra 73 0

0 ¦—

C/3

‘E

LU

0 .10

C/3    0

73 E C »-0 O

® ra 73 0

0 ¦—

C/3

E

LU

i ?

¦tC 0 O ^

1 ° c 0 E 0

C/3

c

o

o

i ?

¦tC 0 O ^

1 ° c 0 E o 0 c o o

i ?

¦tC 0

O ^

c

0

E

o

0

c

o

o

  • E. 
    0 c

^ 73 0 E 0 03

¦—-CC

“wc - ^ 2 o u

-Q

c

f

tL 0 c ^ 73 0 E 0 03

¦—.CC

“wc - ^ 2 o u

-Q

c

f

E 0 c

^ 73 0 E 0 03 ¦r £ C

«WC - ^ 2 o u

-Q

C

f

tL 0 C ^ 73 0 E 0 03 •rr -C C

«WC - ^ 2 o u

-Q

C

f

tL 0 C ^ 73 0 E 0 03 ¦—.CC « 03 'E - ^ 2 o u

-Q

C

f

E 0 c

^ 73 0 E 0 03 ¦—.CC ^    03    'E

  • ^ 2 o u

-Q

c

f

     

1 Door een onjuiste berekening van de bezoldiging over het jaar 2022 heeft een overschrijding van de WNT norm plaats gevonden. Het teveel betaalde bedrag wordt in maart 2023 verrekend.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's) en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's)

 

Tabel 95 Overzichtstabel inzake RWT's en ZBO's van het Ministerie van Economische Zaken x € 1.000)

en Klimaat (bedragen

Naam ZBO/RWT

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonder heden

Centraal Bureau voor de Statistiek

158.561

186.893

3.715

5.868

Nee

Edelmetaal Waarborg Nederland

       

Nee

Examinerende instanties als bedoeld in artikel 19 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

       

Nee

Kamer van Koophandel

130.9501

1378922

7.235

9.800

Nee

Keuringsinstanties als bedoeld in artikel 10.3 Telecommunicatiewet

       

Nee

Nederlandse Emissieautoriteit

210

216

   

Nee

Raad voor de Accreditatie

277

1.099

 

77

Nee

Bestuur Autoriteit Consument en Markt

779

712

645

645

Nee

Instituut Mijnbouwschade Groningen

2.000

2.248

   

Nee

Stichting COVA

111.000

96.233

   

Nee

TNO

211.330

256.660

 

515

Nee

VSL

11.146

11.524

   

Nee

De in het kader van de Metrologiewet art. 11 en

12 aangewezen instanties en erkende keurders

       

Nee

WaarborgHolland

       

Nee

1    Dit bedrag is exclusief budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.008.000.

2    Betreft Rijksbijdrage 2022. Dit bedrag is exclusief de budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.989.000.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Nieuw vanaf het jaarverslag 2022 is het opstellen van de bijlage Moties en Toezeggingen. Tot nu toe werd deze bijlage alleen bij de ontwerpbegroting opgenomen. Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle nieuwe moties en toezeggingen sinds de peildatum (augustus 2022) van de gelijknamige bijlage bij de ontwerpbegroting, de nog openstaande moties en toezeggingen uit voorgaande jaren en de moties en toezeggingen die sinds de genoemde peildatum zijn afgehandeld. Uitgangspunt van de bijlage is dat deze de actuele stand van zaken rond moties en toezeggingen weergeeft en aansluit op de eerder hierover verstrekte informatie.

 

Tabel 96 Stand van zaken moties Minister van EZK parlementair jaar 2021

-2022 (Tweede Kamer)

 

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming Vindplaats

Stand van zaken

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering de duur van de    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

procedure in de praktijk nauwlettend te monitoren en tijdig in te grijpen als blijkt dat te veel te doorlopen procedures langer duren dan de standaard acht weken die gelden voor zowel het bepalen of er een toetsing nodig is als het nemen van een uiteindelijk toetsingsbesluit.

[13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo)

(doorlopend, wordt niet afgedaan)

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering na twee jaar op    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

hoofdlijnen de doeltreffendheid en andere effecten van de wet te evalueren, boven op de geplande evaluatie na vijf jaar.

[13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo)

 

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering te onderzoeken op 28-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Stoffer C. (SGP)

welke wijze Nederland mee kan doen en voortrekker kan worden van de nog in

[22-06-2022] - TMD Innovatie

(Kamer geïnformeerd over voortgang in

Jong, R.H. de (D66)

ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar.

Strien, PJ.T van (VVD)

   

november 2022,

Kathmann, B.C. (PvdA)

   

middels

Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 5; en Kamerstuk 2022 Z, nr. 22 868 (23 november 2022).

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

   

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering te onderzoeken of    28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan,

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

innovatieregelingen drastisch kunnen worden versimpeld door deze terug te brengen tot hooguit enkele regelingen.

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerstuk II 2022/23, 33 009, nr. 117, p.13 (voetnoot 78)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om te komen tot een 28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Graaf, S.J.F van der (CU)

door de ministeries van EZK en van OCW

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerbrief Innovatie en

Impact, Kamerstuk

Strien, PJ.T van (VVD)

tezamen met de relevante partners opgestelde en gedragen integrale

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

valorisatiestrategie en actieplan, en dit uiterlijk in het derde kwartaal van 2022 te delen met de Kamer.

 

33 009, nr. 117 (11 november

2022).

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om - geïnspireerd    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden:

Amhaouch, M. (CDA)

door de British Business Bank - te

[13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Formeel is de motie afgedaan in brief «mkb-

Stoffer C. (SGP)

onderzoeken hoe vraag en aanbod beter bij elkaar kunnen worden gebracht en de

Rahimi, H. (VVD)

betrokken stakeholders actief te betrekken,

financiering:

Jong, R.H. de (D66)

en de Kamer te informeren in het vierde kwartaal 2022.

 

knelpunten en acties»

(Kamerstuk 32 637, nr. 502) met de toezegging 'één deur' voor financiering te gaan creëren. De kamer zou hier Q4 2022 over geïnformeerd

 

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

     

worden, wat tijdens het commissiedebat op 10/09/22 is verzet naar Q1

2023. Dat gaan we in mkb- financieringsbrief doen, die er uiterlijk 31 maart uitgaat.

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om, samen met de 07-06-2022 bevoegde gezagen, om tafel te gaan met

-de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel mkb om te verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing in aanvulling op de energiebesparingsplicht mogelijk is en hoe deze het beste gerealiseerd kan worden.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe 26-10-2021 de bescherming van de privacy van

-aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

Parlementaire agenda [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te bekijken hoe in 07-06-2022

samenspraak met de bevoegde gezagen de doorlooptijden van de vergunningstrajecten aanzienlijk versneld kunnen worden, en de Kamer hierover uiterlijk in oktober te informeren;

Verzoekt de regering om casusspecifiek te bekijken wat er nodig is om de doorlooptijden te versnellen en dat mee te nemen in het overeenkomen van de joint letters of intent en de daaropvolgende bindende maatwerkafspraken.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 15-03-2022 waar de knelpunten in de financiering van mkb-bedrijven zitten als het gevolg van het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen en welke instrumenten er zijn om dit te verhelpen.

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek

6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot

30 dagen (Kamerstuk 35 769)

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Goudzwaard, M. (JA21)

Roept het kabinet op om uiterlijk voor het 19-04-2022 voorjaar van 2023 de Kamer een overzicht te geven van de behaalde concrete winsten op dit terrein.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Klink, J.J. (VVD)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering om met urgentie te 07-06-2022 onderzoeken of en, zo ja, hoe het huidige —financieringsinstrumentarium, waaronder de BMKB-C, de GO-C en het

Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL), geschikt en toegankelijk gemaakt kan worden voor getroffen bedrijven als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Gevolgen oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven + MBHOS

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Jong, R.H. de (D66)

welke barrières maatschappelijke en sociale ondernemingen die zich bezighouden met maatschappelijke innovatie ervaren bij het gebruik van innovatieregelingen en in het innovatiebeleid door het Rijk;

Verzoekt de regering om de Kamer hierover uiterlijk in het najaar van 2022 te informeren.

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerstuk II 2022/23, 33 009, nr. 117, p.22 (voetnoot 82)

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering bij de

07-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Rajkowski, Q.M. (VVD)

onderhandelingen in te brengen dat nationaal toezicht op en/of nationale toepassing van algoritmen mogelijk moet zijn, ondanks dat er een Europese markt is.

 

[02-06-2022] - TMD Telecomraad

 

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt het kabinet om in samenwerking

28-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Strien, PJ.T van (VVD)

met private en publieke partijen een actieve strategie te ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe innovatieve ontwikkelingen in batterijtechnologie;

verzoekt het kabinet de mogelijkheden van Nederlandse deelname in nieuwe IPCEl-batterijtechnologie-initiatieven te onderzoeken met gelijkgezinde landen.

 

[22-06-2022] - TMD Innovatie

 

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering de impact van de inflatie op de stimulering van innovatie door de Wbso te onderzoeken.

28-06-2022

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Afgehandeld

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om te onderzoeken

28-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Graaf, S.J.F van der (CU)

hoe een landelijke stimuleringsregeling om de financiële belemmeringen met betrekking tot hybride docentschap weg te nemen, eruit kan komen te zien en hoe een dergelijke regeling geïmplementeerd zou kunnen worden.

 

[22-06-2022] - TMD Innovatie

 

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering te onderzoeken op

29-03-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

welke wijze EZK een actievere, centrale en

 

[23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen

 

Strien, PJ.T van (VVD)

coördinerende rol richting andere overheden en departe-menten kan pakken om ons toekomstige verdienvermogen te versterken, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigingsklimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt.

   

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt het kabinet van bedrijven die

07-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Thijssen, J. (PvdA)

steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden.

 

[02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

 

Kuiken, A.H. (PvdA)

Verzoekt de regering op korte termijn het

14-12-2021

Parlementaire agenda

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

overleg met sociale partners opnieuw op te pakken en te bezien hoe een gezamenlijk perspectief kan bijdragen aan een bestendige aanpak van de coronacrisis, en dit overleg structureel voort te zetten.

 

[08-12-2021] -Voortzetting debat Steunpakket

 

Baarle, S.R.T van (DENK)

Verzoekt de regering om opnieuw in gesprek te treden met lease- en verzekeringsmaatschappijen teneinde coulance voor taxichauffeurs die in de knel zijn geraakt te laten bieden.

14-12-2021

Parlementaire agenda [08-12-2021] -Voortzetting debat Steunpakket

Onderhanden

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering bij de evaluatie van de wet te onderzoeken of als gevolg van deze wet nadelen zijn ontstaan voor de detaillisten in het mkb, en daarover aan de Kamer te rapporteren.

15-03-2022

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek

6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot

30 dagen (Kamerstuk 35 769)

Onderhanden

Graaf, M. de (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

26-10-2021

Parlementaire agenda Onderhanden [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

 

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Ellemeet. C.E. (GL)

Michon-Derkzen, I.J.M. (VVD)

Verzoekt het kabinet, conform het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens vestigingsadressen van zelfstandigen in principe af te schermen wanneer dit tevens woonadressen zijn en de wet hiervoor aan te passen.

16-09-2021

Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten

Onderhanden

Lee, TM.T van der (GL)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Stoffer C. (SGP)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering om, samen met de bij 09-11-2021 het valorisatieplan betrokken partijen, op korte termijn te komen tot een verkenning van de inzet die nodig is om de ambities uit dit plan te verwezenlijken en daarbij ook de samenhang met bredere aspecten van valorisatie, zoals fieldlabs en mkb-samenwerkingsvouchers in ogenschouw te nemen.

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering te onderzoeken welke 09-11-2021 zaken het meest bijdragen aan een eventueel besluit van een bedrijf om te verhuizen naar een land buiten Nederland.

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Aartsen, A.A. (VVD)

Maatoug, S. (GL)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering, om te onderzoeken op welke wijze ondernemers kunnen — worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis.

30-09-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Stoffer C. (SGP)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering, met betrokken partijen de knelpunten te inventariseren en zich maximaal in te spannen om het project WarmtelinQ tot een positief besluit te brengen, uiterlijk 1 oktober.

08-07-2021

Parlementaire agenda [08-07-2021] -Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering, aan de hand van de marktmonitor over de aanbodzijde van de financieringsmarkt die EZK voornemens is op te zetten, ook de betere financiering van familiebedrijven te verkennen.

26-10-2021

Parlementaire agenda [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Lee, TM.T van der (GL)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Stoffer C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering actief in gesprek te gaan met de campussen om te bezien hoe de handvatten uit de strategie-ecosystemen versneld kunnen worden gerealiseerd, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken.

09-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Afgedaan met Kamerbrief Innovatie en

Impact, Kamerstuk  33 009, nr. 117(11 november

2022).

Amhaouch, M. (CDA)

Bontenbal, H. (CDA)

Kaag, S.A.M.(D66)

Azarkan, F (DENK)

Lee, TM.T van der (GL)

Graus, D.J.G. (PVV)

Stoffer C. (SGP)

Leijten, R.M. (SP)

Strien, PJ.T van (VVD)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Thijssen, J. (PvdA)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om: -onder regie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in samenspraak met het Techniekpact, een analyse te maken van de effectiviteit van deze initiatieven en te onderzoeken waar aanvullingen nodig zijn, als basis voor een aanvalsplan waarmee een volgend kabinet snel en goed geïnformeerd aan de slag kan om de tekorten in de technische sector structureel — op te lossen; -de Ministeries van EZK, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en OCW gezamenlijk een plan te laten maken om middelen bedoeld voor zijinstroom ten behoeve van tekortsectoren slim in te zetten; verzoekt de regering hierover in Q1 2022 aan de Kamer te rapporteren.

04-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Teunissen, Ch. (PvdD)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Stoffer C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om er, bij de uitwerking van de aanbevelingen uit de evaluatie van de BMKB-regeling, voor te zorgen dat deze in de toekomst nog beter

07-07-2022

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

aansluit op de behoefte van het mkb, met specifieke aandacht voor toegankelijkheid van financiering.

   

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering de schade die    07-07-2022

Limburgse ondernemers in het watersnoodgebied hebben geleden boven op de coronacrisis, vanaf het derde en vierde kwartaal 2021 en eerste kwartaal

2022 ruimhartig en met gezwinde spoed te vergoeden.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering het totaalpakket aan 07-07-2022 schulden en kosten ontstaan door de gedwongen sluiting tijdens de coronacrisis, integraal te bezien en met gepaste oplossingen te komen.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Stoffer C. (SGP)

Verzoekt de regering om bij de geplande 07-07-2022 evaluaties van de verschillende instrumenten specifieke aandacht te hebben voor de samenhang tussen de instrumenten rond criteria en termijnen.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Huizinga-Heringa, J.C. (CU) Rosenmöller, F! (GL)

Vos, M.L. (PvdA)

Verzoekt de regering ten behoeve van zo'n 1-11-2022 debat binnen drie maanden een voorbereidende notitie aan deze Kamer te doen toekomen, waarin zij gemotiveerd uiteen zet welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt bij grote uitdagingen als de klimaattransitie.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

Ceder, D.G.M. (CU)

Verzoekt de regering in te zetten op    1-12-2022

heropening van de onderhandelingen over het raamwerk om op in ieder geval genoemde elementen het voorstel fundamenteel te verbeteren.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering niet in te stemmen 1-12-2022 met de Raadsconclusie en met een aanhangsel aan te geven dat de positie van het Nederlandse parlement anders is dan het bereikte compromisvoorstel.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat 1-12-2022 ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Klaver, J.F (GL)

Verzoekt het kabinet om bij de zoektocht 22-9-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan middels

Kuiken, A.H. (PvdA)

Paternotte, J.M. (D66)

naar oplossingen voor het energie— intensieve mkb ook te kijken naar gerichte ondersteuning van scholen en cultuurinstellingen en te kijken of gemeenten daarbij een rol kunnen spelen, en de Kamer hier voor 1 november over te informeren.

[21-09-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen (APB) TK

Najaarsnota 36 250-1

Leijten, R.M. (SP)

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Verzoekt de regering om een onderzoek te 22-11-2022

doen in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Strien, PJ.T van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Omtzigt, PH. (Omtzigt)

Verzoekt de regering voor de korte termijn 15-11-2022 in aanloop naar de aankomende

-ministeriële ESA-conferentie een laatste krachtige inspanning te doen om het beoogde budget voor de inschrijvingen in de optionele programma's te verhogen, zodat verlies van onze positie in programma's voorkomen wordt.

Parlementaire agenda [08-11-2022] - TMD Innovatie & Ruimtevaart

Afgehandeld

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in overleg te treden met het Digital Trust Center en betrokken brancheorganisaties om te komen tot een eenduidig mkb-keurmerk, om mkb'ers beter te ondersteunen bij het vormen van hun securitybeleid.

22-11-2022

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in samenwerking met het Digital Trust Center, brancheorganisaties en regionale partners een structurele cyberoefenagenda te ontwikkelen met daarin cyberoefeningen specifiek gericht op niet-vitale bedrijven.

22-11-2022

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)

Verzoekt de regering energie-intensieve

1-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden,

Schalk, P (SGP)

MKB' ers eerder duidelijkheid te bieden of

 

[18-10-2022] - EZK:

wordt aan brief

zij onder de TEK vallen door de referentiedatum te vervroegen, zo mogelijk naar het vierde kwartaal van 2022; verzoekt de regering aansluitend zorg te dragen voor voorschotten aan bedrijven zodra zij kunnen aantonen onder de TEK te vallen, en dit voorschot te verrekenen als de TEK daadwerkelijk in werking treedt, zodat voorkomen wordt dat extra hoge schulden worden opgebouwd, dan wel dat faillissementen worden aangevraagd als gevolg van te laat verleende ondersteuning.

 

Algemene Politieke Beschouwingen EK

gewerkt

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering een onafhankelijke toets te laten doen voor aangegane verplichtingen of uitgaven uit het klimaatfonds, zolang er nog geen wet op het klimaatfonds bestaat.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om zo snel mogelijk, maar uiterlijk februari 2023, de definitieve kaders en voorwaarden voor aanvragen en bestedingen uit het klimaatfonds met de Tweede Kamer te delen; verzoekt de regering om in ieder geval als voorwaarde op te nemen dat de besteding.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het versneld instellen van ambitieuze Europese wetgeving voor een minimumhoeveelheid recyclaat in plastics en daarbij met gelijkgestemde lidstaten op te trekken, waarbij Nederland een voortrekkersrol inneemt zodat investeringen in recyclaat versneld op gang kunnen komen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering in de Klimaatnota te rapporteren over de afbouw van de productie en het gebruik van gas, olie en kolen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om de Kamer in Q1 van 2023 te informeren over ten minste tien concrete projecten op het gebied van verduurzaming van de industrie en grootschalige energie-infrastructuur die mogelijk versneld gerealiseerd kunnen worden door de inzet van de Crisis- en herstelwet.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om een integraal nationaal maritiem industriebeleid onder regie van de Minister van EZK, in samenwerking met de Ministeries van Financiën, IenW en Defensie.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Stoffer C. (SGP)

Verzoekt de regering om een actieplan aanpak winkeldiefstal

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om samen met provincies een meerjarenplan op te stellen voor de ROM's, waarbij aandacht is voor bovenregionale samenwerking, programmatische samenwerking met het Rijk en Europa, en te onderzoeken of en hoe het brede mkb beter bediend kan worden door en met passende publiek-private financiering voor de ROM's, in samenhang met de activiteiten van KVK en RVO.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering naar de houdbaarheid 29-11-2022 van regels te kijken, door een mkb-toets uit te voeren, een jaar na inwerkingtreding bij gebleken klachten, zoals ook is aangekondigd in het nieuwe regeldrukprogramma, en steevast een algehele evaluatie na vijf jaar.

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om snel duidelijkheid 29-11-2022 te verschaffen over de toegankelijkheid van de BMKB-Groenregeling voor kleine ondernemers met behoefte aan betaalbare relatief kleine investeringskredieten.

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om, als deze regeling kleine ondernemers onvoldoende bereikt, in het eerste kwartaal van 2023 naar aanvullend instrumentarium te kijken, bijvoorbeeld binnen de bestaande middelen, naar een mkb-duurzaamheidslening of naar een verbreding van de regeling.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering om spoedig met de sectoren in gesprek te gaan om gezamenlijk de TEK-regeling te verbeteren.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering om mkb-ondersteuningsprogramma's ter verbetering van, het bieden van hulp voor, digitalisering en financiering.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering alles op alles te zetten om de TEK op 1 januari 2023 te laten ingaan door gebruik te maken van historische en/of modelmatige verbruiks- en prijsgegevens, en de Kamer hier uiterlijk

1 december over te informeren.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering om een regierol voor de Minister van EZK ter voorkoming van disproportionele regeldruk en onnodige nationale koppen en om de mkb-toets voor bestaande en nieuwe regelgeving te borgen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering te onderzoeken of er een fonds beschikbaar kan worden gemaakt waarmee het kleinbedrijf middels een duurzaamheidslening van maximaal € 50.000 en tegen een lage rente een overbruggingsfinanciering of een investeringskrediet via Qredits kan aanvragen.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering om te onderzoeken, samen met sectoren, of een Wet

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -

Onderhanden

Begroting

 

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Thijssen, J. (PvdA)

bevordering industriële ontwikkeling of een ander passend instrument kan worden ingericht waarmee structureel ingezet wordt op proces- en productie-innovatie, met als doel de arbeidsproductiviteit in Nederland te verhogen.

 

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om met de ACM

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

versneld aan de slag te gaan met de conclusies van dit onderzoek, maar ook een aanvullend onderzoek uit te laten voeren naar hoe het toezicht op de energiemarkt in de toekomst moet worden ingericht, en hierbij specifiek met aanbevelingen te komen omtrent het wettelijk mandaat van de ACM, haar taken en bevoegdheden en het benodigde budget;

verzoekt de regering om dit onderzoek en concrete aanbevelingen voor juni 2023 met de Kamer te delen.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om energiearmoede

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Thijssen, J. (PvdA)

voortaan jaarlijks te monitoren en hierover de Kamer te informeren, bij voorkeur gelijktijdig met de Klimaat- en Energieverkenning en de Klimaatnota.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

verzoekt de regering dat er voor de

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Thijssen, J. (PvdA)

aanvang van het stookseizoen 2023-2024 bij zo veel mogelijk huishoudens op postcodes waar het risico op energiearmoede het hoogst is, een Fix It-team langsgaat.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Eerdmans, B.J. (JA21)

Verzoekt het kabinet om in gesprek te gaan

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Plas, C.A.M. van der (BBB)

met de Vereniging van Nederlandse

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en

 

Kröger, S.C. (GL)

Gemeenten (VNG) en het Expertise Centrum Warmte om te kijken hoe

   

Erkens, S.PA. (VVD)

gemeenten gestimuleerd kunnen worden om mkb-bedrijven (zeker de mkb-bedrijven die energie-intensief zijn) beter te faciliteren in de vergunningverlening bij het omschakelen naar groene waterstof.

 

Klimaat (XIII)

 

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om een

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

langetermijnvisie op te stellen op de inzet van de gasopslagen en hierbij specifiek in te gaan op welke opslagen als strategische reserves kunnen dienen en wat de voor- en nadelen hiervan zijn;

verzoekt de regering om bij deze visie de rol van EBN in de Nederlandse gasopslagen te betrekken met als doel dat de overheid meer grip heeft op de inzet van het gas; verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren voorafgaand aan het zomerreces 2023.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering om bij het prijsplafond vanaf 1 januari voor de compensatie van de leveranciers te voorzien in een regeling waarbij achteraf via een margetoets geborgd wordt dat leveranciers niet worden overgecompenseerd;

verzoekt de regering om deze marge lager in te stellen dan de marges die de afgelopen jaren behaald zijn.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Afgehandeld met Kamerstuk 36 200, nr. 175

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering zo snel mogelijk en bij

15-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

voorkeur voor 1 januari 2023, gecoördineerd door de Belastingdienst en met betrokkenheid van onder meer

 

[10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

 

gemeenten en woningcorporaties, een werkbare database in te richten waaruit is af te leiden bij welke woningen een blokaansluiting is, zodat vanaf januari deze

 

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

huishoudens rechtstreeks tegemoetgekomen kunnen worden, hetzij door een plafond, hetzij door een vast bedrag per huishouden.

Kops, A. (PVV)

Verzoekt de regering, óók huishoudens met 15-11-2022

blokverwarming te compenseren - het zij door hen onder het prijsplafond te laten vallen, het zij door het uitkeren van bijvoorbeeld een vast bedrag ter grootte van de verwachte gemiddelde compensatie onder het prijsplafond.

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering een concrete strategie te ontwikkelen om de uitrol van mestvergisting te ondersteunen en versnellen en te onderzoeken hoe mestvergisting optimaal kan bijdragen aan het realiseren van ten minste 2 bcm groengasproductie.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering met verzekeraars om

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Rahimi, H. (VVD)

tafel te gaan om te kijken waar de knelpunten zitten en hoe ondernemers geholpen kunnen worden in hun duurzame energieambitie;

verzoekt de regering voorts te onderzoeken wat mogelijke oplossingen zijn voor het risico van het opruimen van zonnepaneeldeeltjes die verspreid worden als gevolg van een brand met een zon-PV-systeem, zoals het inrichten van een garantstelingsfonds.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering zich maximaal in te

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

spannen om de besluitvorming over de dekking ten behoeve van de realisatie van Pallas komend voorjaar af te ronden.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering bovenstaande trajecten zo snel mogelijk te starten en hiervoor bij de Voorjaarsnota de middelen voor kernenergie verder aan te vullen richting minimaal de 50 miljoen uit het coalitieakkoord en dit te dekken uit de daarvoor bestemde middelen in het klimaatfonds.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering om de plannen voor

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

wind op zee te beschermen door te sturen op het minstens matchen van de elektriciteitsbehoefte van de industrie met de plannen voor wind op zee, zodat de financiële levensvatbaarheid van wind op zee verzekerd wordt.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om eisen ten aanzien

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Hagen, K.B. (D66)

van circulariteit op te nemen in alle nog uit te schrijven tenders voor wind op zee.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering om een onderzoek te

22-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

doen in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten.

 

[14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

 
         

Tabel 97 Stand van zaken moties Minister van EZK parlementair jaar 2021-2022 (Eerste Kamer)

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming Vindplaats

Stand van zaken

C.C.M. Vendrik (GroenLinks)

Verzoekt de regering het gehele

21-6-2022

Groeifondsdebat

Onderhanden;

E.B. van Apeldoorn (SP)

fondsenlandschap te bezien en opties te

Eerste Kamer, tijdelijke wet Nationaal

deze motie ligt primair bij het Ministerie van

FJ.M. Crone (PvdA)

UMivvi^cicii vuui vcisiciMiiy van uc doelmatige inzet van publieke

 
  • R. 
    van Gurp (GroenLinks)
   

Groeifonds

Financiën

P Nicolaï (PvdD)

 

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming Vindplaats

Stand van zaken

middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen.

Tabel 98 Stand van zaken moties Minister voor Klimaat en Energie parlementair jaar 2021-2022 (Tweede Kamer)

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering de duur van de    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

procedure in de praktijk nauwlettend te monitoren en tijdig in te grijpen als blijkt dat te veel te doorlopen procedures langer duren dan de standaard acht weken die gelden voor zowel het bepalen of er een toetsing nodig is als het nemen van een uiteindelijk toetsingsbesluit.

[13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo)

(doorlopend, wordt niet afgedaan)

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering na twee jaar op    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

hoofdlijnen de doeltreffendheid en andere effecten van de wet te evalueren, boven op de geplande evaluatie na vijf jaar.

[13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo)

 

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering te onderzoeken op 28-06-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Stoffer C. (SGP)

welke wijze Nederland mee kan doen en

[22-06-2022] - TMD Innovatie

(Kamer geïnformeerd over voortgang in

Jong, R.H. de (D66)

voortrekker kan worden van de nog in ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar.

Strien, PJ.T van (VVD)

   

november 2022,

Kathmann, B.C. (PvdA)

   

middels

Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 5; en Kamerstuk 2022 Z, nr. 22 868 (23 november 2022).

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

   

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering te onderzoeken of    28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan,

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

innovatieregelingen drastisch kunnen worden versimpeld door deze terug te brengen tot hooguit enkele regelingen.

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerstuk II 2022/23, 33 009, nr. 117, p.13 (voetnoot 78)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om te komen tot een 28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Graaf, S.J.F van der (CU)

door de ministeries van EZK en van OCW

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerbrief Innovatie en

Impact, Kamerstuk

Strien, PJ.T van (VVD)

tezamen met de relevante partners opgestelde en gedragen integrale

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

valorisatiestrategie en actieplan, en dit uiterlijk in het derde kwartaal van 2022 te delen met de Kamer.

 

33 009, nr. 117 (11 november

2022).

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om - geïnspireerd    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden:

Amhaouch, M. (CDA)

door de British Business Bank - te

[13-04-2022] - TMD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Formeel is de motie afgedaan in brief «mkb-

Stoffer C. (SGP)

onderzoeken hoe vraag en aanbod beter bij elkaar kunnen worden gebracht en de

Rahimi, H. (VVD)

betrokken stakeholders actief te betrekken,

financiering:

Jong, R.H. de (D66)

en de Kamer te informeren in het vierde kwartaal 2022.

 

knelpunten en acties»

(Kamerstuk 32 637, nr. 502) met de toezegging 'één deur' voor financiering te gaan creëren. De kamer zou hier Q4 2022 over geïnformeerd worden, wat tijdens het commissiedebat op 10/09/22 is verzet naar Q1 2023. Dat gaan we in mkb- financieringsbrief

 

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

     

doen, die er uiterlijk 31 maart uitgaat.

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om, samen met de 07-06-2022 bevoegde gezagen, om tafel te gaan met — de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel mkb om te verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing in aanvulling op de energiebesparingsplicht mogelijk is en hoe deze het beste gerealiseerd kan worden.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe 26-10-2021 de bescherming van de privacy van

-aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

Parlementaire agenda [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te bekijken hoe in 07-06-2022

samenspraak met de bevoegde gezagen de doorlooptijden van de vergunningstrajecten aanzienlijk versneld kunnen worden, en de Kamer hierover uiterlijk in oktober te informeren;

Verzoekt de regering om casusspecifiek te bekijken wat er nodig is om de doorlooptijden te versnellen en dat mee te nemen in het overeenkomen van de joint letters of intent en de daaropvolgende bindende maatwerkafspraken.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 15-03-2022 waar de knelpunten in de financiering van mkb-bedrijven zitten als het gevolg van het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen en welke instrumenten er zijn om dit te verhelpen.

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek

6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot

30 dagen (Kamerstuk 35 769)

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Goudzwaard, M. (JA21)

Roept het kabinet op om uiterlijk voor het 19-04-2022 voorjaar van 2023 de Kamer een overzicht te geven van de behaalde concrete winsten op dit terrein.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Klink, J.J. (VVD)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering om met urgentie te 07-06-2022 onderzoeken of en, zo ja, hoe het huidige —financieringsinstrumentarium, waaronder de BMKB-C, de GO-C en het

Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL), geschikt en toegankelijk gemaakt kan worden voor getroffen bedrijven als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Gevolgen oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven + MBHOS

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 28-06-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Jong, R.H. de (D66)

welke barrières maatschappelijke en sociale ondernemingen die zich bezighouden met maatschappelijke innovatie ervaren bij het gebruik van innovatieregelingen en in het innovatiebeleid door het Rijk;

Verzoekt de regering om de Kamer hierover uiterlijk in het najaar van 2022 te informeren.

[22-06-2022] - TMD Innovatie

Kamerstuk II 2022/23, 33 009, nr. 117, p.22 (voetnoot 82)

Leijten, R.M. (SP)

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering bij de    07-06-2022

onderhandelingen in te brengen dat nationaal toezicht op en/of nationale toepassing van algoritmen mogelijk moet zijn, ondanks dat er een Europese markt is.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Telecomraad

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt het kabinet om in samenwerking 28-06-2022 met private en publieke partijen een actieve strategie te ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe innovatieve ontwikkelingen in batterijtechnologie;

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

verzoekt het kabinet de mogelijkheden van

Nederlandse deelname in nieuwe IPCEl-batterijtechnologie-initiatieven te onderzoeken met gelijkgezinde landen.

   

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering de impact van de    28-06-2022

inflatie op de stimulering van innovatie door de Wbso te onderzoeken.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Afgehandeld

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 28-06-2022

hoe een landelijke stimuleringsregeling om de financiële belemmeringen met betrekking tot hybride docentschap weg te nemen, eruit kan komen te zien en hoe een dergelijke regeling geïmplementeerd zou kunnen worden.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering te onderzoeken op 29-03-2022 welke wijze EZK een actievere, centrale en coördinerende rol richting andere overheden en departe-menten kan pakken om ons toekomstige verdienvermogen te versterken, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigingsklimaat, dat zij voor de zomer naar de

Kamer stuurt.

Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Thijssen, J. (PvdA)

Verzoekt het kabinet van bedrijven die    07-06-2022

steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Kuiken, A.H. (PvdA)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering op korte termijn het 14-12-2021 overleg met sociale partners opnieuw op te pakken en te bezien hoe een gezamenlijk perspectief kan bijdragen aan een bestendige aanpak van de coronacrisis, en dit overleg structureel voort te zetten.

Parlementaire agenda [08-12-2021] -Voortzetting debat Steunpakket

Onderhanden

Baarle, S.R.T van (DENK)

Verzoekt de regering om opnieuw in    14-12-2021

gesprek te treden met lease- en verzekeringsmaatschappijen teneinde coulance voor taxichauffeurs die in de knel zijn geraakt te laten bieden.

Parlementaire agenda [08-12-2021] -Voortzetting debat Steunpakket

Onderhanden

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering bij de evaluatie van 15-03-2022 de wet te onderzoeken of als gevolg van deze wet nadelen zijn ontstaan voor de detaillisten in het mkb, en daarover aan de Kamer te rapporteren.

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek

6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot

30 dagen (Kamerstuk 35 769)

Onderhanden

Graaf, M. de (PVV)

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe 26-10-2021 de bescherming van de privacy van

-aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

Parlementaire agenda [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Ellemeet. C.E. (GL)

Michon-Derkzen, I.J.M. (VVD)

Verzoekt het kabinet, conform het advies 16-09-2021 van de Autoriteit Persoonsgegevens vestigingsadressen van zelfstandigen in principe af te schermen wanneer dit tevens woonadressen zijn en de wet hiervoor aan te passen.

Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten

Onderhanden

Lee, TM.T van der (GL)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Stoffer C. (SGP)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering om, samen met de bij 09-11-2021

het valorisatieplan betrokken partijen, op korte termijn te komen tot een verkenning van de inzet die nodig is om de ambities uit dit plan te verwezenlijken en daarbij ook de samenhang met bredere aspecten van

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

valorisatie, zoals fieldlabs en mkb-samenwerkingsvouchers in ogenschouw te nemen.

     

Graus, D.J.G. (PVV)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering te onderzoeken welke 09-11-2021 zaken het meest bijdragen aan een eventueel besluit van een bedrijf om te verhuizen naar een land buiten Nederland.

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Aartsen, A.A. (VVD)

Maatoug, S. (GL)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering, om te onderzoeken op welke wijze ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis.

30-09-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Stoffer C. (SGP)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering, met betrokken partijen de knelpunten te inventariseren en zich maximaal in te spannen om het project WarmtelinQ tot een positief besluit te brengen, uiterlijk 1 oktober.

08-07-2021

Parlementaire agenda [08-07-2021] -Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Strien, PJ.T van (VVD)

Verzoekt de regering, aan de hand van de marktmonitor over de aanbodzijde van de financieringsmarkt die EZK voornemens is op te zetten, ook de betere financiering van familiebedrijven te verkennen.

26-10-2021

Parlementaire agenda [11-10-2021] -Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Lee, TM.T van der (GL)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Stoffer C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering actief in gesprek te gaan met de campussen om te bezien hoe de handvatten uit de strategie-ecosystemen versneld kunnen worden gerealiseerd, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken.

09-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Afgedaan met Kamerbrief Innovatie en

Impact, Kamerstuk  33 009, nr. 117(11 november

2022).

Strien, PJ.T van (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Bontenbal, H. (CDA)

Kaag, S.A.M.(D66)

Azarkan, F (DENK)

Lee, TM.T van der (GL)

Graus, D.J.G. (PVV)

Stoffer C. (SGP)

Leijten, R.M. (SP)

Strien, PJ.T van (VVD)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Thijssen, J. (PvdA)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om: -onder regie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in samenspraak met het Techniekpact, een analyse te maken van de effectiviteit van deze initiatieven en te onderzoeken waar aanvullingen nodig zijn, als basis voor een aanvalsplan waarmee een volgend kabinet snel en goed geïnformeerd aan de slag kan om de tekorten in de technische sector structureel op te lossen; -de Ministeries van EZK, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en OCW gezamenlijk een plan te laten maken om middelen bedoeld voor zijinstroom ten behoeve van tekortsectoren slim in te zetten; verzoekt de regering hierover in Q1 2022 aan de Kamer te rapporteren.

04-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Teunissen, Ch. (PvdD)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Stoffer C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om er, bij de uitwerking van de aanbevelingen uit de evaluatie van de BMKB-regeling, voor te zorgen dat deze in de toekomst nog beter aansluit op de behoefte van het mkb, met specifieke aandacht voor toegankelijkheid van financiering.

07-07-2022

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering de schade die Limburgse ondernemers in het watersnoodgebied hebben geleden boven op de coronacrisis, vanaf het derde en vierde kwartaal 2021 en eerste kwartaal

07-07-2022

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

2022 ruimhartig en met gezwinde spoed te vergoeden.

 

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering het totaalpakket aan 07-07-2022 schulden en kosten ontstaan door de gedwongen sluiting tijdens de coronacrisis, integraal te bezien en met gepaste oplossingen te komen.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F van der (CU)

Stoffer C. (SGP)

Verzoekt de regering om bij de geplande 07-07-2022 evaluaties van de verschillende

-instrumenten specifieke aandacht te hebben voor de samenhang tussen de instrumenten rond criteria en termijnen.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/ MFIN/SFIN

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Huizinga-Heringa, J.C. (CU) Rosenmöller, F! (GL)

Vos, M.L. (PvdA)

Verzoekt de regering ten behoeve van zo'n 1-11-2022 debat binnen drie maanden een voorbereidende notitie aan deze Kamer te doen toekomen, waarin zij gemotiveerd uiteen zet welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt bij grote uitdagingen als de klimaattransitie.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

Ceder, D.G.M. (CU)

Verzoekt de regering in te zetten op    1-12-2022

heropening van de onderhandelingen over het raamwerk om op in ieder geval genoemde elementen het voorstel fundamenteel te verbeteren.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering niet in te stemmen 1-12-2022 met de Raadsconclusie en met een aanhangsel aan te geven dat de positie van het Nederlandse parlement anders is dan het bereikte compromisvoorstel.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat 1-12-2022 ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf.

Parlementaire agenda [30-11-2022] - CD Telecomraad

Afgehandeld met Kamerstuk 21 501, nr. 33, Kamerstuk

21 501, nr. 933 en Kamerstuk 21 501, nr. 1001

Klaver, J.F (GL)

Verzoekt het kabinet om bij de zoektocht 22-9-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan middels

Kuiken, A.H. (PvdA)

Paternotte, J.M. (D66)

naar oplossingen voor het energie— intensieve mkb ook te kijken naar gerichte ondersteuning van scholen en cultuurinstellingen en te kijken of gemeenten daarbij een rol kunnen spelen, en de Kamer hier voor 1 november over te informeren.

[21-09-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen (APB) TK

Najaarsnota 36 250-1

Leijten, R.M. (SP)

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Verzoekt de regering om een onderzoek te 22-11-2022

doen in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Strien, PJ.T van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga) Omtzigt, PH. (Omtzigt)

Verzoekt de regering voor de korte termijn 15-11-2022 in aanloop naar de aankomende

-ministeriële ESA-conferentie een laatste krachtige inspanning te doen om het beoogde budget voor de inschrijvingen in de optionele programma's te verhogen, zodat verlies van onze positie in programma's voorkomen wordt.

Parlementaire agenda [08-11-2022] - TMD Innovatie & Ruimtevaart

Afgehandeld

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in overleg te    22-11-2022

treden met het Digital Trust Center en betrokken brancheorganisaties om te komen tot een eenduidig mkb-keurmerk,

om mkb'ers beter te ondersteunen bij het vormen van hun securitybeleid.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in samenwerking 22-11-2022 met het Digital Trust Center, brancheorganisaties en regionale partners een structurele cyberoefenagenda te ontwikkelen met daarin cyberoefeningen specifiek gericht op niet-vitale bedrijven.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)

Verzoekt de regering energie-intensieve

1-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden,

Schalk, P (SGP)

MKB' ers eerder duidelijkheid te bieden of

 

[18-10-2022] - EZK:

wordt aan brief

zij onder de TEK vallen door de referentiedatum te vervroegen, zo mogelijk naar het vierde kwartaal van 2022; verzoekt de regering aansluitend zorg te dragen voor voorschotten aan bedrijven zodra zij kunnen aantonen onder de TEK te vallen, en dit voorschot te verrekenen als de TEK daadwerkelijk in werking treedt, zodat voorkomen wordt dat extra hoge schulden worden opgebouwd, dan wel dat faillissementen worden aangevraagd als gevolg van te laat verleende ondersteuning.

 

Algemene Politieke Beschouwingen EK

gewerkt

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering een onafhankelijke toets te laten doen voor aangegane verplichtingen of uitgaven uit het klimaatfonds, zolang er nog geen wet op het klimaatfonds bestaat.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om zo snel mogelijk, maar uiterlijk februari 2023, de definitieve kaders en voorwaarden voor aanvragen en bestedingen uit het klimaatfonds met de Tweede Kamer te delen; verzoekt de regering om in ieder geval als voorwaarde op te nemen dat de besteding.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het versneld instellen van ambitieuze Europese wetgeving voor een minimumhoeveelheid recyclaat in plastics en daarbij met gelijkgestemde lidstaten op te trekken, waarbij Nederland een voortrekkersrol inneemt zodat investeringen in recyclaat versneld op gang kunnen komen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering in de Klimaatnota te rapporteren over de afbouw van de productie en het gebruik van gas, olie en kolen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om de Kamer in Q1 van 2023 te informeren over ten minste tien concrete projecten op het gebied van verduurzaming van de industrie en grootschalige energie-infrastructuur die mogelijk versneld gerealiseerd kunnen worden door de inzet van de Crisis- en herstelwet.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om een integraal nationaal maritiem industriebeleid onder regie van de Minister van EZK, in samenwerking met de Ministeries van Financiën, IenW en Defensie.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Stoffer C. (SGP)

Verzoekt de regering om een actieplan aanpak winkeldiefstal

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om samen met provincies een meerjarenplan op te stellen voor de ROM's, waarbij aandacht is voor bovenregionale samenwerking, programmatische samenwerking met het

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Rijk en Europa, en te onderzoeken of en hoe

 

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

het brede mkb beter bediend kan worden door en met passende publiek-private financiering voor de ROM's, in samenhang met de activiteiten van KVK en RVO.

     

Amhaouch, M. (CDA)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering naar de houdbaarheid van regels te kijken, door een mkb-toets uit te voeren, een jaar na inwerkingtreding bij gebleken klachten, zoals ook is aangekondigd in het nieuwe regeldrukprogramma, en steevast een algehele evaluatie na vijf jaar.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering om snel duidelijkheid 29-11-2022 te verschaffen over de toegankelijkheid van de BMKB-Groenregeling voor kleine ondernemers met behoefte aan betaalbare relatief kleine investeringskredieten.

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om, als deze regeling kleine ondernemers onvoldoende bereikt, in het eerste kwartaal van 2023 naar aanvullend instrumentarium te kijken, bijvoorbeeld binnen de bestaande middelen, naar een mkb-duurzaamheidslening of naar een verbreding van de regeling.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering om spoedig met de sectoren in gesprek te gaan om gezamenlijk de TEK-regeling te verbeteren.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering om mkb-ondersteuningsprogramma's ter verbetering van, het bieden van hulp voor, digitalisering en financiering.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering alles op alles te zetten om de TEK op 1 januari 2023 te laten ingaan door gebruik te maken van historische en/of modelmatige verbruiks- en prijsgegevens, en de Kamer hier uiterlijk

1 december over te informeren.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering om een regierol voor de Minister van EZK ter voorkoming van disproportionele regeldruk en onnodige nationale koppen en om de mkb-toets voor bestaande en nieuwe regelgeving te borgen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering te onderzoeken of er een fonds beschikbaar kan worden gemaakt waarmee het kleinbedrijf middels een duurzaamheidslening van maximaal € 50.000 en tegen een lage rente een overbruggingsfinanciering of een investeringskrediet via Qredits kan aanvragen.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Thijssen, J. (PvdA)

Verzoekt de regering om te onderzoeken, samen met sectoren, of een Wet bevordering industriële ontwikkeling of een ander passend instrument kan worden ingericht waarmee structureel ingezet wordt op proces- en productie-innovatie, met als doel de arbeidsproductiviteit in Nederland te verhogen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om met de ACM versneld aan de slag te gaan met de conclusies van dit onderzoek, maar ook een aanvullend onderzoek uit te laten voeren naar hoe het toezicht op de energiemarkt in de toekomst moet worden ingericht, en hierbij specifiek met aanbevelingen te komen omtrent het wettelijk mandaat van de ACM, haar taken

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

en bevoegdheden en het benodigde budget;

verzoekt de regering om dit onderzoek en concrete aanbevelingen voor juni 2023 met de Kamer te delen.

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om energiearmoede

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Thijssen, J. (PvdA)

voortaan jaarlijks te monitoren en hierover de Kamer te informeren, bij voorkeur gelijktijdig met de Klimaat- en Energieverkenning en de Klimaatnota.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

verzoekt de regering dat er voor de

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Thijssen, J. (PvdA)

aanvang van het stookseizoen 2023-2024 bij zo veel mogelijk huishoudens op postcodes waar het risico op energiearmoede het hoogst is, een Fix It-team langsgaat.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Eerdmans, B.J. (JA21)

Verzoekt het kabinet om in gesprek te gaan

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Plas, C.A.M. van der (BBB)

met de Vereniging van Nederlandse

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en

 

Kröger, S.C. (GL)

Centrum Warmte om te kijken hoe

   

Erkens, S.PA. (VVD)

gemeenten gestimuleerd kunnen worden om mkb-bedrijven (zeker de mkb-bedrijven die energie-intensief zijn) beter te faciliteren in de vergunningverlening bij het omschakelen naar groene waterstof.

 

Klimaat (XIII)

 

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering om een

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

langetermijnvisie op te stellen op de inzet van de gasopslagen en hierbij specifiek in te gaan op welke opslagen als strategische reserves kunnen dienen en wat de voor- en nadelen hiervan zijn;

verzoekt de regering om bij deze visie de rol van EBN in de Nederlandse gasopslagen te betrekken met als doel dat de overheid meer grip heeft op de inzet van het gas; verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren voorafgaand aan het zomerreces 2023.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering om bij het prijsplafond vanaf 1 januari voor de compensatie van de leveranciers te voorzien in een regeling waarbij achteraf via een margetoets geborgd wordt dat leveranciers niet worden overgecompenseerd;

verzoekt de regering om deze marge lager in te stellen dan de marges die de afgelopen jaren behaald zijn.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Afgehandeld met Kamerstuk 36 200, nr. 175

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering zo snel mogelijk en bij

15-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

voorkeur voor 1 januari 2023, gecoördineerd door de Belastingdienst en met betrokkenheid van onder meer gemeenten en woningcorporaties, een werkbare database in te richten waaruit is af te leiden bij welke woningen een blokaansluiting is, zodat vanaf januari deze huishoudens rechtstreeks tegemoetgekomen kunnen worden, hetzij door een plafond, hetzij door een vast bedrag per huishouden.

 

[10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

 

Kops, A. (PVV)

Verzoekt de regering, óók huishoudens met 15-11-2022 blokverwarming te compenseren - het zij door hen onder het prijsplafond te laten vallen, het zij door het uitkeren van

Parlementaire agenda [10-11-2022] -Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

bijvoorbeeld een vast bedrag ter grootte van de verwachte gemiddelde compensatie onder het prijsplafond.

 

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering een concrete strategie te ontwikkelen om de uitrol van mestvergisting te ondersteunen en versnellen en te onderzoeken hoe mestvergisting optimaal kan bijdragen aan het realiseren van ten minste 2 bcm groengasproductie.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering met verzekeraars om

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Rahimi, H. (VVD)

tafel te gaan om te kijken waar de knelpunten zitten en hoe ondernemers geholpen kunnen worden in hun duurzame energieambitie;

verzoekt de regering voorts te onderzoeken wat mogelijke oplossingen zijn voor het risico van het opruimen van zonnepaneeldeeltjes die verspreid worden als gevolg van een brand met een zon-PV-systeem, zoals het inrichten van een garantstelingsfonds.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering zich maximaal in te

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

spannen om de besluitvorming over de dekking ten behoeve van de realisatie van Pallas komend voorjaar af te ronden.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering bovenstaande trajecten zo snel mogelijk te starten en hiervoor bij de Voorjaarsnota de middelen voor kernenergie verder aan te vullen richting minimaal de 50 miljoen uit het coalitieakkoord en dit te dekken uit de daarvoor bestemde middelen in het klimaatfonds.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering om de plannen voor

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

wind op zee te beschermen door te sturen op het minstens matchen van de elektriciteitsbehoefte van de industrie met de plannen voor wind op zee, zodat de financiële levensvatbaarheid van wind op zee verzekerd wordt.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om eisen ten aanzien

29-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Hagen, K.B. (D66)

van circulariteit op te nemen in alle nog uit te schrijven tenders voor wind op zee.

 

[22-11-2022] -Begroting

Economische Zaken en Klimaat (XIII)

 

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering om een onderzoek te

22-11-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

doen in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten.

 

[14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

 
         

Tabel 99 Stand van zaken moties Minister voor Klimaat en Energie parlementair jaar 2021-2022 (Eerste Kamer)

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Backer, jhr. mr. J.P (D66)

Verzoekt de regering om in goed overleg

22-02-2022

Debat

Doorlopend

Jorritsma-Lebbink, A. (VVD)

met de Huishoudelijke Commissie van de

 

Regeringsverklaring Eerste Kamer

15 februari 2022

 

Kesteren, A.J.M. van (PVV)

Eerste Kamer niet later dan 1 oktober 2022 een praktische werkwijze te ontwikkelen.

   

Bredenoord, A.L. (D66)

die recht doet aan dit uitgangspunt.

     

Huizinga-Heringa, J.C. (CU)

       

Rosenmöller, P (GL)

       

Vos, L.B. (VVD)

       
         

Tabel 100 Stand van zaken moties Staatssecretaris Mijnbouw parlementair jaar 2021-2022 (Tweede Kamer)

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt het kabinet de betreffende termijnen zo te verlengen dat mensen de

17-5-2022

Parlementaire agenda [17-05-2022] -

Afgedaan in Kamerbrief diverse

Beckerman, S.M. (SP)

regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze

 

Tweeminutendebat

onderwerpen aardbevingen

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Kröger, S.C. (GL)

bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van

Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1017]

Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067).

Raan, L. van (PvdD)

jaar.

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken 17-5-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Wijngaarden, J. van (VVD)

hoe deze mensen aan de hand genomen kunnen worden en om het idee van een

[17-05-2022] -Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen

Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen

Segers, G.J.M. (CU)

buurtbus hierin mee te nemen.

Wijngaarden, J. van (VVD)

 

[Kamerstuk 33 529, nr.

Groningen d.d.

Segers, G.J.M. (CU)

 

1013]

26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067).

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering voor 1 juni met deze 17-5-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Nijboer, H. (PvdA)

gezinnen in gesprek te gaan en tot een oplossing te komen en deze nog dit jaar uit te voeren;

Verzoekt de regering voorts dit soort situaties in de toekomst te trachten te voorkomen, onder andere door het toezicht in de bouwfase te verbeteren.

[17-05-2022] -Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1008]

beantwoording Kamervragen Beckerman over (bouwkundige) problemen die ontstaan tijdens versterking en sloop-nieuwbouw in Groningen d.d. 06-09-2022 (Tweede Kamer, vergaderjaar 20212022, Aanhangsel 3926).

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering, in overleg met het 17-5-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Nijboer, H. (PvdA)

IMG en de NCG, te zorgen dat de bouwkosten geïndexeerd worden, en te bezien hoe gedupeerden te compenseren die door gestegen bouwkosten onvoldoende compensatie hebben.

[17-05-2022] -Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 1007]

Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067).

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt de regering van mensen uit te    15-2-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Raan, L. van (PvdD)

gaan en zich ervoor in te spannen

[09-02-2022] - Plenair debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr.

Kamerbrief «Verschillen in de schadeafhandeling

Beckerman, S.M. (SP)

dat mensen die in soortgelijke situaties zitten, aanspraak kunnen maken

Kröger, S.C. (GL)

op dezelfde regelingen.

981]

en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen» d.d. 26-09-2022

Segers, G.J.M. (CU)

Verzoekt de regering om projectleiders van 15-2-2022 de NCG een mandaat te geven om in de

Parlementaire agenda [09-02-2022] - Plenair

Afgedaan in Kamerbrief diverse

Agnes Mulder, A.H. (CDA)

dagelijks operatie van

debat Groningen [Kamerstuk 33 529, nr. 968]

onderwerpen aardbevingen Groningen d.d.

Wijngaarden, J. van (VVD)

versterkingswerkzaamheden knopen door te hakken over financiële verschillen en

Nijboer, H. (PvdA)

meerwerk, ten behoeve van het sneller

26-09-2022

Raan, L. van (PvdD)

versterken van woningen.

 

(Kamerstuk 33 529, nr. 1067).

Kröger, S.C. (GL)

   

Eerdmans, B.J. (JA21)

     

Plas, C.A.M. van der (BBB)

     

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

     

Beckerman, S.M. (SP)

     

Boulakjar, F. (D66)

     

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering om, conform het    16-12-2021

Parlementaire agenda

Doorlopend

Nijboer, H. (PvdA)

advies van de Onafhankelijke Raadsman,

[16-12-2021] -Tweeminutendebat Mijnbouw Groningen

 

Raan, L. van (PvdD)

de NCG op te dragen praktisch en doortastend op te treden voor

 

Plas, C.A.M. van der (BBB)

gedupeerden en niet vanuit hoe kosten achteraf op de NAM verhaald kunnen worden.

[Kamerstuk 33 529, nr. 919]

 

Raan, L. van (PvdD)

Verzoekt de regering om zich in te zetten 17-05-2022 voor het beëindigen van schadelijke extractieve industriële activiteiten in beschermde Europese zeegebieden.

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt het kabinet te identificeren welke 17-05-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in een

Segers, G.J.M. (CU)

mogelijkheden de Nederlandse wetgeving

[11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

vertrouwelijke brief aan de TK

Wijngaarden, J. van (VVD)

biedt om Russische bedrijven, ook als onderdeel van consortia of joint ventures,

Boulakjar, F. (D66)

uit te sluiten van nieuwe gaswinningsprojecten op de Noordzee; verzoekt het kabinet, als dat nu nog niet het geval is, op korte termijn met een voorstel te komen om deze wettelijke mogelijkheid alsnog te creëren.

 

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering om een gesprek te    17-05-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Nijboer, H. (PvdA)

organiseren tussen de Commissie

Mijnbouwschade en het Instituut

[11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

 

Segers, G.J.M. (CU)

Mijnbouwschade Groningen om de

 

Wijngaarden, J. van (VVD)

samenwerking te bespreken en de

 

Kröger, S.C. (GL)

eenloketgedachte ook tussen deze

   

Beckerman, S.M. (SP)

     

Raan, L. van (PvdD)

     

Boulakjar, F. (D66)

     

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt de regering, in overleg met het 17-05-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Beckerman, S.M. (SP)

IMG en de NCG, te zorgen dat de bouwkosten geïndexeerd worden, en te bezien hoe gedupeerden te compenseren die door gestegen bouwkosten onvoldoende compensatie hebben.

[11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Kamerbrief diverse onderwerpen aardbevingen Groningen d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1067).

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering hierover in gesprek te 17-05-2022 gaan met Nobian, en het verplichten van een extern opruimfonds mee te nemen in de aanstaande wijziging van de

Mijnbouwwet.

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering alle juridische    17-05-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in een

Thijssen, J. (PvdA)

mogelijkheden om de activiteiten van

Gazprom in Nederland te stoppen in kaart te brengen, inclusief de mogelijke kosten, en dit overzicht naar de Kamer te sturen.

[11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

vertrouwelijke brief aan de TK

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering zo snel mogelijk een 16-12-2021

Parlementaire agenda

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

besluit te nemen over een alternatieve

[15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12)

 

Grinwis, PA. (CU)

wijze van verwerking van het afvalwater; verzoekt de regering om de

 

afvalwaterinjectie, in afwachting van een besluit naar aanleiding van de evaluatie over de verwerking van afvalwater uit Schoonebeek, per direct op te schorten.

 

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering te borgen dat Drenthe 19-04-2022 doorslaggevende zeggen_x0002_schap moet krijgen.

Parlementaire agenda [12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 1119

Nijboer, H. (PvdA)

Kröger, S.C. (GL)

Beckerman, S.M. (SP)

Raan, L. van (PvdD)

Bromet, L. (GL)

Verzoekt de regering om een breed    16-12-2021

opgezette maatschappelijke kosten- en

-batenanalyse op basis van het bredewelvaartsbegrip in opdracht te geven naar de beste langetermijnopties voor de oliewinning in Schoonebeek, met daarin nadrukkelijk de lokale belangen van

Drenthe en Twente en die van toekomstige generaties.

Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering de oliewinning in    19-04-2022

Schoonebeek mee te nemen in de energiebesparingsplannen van het kabinet;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat in de op te stellen MKBA over de oliewinning in Schoonebeek en de

Parlementaire agenda [12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

beleidsuitgangspunten in het afwegingskader de recente ontwikkelingen rondom gas en de situatie in Oekraïne mee worden genomen.

opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

 

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt het kabinet in gesprekken met de 15-02-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

NAM geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren over hoe deze gesprekken verlopen; verzoekt het kabinet terughoudendheid te betrachten met het delen van informatie die de rechtspositie van de Staat ten opzichte van de NAM kan verzwakken.

[09-02-2022] - Debat Groningen

 

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering het bewijsvermoeden 15-02-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

toe te passen in de gebieden rondom de gasopslagen Grijpskerk en Langelo en zorg te dragen voor onafhankelijke monitoring en een gelijke en eerlijke behandeling van inwoners in deze gebieden.

[09-02-2022] - Debat Groningen

 

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering uiterlijk begin 2024    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

een circulair en schoner proces in Drenthe

[12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de

 

Wijngaarden, J. van (VVD)

te hebben of anders te stoppen met afvalwaterinjectie en daarmee de

 

Boulakjar, F. (D66)

oliewinning in Schoonebeek; verzoekt de regering tevens met SodM in contact te treden over het blijvend toepassen van het verscherpt toezicht bij de verwerking van het afvalwater.

motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

 

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering de mogelijkheden van 22-02-2022

een garantiefonds te onderzoeken,

waaraan bedrijven meebetalen en dat ingezet kan worden bij een faillissement van een geothermiebedrijf.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Nijboer, H. (PvdA)

Spreekt uit dat de    16-12-2021

Parlementaire agenda

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

waardevermeerderingsregeling moet

[15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12)

 

Plas, C.A.M. van der (BBB)

blijven bestaan.

 

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering een circulair    15-02-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

alternatief voor afvalwaterinjectie als voorkeursalternatief mee te nemen in de evaluatie en met spoed verder te uit te werken, daarbij ook draagvlak in de betrokken regio's mee te nemen, zodat nog voor de zomer in overleg met de NAM afspraken kunnen worden gemaakt waarin ook een einddatum voor afvalwaterinjectie naar voren komt.

[09-02-2022] - Debat Groningen

 

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt de regering de haalbaarheid van 22-02-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

lithiumwinning bij diepe geothermie in

[17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

 

Beckerman, S.M. (SP)

Nederland te onderzoeken, en daarbij zowel ecologische als economische en

 

Erkens, S.PA. (VVD)

juridische aspecten in kaart te brengen.

   

Boulakjar, F. (D66)

     

Grinwis, PA. (CU)

     

Bontenbal, H. (CDA)

     

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering te investeren in een 22-02-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Beckerman, S.M. (SP)

onafhankelijk wetenschappelijk

[17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Kamerstuk 32 849, nr. 213

Raan, L. van (PvdD)

kennisprogramma geothermie.

Kröger, S.C. (GL)

Spreekt uit dat het wenselijk is dat de    19-04-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

oliewinning en afvalwaterinjectie onder

[12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de

 

Boulakjar, F. (D66)

verscherpt toezicht staan.

 

Omtzigt, PH. (Omtzigt)

 

motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

 

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt het kabinet te onderzoeken of het 14-12-2021 GvO-systeem kan worden uitgebreid door

GvO's te verstrekken op uur- of kwartierbasis in plaats van enkel op

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Debat behandeling Wet implementatie EU

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

 

jaarbasis, zodat partijen op basis hiervan

PPA's kunnen afsluiten en zo een impuls aan de verduurzaming van de elektriciteitsmarkt kan worden gegeven; verzoekt de regering te onderzoeken of op het stroometiket van Nederlandse energieleveranciers ook informatie kan worden opgenomen over het land van herkomst van de gebruikte GvO's, zodat consumenten kunnen zien waar de stroom vandaan komt.

richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong

 

Groot, TC. de (D66) Grinwis, PA. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering geen nieuwe    22-02-2022

vergunning af te geven voor gaswinning onder de Waddenzee.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie 19-04-2022 in Twente dit jaar te beëindigen en de

Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een behandelvoorbehoud te maken.

Parlementaire agenda [12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Grinwis, PA. (CU)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering te bezien of GasTerra 12-04-2022 een doorstart kan maken als nationaal of

Europees handelshuis voor gas.

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering uit te werken hoe    22-02-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Beckerman, S.M. (SP)

Raan, L. van (PvdD)

Staatstoezicht op de Mijnen standaarden voor geothermie gaat stellen waarop onder andere het toezicht gebaseerd zal zijn.

[17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Kamerstuk 33 529, nr. 1029

Grinwis, PA. (CU)

Mulder, A.H. (CDA)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering het omgevingstraject 07-12-2021 af te ronden, daarbij ook de provincie te betrekken, en de Kamer over de resultaten te informeren voordat eventuele winning van kussengas wordt toegestaan.

Parlementaire agenda [29-11-2021] - WGO Mijnbouw/Groningen voor MEZK en MBZK

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

Grinwis, PA. (CU)

Verzoekt de regering, er bij het IMG op aan 05-10-2021

te dringen dat het gebied waar de toepassing van het bewijsvermoeden geldt niet wordt ingeperkt zolang niet is aangetoond wat de oorzaak van schade is of dat het IMG aantoont wat de oorzaak van schade wel is.

Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering in te zetten op    6-4-2022

versnelling van lopende en in de toekomst startende procedures voor de winning van aardgas uit kleine velden op land en daarvoor met een plan te komen.

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Kröger, S.C. (GL)

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.PA. (VVD)

Verzoekt de regering de ervaringen van    17-2-2022

omwonenden, gemeenten en provincies mee te nemen in de uitwerking en de evaluatie van nieuwe geothermieprojecten.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Raan, L. van (PvdD)

Grinwis, PA. (CU)

Mulder, A.H. (CDA)

Boulakjar, F. (D66)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Segers, G.J.M. (CU)

Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie 12-4-2022 in Twente dit jaar te beëindigen en de

Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een behandelvoorbehoud te maken.

Parlementaire agenda [12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering een totaaloverzicht 7-7-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan in

Nijboer, H. (PVDA)

van de huidige stand van zaken te maken inclusief alle verschillende regelingen, subsidies, enzovoorts, inzicht te geven in wie wel en niet in aanmerking komt en of deze naar behoren werken, wat er per regeling is uitgegeven en welk deel

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023,

[06-07-2022] -Tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD2/6)

36 360 XIII, nr. 1

«Kamerbrief over versterking van woningen en vergoeding van aardbevingsschade in Groningen» d.d.

202

Indieners    Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats    Stand van zaken

daarvan apparaatskosten zijn;

Verzoekt de regering voorts voorstellen te doen ter verbetering en versnelling, en de

Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

21-12-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1109).

Beckerman, S.M. (SP)    Spreekt uit dat het overlaadstation    7-7-2022

Nijboer H (PVDA)    aardgascondensaat in Roodeschool verplaatst moet worden; verzoekt de regering alle noodzakelijke stappen hiervoor te zetten, en de Kamer direct na het zomerreces te informeren over de stand van zaken alsmede de eventuele financiële gevolgen.

Parlementaire agenda Onderhanden

[06-07-2022] -

Tweeminutendebat

Mijnbouw/Groningen

(CD2/6)

Beckerman, S.M. (SP)    Verzoekt de regering, dit najaar de    7-7-2022

Nijboer H (PVDA)    noodzakelijke wetswijzigingen om het bewijsvermoeden van toepassing te laten zijn aan te bieden aan de Raad van State en te zorgen dat dit door IMG correct wordt toegepast.

Verzoekt de regering voorts, met omwonenden in gesprek te gaan over de door hen gewenste (frequente) metingen zoals bodemdaling metingen aan de randen van het veld, drukmetingen en tiltmetingen en de milieu-effecten op de leefomgeving en de kamer daarover te rapporteren.

Parlementaire agenda Onderhanden

[06-07-2022] -

Tweeminutendebat

Mijnbouw/Groningen

(CD2/6)

Beckerman, S.M. (SP)    Verzoekt de regering met het IMG in    7-7-2022

Nijboer H (PVDA)    gesprek te gaan en te zorgen dat er nog dit jaar een goede regeling start, en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te informeren.

Parlementaire agenda Onderhanden

[06-07-2022] -

Tweeminutendebat

Mijnbouw/Groningen

(CD2/6)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)    verzoekt de regering een    7-7-2022

Smolders, H.A.J. (Groep Van Haga)    waakvlamscenario na te streven waarbij er

genoeg gas geproduceerd wordt om de installaties en de infrastructuur in stand te houden.

Parlementaire agenda Onderhanden

[06-07-2022] -

Tweeminutendebat

Mijnbouw/Groningen

(CD2/6)

Kröger, S.C. (GL)    Verzoekt de regering het    7-7-2022

Thijssen, J. (PvdA)    vergunningensysteem binnen de

Mijnbouwwet zo aan te passen dat er slechts tijdelijke winningsvergunningen worden uitgegeven.

Parlementaire agenda Afgedaan met [06-07-2022] -    Kamerstuk 32 849,

Tweeminutendebat    nr. 214

Mijnbouw/Groningen (CD2/6)

Kröger, S.C. (GL)    Verzoekt de regering een wetenschappelijk 7-7-2022

onderbouwd afbouwpad voor fossiele winning vast te stellen voor bestaande en eventuele nieuwe vergunningen in lijn met het doel om temperatuurstijging tot 1,5 graden te beperken, en dit voor de begrotingsbehandeling EZK met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda Onderhanden

[06-07-2022] -

Tweeminutendebat

Mijnbouw/Groningen

(CD2/6)

Boulakjar, F. (D66)    Verzoekt de regering om de mogelijkheid te 7-7-2022

Paulusma W (D66)    onderzoeken om de JongerenTop

Groningen uit 2019 in 2023 opvolging te geven en hierover in gesprek te gaan met de organisatoren van de JongerenTop uit

2019.

Parlementaire agenda De jongerentop [06-07-2022] -    wordt

Tweeminutendebat    georganiseerd in

Mijnbouw/Groningen Q2 2023.

(CD2/6)

Beckerman, S.M. (SP)    Verzoekt de regering de regeling «schade 22-12-2022

(kosten) bij versterking» ook voor mensen uit batch 1.588 uit te laten voeren.

Parlementaire agenda Afgehandeld met [20-12-2022] - TMD    Kamerstuk 36 200-

Mijnbouw/Groningen XIII, nr. 120 (CD 29/9)

Mulder, A.H. (CDA)    Verzoekt het kabinet om na de    13-12-2022

Segers GJM (CU)    parlementaire behandeling van het rapport

---van de parlementaire enquêtecommissie

Wijngaarden, J. van (VVD)    aardgaswinning Groningen een

Boulakjar, F. (D66)    Conferentie voor het Noorden in

Parlementaire agenda Onderhanden [06-12-2022] - WGO

Groningen

Indieners

Omschrijving van de motie    Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Groningen te beleggen teneinde deze langetermijninvesteringsagenda op te stellen.

Meenen, PH. van (D66)

Verzoekt de regering in gesprek te treden 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

met de Kinderombudsman om uitvoering

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Segers, G.J.M. (CU)

te kunnen geven aan deze aandachtspunten.

 

Boulakjar, F. (D66)

     

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt het kabinet ongelijke    22-12-2022

behandelingen tegen te gaan en toekomstige fricties te voorkomen

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

Onderhanden

Meenen, PH. van (D66)

Verzoekt de regering om bij het    13-12-2022

Parlementaire agenda

Afgehandeld met

Mulder, A.H. (CDA)

aanbesteden/vergeven van opdrachten tot

[06-12-2022] - WGO Groningen

Kamerstuk 33 529, nr. 1118

Boulakjar, F. (D66)

versterking kritisch te kijken naar de mogelijkheid om hierbij bedrijven van binnen de provincie Groningen te betrekken.

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering te inventariseren, te 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Nijboer, H. (PvdA)

beginnen met de vier dorpen,wat er nodig is om deze dorpen aardgasvrij te maken; verzoekt de regering deze ervaring mee te nemen in een bredere analyse/scan van het aardgasvrij maken van het hele aardbevingsgebied.

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Meenen, PH. van (D66)

Verzoekt de regering te zorgen voor een 13-12-2022

Parlementaire agenda

Afgedaan met

Mulder, A.H. (CDA)

evenwichtige vertegenwoordiging namens

Rijk, regio en bewoners binnen deze

[06-12-2022] - WGO Groningen

Kamerstuk 33 529, nr. 1117

Segers, G.J.M. (CU)

commissie moeilijk uitlegbare verschillen

Wijngaarden, J. van (VVD)

en voor duidelijke afspraken over

   

Boulakjar, F. (D66)

transparantie zoals bijvoorbeeld over de openbaarheid van notulen.

   

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt de regering te inventariseren hoe 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

groot dit probleem is, en de Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren.

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Meenen, PH. van (D66)

Verzoekt de regering om Groningse    13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

gemeentes te ondersteunen bij het indienen van een aanvraag voor het NIP en

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Segers, G.J.M. (CU)

deze aanvragen vervolgens met voorrang

 

Beckerman, S.M. (SP)

te behandelen.

   

Boulakjar, F. (D66)

     

Meenen, PH. van (D66)

Roept de regering op er zorg voor te dragen 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

dat de extra opgave om de dorpen volledig

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Nijboer, H. (PvdA)

aardgasvrij te maken niet vertragend zal werken op de versterkingsopgave.

 

Segers, G.J.M. (CU)

     

Wijngaarden, J. van (VVD)

     

Boulakjar, F. (D66)

     

Kops, A. (PVV)

Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Mulder, E. (PVV)

2023 wél het jaar van de uitvoering wordt.

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering een voorstel te doen 13-12-2022

Parlementaire agenda

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

voor het beter verdelen van de lasten en de lusten in de betrokken regio's van de gaswinning op land; verzoekt de regering daaraan de voorwaarde te verbinden dat de inkomsten worden besteed aan verduurzaming en de energietransitie.

[06-12-2022] - WGO Groningen

 

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering alles op alles te zetten 22-12-2022 om te voorkomen dat bedrijfjes met dit verdienmodel verdienen aan de schadeafhandeling, een verbod niet schuwen, gedupeerden te waarschuwen en te informeren over mogelijkheden voor ondersteuning waarbij geen deel van het schadegeld wordt geëist.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

Onderhanden

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Meenen, PH. van (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Nijboer, H. (PvdA)

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering te borgen dat deze onterecht afgewezen schades worden herbeoordeeld.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Meenen, PH. van (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering het IMG te vragen om wanneer mogelijk mediation aan bewoners voor te stellen in de fase tussen bezwaar en beroep, om te voorkomen dat een voor bewoners belastende beroepsprocedure noodzakelijk is.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering de databescherming van IMG te laten doorlichten en de Kamer daarover in het voorjaar te informeren.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

Onderhanden

Meenen, PH. van (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Beckerman, S.M. (SP)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om huurders van particuliere huurwoningen meer mogelijkheden en recht op initiatief te geven om, zodra een subsidie waardevermeerdering is toegekend, zelf een subsidievoorstel te doen indien de verhuurder op aandringen van de huurder zelf niks onderneemt, en gaat over tot de orde van de dag.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Meenen, PH. van (D66)    Verzoekt de regering om het IMG om een 13-12-2022    Parlementaire agenda Onderhanden

Mulder A H (CDA)    toelichting te vragen op de toepassing van    [06-12-2022] - WGO

-f-de trillingstool in de praktijk en in hoeverre    Groningen

Boulakjar, F (D66)    alternatieven mogelijk zijn, en de Kamer hierover te informeren.

Tabel 101 Stand van zaken moties Staatssecretaris Mijnbouw parlementair jaar 2021-2022 (Eerste Kamer)

Indieners    Omschrijving van de motie    Datum stemming Vindplaats    Stand van zaken

Overzicht toezeggingen parlementair jaar 2021-2022

In het parlementaire jaar 2021-2022 zijn 240 toezeggingen aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan. In de onderstaande tabellen staan de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal toezeggingen op de verschillende EZK-beleidsterreinen. De tabel biedt daarmee geen uitputtend overzicht, maar geeft een beeld van de wijze waarop een aantal toezeggingen is/wordt afgehandeld.

 

Tabel 102 Toezeggingen Minister van EZK aan Tweede Kamer

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging dat de mkb-toets voor de AI-verordening met de Kamer wordt gedeeld.

Parlementaire agenda [24-11-2021] - CD Telecomraad (formeel) d.d. 3 december 2021

Onderhanden

Toezegging dat er in het tweede kwartaal er een Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Afgedaan met Kamerbrief «Strategische agenda actieplan met betrekking tot het vestigingsklimaat op Hoofdlijnen    voor het ondernemingsklimaat in Nederland»,

komt.    Kamerstuk 32 637, nr. 513.

Toezegging om te kijken naar percentage van het evenementengarantiefonds en de risico-inschatting om evenementen door te laten gaan.

Parlementaire agenda [10-03-2022] - CD Steunpakket Cultuur met SOCW en MEZK

Onderhanden

Toezegging de Kamer voor de zomer te informeren Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Onderhanden over ambities en budget van ESA in aanloop naar op Hoofdlijnen de ministeriële ESA-raad.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om in detailbrief in najaar (voor begrotingsbehandeling EZK) scenario's te schetsen voor verduurzaming industrie met betrekken wetenschappelijke instituten (met stakeholders en wetenschap).

Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie

Onderhanden

Toezegging dat de Kamerbrief over valorisatie voor Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Afgedaan met Kamerstuk 33 009, nr. 117 de zomer komt.    op Hoofdlijnen

Toezegging dat de Kamer uiterlijk volgend jaar geïnformeerd wordt over de voortgang van Techleap.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Onderhanden op Hoofdlijnen

Toezegging dat vóór de zomer de Kamer wordt geïnformeerd over de implementatie van de wet in Caribisch Nederland.

Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN

Onderhanden

Toezegging om te kijken naar specifieke gevallen die buiten regelingen vallen.

Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting Onderhanden debat Steunpakket

Toezegging de strategie van de campussen (twee moties) bij de vestigingsklimaatbrief te betrekken of met aparte brief te komen.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Afgedaan met Kamerbrief «Innovatie en impact», op Hoofdlijnen    Kamerstuk 33 009, nr. 117 (11 november 2022)

Toezegging medio 2022 een brief over het verduurzamen van het mkb en de toegang van het mkb tot duurzaamheidsubsidies te sturen.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Onderhanden (gepland voor Q1 2023) op Hoofdlijnen

Toezegging dat de minister voor 1 mei met een schriftelijke terugkoppeling komt op de procesdoorrekening van de klimaatplannen met betrekking tot de industrie.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD Onderhanden op Hoofdlijnen

Toezegging om te rapporteren in tussentijdse evaluatie over de vraag in hoeverre veldpartijen het initiatief nemen bij aanvragen via de departementale route en hoe er invulling wordt gegeven aan de verantwoording over en controle op de uitgaven die zijn overgeheveld naar andere begrotingen.

Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN

Onderhanden

Toezegging dat de Kamer dit najaar geïnformeerd Parlementaire agenda [10-02-2022] - CD op over het programma Circulaire Economie.    Hoofdlijnen

Afgedaan met Kamerbrief «Stand van zaken concretisering doelen voor circulaire economie», Kamerstuk 32 852, nr. 204 (15 juli 2022) en Kamerbrief Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE) incl. kabinetsreactie op ICER en SER-verkenning, Kamerstuk 32 852, nr. 225, 3 februari 2023

Toezegging om in Q1 2023 met een vergelijking/ inventarisatie van regionale regelingen met betrekking tot digitalisering te komen.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/ SFIN

Onderhanden

Toezegging om dit voorjaar een reactie op het onderzoek van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap naar de Kamer.

Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Onderhanden

Toezegging om met de betrokken ministeries onderzoek te doen naar de betalingstermijnen en daar voor de zomer schriftelijk op terug te komen.

Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Onderhanden

Toezegging om de effecten van de prijsverhogingen op de radiosector te monitoren, maar daarbij te kijken of deze manier van besluitvorming verstandig is of dat we eigenlijk een prima wet hebben en dat we die ook gewoon kunnen toepassen.

Parlementaire agenda [08-12-2021] -Tweeminutendebat commerciële radio

Onderhanden

Toezegging om de Kamer te informeren over de voortgang van de gesprekken met Brainport over de groeiuitdagingen aldaar en met de bij de solar mobility betrokken partijen in Nederland.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Toezegging om best practices bespreekbaar te maken met gemeenten en te kijken wie daarin het voortouw kan nemen.

Parlementaire agenda [06-04-2022] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Onderhanden

Toezegging te kijken naar de impact van

120 miljoen (verschil tussen 80% en 100% vergoedingspercentage garantiefonds) op het investeringsvermogen van de evenementensector.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Steunpakket voor de culturele en creatieve sector Garantieregeling evenementen + Evaluatie field labs (CD 10/3) met MEZK en SOCW

Onderhanden

Toezegging om in Letter of Intent in te gaan op benodigde infrastructuur en menskracht.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om per zes maanden de Kamer te informeren over maatwerkafspraken met bedrijven.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden (doorlopend/wordt niet afgedaan)

Toezegging dat het kabinet de Kamer van informatie zal voorzien over afscherming in het Kadaster.

Parlementaire agenda [09-09-2021] - Debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de reeds toegezegde Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD brief over innovatie voor 1 december 2022 naar Verduurzaming Industrie de Kamer te sturen.

Afgedaan met brief 11-11-2022 Kamerbrief Innovatiebeleid, Kamerstuk 33 009, nr. 117

De Minister van EZK zegt toe aan dhr. Azarkan (DENK) terug te komen op de vraag hoe het komt dat in Nederland de energieprijzen zo hoog zijn in vergelijking met andere landen (en waardoor bedrijven mogelijk eerder vertrekken dan in andere landen).

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met brief 16-12-2022 «Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie», Kamerstuk 29 826, nr. 170

De Minister van EZK zegt toe binnen een aantal weken een brief aan de Kamer te sturen waarin zij in brede zin nader ingaat op de ontwikkelingen van de digitale economie.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Afgedaan met brief 25-22-2022 Strategie digitale economie, Kamerstuk 26 643, nr. 941

De Minister van EZK zegt toe het idee nader te verkennen om bedrijven te verplichten jaarlijks hun data op te schonen en de uitkomst mee te nemen in haar reactie op het manifest van de Nationale Coalitie Duurzame Digitalisering.

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Afgedaan met brief 25-22-2022 Strategie digitale economie, Kamerstuk 26 643, nr. 941

De Minister van EZK zegt toe dat bij de AMvB en Parlementaire agenda [14-04-2021] - Debat de ministeriële regeling uitvoeringstoetsen komen Groningen (compensatie Shell/Exxon) en zal de Kamer daarover informeren.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe aan dhr. Stoffer (SGP) Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD inzichtelijk te zullen maken wat andere EU lidstaten Bedrijfslevenbeleid doen voor bedrijven middels het tijdelijke crisisraamwerk voor staatssteun.

Afgedaan

De Minister van EZK zegt toe om in het tweede kwartaal van 2023 terug te komen op de voortgang betreffende het meldpunt bereikbaarheid 112.

Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe aan mevr. Van der Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Plas (BBB) om in gesprekken met MKB Nederland/ Economische Zaken en Klimaat (XIII)

VNO-NCW na te vragen tegen welke knelpunten zij oplopen bij de infrastructuurondersteuning, gelet op de veelheid aan regelingen.

Afgedaan met brief 20-12-2022 Landelijk actieprogramma netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385

De Minister van EZK komt op korte termijn met een visie op de Nederlandse economie in 2050, waarin aandacht is voor de transitie naar duurzame energie en hoogwaardige arbeid.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om de veilingregeling Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD

3,5 gigahertz-band uiterlijk in maart 2023 naar de Telecommunicatie en Post

Kamer te sturen.

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Boucke (D66) dat hij de routekaart energieopslag begin 2023 met de Kamer zal delen en daarbij zal ingaan op behoud van Garanties van Oorsprong bij energieopslag.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om in een Kamerbrief Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD

over maatwerkafspraken in februari 2023, samen Verduurzaming Industrie met het nationaal programma verduurzaming industrie, de vraag te betrekken hoe de uitvoering van projecten die al klaarstaan in de industrieclusters versneld kan worden.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe aan dhr. Graus (PVV) Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting wat een goede manier kan zijn om te organiseren Economische Zaken en Klimaat (XIII)

dat hij ondersteuning van het ministerie van EZK

zal ontvangen voor (de coördinatie van)

gesprekken in Limburg over de productie van een

Nederlandse auto.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe in de reeds aangekondigde brief over energie-intensieve industrie (einde 2022) in te gaan op keteneffecten, de motie Omtzigt/Dassen en maatregelen als arbeidstijdverkorting.

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Afgedaan met brief 16-12-2022 «Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie», Kamerstuk 29 826, nr. 170

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister van EZK zegt toe om de veilingregeling Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD radio inclusief de weging van de ontvangen    Telecommunicatie en Post zienswijzen begin van het eerste kwartaal van 2023 naar de Kamer te sturen.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om te kijken naar signalen met betrekking tot twaalf jaar en twee keer zes jaar (radio) en zal dit meenemen bij het aanbieden van de veilingregeling.

Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe aan Kamerlid (CDA) dat zij de Smart Industry Index zal bestuderen, zal bezien of deze nuttig kan zijn voor Nederland en daarop in het eerste kwartaal van 2023 terugkomen.

Parlementaire agenda [23-11-2022] - Plenaire behandeling begroting Economische Zaken en Klimaat en Nationaal Groeifonds 2023

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om een interdepartementaal nationaal programma verduurzaming industrie op te stellen en dit aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om een nationale routekaart verduurzaming industrie op te stellen en daarin o.a. een ontwikkelpad en randvoorwaarden op te stellen voor het verduurzamen van de industrie, met daarin doelstellingen omtrent klimaatneutraliteit en circulariteit (valt samen met 5788).

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt aan dhr. Rahimi (VVD) toe Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting welke effecten de lasten voor het bedrijfsleven    Economische Zaken en Klimaat (XIII)

hebben, en daarbij inzichtelijk te maken wat ondernemers kunnen verwachten bij besluitvormingsgronden.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om in het eerste    Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD

kwartaal van 2023 de 'expression of principles' met Verduurzaming Industrie

Tata Steel aan de Kamer toe te sturen.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de reeds toegezegde Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD brief over innovatie voor 1 december 2022 naar Verduurzaming Industrie de Kamer te sturen.

Afgedaan met Kamerbrief innovatiebeleid

11 november 2022, Kamerstuk 33 009, nr. 117

De Minister van EZK zegt de Kamer toe terug te komen op de planning van de appreciatie van het MIT-advies.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Ontwikkelingen rondom het coronavirus

Afgedaan middels brief Kabinetsreactie op het rapport 'Coronascenario's doordacht

Handreiking voor noodzakelijke keuzes', en het MIT-advies 'Fit voor het najaar', Kamerstuk 20 232, nr. 254

De Minister van EZK zegt Kamerlid (CDA) toe de Kamer een update te zullen sturen over de Schaalsprong Brainportregio, en kijkt daarbij of het nuttig is dit twee keer per jaar te doen.

Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid

Onderhanden

De Minister van EZK zegt Kamerlid (PvdA) toe om te verifiëren of signalen van de PvdA over werkomstandigheden in de pakketmarkt (arbeidsvoorwaarden, salaris, contracten) dermate problematisch zijn dat er moet worden ingegrepen.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden.

De Minister van EZK zegt de Kamer een algemene Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting reactie toe op het advies van de Algemene    Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Rekenkamer, of besteding van fondsen conform de Comptabiliteitswet is, en zal daarbij advies inwinnen van een onafhankelijke partij.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt de Kamer toe om begin 2023 een voortgangsbrief met betrekking tot internetdekking te sturen, waarin zij zal ingaan op de uitvoering van de motie-Dekker/Leijten en het tijdpad met betrekking tot ontsluiting.

Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post

Onderhanden

De Minister van EZK zegt Kamerlid (VVD) toe om Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting te toetsen of de website WHOA voldoende is of dat Economische Zaken en Klimaat (XIII) er meer communicatie nodig is om de regeling onder de aandacht van ondernemers te brengen.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt Kamerlid (CDA) toe dat er met de verbreding van wet VIFO (waar ook

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

campussen onder vallen) met terugwerkende

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

kracht ook gekeken zal worden naar alle overnames (zoals HTC campus in Eindhoven) die recent hebben plaatsgevonden.

De Minister van EZK zegt Kamerlid (PvdA) toe om in de brief over de energie-intensieve industrie (voor het einde van 2022) waarin wordt ingegaan op werktijdverkorting een link te leggen met het PvdA-voorstel voor een werkgarantiefonds.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met brief 2-1-2023 «Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie», Kamerstuk 29 826, nr. 170

De Minister van EZK zegt Kamerlid (CDA) toe de Kamer een brief te zullen sturen over de verslechterde concurrentiepositie (o.a. de basis maakindustrie) vanwege de hoge energieprijzen, waarbij ook wordt ingegaan op de risico's van de industrie.

Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid

Afgedaan met brief 2-1-2023 «Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie», Kamerstuk 29 826, nr. 170

De Minister van EZK zegt Kamerlid (D66) toe om te Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting kijken of de integraliteit voldoende wordt bereikt Economische Zaken en Klimaat (XIII) met de huidige verduurzamingssubsidies BMBK

Groen, EIA en MIA, en daarover de Kamer te informeren in een brief over verduurzaming van het MKB, in het eerste kwartaal van 2023.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de Kamer te informeren over hoe de 10 mln. EUR uit de bestuurlijke afspraken voor sociaal-emotionele ondersteuning wordt uitgewerkt.

Parlementaire agenda [14-04-2021] - Debat Groningen (compensatie Shell/Exxon)

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe een brief te sturen die Parlementaire agenda [10-02-2021] - Plenaire ingaat op het loket 'opname op verzoek' om na te behandeling van de tijdelijke wet Groningen gaan of de (meest) risicovolle woningen in de    (samen met MBZK)

versterkingsopgave zitten.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de Kamer te informeren over afspraken met de regio over de optie van een troikaconstructie.

Parlementaire agenda [12-11-2020] - WGO Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Minister van EZK zegt de leden Stoffer (SGP) en Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD

Kamerlid (PVV) toe om, waar banken het MKB niet Bedrijfslevenbeleid financieel kunnen ondersteunen, het kabinet zal kijken naar mogelijke doorgeleiding van MKB'ers naar alternatieve financiering.

Onderhanden

De Minister van EZK zegt dhr. Stoffer (SGP) toe bij Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD de Kamer cijfers te zullen aanleveren over het    Bedrijfslevenbeleid aantal bedrijven dat onder de TEK valt.

Afgedaan met brief [28-10-2022] - Aantal energie-intensieve mkb-bedrijven onder TEK-regeling, Kamerstuk 32 637, nr. 509

 

Tabel 103 Toezeggingen Minister van EZK aan Eerste Kamer

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt toe om in de begrotingswet de doelstelling van het fonds, zoals beschreven in artikel 1 en 2 van de wet, nader te verduidelijken.

Behandeling van de Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds (hierna: de wet) in de Eerste Kamer op 14 juni 2022

Afgedaan met Kamerbrief Doelstelling Nationaal Groeifonds, Kamerstuk 35 976, nr. 29

De Minister van EZK komt op korte termijn met een visie op de Nederlandse economie in 2050, waarin aandacht is voor de transitie naar duurzame energie en hoogwaardige arbeid.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

 

Tabel 104 Toezeggingen Minister voor Klimaat en Energie aan Tweede Kamer

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om potentie CESsen meenemen in verkenning elektrificatie.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister zegt toe, in de volgende «Fit for 55»-voortgangsbrief nader in te gaan op het speelveld rond de sociaalklimaatfondsmethoden in Q2; Toezegging om in 2023 een speelveldtoets voor de industrie uit te voeren.

Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 Onderhanden - CBAM en ETS

Toezegging om te komen meer informatie met betrekking tot meerjarig programma

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 132

infrastructuur, energie en klimaat.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om Kamerbrief systeem ETS met marktstabiliteitsreserve voor en nadelen in kader uitfaseren kolencentrales te versturen naar de Kamer.

Parlementaire agenda [09-12-2021] -Tweeminutendebat Milieuraad met Stas IenW

Niet meer relevant (Onyxcentrale blijft open)

Toezegging om gedragsexperts te raadplegen over Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat Onderhanden effect van fossiele reclames en daarbij    en Energie (Algemeen)

voorbeelden uit andere landen bij te betrekken en de Tweede Kamer hier voor de zomer over te informeren.

Toezegging om in Klimaatplan 2024 de koolstofbudgtet-benadering te betrekken

Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat Onderhanden en Energie (Algemeen)

Toezegging om in overleg met bedrijfsleven te gaan over handhaving energiebesparingsplicht en te kijken of we bedrijven kunnen helpen die daar niet onder vallen.

Parlementaire agenda [08-03-2022] - CD Milieuraad (I&W/EZK/LNV)

Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 793

Toezegging om samen met mFIN in voorjaar door Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair middel van een brief de Kamer te informeren over debat Klimaatnota met MEZK en MKE

of het mogelijk is om overwinsten van bedrijven in te zetten voor compensatie van lagere inkomenshuishoudens aangaande de energieprijzen.

Afgedaan met Kamerstuk 32 140, nr. 134

Toezegging om terug te komen op hoeveel belasting er nu meer binnenkomt door btw op de prijsstijging energierekening. Ook voor de geprojecteerde prijsstijging in heel 2022, en kunnen we dit dan inzetten voor kwetsbare huishoudens.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Onderhanden

Toezegging om in de Kamerbrief scenario's kernenergie in te gaan op SMRS.

Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 116

Toezegging om in de brief over datacenters in te gaan op wat de interne datavraag in NL is van de datacenters die in NL gebouwd gaan worden en Nederlandse elektriciteit gaan gebruiken.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

Toezegging om in kaart te brengen wat mogelijkheden zijn om de footprint binnen Nederland beter te bekijken en vast te stellen voor wat betreft zonnepanelen.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

Toezegging om met gemeentes en provincies in gesprek te gaan over gezamenlijke uitgangspunten voor de plaatsing van windmolens op land en daarbij ook de normen uit omringende landen, mee te nemen.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Onderhanden

Toezegging om helder te krijgen hoe Nederland er Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for Onderhanden in 2030 uit gaan zien met betrekking tot hoge    55

gasprijzen.

Toezegging voor een tweede kwartaal brief over kernenergie.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 98

Toezegging om EU samenwerking in TEN-E op volgende Energieraad.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om in gesprek te gaan met partijen en kennisinstellignen of we naar 8 GW kunnen gaan. In het najaar terugkomen op NWP en of doelstelling aangescherpt moet worden.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

Toezegging om in het najaar terug te komen op marktordening net op zee voor waterstof met betrekking tot waterstof.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

Toezegging om Correctiemechanisme invoeren op Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair klimaatbeleid op raming PBL over emissie 8-21    debat Klimaatnota met MEZK en MKE

mton voor energiesector, kan er bij behalen doelen gecorrigeerd worden voor het feit dat er veel interconnectie is met buitenland.

Onderhanden

Toezegging om in de kernenergiebrief specifiek in te gaan op wat NL doet met de andere EU landen aangaande ontwikkeling kernenergie.

Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 116

Toezegging om brief om Kamer uit te leggen hoe regie op MIEK vanuit EZK versterkt kan worden,

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

inclusief toets op of het goede investeringen zijn. uitgebreid schetsen hoe we vormgevan aan

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

programma 2050 en regionale miek-programma's die vooral belangrijk zijn voor het zesde cluster. En om in het programma energie aandacht te besteden aan de externe check van het cluster energiestrategie en de MIEK.

Toezegging om in het vierde kwartaal van 2022 voorhang aan de Kamer van nieuwe regels voor inpassingsnormen wind op land.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

Toezegging om een technische briefing aan deze Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD

Kamer te laten verzorgen over first come first serve Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES principe zodat we er op een later moment over van gedachten kunnen wisselen.

Onderhanden

Toezegging om hogere doelen EU, door te vertalen ambitie naar opgave per lidstaat. Na de zomer informeren of we ook kunnen doorvertalen naar harde nationale energiebesparingsdoelen (samen met TNO), waarschijnlijk samen met programma K en E.

Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas

Onderhanden

Toezegging om dit najaar te komen met elektrificatie brief.

Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat Onderhanden en Energie

Toezegging om motie Optimalisatiestudie te belegggen.

Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat Onderhanden en Energie

Toezegging om bij volgende brief terug te komen Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD

op welke alternatieven er zijn op het first come first Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

serve principe (om initiatieven van maatschappelijk belang eventueel voorrang te verlenen). Verder onderzoeken wat maatschappelijk de optimale strategie is (projecten van nationaal belang), ook kijkend naar DUI.

Onderhanden

Toezegging om met collega's van de milieuraad te Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for bespreken hoe we dat beter kunnen doen en hoe 55-pakket we de Kamer hier beter over kunnen informeren.

Onderhanden

Toezegging om Monitoring energiearmoede en armoedebestreiding wordt structureel uit te voeren en jaarlijks de monitoring naar de kamer te sturen. De eerste monitoring komt in het najaar.

Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for 55-pakket

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 390

Toezegging om in een brief in te gaan op effect vrijhandelsverdragen op ontbossing voor duurzame energie/klimaatbeleid.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Onderhanden

Toezegging om met ACM in gesprek te gaan over de richting die het Rijk wil geven op investeringsplannen van netbeheerders (zodat deze meer up-to-date zijn) vanuit MIEK (2030) en NPE (2050) zodat ACM dit kan meewegen in de rol die zij moeten invullen.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

Toezegging om in de eerstvolgende stand-van-zakenbrief na de zomer uitgebreid in te gaan op het gezamenlijk inkooploket, omdat de Europese Commissie nu ook nog bezig is met de verdere uitwerking daarvan.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om in de volgende NPRES brief (voor de zomer) terug te komen op lokaal eigenaarschap.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1085

Toezegging om gesprek te gaan met OCW en VRO Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD over de stand van zaken met betrekking tot de    Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

motie Van Haga over verduurzaming monumenten. Specifiek ook wat hier (door gemeenten) al aan is gedaan of gaat gebeuren.

Afgedaan voor EZK; loopt via BZK

Toezegging om te laten weten hoe het rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van energiecooperaties is verlopen. Dit gesprek is georganiseerd nav gesprek met Marjan Minnesma over uitvoering Urgendavonnis.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Afgedaan met Kamerstuk 21 239, nr. 367

Toezegging om vóór de zomer TK te informeren over de uitwerking van instrument stimulering warmtenet.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Onderhanden

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om na de zomer Tweede Kamer te informeren over stresstest/simulatie op energiesysteem als gas uit Rusland wegvalt, en rapporteren over uitkomst, knelpunten en voorgenomen vervolgacties.

Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 342

Toezegging om ervoor te zorgen dat in MIEK en in PES extra aandacht is voor het maken van afspraken wat we waar doen.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

Toezegging om bij verdere uitwerking kernenergieplannen terug te komen over inzet kernenergie waterstofproductie, samen met andere lidstaten.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om met Prinsjesdag met voorstellen kte omen voor structurele maatregelen met als doel 10 megaton cumulatief in te lopen tot 2030. In lijn eerdere aankondiging onafhankelijk advies en brede ambtelijke stuurgroep in kaart brengen hoe met extra normerende maatregelen 55-60% doel dichter in beeld krijgen. En met prinsjesdag onderzoeken gasbesparingstender beste vormgegeven samen met FIN.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om voor het einde van de zomer te informeren over stresstest over bescherm en herstelplan gas en fase 3 afschakelen bedrijven.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Klimaat Onderhanden en Energie

Toezegging om in de zomerbrief nader in te gaan op elektrolyse op zee.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

Toezegging om met VRO verhouding REpowerEU en Ff55 tot nationaal isolatie programma, terugkoppeling volgt in najaar.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om na de zomer verdere appreciatie RepowerEU in trilogen via zes wekenbrief te geven.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om voor de zomer in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over gezamenlijke uitgangspunten voor tussentijdse afstandsnormen en voorwaarden hiervan, belang van draagvlak en participatie hierbij benadrukken. Ook kijken naar buurlanden hierbij.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

Toezegging om bij programma K en E vanuit brede Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD welvaartsgedachte en totale footprint inzicht te    Leveringszekerheid van aardgas geven in waar de kasstromen lopen, waarvan we afhankelijk zijn en wat we eraan kunnen doen of af te bouwen en te diversificeren.

Onderhanden

Toezegging om de Kamer te informeren over wat totale pakket EU betekent voor NL (repower europe) en appreciatie ervan en waar we versnelling in de afbouw kunnen aanbrengen t.a.v. Russische fossiele brandstoffen.

Parlementaire agenda [22-03-2022] - CD Leveringszekerheid van aardgas

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 302

Toezegging om iets beter inzichtelijk te maken welk Parlementaire agenda [28-09-2021] -deel van de afgegeven beschikkingen mogelijk    Tweeminutendebat Klimaat en Energie langer zou kunnen doorlopen dan 2027, zodat de

Kamer die informatie heeft.

Onderhanden

Toezegging om op zeer korte termijn een brief te sturen met daarin een stand van zaken met betrekking tot datacenters en de verwachte groei.

Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

Toezegging om in te gaan op innovatie in uitwerking programma K en E

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Onderhanden

Toezegging om een brief te sturen over waarom er Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for Onderhanden wel een specifiek waterstofdoel met industrie is en 55 waarom niet andere aspecten energiemix.

Toezegging om te kijken bij aanpassing elektriciteitswet in het najaar hoe we kosten netbeheerders en stimulering opslag beter een

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Onderhanden

plek kunnen geven.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om alle varianten voor het meenemen systeemkosten te bezien en daarbij de suggesties van Stoffer en Grinwis over maatschappelijke kosten/baten toets mee te nemen.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Onderhanden

Toezegging om voor ronde 2023 nog een keer goed te kijken naar percentage TTF (70%), mbt aardwarmte en de Kamer hierover te inforemeren.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Onderhanden

Toezegging om terug te komen op circulaire waterstof bij uitwerking van de opschaling, incl de vraag of er een andere categorie moet komen in vierde fase SDE++.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1143

Toezegging om terug te komen op het voorstel van Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Fit for de Zweedse adviseur over hiernieuwebare doelen 55-pakket die stok die voor ESR nuttig zouden kunnen als stok achter deur.

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3409

Toezegging om eind van de zomer een    Parlementaire agenda [09-06-2022] - CD

voorstelbrief met de Kamer te delen nav van worst (Internationale) Gasmarkt/Leveringszekerheid case scenario's uit ENTSOG yearly outlook.

Afgedaan met Kamerstuk 29 203, nr. 342

Toezegging om bij verdere uitwerking kernenergieplannen terug te komen op inzet kernenergie elektriciteit productie/ waterstofproductie, samen met andere lidstaten.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

Toezegging om in de zomerbrief ("doelen WOZ na 2030" en "hoe we richting 2030 die 10 GW gaan wegzetten") nader in te gaan op elektrolyse op zee.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

Toezegging om onderzoek te doen naar de effectiviteit van CCS en dit met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda [28-09-2021] -Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Toezegging om een coordinerende rol te vervullen in het bij elkaar krijgen van de verschillende geldstrome (energie, recreatie etc) waarbij plan Buitendijk als voorbeeld genoemd is.

Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe de vraag over het toezicht van de ACM op Tennet door te geleiden aan de minister voor Klimaat en Energie.

CD Staatsdeelnemingen op 30 november

Afgedaan met brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Bontenbal Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting (CDA) om met TNO in gesprek te gaan over een Economische Zaken en Klimaat (XIII) eventueel in te richten team kernenergie met oog op realisatie van de plannen uit het coalitieakkoord.

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe aan mevr. Leijten (SP) in een brief begin 2023 ook in te gaan op de rol van de ACM aan lid Leijten over rol.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Afgedaan met brief 20-12-2022 Landelijk actieprogramma netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Boucke (D66) dat hij de routekaart energieopslag begin 2023 met de Kamer zal delen en daarbij zal ingaan op behoud van Garanties van Oorsprong bij energieopslag.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Dassen (VOLT) om in volgende brieven over kernenergie uitgebreider in te gaan op samenwerking met een aantal landen.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat de Nederlandse Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: overheid nauw betrokken blijft bij onderzoek naar Algemene Politieke Beschouwingen EK nucleaire innovaties, waaronder kleine modulaire reactors en gesmoltenzouttechnieken.

Afgedaan met brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Van Raan (PvdD) dat hij in de volgende brief over kernenergie (eind 2022) de Kamer informeren over de status van de ontmantelingskosten den de kerncentrale Borssele.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in het voorjaar van 2023 aan de Kamer een brief te sturen over CCS.

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister voor KenE zegt toe om in het eerste kwartaal van 2023 het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen over aanpassing van wet- en regelgeving t.b.v. versnelling van verduurzaming aan de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in de brief met de update over het MIEK in december 2022 in te gaan op diverse maatregelen, zoals het toepassen van de Crisis- en herstelwet, om de verduurzaming te versnellen.

Parlementaire agenda [15-09-2022] - CD Gasmarkt en leveringszekerheid

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Boucke (D66) te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn voor circulariteit en grondstoffen zodat dit standaard wordt bij energieprojecten, waaronder tenders voor wind op zee.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie een voorkeurslocatie ten aanzien van nieuw te bouwen kerncentrales bekend te maken.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met brief 9-12-2022 Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe voor de begrotingsbehandeling EZK nader in te gaan op de besteding van het budget van het amendement-Erkens/Dassen over een Kennis- en innovatieprogramma op het gebied van nucleaire energie.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met brief 18-11-2022 november 2022 Versterking nucleaire kennis- en innovatiestructuur, Kamerstuk 32 645, nr. 101

De Minister voor KenE zegt toe in de decemberbrief kernenergie nader in te gaan op de vragen van het lid Boucke (D66) over de kosten per kilowattuur van kernenergie.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met brief 9-12-2022 aan de Kamer over Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor K&E zegt aan dhr. Bontenbal (CDA) toe om in de volgende Kamerbrief over de SDE++ aan te geven hoe komende jaren middelen beter ingezet worden ten behoeve van de energietransitie.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Boucke (D66) met RVO in gesprek te gaan over uitbreiding en verbetering van de monitor over de energiebesparingsplicht en de Kamer te informeren over sectorale besparingsdoelen.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt dhr. Thijssen (PvdA) toe met een aangepaste appreciatie terug te komen op het amendement over meer geld voor energiebesparing. Hij gaat daarbij specifiek in op het punt van dhr Thijssen dat het geld niet voldoende terecht komt bij mensen die het hardst nodig hebben en dat gemeenten daarin een rol (met bijbehorende financiering) moeten hebben.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerbrief over appreciatie amendement 19 en 20 begrotingsbehandeling EZK 2023, Kamerstuk 36 200-XIII, nr. 86

De Minister voor KenE zal in de toegezegde brief over bindende energiebesparingsdoelen tevens ingaan op alle voorstellen die in het commissiedebat zijn gedaan.

Parlementaire agenda [15-09-2022] - CD Gasmarkt en leveringszekerheid

Afgedaan met brief 29-11-2022 Stand van zaken energiebesparingsbeleid bedrijven en instellingen, Kamerstuk 30 196, nr. 805

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Erkens (VVD) in een Kamerbrief in te gaan op hoe de gasopslagen meer strategisch gebruikt kunnen worden.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met brief [09-12-2022] -Gasleveringszekerheid en gasopslagen, Kamerstuk 29 023, nr. 384

De Minister voor KenE zegt toe aan dhr. Grinwis (CU) in de brief over het actieprogramma netcapaciteit of parallel daaraan voor het einde van 2022 de Kamer te informeren over uitwerking van gespreken met ACM over tariefstelling bij opslagdiensten als batterijen en eboilers.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Afgedaan met brief 20-12-2022 Landelijk actieprogramma netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385

De Minister voor KenE zegt dhr. Grinwis (CU) toe de Kamer per brief te informeren over het bevorderen of wegnemen van belemmeringen voor smartgrids in woonwijken.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Afgedaan met brief 20-12-2022 Landelijk actieprogramma netcongestie, Kamerstuk 29 023, nr. 385

De Minister voor KenE zegt toe in de volgende brief Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD    Onderhanden over groen gas terug te komen op wat groen gas Waterstof, groen gas en andere energiedragers precies is.    (CD 8/12)

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister voor KenE zegt toe om kamer voor het kerstreces een brief te sturen over kernenergie, o.a. over voorkeur voor locaties.

 

Afgedaan bij brief van 9 december 2022 Nadere uitwerking afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie over kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe te vragen aan de minister voor Klimaat en Energie om de Kamer op korte termijn te informeren over kernenergie.

 

Afgedaan brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt mevr. Kröger (GroenLinks) toe om de Kamer vóór de begrotingsbehandeling te informeren over verschillende regelingen voor energiecoöperaties.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Afgedaan met brief [21-11-2022] -Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023, Kamerstuk 31 239, nr. 367

De Minister voor KenE zegt dhr. Grinwis (CU) toe de Kamer te informeren over de uitvoering van de motie. Grinwis/Erkens over glastuinbouw vóór het einde van 2022.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt mevr. Kröger (GroenLinks) toe om met een schriftelijke appreciatie te komen van het amendement over ILT

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE komt in december met een brief aan de Kamer waarin hij ingaat op de planning voor de bouw van kerncentrales.

 

Afgedaan met brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe dat het kabinet zal onderzoeken hoe het prijsplafond op energie, indien dit ook na volgend jaar nog nodig is, gerichter en mogelijk tegen lagere kosten kan worden ingezet.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat het kabinet zal onderzoeken hoe het prijsplafond op energie, indien dit ook na volgend jaar nog nodig is, gerichter en mogelijk tegen lagere kosten kan worden ingezet.

 

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), dat hij in het tweede kwartaal van 2023 naar de Kamer stuurt, terug te komen op het idee voor een gezamenlijk kennisplatform voor een Europees Energiesysteem.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in de brief over het NPE in gaan op inpassing van 70GW Wind op Zee in relatie tot kernenergie.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt dhr. Grinwis (CU) toe de Kamer te informeren over de uitvoering van de motie Grinwis/Erkens over glastuinbouw vóór het einde van 2022.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt mevr. Kröger (GroenLinks) toe om de Kamer vóór de begrotingsbehandeling te informeren over verschillende regelingen voor energiecoöperaties.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Afgedaan met brief [21-11-2022] -Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023, Kamerbrief 31 239, nr. 367

De Minister voor KenE zegt toe in de volgende «Fit Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 Afgedaan met brief [13-05-2022] - Stand van for 55»-voortgangsbrief nader in te gaan op het - CBAM en ETS    zaken Fit for 55-pakket speelveld rond de sociaal-klimaatfondsmethoden.

De Minister voor Klimaat en Energie zegt toe om beschikbare onderzoeken naar de effectiviteit van CCS de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [28-09-2021] -Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Tabel 105 Toezeggingen Minister voor Klimaat en Energie aan Eerste Kamer

Omschrijving van de toezegging    Vindplaats    Stand van zaken

De Minister voor KenE zal in de volgende    Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer    Onderhanden rapportage een reflectie geven over de    15 februari 2022

opportuniteit van subsidieverlening aan bedrijven met achterblijvende klimaadinvesteringen vs.

bedrijven die hoogwaardige investeringen doen en daarbij extra subsidiëring nodig hebben.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Het kabinet zal zowel voor het Klimaatfonds als het Stikstoffonds een instellingswet indienen, zodat een volwaardige parlementaire behandeling kan worden doorlopen.

Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer

15 februari 2022

Afgedaan met Kamerstukken 36 274, nr. 1 en 2; 36 277, nr. 1 en 2

Het kabinet zal de doelstelling van 55% CO2-reductie juridisch verplichtend vastleggen in de Klimaatwet.

Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer

15 februari 2022

Afgedaan met Kamerstuk 36 169, nr. 2

Het kabinet is bereid gevolg te geen aan de wens om bij wijzigingswetten geconsolideerde versies mee te sturen aan de Eerste Kamer. De minister voor Rechtsbescherming zal hierover het gesprek met de Eerste Kamer voeren en tijdig een brief sturen over de timing van invoering.

Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer

15 februari 2022

Onderhanden

De Minister voor KenE zal in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel terugkomen op formulering van EU doelen en of deze bindend zijn of een streefdoel.

Parlementaire agenda [24-05-2022] - Debat 'Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35.814)'

Gaat om een bindend doel. (Hiermee beantwoord)

De Minister voor KenE zal in de volgende brief over Parlementaire agenda [24-05-2022] - Debat 'Wet Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3461 brief Fit for 55 ingaan op wat er gebeurt als EU- implementatie EU-richtlijn hernieuwbare doelen niet worden gehaald en welke    energie voor garanties van oorsprong (35.814)'

consequenties dit heeft.

Minister voor KenE: als we dit jaar CO2-beprijzing industrie verder uitwerken, zullen we ook analyse van het prijspad uit deze wet doen en hier de EK en TK over informeren en evt noodzaak tot aanpassingen meenemen.

Parlementaire agenda [08-03-2022] - Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking

Onderhanden

De Minister voor KenE komt in december met een brief aan de Kamer waarin hij ingaat op de planning voor de bouw van kerncentrales.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met brief 9-12-2022 Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De minister voor KenE zegt toe dat het kabinet bij de uitwerking van de motie Segers/Marijnissen inzake de werking van de energiemarkt ook de voor- en nadelen van een staatsdeelneming in een energiebedrijf als mogelijk sturingsmechanisme meenemen zal onderzoeken.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat het kabinet, mede op basis van een advies van Gasunie Transport Services, werkt aan een plan om voor de winter van 2023-2024 de energieleveringszekerheid veilig te stellen.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Afgedaan met brief 9 december 2022 Gasleveringszekerheid en gasopslagen, Kamerstuk 29 023, nr. 384

De Nederlandse overheid blijft nauw betrokken bij Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: onderzoek naar nucleaire innovaties, waaronder Algemene Politieke Beschouwingen EK ook kleine modulaire reactors en gesmoltenzouttechnieken.

Afgedaan met brief [09-12-2022] - Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie, Kamerstuk 32 645, nr. 116

De Minister voor KenE zegt toe dat het kabinet zal onderzoeken hoe het prijsplafond op energie, indien dit ook na volgend jaar nog nodig is, gerichter en mogelijk tegen lagere kosten kan worden ingezet.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

 

Tabel 106 Toezeggingen Staatssecretaris Mijnbouw aan Tweede Kamer

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor het volgende debat te komen met een actieplan geestelijke gezondheid (i.r.t. PEGA), waarin hij o.a. alle acties die er al zijn in kaart brengt en ingaat op kinderen.

Parlementaire agenda [30-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied d.d. 23-11-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1081).

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor het volgende debat de brief over moeilijk uitlegbare verschillen te versturen, en neemt daar de 2-onder-1-kap-casus in mee.

Parlementaire agenda [30-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief «Verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen» d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het commissiedebat van 30-06-2022 de brief over de aanpak van onuitlegbare verschillen in de schade-afhandeling en versterking.

Parlementaire agenda [02-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief «Verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen» d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris Mijnbouw gaat in overleg met Parlementaire agenda [02-06-2022] -de Staatssecretaris van OCW over de financiering Commissiedebat Mijnbouw Groningen van de regeling voor cultureel erfgoed en informeert de Kamer hierover voorafgaand aan de begrotingsbehandeling 2023 van OCW.

Afgedaan in Kamerbrief Matching financiering regelingen Rijksmonumenten aardbevingsgebied Groningen' d.d. 19-10-2022 (Kamerstuk 32 156, nr. 121).

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in oktober 2022 het werkprogramma mentale gevolgen kinderen aan de Kamer.

Parlementaire agenda [02-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied d.d. 23-11-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1081).

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt rond september 2022 de planning van de uitvoering van de dorpenaanpak aan de Kamer.

Parlementaire agenda [02-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief voortgang versterkingsopgave NCG d.d. 30-01-2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1118).

De Staatssecretaris Mijnbouw brengt voor het einde van 2022 breder in kaart wat de parlementaire enquête betekent voor een aantal dingen, waaronder psychologische gevolgen.

Parlementaire agenda [02-06-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan in Kamerbrief mentaal welzijn bewoners in het aardbevingsgebied d.d. 23-11-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1081).

De Staatssecretaris Mijnbouw zal met SNN overleggen over de uitvoerbaarheid van de motie-Nijboer (1017) waarin het kabinet wordt verzocht de betreffende termijnen van de woningverbeteringssubsidie zo te verlengen dat mensen de regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de geplande versterking in 2028 plus een jaar, en informeert de Kamer hier voorafgaand aan het CD van 19 mei a.s. de Kamer over.

Parlementaire agenda [10-05-2022] -Tweeminuttendebat Mijnbouw Groningen

Afgedaan bij de publicatie van de nieuwe regeling voor de subsidie verbetering en verduurzaming Groningen juli 2022.

De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer in de zomer van 2022 geïnformeerd over het tevredenheidsonderzoek.

Parlementaire agenda [30-03-2022] -Commissiedebat Mijnbouw Groningen

Het tevredenheidsonderzoek wordt betrokken bij de evaluatie van de bestuurlijke afspraken (Q3 2023), conform de motie waar het tevredenheidsonderzoek aan was gerelateerd.

De staatssecretaris komt voor de zomer schriftelijk Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD terug op de onuitlegbare verschillen.    Mijnbouw/Groningen

Afgedaan in Kamerbrief «Verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen» d.d. 26-09-2022 (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).

De Staatssecretaris van Mijnbouw zal bekijken of het noodzakelijk is de Mijnbouwwet aan te passen naar aanleiding van de afspraken in het coalitieakkoord. De Kamer wordt hierover voor het zomerreces geïnformeerd.

Parlementaire agenda [25-01-2022] - CD Wadden met I&W, EZK en LNV

Onderhanden

De staatssecretaris zal de Kamer voor de zomer informeren via een contourennota of een brief met hoofdlijnen over mogelijkheden voor aanpassingen van de Mijnbouwwet.

Parlementaire agenda [12-04-2022] -Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

De staatssecretaris zal de Kamer infomeren over een voorstel van de KNMI voor een onafhankelijk meetnetwerk van de KNMI.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De staatssecretaris gaat met het IMG in overleg over de uitvoeringskosten.

Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe dat hij zal kijken in hoeverre de schadeafhandeling door de Commissie Mijnbouwschade afdoende is als er gecumuleerde activiteiten plaatsvinden en zal kijken naar een nulmeting als soort alternatief voor toepassing bewijsvermoeden.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De staatsecretaris stuurt de resultaten van studie naar stikstof injectie van kennisgroep mijnbouw die uiterlijk deze zomer wordt afgerond naar de Kamer.

Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris gaat in gesprek met de branchevereniging voor geothermie over de organisatie van de sector.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe aan het lid Bontenbal om een keer op papier te zetten wie wat wanneer beslist als het gaat om drinkwater.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe een pilot te starten naar geothermie in Limburg.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris zal voor de zomer met een voorstel komen voor hoe het boren in de Wadden onmogelijk wordt gemaakt middels een wijziging in wet- en regelgeving.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt in juni de maatschappelijke kostenbaten analyse voor Schoonebeek naar de Kamer.

Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatsecretaris zegt toe in kaart te brengen    Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD

welke opties er zijn om te voorkomen dat er telkens Mijnbouw/Groningen naar juridische middelen gezocht hoeft te worden om de kosten voor schade en versterken bij de

NAM in rekening te brengen, en betrekt daarbij ook de mogelijkheid van een heffing.

Onderhanden

De staatssecretaris zal in het debat van 19 mei a.s. terugkomen of op of er geen nieuwe vergunningen voor gaswinning aan Winntershall zullen worden gegeven.

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe gesprek te organiseren Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD tussen Commissie Mijnbouwschade en Instituut Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3) Mijnbouwschade om te zorgen dat het ook zal geschieden (in reactie op motie Segers (CU).

Onderhanden

De staatsecretaris komt terug t.a.v. plan 1,5 graad.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris zal in de contourennota die voor deze zomer naar de Kamer wordt gestuurd zal ook opnemen hoe wij omgaan met gaswinning onder de Waddenzee.

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

De staatsecretaris stuurt voor het volgende debat de analyse met de juridische mogelijkheden van het weren van Gazprom uit het energiesysteem.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt direct na de zomer een Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD reactie op de monitoring van de uitvoeringskosten Mijnbouw/Groningen door het IMG in de eerste helft van 2022.

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt voor de zomer het door zijn voorganger toegezegde afbouwplan van fossiele winning in relatie tot de 1,5 graden doelstelling uit het Klimaatakkoord.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatsecretaris zegt toe de resultaten van    Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD

lopend onderzoek naar de effecten van injectie van Mijnbouw/Groningen water of stikstof in gasvelden dit najaar aan de

Kamer te sturen.

Onderhanden

De staatssecretaris komt voor het zomerreces    Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD

terug op de vraag van lid Kröger over de juridische Mijnbouw/Groningen mogelijkheden voor het weren van Gazprom in het energiesysteem.

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt voor volgende debat de brief over de aanpak van onuitlegbare verschillen in de schade-afhandeling en versterking.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt in de tweede helft van het jaar een brief over zoutwinning aan de Kamer.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris brengt voor het einde van het jaar breder in kaart wat de parlementaire enquête betekent voor een aantal dingen, waaronder psychologische gevolgen.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe dat hij een bezoek aan Haaksbergen zal brengen en daar de wens van het lid Kroger zal bespreken.

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

De staatssecretaris zegt toe een tussentijdse evaluatie te houden van de Mijnbouwwet na drie jaar.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat de onafhankelijke commissie verschillen (naar

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

aanleiding van het advies Wientjes) binnen drie maanden verslag uitbrengt.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij zal kijken of de groep bewoners die door de (vertraagde) versterkingsoperatie een hogere energierekening hebben, te identificeren is.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 het rapport naar aanleiding van de quick scan aardgasvrij naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe begin 2023 Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD een brief aan de Kamer te sturen over nazorg bij Mijnbouw/Groningen (CD 29/9) mijnbouwactiviteiten.

Afgedaan met Kamerbrief Herziening mijnbouwbeleid: nazorg en zorgplicht,

Kamerstuk 32 849, nr. 215

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om de contourennota over de wijziging van de Mijnbouwwet voor de Kerst aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Afgedaan met Kamerbrief Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Kamerstuk 32 849, nr. 214

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD nazorg bij Mijnbouwactiviteiten naar de Kamer    Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

begin 2023.

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt uiterlijk in    Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO

januari 2023 het rapport over gaswinning in relatie Groningen tot de klimaatdoelen naar de Kamer.

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe de contourennota voor de wijziging van de Mijnbouwwet voor het volgende CD naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerbrief Contourennota aanpassing Mijnbouwwet Kamerstuk 32 849, nr. 214

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt een brief toe aan de Kamer over de verklaring van de top in Montreal over biodiversiteit en de gevolgen voor de Waddenzee.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer een reactie toe op de zes punten van de Historische Vereniging Harlingen.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer toe Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD opnieuw in gesprek te gaan met de sector (Element Mijnbouw/Groningen

NL) om te bespreken of er mogelijkheden voor versnelling zijn met betrekking tot gasproductie op de Noordzee.

Onderhanden

De staatssecretaris stuurt een reactie op de zes punten van de Historische Vereniging Harlingen naar de Kamer.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer toe om vóór de behandeling van de novelle een brief te sturen betreffende het regelen van een aanwijzingsbevoegdheid voor het Instituut Mijnbouwschade Groningen (ook in relatie tot de mogelijkheid om schades bij Norg te kunnen laten afhandelen).

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerbrief 24 november 2022, Wijziging voorstel van wet Tijdelijke Wet Groningen aanwijzingsbevoegdheid Instituut Mijnbouw Groningen, Kamerstuk 36 094, nr. 9

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer toe Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor Mijnbouw/Groningen een andersoortig model schadevergoeding, en de

Kamer daarover begin 2023 te informeren, vóór het eindrapport van de enquêtecommissie.

Afgedaan met Kamerbrief 31 januari 2023, Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek, Kamerstuk 33 529, nr. 1113

De Staatssecretaris Mijnbouw wil de waardevermeerderingsregeling toespitsen op mensen die lang wachten op een schadevergoeding zegt toe de Kamer te zullen informeren vóór 1 december.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerbrief 14 oktober 2022, Wijziging waardevermeerderingsregeling na

1 december 2022, Kamerstuk 33 529, nr. 1071

De Staatssecretaris Mijnbouw onderzoekt of methodes zoals mediation in het schadevergoedingsmodel kunnen worden geïntroduceerd en zegt toe de Kamer hierover te informeren voor het volgende CD van

30 november.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor

8 oktober 2022 een brief aan de Kamer te sturen over het proces richting de herbeoordeling van

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [13-10-2022] - Toelichting stand van zaken tegemoetkoming voor bewoners die een lagere vergoeding voor

waardedalingsschade ontvingen van de NAM dan van het IMG, Kamerstuk 33 529, nr. 1070

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

de waardedalingsregeling, en daarin onder andere te betrekken de resultaten van de consultatieronde in mei '22 en de kwestie rondom de percentages.

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer een brief toe vóór het WGO over de mogelijkheden betreffende de toepassing van bewijsvermoeden Norg.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [29-11-2022] -Schadeafhandeling rondom onder meer gasopslag Norg en bewijsvermoeden,

Kamerstuk 33 529, nr. 1087

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt mevr. Van der Plas (BBB) toe om in het WGO Groningen verslag te doen van gesprekken over voortgang inzake de stikstoffabriek Zuidbroek.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan in Verslag Wetgevingsoverleg Groningen, 6 december 2022

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een vervolgbrief over de zogenaamde verschillenanalyse naar de Kamer te sturen, voorzien van de concrete voorbeelden, en die uiterlijk één week voor het volgende CD van

30 november aan de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [24-11-2022] - Verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave als gevolg van de gaswinning in Groningen, Kamerstuk 33 529, nr. 1085

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om het rapport van de verbinder over de dorpenaanpak dat in oktober 2022 wordt uitgebracht, te voorzien van een reactie en vóór het volgende CD naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [24-11-2022] - Reactie advies dorpenaanpak, Kamerstuk 33 529, nr. 1084

De Staatssecretaris Mijnbouw informeert de Kamer vóór het volgende CD over de financiële situatie met betrekking tot de monumentenregeling.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief Kamerbrief matching financiering regelingen Rijksmonumenten aardbevingsgebied Groningen, Kamerstuk 32 156, nr. 121

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe voor volgende commissiedebat een brief over de schadeafhandeling naar Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Afgedaan met brief 31-1-2023 Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematie, Kamerstuk 33 529, nr. 1113

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat in    Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO

januari 2023 de MKB-tafel bij elkaar komt en dat hij Groningen de Kamer hierover per brief informeert.

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe bij de    Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO

Kamer schriftelijk terug te komen op de AMvB voor Groningen

Zoutkamp.

Onderhanden

De Staatssecretaris voor Mijnbouw zegt toe dat hij Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD in gesprek gaat met energieleveranciers over    Mijnbouw/Groningen (CD 29/9)

bewoners die na terugkeer uit een wisselwoning vast zitten aan een duurder energiecontract.

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer toe om vóór de behandeling van de novelle een brief te sturen betreffende het regelen van een aanwijzingsbevoegdheid voor het Instituut Mijnbouwschade Groningen (ook in relatie tot de mogelijkheid om schades bij Norg te kunnen laten afhandelen).

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [24-11-2022] - Wijziging voorstel van wet Tijdelijke Wet Groningen aanwijzingsbevoegdheid Instituut Mijnbouw Groningen, Kamerstuk 36 094, nr. 9

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer toe Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor Mijnbouw/Groningen een andersoortig model schadevergoeding, en de

Kamer daarover begin 2023 te informeren, vóór het eindrapport van de enquêtecommissie.

Afgedaan met brief 31-1-2023 Onderzoeken schadeafhandeling en funderingsproblematiek, Kamerstuk 33 529, nr. 1113

De Staatssecretaris Mijnbouw wil de waardevermeerderingsregeling toespitsen op mensen die lang wachten op een schadevergoeding zegt toe de Kamer te zullen informeren vóór 1 december.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [14-10-2022] - Wijziging waardevermeerderingsregeling na 1 december 2022, Kamerstuk 33 529, nr. 1071

De Staatssecretaris Mijnbouw onderzoekt of methodes zoals mediation in het schadevergoedingsmodel kunnen worden geïntroduceerd en zegt toe de Kamer hierover te informeren voor het volgende CD van

30 november.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om voor

8 oktober 2022 een brief aan de Kamer te sturen over het proces richting de herbeoordeling van de waardedalingsregeling, en daarin onder andere te betrekken de resultaten van de consultatieronde

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [13-10-2022] - Toelichting stand van zaken tegemoetkoming voor bewoners die een lagere vergoeding voor waardedalingsschade ontvingen van de NAM dan van het IMG, Kamerstuk 33 529, nr. 1070

in mei '22 en de kwestie rondom de percentages.

 

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer een brief toe vóór het WGO over de mogelijkheden betreffende de toepassing van bewijsvermoeden Norg.

Parlementaire agenda [29-09-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met brief [29-11-2022] -Schadeafhandeling rondom onder meer gasopslag Norg en bewijsvermoeden,

Kamerstuk 33 529, nr. 1087

 

Tabel 107 Toezeggingen Staatssecretaris Mijnbouw aan Eerste Kamer

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

-

-

-

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het overzicht met beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Net als 2021 betrof 2022 een overgangs- en leerjaar met een eerste uitwerking van de SEA, waarbij in 2022 een traditionele beleids-doorlichting is afgerond.

In deze 'Bijlage afgerond evaluatie- en overig onderzoek' wordt ingegaan op afgeronde onderdelen van de SEA in 2021 en 2022. Voor afgeronde evaluaties/onderzoeken in het verslagjaar 2022 zijn tevens korte samenvattingen met conclusies/aanbevelingen opgenomen die onder de desbetreffende tabellen worden weergegeven.

Tabel 108 SEA-thema: Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten/Goed werkende (digitale) economie en markten

 

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- Vindplaats artikel(en)

Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten

Synthese

2022

Afgerond

In 2021 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 1 van de EZK-begroting plaatsgevonden. Deze is eind juni 2022 inclusief kabinetsreactie aan de Kamer aangeboden.

1    Kamerstuk 30 991,

nr. 37

Goed werkende (digitale) economie en markten

Synthese

2027

Nog te starten

De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het

1

digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de doorlichtingen van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor conform de ontwerpbegroting EZK 2023 een synthese wordt voorzien in 2027.

 

Instrumentevaluaties / monitor:

Evaluatie roadmap digitaal veilige hard- en software

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 26 643, nr. 867

Evaluatie subsidie ECP (DEbreed)

ex-post

2023

Lopend

1

 

Evaluatie bemiddelingsdienst doven en slechthorenden

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 26 643, nr. 906

Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 27 879, nr. 89

Raad voor Accreditatie

ex-post

2021/2022

Afgerond

1

Kamerstuk 25 268, nr. 203

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

ex-post

2021

Afgerond

1

Kamerstuk 25 268, nr. 195

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

ex-post

2023

Nog te Deze evaluatie is vanwege beperkte capaciteit starten uitgesteld naar 2023.

1

 

De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 25 268, nr. 209

Adviesgroep Gids Proportionaliteit

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 34 252, nr. 23

Evaluatie Universele Postdienst

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 29 502, nr. 184

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten/Goed werkende (digitale) economie en markten

Beleidsdoorlichting artikel 1 Goed functionerende economie en markten De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen. Goed functionerende markten die concurrentie stimuleren en waar de consument goed wordt beschermd, leveren een belangrijke bijdrage aan economische groei en innovatie. Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend, zoals in de corona pandemie o.a. bleek met grenssluitingen. EZK zet zich in EU-verband sterk in voor het competitief houden van markten, voor eerlijke onderlinge verhoudingen in markten, het bevorderen van vrije verkeer van diensten en goederen en bescherming van consumenten. Dit doet EZK door zich onder andere in te zetten voor de verbetering van de aanbestedingspraktijk, Europese afspraken t.a.v. consumentenbescherming en door de actieagenda interne markt. De onafhankelijke deskundigen vinden dat de uitvoering van de beleidsdoorlichting zorgvuldig en professioneel is gedaan. Opmerkingen gaan over de weinige bronnen voor de beleidsdoorlichting, over de beleidsvisie en over de ingewikkeldheid en de manier van beleidsontwikkeling en -evaluatie. De deskundigen vinden, net als Panteia, dat de planning van de evaluaties van de afzonderlijke beleidsterreinen niet altijd samenloopt met de planning van de beleidsdoorlichting zelf. Ook vinden zij dat de onderliggende evaluaties onderling verschillen van aard, opzet en uitvoering. MEZK zal de aanbevelingen benutten voor het verbeteren van de beleidsdoorlichting en de onderliggende rapportages. Dit betreft o.a. het benoemen van besparings-mogelijkheden, planning en de aanpassing van de doelstellingen van het beleidsartikel.

Evaluatie roadmap digitaal veilige hard- en software Uit de evaluatie van de roadmap uit 2018 kwamen aanbevelingen om stakeholders nog meer te betrekken, de kenbaarheid te vergroten door op een website over de voortgang van de maatregelen te rapporteren, en de bijdrage van de roadmap aan de beleidsdoelstellingen beter meetbaar te maken. De evaluatie gaf als suggesties voor de herijking van de beleidsdoelen in de roadmap: meer aandacht voor ketens en ketenveiligheid, meer aandacht voor de verbinding tussen maatregelen, acties en betrokken partijen, prioritering van maatregelen, meer aandacht voor participatie van het ministerie van EZK in Europa en focussen op fabrikanten en leveranciers in plaats van consumenten. Deze suggesties zijn meegenomen in de totstandkoming van de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) 2022, waar het beleid ten aanzien van digitaal veilige hard- en software een integraal onderdeel van uitmaakt.

Evaluatie bemiddelingsdienst doven en slechthorenden In 2018 is KPN op grond van de Telecommunicatiewet aangewezen om de telefoniedienst voor doven, slechthorenden en mensen met een spraakbe-perking te verzorgen. Deze tekst- en beeldbemiddelingsdienst maakt het mogelijk dat de doelgroep kan bellen met (horende) personen of instanties via een bemiddelaar of gebarentolk. De aanwijzing voor deze bemiddelingsdienst loopt 30 september 2023 af. Onder meer ter voorbereiding op een nieuwe aanwijzing is de uitvoering van de huidige bemiddelingsdienst in 2022 geëvalueerd. Uit de evaluatie volgt dat de bemiddelingsdienst functioneert conform de gestelde eisen. Verder zijn de gebruikers over het algemeen tevreden over de dienst. De evaluatie beschrijft tevens een aantal aandachtspunten voor verbeteringen, waaronder de verruiming van de openingstijden voor de beeldbemiddelingsdienst. Met het aanbieden van de evaluatie aan de Tweede Kamer is toegezegd deze aandachtspunten nader te bestuderen en in het eerste kwartaal van 2023 de Kamer verder te informeren over het beleidsvoornemen met betrekking tot de nieuwe aanwijzing.

Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet De waarborginstellingen WaarborgHolland B.V. en Edelmetaal Waarborg Nederland B.V. zijn aangewezen als (deeltijd) zelfstandig bestuursorganen voor de wettelijke taken die volgen uit de Waarborgwet 2019. Deze taken bestaan uit het waarborgen van voorwerpen op hun gehalte aan platina, goud, palladium of zilver en deze voorwerpen voorzien van andere merken, indien dat voortvloeit uit de Waarborgwet 2019. De waarborginstellingen zijn in 2022 geëvalueerd, conform de verplichting daartoe in de Kaderwet ZBO's. De evaluatie toont aan dat het aannemelijk is dat de waarborginstellingen hun taken in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 doelmatig en doeltreffend hebben uitgevoerd. Enkele aanbevelingen die voortvloeien uit de evaluatie zien op het verbeteren van de transparantie van kosten en tarieven, de omgang met doorlooptijden, de interne en externe governance en het vergroten van de bekendheid van het waarborg-stelsel. Verder concludeert het onderzoeksbureau dat deze evaluatie geen aanleiding geeft om te pleiten voor grote veranderingen of afschaffing van het huidige waarborgstelsel.

De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS De evaluatie concludeert in algemene zin dat het CBS in de periode 2016-2020 doeltreffend, doelmatig en onafhankelijk is geweest. Er worden een aantal aanbevelingen gedaan. Zo wordt o.a. aanbevolen om de transparantie in de werkprogramma's van het CBS te vergroten, om samen met andere Europese statistiekbureaus in te zetten op het genereren van meer vergelijkingsinformatie en de interactie tussen de eigenaar, opdrachtgever en het CBS te versterken.

Adviesgroep Gids Proportionaliteit

Kwink concludeert dat het stelsel van wijziging van de Gids proportionaliteit als zodanig functioneert; er is geen aanleiding om de kernelementen van het stelsel aan te passen. Wel is er ruimte voor verbetering: Kwink geeft een zestal aanbevelingen/lessen. EZK zal een lichte opvolging geven aan het rapport: de kernelementen uit het stelsel blijven behouden, verbeteringen zijn in de loop van 2022 doorgevoerd.

Evaluatie Universele Postdienst

  • Uit de evaluatie blijkt dat de uitvoering van de hoofdelementen van de UPD (betaalbaarheid, toegankelijkheid en minimaal niveau van dienstverlening) op orde is. De evaluatie geeft geen directe aanleiding voor aanpassing regelgeving. De wijziging van de Postwet die parallel in behandeling is bij de Tweede Kamer staat los van de uitkomsten van deze evaluatie.
  • De informatievoorziening door de UPD verlener over de financiële stand van zaken in relatie tot de UPD richting EZK en de Kamer kan beter volgens de onderzoekers. Deze informatie is nodig voor het monitoren van de publieke belangen en het tijdig kunnen interveniëren.
  • Het kan zijn dat er in de toekomst een ander of minder complex tarie-freguleringssysteem nodig is om de financiële houdbaarheid te borgen.

Onderzoekers adviseren om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van de vraag naar en het aanbod van post- en gerelateerde bezorgdiensten. Dit om tijdig goede reguleringskeuzes te kunnen maken.

Tabel 109 SEA-thema: Steun- en herstelbeleid Corona

 

Thema    Type    Afronding onderzoek

Status Conclusies/aanbevelingen/toelichting    Begrotings- Vindplaats onderzoek    artikel(en)

Steun- en herstelbeleid Corona Synthese    2026

Nog te Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel    2 en 3

starten van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19.

Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en

SZW. Ieder departement neemt de verantwoordelijkheid voor de eigen maatregelen.

Instrumentevaluaties / monitor:

 

Monitor Coronamaatregelen ter ex-durante 2020 e.v. ondersteuning bedrijfsleven

Lopend Monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van    2 en 3    zie: Monitor

steunmaatregelen en een traject om de    Coronamaatregelen

databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RvO, CBS). Deze data- infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht vanaf 2023),

waarvan betrokken departementen (FIN, SZW

en EZK) gebruik kunnen maken.

Onderzoek overkoepelende    ex-durante    2021

macro-economische effecten

(CPB)

Afgerond Het CPB is in december 2020 door FIN (i.s.m.    2 en 3    Kamerstuk 35 420,

EZK en SZW) verzocht een analyse te maken    nr. 453

van de macro-economische effecten van de opeenvolgende steunpakketten die door het kabinet tijdens de Coronacrisis zijn ingezet en de eerste resultaten in de zomer van 2021 te publiceren. Doel is inzicht krijgen in hoeverre de steunpakketten de economische schade van de Coronamaatregelen hebben beperkt en daarmee lessen te trekken voor de toekomst.

Specifiek is aandacht gevraagd voor de samenstelling van de steunpakketten met indien mogelijk onderscheid naar een aantal grote maatregelen zoals de TVL, NOW, TOZO en Uitstel van Belastingbetaling. Daarnaast worden de economische uitkomsten in

Nederland waar mogelijk afgezet tegen de ontwikkelingen in het buitenland. Deze analyses bieden een basis voor het trekken van lessen voor de toekomst en dienen als bouwstenen voor vervolgevaluaties.

Garantieregeling evenementen ex-post    2023

Nog te Ondersteunen specifieke doelgroep. Evaluatie    2

starten is doorgeschoven naar 2023.

Tabel 110 SEA-thema: Ondernemerschap

 

Thema    Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- Vindplaats artikel(en)

Ondernemerschap    Synthese

2025

Nog te starten

 

2

Toelichting met stand van inzicht:

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving

In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft recentelijk ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema's op het gebied van ondernemerschap.

Instrumentevaluaties / monitor:

 

BMKB

ex-post

2022

Afgerond

Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging

ex-post

2022

Afgerond

 

2

Kamerstuk 35 925 IX, nr. 30

Regionale

Ontwikkelingsmaatschappijen

(ROM's)

ex-post

2022

Afgerond

Dit betreft de reguliere evaluatie van de ROM's. Coronamaatregelen worden apart geëvalueerd, hoewel deze wel effect gehad kunnen hebben op het reguliere instrumentarium. In die hoedanigheid wordt dit wel aangestipt.

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Qredits

ex-post

2022

Afgerond

Dit betreft de reguliere evaluatie, exclusief corona

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Evaluatie MKB-toets

ex-post

2021

Afgerond

 

2

Kamerstuk 32 637, nr. 476

Fiscale regelingen startups/ gebruikelijk loonregeling innovatieve startups

ex-post

2022

Afgerond

 

2

Kamerstuk 36 202, nr. 3

Evaluatie Startupdelta en Techleap

ex-post

2022

Lopend

 

2

 

Fiscale ondernemerschapsregelingen

ex-post

2023

Nog te starten

Is doorgeschoven naar 2023

2

 

Agentschapsdoorlichting RVO

overig

2022

Afgerond

 

1,2, 3, 4 en 5 Doorlichting RVO

Invest-NL

overig

2022

Afgerond

 

2

Kamerstuk 35 123,

nr. 40

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Ondernemerschap

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

Op 21 april 2022 is de evaluatie van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) afgerond en gepubliceerd door Panteia. De BMKB is één van de oudste (1915) overheidsregelingen in Nederland en heeft als doel om kleine en middelgrote bedrijven (MKB) die in de kern gezond zijn qua rentabiliteit en continuïteit, maar te weinig zekerheden hebben, te ondersteunen bij het verkrijgen van krediet dat men anders niet zou hebben gekregen. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van desk research, kwantitatieve analyses, interviews en enquête. Uit de evaluatie blijkt dat de BMKB als regeling doeltreffend en doelmatig is. De BMKB zorgt in veel gevallen voor de benodigde financiering die bedrijven anders niet hadden gekregen. De BMKB heeft daarnaast een positief effect op de omzetgroei, rentabiliteit, solvabiliteit en het zekerhedenoverschot. Sinds 2016 is de regeling kostendekkend. Aanbevelingen uit de evaluatie waren onder andere om de regeling meer te digitaliseren, de provisie te verlagen en de introductie van de BMKB-Groen. Inmiddels zijn de meeste aanbevelingen opgevolgd en is de BMKB-Groen geïntroduceerd.

Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging

Eind april 2022 heeft het CPB het rapport van de evaluatie opgeleverd. De evaluatie betreft de bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR) in de schenk- en erfbelasting, de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting (IB) bij overdracht van aanmerkelijk belang respectievelijk bij doorschuiven van de stakingswinst, de stakingsaftrek in de inkomstenbelasting en de vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in de familiesfeer en ten slotte een aantal regelingen in de Invorderingswet. Bij de DSR gaat het om belastinguitstel en bij de BOR om belastingafstel. De evaluatie was met name gericht op de BOR en de DSR vanwege het feit dat deze het grootste (budgettaire) belang en de grootste maatschappelijke impact kennen. De belangrijkste conclusies voor de BOR zijn dat de vrijstelling goingconcern-waarde doeltreffend maar niet doelmatig is. Dit omdat bij een groot deel van de bedrijfsopvolgingen bij de verkrijgers, schenkers of erflater s voldoende vrije middelen beschikbaar zijn om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. Het CPB concludeert verder dat het niet mogelijk is om de noodzakelijkheid en de doelmatigheid van de DSR kwantitatief te toetsen. De kabinetsreactie op de evaluatie bevat een aantal kanttekeningen met betrekking tot de beschikbaarheid van vrije middelen om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. Aangekondigd is dat in de komende maanden onderzoek zal worden gedaan naar de beste manier om de fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht verder aan te passen met als doel een positief effect op de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de regelingen.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)

ROM's zijn actief om de innovatie- en concurrentiekracht van Nederlandse regio's te bevorderen. De ROM's zijn over de periode 2016-2022 geëvalueerd. Deze evaluatie is uitgevoerd door Buck Consultants en bestond uit een kwantitatieve analyse, econometrisch onderzoek en het houden van enquêtes en interviews. In de evaluatie is gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de inspanningen van de ROM's op hun drie kerntaken: investeren, innoveren, en internationaliseren. De evaluatie schetst over het geheel een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM's waarbij de meerwaarde vooral zit in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio waarbij gelijktijdig de verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd.

De evaluatie geeft aan dat het lastig is om de doelmatigheid en doeltreffendheid van de ROM-activiteiten scherp kwantitatief te onderbouwen. Wel kan gesteld worden dat ROM's over het algemeen hun (output gerelateerde) kritieke prestatie indicatoren (KPI's) realiseren voor alle drie de ROM-taken. De belangrijkste beleidsaanbeveling van het onderzoeksbureau is om de betrokkenheid van het Rijk in de ROM's als uitvoeringsorganisatie te continueren.

Qredits

Qredits verstrekt relatief kleine (tot 250 duizend euro) kredieten aan (startende) ondernemers met een goed ondernemingsplan die niet in aanmerking komen voor het reguliere aanbod van financiering door bijvoorbeeld banken. De (tweede) evaluatie van Qredits is uitgevoerd door het bureau SEO, waarbij gebruik is gemaakt van microdata-analyse: difference-in-difference-regressie, klanttevredenheidsdata en deskresearch. Qredits heeft een belangrijke positie in het financierslandschap voor starters en kleine ondernemers. Uit de evaluatie blijkt dat Qredits deze kredieten doeltreffend en doelmatig aanbiedt. Qredits heeft een positief effect op de omzet en werkgelegenheid van ondernemers. Dit geldt zowel voor bestaande als startende bedrijven. Bij starters zijn de gevonden effecten van

Qredits-financiering over de gehele linie groter. Qredits verstrekt op een efficiënte manier financiering. In vergelijking met buitenlande peers maakt Qredits relatief weinig operationele kosten. De drie belangrijkste aanbevelingen zijn: i) Waak voor onbedoelde concurrentie met alternatieve financiers; ii) Zet starters verder centraal, hier kan Qredits met name een verschil maken; iii) evalueer periodiek de onderlinge afhankelijkheden en verwachtingen van Qredits en EZK en expliciteer gezamenlijke ambities en werkafspraken voor de toekomst.

Fiscale regelingen startups/gebruikelijk loonregeling innovatieve startups Met Prinsjesdag 2022 is de evaluatie van de gebruikelijk loonregeling voor innovatieve startups aangeboden aan de Tweede Kamer. De evaluatie is uitgevoerd op basis van aangiftegegevens en een enquête, die is uitgezet door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De regeling is negatief beoordeeld op doeltreffendheid. Door deze negatieve beoordeling is het niet mogelijk om een concreet oordeel te vellen over de doelmatigheid. Daarnaast is gebleken dat de regeling niet voldoet aan de toets-ingselementen van het Toetsingskader Fiscale Regelingen (TFR). Om deze reden is de regeling per 31 december 2022 beëindigd. Er is sprake van overgangsrecht voor bestaande gevallen tot 1 januari 2025.

Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) RVO is een agentschap van EZK die voor verschillende opdrachtgevers beleid uitvoert dat gericht is op het creëren van een gunstig ondernemersklimaat. RVO adviseert en ondersteunt ondernemers en beleidsmedewerkers op het gebied van duurzaamheid, zakendoen over de grenzen, agrarisch ondernemen en innovatie. Kwink heeft in 2022 een doorlichting over het functioneren van RVO in de periode 2014 - 2020 opgeleverd aan de hand van interviews en deskstudie. Het onderzoekrapport concludeert onder meer dat RVO stappen heeft gezet om de doelen opgavegericht, talentgericht, klantgericht en datagedreven werken uit de Agenda 2022 te bereiken. Opdrachtgevers zijn over het geheel genomen tevreden over de dienstverlening en de onderlinge samenwerking. RVO wordt binnen EZK als voorloper beschouwd op het gebied van datagedreven werken. Er zijn geen signalen dat RVO ondoelmatig werkt en in de aansturing is hier bovendien aandacht voor. De bestaande indicatoren en kengetallen bieden echter onvoldoende basis om goed inzicht te hebben in en grip te houden op de doelmatigheid. RVO onderkent dit en werkt aan de opvolging van de verbe-tervoorstellen uit een onderzoek naar grip en sturing op kostenefficiency dat in 2020 is uitgevoerd.

Invest-NL

Invest-NL heeft tot doel om bij te dragen aan het financieren en realiseren van maatschappelijke transitieopgaven door ondernemingen en aan het bieden van toegang tot ondernemingsfinanciering, indien de markt hierin onvoldoende voorziet. In december 2022 heeft onderzoeksbureau Dialogic een tussentijdse evaluatie uitgevoerd conform de Machtigingswet oprichting Invest-NL. Er is gebruik gemaakt van deskstudie, analyses van projectdata en dossiers en interviews. Gelet op de beperkte tijdsduur sinds de oprichting van Invest-NL heeft dit onderzoek zich niet gericht op doeltreffendheid en doelmatigheid. Dit zal echter wel onderdeel zijn van de volledige evaluatie die zeven jaar na oprichting zal plaatsvinden. De onderzoekers concluderen dat Invest-NL laat zien dat het uit de voeten kan met het huidige mandaat en dat er investeringen plaatsvinden ondanks de randvoorwaarden. Hierdoor is er geen noodzaak het mandaat aan te passen. Er is een groot budget vrijgekomen waarmee tot nu toe voor meer dan €600 miljoen direct in mkb-bedrijven en indirect in fondsen is geïnvesteerd.

Vooralsnog is de ontwikkeltaak minder zichtbaar dan de financieringstaak. Voor de toekomst is met name de verdere profilering en positionering van Invest-NL van belang.

 

Tabel 111 SEA-thema: Innovatiebeleid

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- artikel(en)

Vindplaats

Innovatiebeleid

Synthese

2025

   

2 en 3

 

Toelichting met stand van inzicht:

In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI's), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie.

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving

Instrumentevaluaties / monitor:

Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

ex-durante

Eerste resultaten in 2021

Lopend

De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Zie tevens de voortgangsrapportage van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid in de afgelopen jaren (Kamerstuk 33 009, nr. 102). Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die in de «Expertcommissie Evaluatiemethoden» wordt uitgewerkt.

2

zie: Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Evaluatie NSO

ex-post

2022

Afgerond

 

2

Kamerstuk 24 446, nr. 77

Innovatieprestatiecontracten

(IPC)

ex-post

2023

Nog te starten

Deze evaluatie van IPC wordt in samenhang met de evaluatie MIT uitgevoerd.

2

 

Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, ECN, Wageningen Research)

ex-post

2021

Afgerond

 

2

Kamerstuk 32 637, nr. 453

Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling)

ex-post

2022

Afgerond

 

2

Kamerstuk 32 637, nr. 453

Fundamenteel en toegepast onderzoek

ex-post

2023

Lopend

 

3

 

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

ex-post

2021

Afgerond

 

2

Kamerstuk 33 009, nr. 101

NWO-TTW

ex-post

2022

Afgerond

Betreft specifiek het EZK-gefinancierde deel NWO-TTW

2

Kamerstuk 33 009, nr. 118

Evaluatie MIT

ex-post

2023

Nog te starten

Deze evaluatie van MIT wordt in samenhang met de evaluatie IPC.

2

 

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Innovatiebeleid

Evaluatie Netherlands Space Office (NSO)

In 2022 is de evaluatie van het Netherlands Space Office (NSO) over de periode 2014-2021 afgerond. Het NSO richt zich op het uitvoeren van het ruimtevaartbeleid en het adviseren bij de voorbereiding ervan. Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door Technopolis en heeft plaatsgevonden op basis van kwalitatieve methoden, waaronder interviews en enquêteon-derzoek onder stakeholders. Uit de evaluatie blijkt dat het NSO op doeltreffende en doelmatige wijze zijn taken uitvoert. Er zijn aanbevelingen gedaan voor verbeterrichtingen, mede met het oog op een nieuw op te stellen convenant over de taken, aansturing en verantwoordelijkheden van het

NSO. In een beleidsreactie als onderdeel van de Kamerbrief 'Ruimtevaartbeleid 2022' (Kamerstuk 24 446, nr. 78) is door de minister van EZK (mede namens de ministers van OCW en I&W) aangegeven dat het NSO de verbe-terrichtingen samen met de relevante departementen oppakt en dat de conclusies hiervan in 2023 worden uitgewerkt in het nieuwe convenant.

Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling)

In de Visie op het Toegepast Onderzoek (Kamerstuk 32 637, nr. 68) heeft het kabinet toegezegd om de organisaties voor toegepast onderzoek (TO2) elke vier jaar te evalueren op kwaliteit en impact van het onderzoek. De TO2-instellingen zijn voor het laatst geëvalueerd over de jaren 2016-2019, waarbij ook de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Rijksbijdrage aan de TO2-instellingen is onderzocht (Kamerstuk 32 637, nr. 453). Aangezien in de evaluatie van de TO2-instellingen ook de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Rijksbijdrage zijn betrokken, is hiermee tevens voorzien in een evaluatie van de subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek. In de Kamerbrief 'Innovatie en impact' van 11 november 2022 (Kamerstuk 33009, nr. 117) is aangegeven dat het kabinet op grond van de uitkomsten van de evaluatie van de TO2-instellingen heeft besloten de financiering van de TO2's te continueren. Dat gebeurt op basis van de subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek en de TNO-wet. Dit betekent dat de subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek in 2023 met vijf jaar wordt verlengd.

NWO-TTW

In 2022 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de EZK-bijdrage aan NWO-TTW over de periode 2016-2020. Het betreft concreet een evaluatie van het Perspectief-programma van NWO-TTW, aangezien de EZK-bijdrage van NWO-TTW daaraan wordt besteed. Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door een consortium bestaande uit Technopolis, SEO Economisch Onderzoek en Dialogic. Het heeft plaatsgevonden op basis van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, waaronder interviews, enquêteonderzoek en econometrische analyse met microdata. De onderzoekers komen tot positieve conclusies over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid en de doelmatigheid van de uitvoering. Er is ook een aantal aanbevelingen geformuleerd voor verbetering van het beleid en de uitvoering. In de beleidsreactie heeft de minister van EZK aangegeven dat ze aanpassingen in het Perspectief-programma op basis van de aanbevelingen zal aanbrengen in afstemming met NWO-TTW.

Tabel 112 SEA-thema: Expertcommissie evaluatiemethoden

Thema    Type    Afronding Status Conclusies/aanbevelingen/toelichting    Begrotings- Vindplaats onderzoek    onderzoek    artikel(en)

Expertcommissie    Overig:    2022 Afgerond Als vervolg op de aanbevelingen van de    1, 2, 3, 4 Durf te leren, ga

evaluatiemethoden (Theeuwes Ontwikkeling    beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid.    door met meten

2.0)    evaluatie-    Onderzoek staat in het teken van een aanpak    doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid.

Samenvatting afgerond onderzoek 2022 SEA-thema: Expertcommissie evaluatiemethoden

Rapport Expertcommissie evaluatiemethoden systeem- en transitiebeleid In 2012 verscheen het rapport «Durf te meten» van de expertcommissie Theeuwes. Het rapport bood zeer nuttige handvatten om delen van het EZK-instrumentarium methodologisch en ook kwantitatief te evalueren, o.a. door gebruik van econometrische technieken en behandel- en controlegroep. Er is nu aanzienlijk meer bekend over de effecten van het Nederlandse bedrijvenbeleid dan zo'n tien jaar geleden. Maar de aanpak blijkt niet goed toepasbaar bij de evaluatie van systeem- en transitiebeleid. In oktober 2022 is daartoe door een nieuwe expertcommissie onder leiding van Ter Weel het rapport «Durf te leren, ga door met meten» gepubliceerd. Dit rapport biedt een overzicht van zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden, evaluatiekaders en een beslisboom waarmee de effectiviteit van systeem- en transitiebeleid inzichtelijk kan worden gemaakt. Dit rapport is een eerste aanzet. De komende jaren moet duidelijkheid verschaffen over welke kaders, methoden en technieken adequaat de doeltreffendheid en doelmatigheid van dergelijk beleid kunnen vaststellen en welke databehoefte daarbij komt kijken.

Tabel 113 SEA-thema: Klimaatbeleid

 

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- artikel(en)

Vindplaats

Lerende evaluatie Klimaatbeleid Synthese

2024

Lopend

De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901). In deze lerende evaluatie is in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope bepaald (zie: Scoping lerende evaluatie klimaatbeleid; Planbureau voor de Leefomgeving) en wordt dit vervolgens in 2023 en 2024 uitgevoerd. De uitkomsten worden in het nieuwe klimaatplan 2024 betrokken.

4

 

Instrumentevaluaties sector

Elektriciteit en Industrie:

Monitor Klimaatbeleid

ex-durante

2020 e.v.

Lopend

Eind 2021 werd het "Dashboard Klimaatbeleid" gelanceerd. Het dashboard biedt jaarlijks een objectief inzicht in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). Een samenvatting van de resultaten uit het «Dashboard Klimaatbeleid» is opgenomen in de Klimaatnota 2022 (Kamerstuknummer 32 813, nr. 1112).

2 en 4

Kamerstuk 32 813, nr. 1112

Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal

ex-ante/ex- durante

2021

Afgerond

Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven.

4

Kamerstuk 32 813, nr. 664

Fiscale regelingen Energiebelasting

ex-post

2021

Afgerond

In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw.

4

Kamerstuk 31 239, nr. 330

Evaluatie Opslag Duurzame Energie

ex-post

2021

Afgerond

Evaluatie en toekomstverkenning ODE

4

Kamerstuk 30 196, nr. 752

Monitor RES 1.0 (Regionale Energie Strategie)

ex-    2021 / 2023

durante /ex-post

Afgerond

PBL monitort de voortgang van de RES'en. In de Monitor wordt gereflecteerd op de stand van zaken rond de RES 1.0. PBL analyseert of met de voorstellen van de 30 energieregio's het doel van 35 terawattuur (TWh) kan worden bereikt, en kijkt daarbij naar de ontwikkelingen rond de thema's ruimtelijke inpassing, maatschappelijk draagvlak en capaciteit van het elektriciteitsnetwerk. PBL monitor 2.0 is naar verwachting eind 2023 gereed.

4

Kamerstuk 32 813, nr. 956

Evaluatie SDE+

ex-post

2022

Afgerond

 

4

Kamerstuk 31 239, nr. 343

Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER

ex-post

2023

Lopend

Verwachte afronding eerste helft 2023.

4

 

Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie

ex-ante

2021

Afgerond

Hierbij is aangesloten bij een door de OECD uit te voeren onderzoek in 2020/21 voor EZK en DG Reform van de Europese Commissie naar het Nederlandse CO2- reductiebeleid voor de Nederlandse industrie (informele ex-ante beleidsdoorlichting).

2 en 4

Policies for a climate-neutral industry; lessons from the Netherlands

Evaluatie Regeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS)

ex-post

2022/2023

Lopend

 

2 en 4

 

Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie

ex- ante

2022

Afgerond

Betreft een bijlage bij het Belastingplan 2023

2 en 4

Kamerstuk 36 202, nr. 6

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Klimaatbeleid

Evaluatie SDE+

De evaluatie van de SDE+ die in december 2021 door onderzoeksbureau Trinomics is afgerond, richtte zich op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Daarnaast is geïnventariseerd of externe kosten geadresseerd zouden kunnen worden in de SDE++-regeling en zo ja, welke.

Trinomics concludeerde dat de SDE+ een kosteneffectief instrument is vergeleken met instrumenten van buurlanden en een grote bijdrage geleverd heeft aan het opschalen van hernieuwbare energieproductie, hoewel niet voldoende om het hernieuwbare-energiedoel van 2020 te behalen. Het overgrote deel van de projecten zou zonder de SDE+ niet zijn gerealiseerd. De opschaling van hernieuwbare warmteproductie is echter achtergebleven en Trinomics concludeert dat de regeling in zijn huidige vorm onvoldoende is voor de opschaling van hernieuwbare warmteproductie. Verder concludeerde Trinomics dat er bij zon- en windprojecten gedurende een aantal jaren een risico op overwinsten heeft bestaan. Opsplitsing van categorieën heeft bijgedragen aan de beperking van overwinsten. Trinomics signaleerde ook een ongewenste mate van non-realisatie bij zon-PV op dak. Trinomics concludeerde tot slot dat het voor veel externe effecten vanwege de complexiteit niet haalbaar lijkt om die mee te wegen in de SDE++-rangschikking.

Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie

De speelveldtoetsen die EZK de afgelopen jaren heeft laten uitvoeren zijn bedoeld als ex-ante beleidsevaluaties, specifiek gericht op weglekrisico's van klimaatbeleid voor de industrie. De 6 bedrijfscasussen in de speelveldtoets van 2022 bouwen voort op eerder werk van PwC in de speelveldtoets 2019/2020 en geven zicht op de micro verschillen in de effecten van de ingezette instrumenten, zoals het aflopen van de IKC-ETS regeling, voorgenomen wijzigingen van de CO2-heffing en aanpassingen van de energiebelasting. Die effecten zijn soms groot, met grote verschillen per bedrijf(stak). Dat komt vooral door de verschillende regimes in de energiebelasting per bedrijfsproces en doordat niet alle bedrijfstakken al in aanmerking kwamen voor de IKC-ETS regeling. Het onderzoek toont ook knelpunten in het handelingsperspectief richting verduurzaming, zoals netcongestie op het elektriciteitsnet, en niet-passend instrumentarium. De speelveldtoets is aan de Kamer aangeboden als bijlage bij het Belastingplan 2023.

 

Tabel 114 SEA-thema: Herziening

in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

   

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- artikel(en)

Vindplaats

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

Synthese

2029

Nog te starten

Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet.

4

 

Instrumentevaluaties / monitor:

Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet)

ex-post

2023

Lopend

Verwachte oplevering zomer 2023

4

 

Evaluatie totstandkoming toetsing Investeringsplannen landelijke netbeheerders

ex-post

2022

Afgerond

 

4

Kamerstuk 29 023, nr. 305

Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit

overig

2021

Afgerond

 

4

Kamerstuk 31 239, nr. 335

Expertisecentrum Warmte

ex-post

2021

Afgerond

 

4

Het Expertise Centrum Warmte is geëvalueerd -Expertise Centrum Warmte

Evaluatie EBN

ex-post

2023

Lopend

Verwachte oplevering eerste helft van 2023.

4

 

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

De Minister voor Klimaat en Energie toetst de investeringsplannen van de landelijke netbeheerders (TenneT en Gas Transport Services, GTS) op of netbeheerders zich rekenschap hebben gegeven van ontwikkeling in de energiemarkt. In 2022 heeft de minister de toetsing laten uitvoeren door extern bureau ECORYS. De minister heeft ten behoeve hiervan een toetsingskader opgesteld. Uit de analyse blijkt dat de netbeheerders zich rekenschap hebben gegeven van de ontwikkelingen in de energiemarkt, deze bevindingen zijn overgenomen door de minister. De minister heeft hier de Kamer over geïnformeerd (Kamerstuk 29 023, nr. 305). ECORYS heeft de opdracht naar tevredenheid afgerond. Dit is in een afrondend overleg met hen ook aangegeven.

Tabel 115 SEA-thema: Een veilig Groningen met perspectief

 

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- artikel(en)

Vindplaats

Een veilig Groningen met perspectief

Overig

2023

Lopend

Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen

5

 

Instrumentevaluaties / monitor:

Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen)

ex-post

2022

Afgerond

 

5

Kamerstuk 35 250, nr. 45

Evaluatie Commissie Bijzondere ex-post Situaties door Kennisplatform

Leefbaar en Kansrijk Groningen

2022

Afgerond

 

5

Kamerstuk 35 529, nr. 1037

Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen

ex-post

2023

Nog te starten

Regeling loopt nog; evaluatie is doorgeschoven naar 2023.

5

 

Samenvatting afgeronde evaluaties 2022 SEA-thema: Een veilig Groningen met perspectief

Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen)

De tijdelijke wet Groningen heeft een wettelijke grondslag voor de publiekrechtelijke afhandeling van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen. In de wet is geregeld dat de schadeafhandeling onafhankelijk plaatsvindt door een zelfstandig bestuursorgaan. In de evaluatie, uitgevoerd door AEF en de Universiteit Utrecht, worden 9 onderzoeksvragen beantwoord die antwoord geven aan de vraag of het beoogd doel van de tijdelijke wet groningen wordt gerealiseerd.

Evaluatie Commissie Bijzondere Situaties door Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen

Een evaluatie over de commissie, de opbrengsten en doeltreffendheid van haar werkzaamheden. Tevens wordt er ingegaan op hetgeen in de komende jaren nodig is voor bewoners uit de regio's waar sprake is van gaswin-ningsproblematiek. Uit onderzoek komt naar voren dat de commissie door haar onafhankelijkheid en positie buiten het systeem van instanties veel realiseerde.

 

Tabel 116 Overige evaluaties/doorlichtingen

Thema    Type onderzoek

Afronding Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- Vindplaats artikel(en)

Agentschapsdoorlichting DICTU overig

2022    Afgerond

 

40    Doorlichting

DICTU

Agentschapsdoorlichting NEa overig

2023    Lopend

Verwachte oplevering eerste helft van 2023.

4

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen/toelichting onderzoek

Begrotings- artikel(en)

Vindplaats

Agentschapsdoorlichting RVO

overig

2022

Afgerond

zie: samenvatting bij SEA-thema Ondernemerschap

1,2,3,4 en 5

Doorlichting RVO

 

Evaluatie ZBO's:

     

Zie planning in bijlage 1: ZBO's en RWT's

   

Samenvatting afgeronde overige evaluaties/doorlichtingen 2022

Agentschapsdoorlichting DICTU

In 2022 is de agentschapsdoorlichting DICTU uitgevoerd over de periode 2016-2021 conform de notitie 'Doorlichting nieuwe stijl'. Het doel van de doorlichting is het vormen van een beeld met betrekking tot het functioneren van DICTU in het licht van de Regeling agentschappen bezien vanuit de onderzoekthema's governance, financieel beheer, bekostiging, doelmatigheid en toekomst. De nadruk van het onderzoek ligt op de laatste jaren, omdat dit het meeste inzicht geeft in de huidige staat van DICTU. Er zijn 8 aanbevelingen gedaan: de aanbevelingen hebben betrekking op de hiervoor genoemde thema's governance (evalueren kaderovereenkomsten en werkafspraken, noodzaak en wenselijkheid rollenscheiding pSG, verder verbeteren Klantadviesraad en Bestuurlijk Overleg, betrekken opdrachtgevers bij uitwerking en uitvoering Bedrijfsstrategie), financieel beheer (versterking 2e lijn en rol Team Interne Audit, voorleggen belemmeringen Regeling Agentschappen aan ministerie van Financiën), bekostiging (verbetering communicatie rondom kostprijzen) en doelmatigheid (sturing op en ontwikkeling van kritische prestatie-indicatoren). Voor de uitwerking en opvolging van de aanbevelingen wordt in 2023 een implementatieplan opgesteld. Het doorlichtingsrapport is op 20 december 2022 gepubliceerd op rijksoverheid.nl.

Agentschapsdoorlichting RVO

Zie: samenvatting bij SEA-thema Ondernemerschap.

Deze bijlage van het jaarverslag heeft betrekking op ingeplande evaluaties in de SEA van OB2022 EZK, inclusief bijlage 5: Uitwerking SEA.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie: www.rijksfinanciën.nl.

Bijlage 4: Inhuur externen

 

Tabel 117 Ministerie van Economische Zaken en (bedragen x € 1.000)

Klimaat verslagjaar 2022

Programma- en apparaatskosten

  • 1. 
    Interim-management

34.945

  • 2. 
    Organisatie- en Formatieadvies

1.138

  • 3. 
    Beleidsadvies

38.001

  • 4. 
    Communicatieadvisering

2.631

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

76.715

  • 5. 
    Juridisch Advies

4.997

  • 6. 
    Advisering opdrachtgevers automatisering

149.738

  • 7. 
    Accountancy, financiën en administratieve organisatie

22.418

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

177.153

  • 8. 
    Uitzendkrachten (formatie & piek)

156.287

Ondersteuning bedrijfsvoering

156.287

Totaal uitgaven inhuur externen

410.154

Toelichting op het inhuurpercentage 2022

Het kabinet hanteert, naar aanleiding van de motie Roemer, een norm voor externe inhuur van 10% van de totale personeelskosten. Evenals over voorgaande jaren wordt ook dit jaar deze norm overschreden. Het inhuurpercentage voor EZK komt over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 uit op 32,1%. De overschrijding van de norm voor inhuur van extern personeel is vooral veroorzaakt door de NCG, DICTU en RVO. Het inhuurpercentage voor EZK over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 zonder de NCG, DICTU en RVO komt uit op: 10,1%.

De NCG organisatie kenmerkt zich als een projectorganisatie en is van tijdelijke aard (t/m 2028). De organisatie en de benodigde capaciteit zijn in 2022 sterk gegroeid. De formatie is per 1 april 2022 uitgebreid naar 717 fte (was 448). De formatie uitbreiding heeft de mogelijkheden voor een vaste aanstelling verruimd. Er is zwaar ingezet op werving. Echter, NCG heeft te maken met de volgende omstandigheden:

  • 1. 
    Krapte in de arbeidsmarkt over de volle breedte breedte en veel openstaande vacatures.
  • 2. 
    Voor een groot aantal specifieke (vaak technisch) georiënteerde functies / vacatures bestaat relatief weinig belangstelling omdat het salarisniveau van het Rijk niet voldoende kan concurreren met de vergoedingen die verstrekt worden via detacheringsbureaus.
  • 3. 
    De behoefte aan bepaalde functies bestaat voor een relatief korte periode, er is behoefte aan het aanhouden van een relatief ruime flexibele schil.

Het hogere inhuur percentage bij DICTU komt met name door de behoefte aan specifieke ICT-expertise, vooral bij ontwikkeling van nieuwe applicaties en structureel hoge vraag van opdrachtgevers (o.a. door rijksbeleid op het vlak van energie, klimaat en landbouw, rijks digitalisering en overheid op orde). De krappe arbeidsmarkt heeft het dit jaar niet mogelijk gemaakt om te groeien in interne formatie. Gezien de kerntaken en de fluctuerende opdrachtenportefeuilles van DICTU is de Roemer-norm van 10% voor EZK niet haalbaar.

Maatregelen om inhuur te beperken zijn onder meer het jaarlijks formuleren van een inhuurstrategie, verscherpt toezicht op de duur van inhuur, veramb-telijking, het gebruik van Rijkstrainee-programma's en samenwerking met hogescholen en universiteiten. DICTU zet daarnaast in op het beperken van haar dienstverlening tot het verzorgingsgebied van EZK/LNV en het op basis van een afwegingskader leveren van generieke diensten breder in het Rijk. Daarbij wordt ingezet op het maken van keuzes in het dienstverleningsport-folio in overleg met CIO Rijk door het anders beleggen van generieke diensten. Een andere belangrijke lange termijn maatregel is de implementatie van de nieuwe strategie van DICTU waar door aanbestedingen diensten worden afgenomen voor innovatie, beheer en ontwikkeling in plaats van inhuur. Het effect hiervan zal pas in 2024 zichtbaar worden.

De algemene oorzaak van het hogere percentage dan afgesproken komt bij RVO door het opdrachtenpakket, dat gedurende het jaar te maken heeft met pieken en aanvullende opdrachten, o.a. door tijdelijke regelingen (Covid-19 en Energie). Aangezien dit vaak geen structurele werkzaamheden zijn wordt gekozen voor inzet via externe inhuur. Daarnaast wordt het door de krapte op de arbeidsmarkt steeds lastiger om ambtelijk personeel te werven met name bij ICT functies.

Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten mantelcontracten

In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveel gevallen in 2022 door het ministerie buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd boven het voor de organisaties van het rijk afgesproken maximumtarief van € 225 (exclusief btw).

 

Tabel 118 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

2022

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

1

Toelichting

Bij de RVO is een senior fiscalist via de Rijksbrede mantel Financiële Adviesdiensten (fiscaal perceel) voor meer dan het maximumuurtarief ingehuurd. De tarieven passen binnen de Rijksbrede afspraken bij die mantel waar in het fiscale perceel geen maxima zijn afgesproken. Tarief is marktconform voor een Vennootschapsbelasting fiscalist.

Bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2022

Naar aanleiding van het verzoek van de Tweede Kamer om bij de verantwoording over het jaar 2022 aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces wordt eenmalig deze bijlage opgenomen in het EZK-jaarverslag 2022. Evenals voorgaande jaren wordt hiermee het focusonderwerp in het FJR gekoppeld aan een verantwoording in de departementale jaarverslagen.

 

Tabel 119 Overzicht ISB's en beroep art. 2.27 van de CW

Nr.

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Indienings- datum

Aangenomen door EK (datum)

1

NvW

ontwerpbegroting

2022

Tegemoetkoming Vaste Lasten, Subsidieregeling Vaste Lasten voor onder andere Nachtsluiting, Nationaal Onderwijslab, klimaatmaatregelen

nee

nee

nee

28-okt-21

21-dec-21

2

2e NvW

ontwerpbegroting

2022

Tegemoetkoming Vaste Lasten, IPCEI Micro elektronica II, IPCEI Cloud Infrastructuur & Services, compensatie gestegen energieprijzen Caribisch

Nederland

nee

nee

nee

2-dec-21

21-dec-21

3

1e ISB 2022

Steunpakket coronamaatregelen

1e kwartaal 2022 en regeling omzetderving waterschade Limburg

ja

ja

ja

21-dec-21

17-mei-22

4

2e ISB 2022

Aanpassing steunmaatregelen

TVL

ja

ja

ja

23-dec-21

17-mei-22

5

3e ISB 2022

Verlenging van de KKC en GO-C voor de eerste helft 2022.

ja

ja

nvt

17-jan-22

31-mei-22

6

4e ISB 2022

IPCEI waterstof

ja

nee

nee

16-feb-22

12-jul-22

7

5e ISB 2022

TVL-Startersregeling en de Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot.

ja

ja

ja

23-maa-22

7-jun-22

8

6e ISB 2022

Vulmaatregelen gasopslag en de waardevermeerderingsregeling

ja

ja

ja

28-apr-22

4-okt-22

9

NvW 6e ISB 2022

Regeling voor zelf aangebrachte voorzieningen en de bijbehorende uitvoeringskosten Nationaal Coördinator Groningen (NCG)

ja

ja

ja

17-mei-22

4-okt-22

10

7e ISB 2022

Tweede en derde golf van de IPCEI waterstof

nee

nee

nee

8-jul-22

29-nov-22

11

8e ISB 2022

Vulmaatregelen gasopslag Bergermeer

ja

ja

ja

31-aug-22

14-feb-23

12

9e ISB 2022

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

Ja, via brief Eerste Kamer en Tweede Kamer d.d. 31 oktober 2022

ja

ja

7-okt-22

20-dec-22

13

NvW 9e ISB 2022

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

Ja, via brief Eerste Kamer en Tweede Kamer onder verwijzing naar brief 9e ISB

ja

ja

2-nov-22

20-dec-22

14

10e ISB 2022

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023, bijdrage aan RVO voor TEK en storting reserve BMKB-groen uit cofinanciering EFRO.

Ja, via brief Eerste Kamer en Tweede Kamer d.d.

17 december 2022

ja

ja

17-nov-22

in behandeling

Nota van wijziging op de EZK-begroting 2022

In deze Nota van wijziging zijn onderwerpen opgenomen waarvoor niet kon worden gewacht op verwerking in een reguliere begrotingswet. Op beleids-artikel 2 betrof dit de volgende onderwerpen, met daarbij de reden van opname in deze Nota van wijziging.

  • Het kasbudget 2022 van de Tegemoetkoming Vaste Lasten COVID-19 (TVL) is verhoogd met € 80 mln in verband met verwachte nabetalingen bij subsidievaststellingen. In het belang van tijdige betalingen aan bedrijven is hiermee niet gewacht tot de 1e suppletoire begroting 2022.
  • Het kasbudget voor de Subsidieregeling Vaste Lasten voor onder andere Nachtsluiting (VLN) bedraagt € 180 mln, waarvan € 60 mln was geraamd in 2022. Het verplichtingenbudget bedraagt € 240 mln, waarvan € 60 mln in 2022. In het belang van tijdige betalingen aan bedrijven is hiermee niet gewacht tot de 1e suppletoire begroting 2022.
  • Voor het NGF-project Nationaal Onderwijslab heeft het kabinet besloten € 79,6 mln om te zetten van voorwaardelijke naar definitieve toekenning. Aangezien dit project al zo ver was ontwikkeld dat begin 2022 de commitering kon plaatsvinden, is niet gewacht op de eerste suppletoire begroting van 2022.

Tweede Nota van wijziging op de EZK-begroting 2022

In deze Nota van wijziging zijn onderwerpen opgenomen waarvoor niet kon worden gewacht op verwerking in een reguliere begrotingswet. Op beleids-artikel 2 betrof dit de volgende onderwerpen, met daarbij de reden van opname in deze Nota van wijziging.

  • Het verplichtingen- en kasbudget voor 2022 voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten COVID-19 (TVL) is verhoogd met respectievelijk € 1.600 mln en € 1.400 mln in verband met openstelling van de TVL in het vierde kwartaal van 2021. Gezien de mogelijkheid van subsidieaanvraag begin 2022 en de benodigde tijd voor de afhandeling door RVO kon met het verhogen van het budget niet worden gewacht op de 1e suppletoire begroting 2022.
  • Voor Nederlandse deelname aan de IPCEI Microelectronica 2 (ME2) is via de subsidiemodule IPCEIs € 230 mln beschikbaar gesteld. Op basis van de inschatting wanneer uiterlijk kon worden ingeschreven voor deze IPCEI kon niet worden gewacht op de 1e suppletoire begroting 2022.
  • Voor Nederlandse deelname aan de IPCEI Cloud Infrastructuur & Services is via de subsidiemodule IPCEIs € 70 mln beschikbaar gesteld. Op basis van de inschatting wanneer uiterlijk kon worden ingeschreven voor deze IPCEI kon niet worden gewacht op de 1e suppletoire begroting 2022.

ISB 2022

De onderwerpen in deze ISB betroffen met name subsidieregelingen voor het bedrijfsleven waartoe het kabinet heeft besloten in verband met de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19. Het ging hierbij om de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC), Aanvullend Tegemoetkoming Evenementen (ATE) en Qredits. Bij de TVL ging het om openstelling van de regeling in het eerste kwartaal van 2022, voor de TRSEC en ATE om verlenging van de regeling tot en met het derde kwartaal van 2022 en bij Qredits om verlenging van de overbruggingsfaciliteiten in het eerste kwartaal van 2022. Voor de uitvoering van deze regelingen was additioneel budget benodigd voor uitvoerder RVO. Voor genoemde regelingen was er noodzaak om ze zo spoedig mogelijk open te stellen, om onnodige faillissementen te voorkomen. Om deze reden was een incidentele suppletoire begroting met beroep op artikel 2.27 tweede lid van de CW onvermijdelijk.

Naast deze onderwerpen in het steunpakket coronamaatregelen is in deze ISB een verhoging opgenomen van de subsidieregeling in verband met omzetderving door waterschade in Limburg in juli 2021. Ten tijde van de ISB was de verwachting dat de subsidieregeling spoedig zou worden gepubliceerd en dat daarom niet op een reguliere suppletoire begroting en autorisatie van het parlement kon worden gewacht. De ontwikkeling van de regeling heeft aanzienlijk langer geduurd dan verwacht, waardoor autorisatie wel voorafgaand aan de subsidieverlening heeft plaatsgevonden.

Tweede ISB 2022

In de tweede ISB van 2022 is een verruiming van de openstelling van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in het vierde kwartaal van 2021 opgenomen. Dit betrof een verlaging van de omzetdervingsdrempel van 30% naar 20%. Om het bedrijfsleven zo spoedig mogelijk, na goedkeuring door de Europese Commissie, hiermee te kunnen ondersteunen was een incidentele suppletoire begroting met beroep op artikel 2.27 tweede lid van de CW nodig.

Derde ISB 2022

In de derde ISB van 2022 zijn de coronasteunmaatregelen Garantie Klein Krediet Corona (KKC) en Garantie Ondernemingsfinanciering Uitbraak Corona (GO-C) verlengd tot en met het eerste kwartaal van 2022 en voorbereid tot en met het tweede kwartaal van 2022. In verband hiermee is voor de KKC het verplichtingenbudget verhoogd met € 100 mln en voor de GO-C met € 300 mln, te verplichten na goedkeuring door de Europese Commissie. Vanwege de urgentie om het bedrijfsleven hiermee te ondersteunen was een incidentele suppletoire begroting met beroep op artikel

2.27 tweede lid van de CW nodig.

Vierde ISB 2022

Voor de eerste golf van de IPCEI-waterstof (voor technologische ontwikkeling) is tijdens de augustusbesluitvorming in 2021 € 35 mln beschikbaar gesteld en gereserveerd op de Aanvullende Post (AP) bij het Ministerie van Financiën. Omdat een bestedingsplan voor deze middelen niet voor de Najaarsnota 2021 kon worden opgesteld en de middelen voor de Voorjaarsnota 2022 moesten worden beschikt, is in overleg met de IRF gekozen een ISB in te dienen bij de Eerste- en Tweede Kamer. Deze ISB is op 17 februari naar de Tweede Kamer gestuurd met een beroep op artikel

2.27 lid 2.

Vijfde ISB 2022

In de vijfde ISB van 2022 is de TVL-startersregeling opgenomen, die is opengesteld voor het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022. Daarnaast was voor de Tijdelijke Subsidieregeling Continuïteit Bruine Vloot nog een laatste budget van € 0,5 mln nodig voor betalingen in verband met afgeronde bezwaarprocedures. Voor beide regelingen gold dat vanwege de urgentie van ondersteuning van het bedrijfsleven een incidentele suppletoire begroting met beroep op artikel 2.27 tweede lid van de CW nodig was.

Zesde ISB 2022

In de zesde ISB van 2022 zijn de budgetmutaties opgenomen die betrekking hebben op de vulmaatregelen voor gasopslag Bergermeer en het verlengen van de waardevermeerderingsregeling. Om gasopslag Bergermeer tijdig gevuld te hebben in lijn met het voorstel van de Europese Commissie om tot verplichte vuldoelen voor gasopslagen te komen, zijn twee maatregelen in deze ISB aangekondigd. Ten eerste is een subsidiemaatregel uitgewerkt die marktpartijen voldoende stimulans geeft om gas op te slaan en ten tweede is beleidsdeelneming EBN aangewezen om de resterende vulbehoefte, die niet wordt gevuld door marktpartijen, in te vullen. Een incidentele suppletoire begroting met een beroep op het 2e lid van artikel

2.27 van de Comptabiliteitswet was nodig zodat marktpartijen en EBN zo snel mogelijk gas konden opslaan, in het belang van de gasleveringszekerheid.

Daarnaast is in deze ISB een budgetmutatie voor de verlenging van de waardevermeerderingsregeling t/m 1 juli 2022 opgenomen, waarmee bewoners een subsidie kunnen aanvragen voor energieverduurzamings-maatregelen. Een ISB met een beroep op het 2e lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet was noodzakelijk omdat het nog resterende budget voor deze regeling eind april 2022 mogelijk volledig zou zijn benut.

Nota van wijziging op de Zesde ISB 2022

In de nota van wijziging op de 6e ISB is een budgetmutatie opgenomen voor de regeling zelf aangebrachte voorzieningen. Hiermee worden huurders gecompenseerd voor zelf aangebrachte voorzieningen die verloren zijn gegaan als gevolg van de versterking van een woning. Om de regeling spoedig open te kunnen stellen, heeft het kabinet zich in deze nota van wijziging beroepen op het tweede lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet.

Zevende ISB 2022

Hiermee werd het al bestaande budget van € 1,385 mld voor de golven 2 en 3 van de IPCEI-waterstof, respectievelijk ten behoeve van grootschalige elektrolyse en infrastructuur & opslag, verschoven van 2023 naar 2022.

Een eis om mee te kunnen doen met het notificatietraject van de IPCEI-waterstof is dat Nederland vóór het notificatiemoment budget beschikbaar moet hebben binnen hetzelfde jaar. De ISB was nodig, omdat de deadline voor dit notificatietraject was vervroegd in het kader van RePowerEU en de hierin uiteengezette doelen om versneld onafhankelijk te worden van Russische fossiele brandstoffen.

Achtste ISB 2022

In de achtste ISB van 2022 zijn de budgetmutatiesopgenomen die betrekking hebben op het verder vullen van gasopslag Bergermeer door beleidsdeelneming EBN. Hiervoor heeft EBN een aanvullende subsidie en lening gekregen. Gezien de eindigheid van het vulseizoen van de gasbergingen en de dreiging dat de gastoevoer verder zal dalen, was het van belang om de vulling van de bergingen door te laten gaan. Daarom is in het kader van de gasleveringszekerheid een incidentele suppletoire begroting gestuurd met een beroep op het 2e lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet.

Negende ISB 2022

In de negende ISB van 2022 zijn de budgetmutatiesopgenomen die betrekking hebben op het tijdelijke prijsplafond energie voor kleinverbruikers. In goed overleg met de energieleveranciers is overeengekomen om een tijdelijke regeling in te stellen in de maanden november en december van dit jaar. Kleinverbruikers ontvangen in deze maanden via de energieleveranciers een tegemoetkoming van gemiddeld € 190 per huishouden als korting op de energierekening via de tijdelijke overbruggingsregeling tegemoetkoming energieprijzen kleinverbruikers 2022 (CEK22). Voor deze tegemoetkoming ontvangen de energieleveranciers een eenmalige subsidie voor de uitgekeerde korting. Vanwege de urgentie gelet op het maatschappelijk belang om de verrekening van de tegemoetkoming van 190 euro per kleingebruiker tijdig tot stand te brengen was een incidentele suppletoire begroting met een beroep op het 2e lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet nodig.

Nota van wijziging op de Negende ISB 2022

In de negende ISB werd voor de tijdelijke overbruggingsregeling tegemoetkoming energieprijzen kleinverbruikers 2022 (CEK22) uitgegaan van een raming van € 2,6 mld. Als gevolg van het per abuis betrekken van btw in de berekening werd het benodigde beslag voor de regeling te laag geraamd en had dit € 3,2 mld moeten zijn. Met een Nota van Wijziging op de 9e ISB is deze raming aangepast tot € 3,2 mld.

Tiende ISB 2022

In de tiende ISB van 2022 is aan de regeling Borgstelling mkb (BMKB) een groen luik toegevoegd, om verduurzaming van het mkb extra te ondersteunen en stimuleren. Vanwege de sterk verhoogde energiekosten was nodig dat het mkb zo spoedig mogelijk gebruik kon maken van dit luik. Daarnaast is in deze ISB een budget opgenomen voor uitvoerende werkzaamheden van RVO.nl voor de regeling Tegemoetkoming Energiekosten voor energie-intensieve mkb-bedrijven (TEK-regeling). Aangezien de TEK-regeling naar verwachting in het eerste kwartaal van 2022 wordt gepubliceerd, was nodig per direct met deze werkzaamheden te starten. Om genoemde redenen was een incidentele suppletoire begroting met beroep op artikel 2.27 tweede lid van de CW nodig.

Met de 10e ISB is autorisatie gevraagd voor het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven in 2022 voor de Subsidieregeling bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023 (CEK23) omdat bij de start van het prijsplafond reeds in december 2022 bevoorschotting moest plaatsvinden aan de betrokken energieleveranciers, zodat zij in januari 2023 het prijsplafond voor de kleinverbruikers kunnen uitvoeren.

Vanwege de noodzaak dat de energiebedrijven uiterlijk op 15 december 2022 een voorschot op de te verlenen subsidie konden ontvangen, zodat zij het prijsplafond per 1 januari in werking konden laten treden is een beroep op het tweede lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet gedaan gelet op het maatschappelijk belang om het prijsplafond tijdig tot stand te brengen.

Bijlage 6: Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Op basis van de informatie uit de verklaringen en rapporten van de manage-mentautoriteiten, certificeringsautoriteit en auditautoriteit en alle overige informatie en met inachtneming van hetgeen na punt 3 vermeld wordt, wordt geconstateerd dat inzake het EFRO over de periode 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022:

  • 1. 
    de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden naar behoren hebben gefunctioneerd;
  • 2. 
    de jaarrekening van de Certificeringsautoriteit, in de context van bovengenoemde informatie volledig, nauwkeurig en waarachtig is;
  • 3. 
    de uitgaven die ter vergoeding bij de Europese Commissie zijn ingediend over de bovenvermelde periode (per saldo € 342.745.717,61; aandeel overheidsuitgaven € 199.449.622,78; waarvan aandeel Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling € 129.883.637,14) in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn.

Bovenstaande constateringen en eventuele punten van voorbehoud zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving. De bekende onderzoeken en/of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie zijn opgenomen in de toelichting.

Toelichting

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft, in de functie van Certificeringsautoriteit, verklaard dat de jaarrekening volledig, nauwkeurig en waarachtig is, dat de in de jaarrekening opgenomen uitgaven in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht en zijn gedaan voor concrete acties die zijn geselecteerd aan de hand van de voor het operationeel programma geldende criteria en dat de bepalingen van de fondsspecifiek e verordeningen in acht zijn genomen.

Rapportages Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, geoordeeld dat het toegepaste beheers- en controlesysteem naar behoren functioneert, de jaarrekening een getrouw beeld geeft, en de uitgaven in de jaarrekening wettig en regelmatig zijn. Tevens worden de beweringen in de beheersver-klaring van de managementautoriteit door de uitgevoerde auditwerkzaam-heden niet in twijfel worden getrokken.

Beheersverklaring Managementautoriteit

De Managementautoriteiten Noord, Zuid, Oost en West (EFRO) hebben verklaard dat de informatie in de jaarrekening 2019) naar behoren wordt weergegeven. Dit betekent dat de uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen, zijn gebruikt voor het beoogde doel, zoals gedefinieerd in onderhevige verordening en overeenkomstig zijn met het beginsel van goed financieel beheer en het beheers- en controlesysteem de nodige garanties biedt met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, in overeenstemming met het toepasselijke recht.

Bekende lopende onderzoeken en/of correctievoorstellen (Europese Commissie, Europese Rekenkamer, OLAF)

De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. De Europese Commissie kan financiële correcties opleggen als zij concludeert dat EU-regelgeving niet op de juiste wijze door de lidstaat is geïnterpreteerd en/of uitgevoerd. Het antifraude-DG van de Europese Commissie (OLAF) kan onderzoeken starten naar onregelmatigheden, waaronder vermoedens van fraude met EU subsidies.

Er zijn ons geen lopende onderzoeken bekend.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 28,) brengen departementen reeds langer in kaart welke uitgaven zij doen ten behoeve van Caribisch Nederland, uitgesplitst per beleidsartikel en per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. Bedragen onder de € 1 mln hoeven niet apart zichtbaar te worden gemaakt in de budgettaire tabel, hierbij volstaat een toelichting.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) heeft het kabinet besloten het overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Ter uitvoering hiervan wordt bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland toegevoegd aan de departementale jaarverslagen waarin alle uitgavenreeksen ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) worden opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

Tabel 120 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Taak Bijdrage    Realisatie

 
     

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal uitgaven

   

6.658

8.915

30.080

62.177

40.147

 

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

   

741

681

2.523

3.541

4.280

Subsidies (regelingen)

R

S

90

0

1.843

2.890

3.629

Opdrachten

R

I

 

30

29

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

R

S

651

651

651

651

651

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

   

2.875

1.443

13.097

26.332

980

Subsidies (regelingen)

E

S

150

467

12.601

25.831

422

Opdrachten

R

S

2.725

976

496

501

558

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering

   

3.042

6.791

14.460

32.304

34.887

Subsidies (regelingen)

R

S en I

3.042

6.791

14.460

32.304

34.887

Toelichting

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidies (regelingen)

Gelijk aan voorgaande jaren ('20 en '21) zijn de tarieven voor vaste internetaansluitingen in Caribisch Nederland ook in 2022 verlaagd met 25 USD voor Bonaire en 35 USD voor St Eustatius en Saba. Tevens is 1 juli 2022 de Tweede Kamer geïnformeerd over het besluit dat vanaf 2023 er - om de mogelijkheden van digitalisering te1002 kunnen benutten - er sprake is van een structurele subsidie voor vast internet.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

EZK financiert het reguliere statistische werkprogramma van CBS voor Caribisch Nederland met een structurele bijdrage van € 0,65 mln. Er worden statistieken en producten geleverd voor allerlei onderwerpen, zoals bevolking, onderwijs, transport, toerisme, prijzen en nutsvoorzieningen. Dit betreft een rijkstaak.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Subsidies (regelingen)

Dit betreft de kosten van de subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor Caribisch Nederland in verband met de gevolgen van de corona-crisis voor het bedrijfsleven en enkele incidentele subsidies. De subsidies zijn een rijkstaak.

Opdrachten

Naast het reguliere statistische programma zijn er additionele statistieken en onderzoeken uitgevoerd door CBS, onder meer op het gebied van BBP, werken en lonen, inkomens en toerisme. Daarnaast wordt sinds 2022 opdracht aan CBS gegeven voor het jaarlijks opstellen van een Monitor Brede Welvaart. Ook is er in 2022 bijgedragen aan het opstellen van het Saba Tourism Master Plan, aan de organisatie van de Business Federation Bonaire en aan de activiteiten van de KvK Academy. Tot slot is er aan de KvK Bonaire een opdracht verstrekt voor meerdere jaren in het kader van een op te richten Ondernemershuis op Bonaire.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering

Subdidies (regelingen)

Dit betreft een structurele rijksbijdrage voor netbeheersubsidies aan de energiebedrijven op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba om de netbeheertarieven op hetzelfde niveau te krijgen als in Europees Nederland. Daarnaast hebben deze energiebedrijven zowel in 2020 als in 2021 in het kader van de coronamaatregelen Incidenteel een additionele subsidie ontvangen om de netbeheertarieven op de eilanden in deze jaren naar 0 te verlagen. Ook heeft het ministerie van EZK, omdat de olievoorziening op Bonaire in de problemen dreigde te komen vanwege de politieke en economische situatie in Venezuela, geïnvesteerd in een beleidsdeelneming in de olieopslag op Bonaire. Tenslotte zijn er in 2022 omvangrijke subsidies verstrekt om het aandeel van de duurzame elektriciteitsopwekking op de eilanden fors te verhogen.

Bijlage 8: NGF-Bijlage

 

Tabel 121 Uitgaven NGF-projecten van het ministerie Ecomische Zaken en Klimaat (bedragen x € 1.000)

 

Totaal toegekend

NGF-budget

Realisatie

 

Restant

   

2021

2022

 

Totaal uitgaven

1.084.400

9.400

96.517

978.483

 

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

240.100

0

11.179

228.921

AiNed

160.500

 

5.719

154.781

Nationaal Onderwijslab

79.600

 

5.460

74.140

 

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

844.300

9.400

85.338

749.562

Groenvermogen van de Nederlandse economie

323.000

 

10.706

312.294

Health-RI

22.000

 

10.000

12.000

RegMed XB

56.300

9.400

15.541

31.359

QuantumDeltaNL

282.000

 

45.855

236.145

Oncode-PACT

161.000

 

3.236

157.764

Algemeen

Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van EZK vallen. Voor de inhoudelijke rapportage over de voortgang van alle NGF-projecten zie de voortgangsrapportage van de beoordelingsadvies-commissie.

In de eerste (2021) en tweede (2022) investeringsronde van het Nationaal Groeifonds zijn er 11 investeringsvoorstellen van EZK op het terrein van Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (R&D en innovatie) gehonoreerd.

De ronde 1 projecten AiNed, Quantum Delta NL, RegMedXB, Health-RI en GroenvermogenI zijn reeds gestart. Voor AiNed en RegMedXB is in 2022 een reservering omgezet in een directe toekenning en voor Quantum Delta NL is een voorwaardelijke toekenning omgezet in een directe toekenning in 2022. De ronde 2 projecten Oncode-PACT en GroenvermogenII ontvingen een directe toekenning per Voorjaarsnota 2022. Voor Oncode-PACT is eind 2022 de subsidieverlening gestart. De verwachting is dat voor GroenvermogenII in 2023 verplichtingen worden aangegaan. De overige gehonoreerde ronde 2 projecten NXTGEN HIGHTECH, Photondelta, Circulaire Plastics en Nieuwe Warmte Nu! ontvingen een directe toekenning per Ontwerpbegroting 2023. Voor deze projecten zijn in 2022 geen budgetten opgenomen en geen uitgaven gedaan, omdat de middelen pas eind 2022 na parlementaire autorisatie beschikbaar kwamen. De verwachting dat de eerste subsidies begin 2023 worden verleend.

Op het terrein van Kennisontwikkeling is in 2021 voor EZK het investerings-voorstel Nationaal Onderwijslab AI gehonoreerd. Dit project is in 2022 gestart. Daarnaast is in 2022 het project Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs gehonoreerd. Voor dit project is voor 2022 geen budget opgenomen en zijn geen uitgaven gedaan, omdat de middelen pas eind 2022 na parlementaire goedkeuring beschikbaar kwamen.

AiNed

Het voorstel AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Het omvat twaalf instrumenten om specifieke knelpunten aan te pakken. In 2022 heeft AiNed nieuwe activiteiten opgezet en zijn bestaande activiteiten met NGF-financiering vervolgd. Zo zijn vier projecten met Nederlandse bedrijven opgestart met ieder € 5 mln budget, die met Europese cofinanciering via een hefboomconstructie gefinancierd zijn. Ook is er een programma opgezet om veelbelovende onderzoekers te ondersteunen, door per universiteit twee promovendi te financieren. Voor de ontwikkeling van het ketenproject zijn nu drie projecten voorgeselecteerd voor verdere uitwerking, waarna één ketenproject gekozen zal worden voor doorontwikkeling. De eerder opgezette MIT-regeling waarin MKB-partners aan kennisinstellingen worden gekoppeld, wordt dit voorjaar in een tweede ronde vervolgd met NGF-middelen. Ook voor de ELSA-labs calls komt er een tweede ronde met NGF-financiering, waar nu ook private partijen aan mee mogen doen.

Nationaal Onderwijslab AI

Het project Nationaal Onderwijslab Artificiële Intelligentie (NOLAI) beoogt innovaties in artificiële intelligentie (AI) op een goede manier te ontwikkelen. Het doel is om te zorgen voor digitale innovaties waar iedere leerling in het primair en voortgezet onderwijs mee vooruit kan. Wereldwijd is dit het eerste publiek gefinancierde lab op het gebied van digitale onderwijsinnovaties. In 2022 is het project gestart en zijn de eerste subsidies verleend. Direct na het besluit tot subsidieverlening op 8 juli 2022 is het project NOLAI gestart met de inrichting van het lab.

Groenvermogen van de Nederlandse economie

Het project GroenvermogenI investeert in een groene-waterstof-ecosysteem bestaande uit (i) klein- en grootschalige demonstratieprojecten, (ii) een R&D-programma en (iii) een human capital programma. Het doel van het project is om toepassingen van groene waterstof in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het project ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2-neutrale samenleving. Het jaar 2022 stond vooral in het teken van het opstarten van het programma. Daarbij is o.a. de maakindustrie actief betrokken geweest. Voor het R&D-programma is een radicaal innovatieve procedure ontwikkeld waarbij consortia tijdens workshops worden gevormd. De eerste calls staan inmiddels open (€ 14,25 mln). Daarnaast is er een pilotregeling van (€ 29,4 mln) opgesteld om opschaling te kunnen versnellen. De eerste beschikkingen zijn hiervoor afgegeven. Ook zijn eerste stappen gezet ter versterking van de samenwerking binnen en tussen de relevante (innovatie)ecosystemen en is de Human Capital Agenda uitgewerkt. Dit in samenwerking met projecten Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs en LLO-Katalysator. Na toekenning van Groenvermogen II in ronde 2 is het geheel samengevoegd tot GroenvermogenNL.

Health-RI

Het project Health-RI investeert in (i) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeksinfrastructuur, (ii) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, en (iii) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het project richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data. In 2022 heeft Health-RI belangrijke stappen gezet door het verder opbouwen van de Health-RI organisatie én door het integraal aanpakken van de complexe problematiek bij het hergebruik van gezondheidsdata voor onderzoek en innovatie. Het inzicht dat het essentieel is voor primair en secundair data gebruik om gezamenlijk op te trekken wordt steeds breder gedragen. Health-RI is een partij geworden die bekend is in het veld en bij vele tafels wordt uitgenodigd.

Quantum Delta NL

Het programma Quantum Delta NL richt zich op het versterken van het Nederlandse quantum ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcom-puters, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensoren. Quantum is een ontwikkelende technologie die disruptief kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke opgaven kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen er in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand gebracht worden. Het programma is in uitvoering. Inmiddels is € 282 mln direct toegekend. De eerste calls for proposals van Quantum Delta NL zijn uitgezet en gehonoreerd. Ook is het House of Quantum opgericht en zijn MoU's met Frankrijk en Duitsland getekend.

RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van vier pilotfabrieken voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelfherstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gentherapie en (stam)celtherapie.

Het doel van RegMed XB is enerzijds om op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt.

Eind 2021 heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidie verleend voor Fase 1. Begin maart 2022 heeft RegMed XB nadere invulling gegeven aan de gestelde voorwaarden door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds zodat de voorwaardelijke toekenning van € 33,3 mln (Fase 2) is omgezet in een onvoorwaardelijke toekenning. Dit heeft geleid tot een positief advies van het Nationaal Groeifonds in april 2022 en een daaropvolgend positief besluit van het kabinet. De verhoging van de beschikking door RVO met € 33,3 mln is reeds doorgevoerd.

Oncode-PACT

Het doel van Oncode-PACT is om een infrastructuur op te zetten met innovatieve modellen en methoden waarmee effectieve kandidaat-kanker-medicijnen sneller en goedkoper ontwikkeld worden voor specifieke patiëntengroepen. Hierdoor trekt het project investeringen aan en brengt het nieuwe medicijnen die preciezer en eerder werken bij de juiste patiënt. Dit verbetert de kwaliteit van het leven van kankerpatiënten en versterkt het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Voor dit project is in 2022 € 325 mln toegekend uit het Nationaal Groeifonds, waarvan € 161 mln als directe en € 164 mln als voorwaardelijke toekenning. Het consortium Oncode-PACT heeft een eerste beschikking ontvangen in december 2022. De samenwerkingsovereenkomst wordt op dit moment verder uitgewerkt.

  • 1. 
    Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) rapporteert hierbij over de correspondentie van het kerndepartement, het Agentschap Telecom (AT)38 en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met burgers voor het kalenderjaar 2022. In deze rapportage wordt een beeld geschetst van de omvang van de correspondentie tussen burgers en EZK en binnen welke termijn deze correspondentie wordt behandeld.

Onder de term "burgerbrief' wordt volgens de definitie van de Nationale ombudsman verstaan: elk schriftelijk stuk dat een overheidsinstantie van een burger ontvangt. Het medium (brief, fax of e-mail) maakt daarbij niet uit. Ook het begrip burger is breed. Hieronder worden niet alleen individuele burgers begrepen, maar ook groepen en organisaties.

Specifiek betreft het bezwaarschriften, klaagschriften, Wob- en Woo-verzoeken39 en overige brieven en e-mails.

Ook via Rijksoverheid.nl (verzorgd door het Ministerie van Algemene Zaken) zijn er vele contacten met burgers over de EZK-beleidsterreinen.

  • 2. 
    Aantallen
 

Tabel 122 Aantal burgerbrieven

Categorie

2021

2022

  • a. 
    Bezwaarschriften (als bedoeld in de AwB)

17.534

13.032

  • b. 
    Klaagschriften

460

534

  • c. 
    Overige brieven en e-mails

3.746

5.156

  • d. 
    Wob-verzoeken

215

237

  • a. 
    Bezwaarschriften

Het kerndepartement, AT en RVO ontvingen in 2022 de volgende aantallen bezwaarschriften:

Tabel 123 Aantal bezwaarschriften

Aantal bezwaarschriften Afgehandeld binnen verdaagde

 

(wettelijke) termijn

 

2021

2022

2021

2022

Kerndepartement EZK

69

77

48%

57%

RVO.nl

17.149

12.7171

69%

39%2

AT

316

238

90%

88%

1    Het aantal bezwaarschriften werd in 2022 sterk beïnvloed door de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Van de ontvangen bezwaarschriften waren er 9.257 voor de TVL.

2    Van de in totaal ca. 17500 afgehandelde zaken, zagen er ca. 14.500 op de TVL. Vanwege de grote hoeveelheid TVL-bezwaren en ook de druk daardoor op de organisatie, was het zeer moeilijk om deze bezwaren binnen de wettelijke termijn af te handelen. Dit is sec voor TVL voor 28% van de zaken gelukt. Dit drukt de cijfers van het totaal. Wanneer we TVL buiten beschouwing laten is 92% van de zaken tijdig afgehandeld.

  • b. 
    Klaagschriften

Het kerndepartement, AT en RVO ontvingen in 2022 de volgende aantallen klaagschriften:

Tabel 124 Aantal klaagschriften

Aantal klaagschriften    Afgehandeld binnen de

 

(verdaagde) wettelijke termijn

 

2021

2022

2021

2022

Kerndepartement EZK

11

4

55%

75%

RVO.nl

617

525

76%

94%

AT

12

5

100%

100%

  • c. 
    Overige brieven en e-mails

Het kerndepartement, AT en RVO ontvingen in 2022 de volgende aantal overige brieven en e-mails.

Tabel 125 Aantal «overige brieven» en e-mails

Aantal overige brieven en e-mails    Tijdig afgehandeld

 
 

2021

2022

2021

2022

Kerndepartement EZK

3.746

5.156

88%

81%

Toelichting

AT: in 2021 en 2022 zijn 'overige brieven en e-mails' niet apart geregistreerd.

RVO: Overige brieven en e-mails worden bij RVO niet apart geregistreerd. Wel registreert RVO de eerstelijns berichten, dit zijn de e-mails en brieven die via de klantcontactcentra binnenkomen. RVO ontving in 2022 63.144 (2021: 72.000) e-mails en brieven, 42.177 hiervan betrof EZK-onderwerpen. Het hoge aantal brieven voor de EZK-opdracht wordt (nog steeds) bepaald door het coronasteunpakket, inclusief de TVL.

  • d. 
    Wob- en Woo-verzoeken

Het kerndepartement, AT en RVO ontvingen in 2022 de volgende aantallen Wob- en Woo-verzoeken:

Tabel 126 Aantal Wob-verzoeken

Aantal Wob-verzoeken Afgehandeld binnen de (verdaagde) wettelijke    Ingebrekestellingen

 

termijn

 

2021

2022

2021

2022

2021

2022

Kerndepartement EZK

120

147

35%

11%

10

14

RVO.nl

77

59

90%

41%1

1

2

AT

18

31

38%

58%

1

0

1 Het tijdigheidspercentage bij EZK ligt lager dan in 2021. Dit komt doordat onder de Wob een verzoek als niet-tijdig werd gekwalificeerd indien sprake was van een ingebrekestelling/beroep niet-tijdig beslissen. Dergelijke situaties deden zich ten tijde van de Wob op het EZK-terrein nauwelijks voor. Onder de Woo hanteert de Woo-unit van RVO het (strengere) criterium dat een verzoek alleen tijdig is afgehandeld wanneer de afhandeling binnen de (verdaagde) beslistermijn heeft plaatsgevonden of wanneer in expliciete afstemming met verzoeker later is beslist.

Lijst van afkortingen

 

Tabel 127 Lijst van

afkortingen

 

ACER

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

ACM

Autoriteit Consument en Markt

AMvBs

Algemene maatregel van bestuur

AVG

Algemene Verordening Gegevensbescherming

BAR

Brexit Adjustement Reserve

BBP

Bruto Binnenlands Product

BEE

Biodiverstiteit, Ecosystemen en Economie

BES

Bonaire, Sint Eustatius, Saba

BMKB

Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf

BMKB-C

Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf Corona

BNC

Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen

BNP

Bruto Nationaal Product

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CCS

Carbon Capture Storage

CEPT

Europese Commissie en de Europese Conferentie van administraties voor Post en Telecommunicatie

CIP

Concurrentiekracht en Innovatieprogramma

COL

Corona Overbruggingslening

COVA

Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten

CPB

Centraal Plan Bureau

CVaE

Commissie van Aanbestedingsexperts

DAB

Digital Audio Broadcasting+B20

DACI

Dutch Alternative Credit Instrument

DESI

Digital Economy and Society Index

DGB&I

Directoraat-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie

DICTU

Dienst ICT Uitvoering

DMA

Digital Markets Act

DSA

Digital Services Act

DUO

Dienst Uitvoering Onderwijs

EB

Energiebelasting

EBN

Energie Beheer Nederland

ECN

Energieonderzoek Centrum Nederland

EFRO

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EIA

Energie- Investeringsaftrek

EIF

Europees Investeringsfonds

ESA

European Space Agency

ESTEC

European Space Research and Technology Centre

ETS

Emission Trading System

EU

Europese Unie

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

GGTO

Stichting Garantiefonds Gespecialiseerd Touroperators

GO

Garantie Ondernemingsfinanciering

GO-C

Garantie Ondernemingsfinanciering Corona

GSF

Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

HBO

Hoger Beroeps Onderwijs

HHI

Herfindahl Hirschman Index

HTSM

HighTech Systems & Materials

I&W

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IAEA

International Atomic Energy Agency

ICT

Informatie Communicatie Technologie

 

IEA

International Energy Agency

IMG

Instituut Mijnbouwschade Groningen

IPC

Innovatieprestatiecontract

IPO

Interprovinciaal Overleg

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

JTF

Just Transition Fund

JTI

Joint Technology Initiatives

J&V

Ministerie van Justitie & Veiligheid

KEV

Klimaat - en Energieverandering

KIC

Kennis en Innovatieconvenant

KKC

Garantieregeling Klein Krediet Corona

KP7

Zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling

KvK

Kamer van Koophandel

KWIV

Kwaliteitsraamwerk Informatievoorziening

LIOF

Limburgse Instituut voor Ontwikkeling en Financiering

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MBO

Middelbaar beroepsonderwijs

MEP

Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie

MEV

Macro-Economische Verkenning

MIP

Meerjaren Investerings Programma

MIT

MKB innovatiestimulering Topsectoren

MKB

Midden- en Kleinbedrijf

MTIB

Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Mton

Megaton

MVO

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

NAM

Nederlandse Aardolie Maatschappij

NBTC

Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

NCG

Nationaal Coördinator Groningen

NDS

Nederlandse Digitaliseringsstrategie

NEN

Nederlands Normalisatieinstituut

NFIA

Netherlands Foreign Investment Agency

NGF

Nationaal Groeifonds

NIPO

Nederlands Instituut voor Publieke Opinie

NL DTIB

Nederlandse Defensie Technologische & Indsutriële Basis

NLR

Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratoruim

NRG

Nuclear Research Group

NSO

Netherlands Space Office

NSFO

Nederlandse Schapen- en geitenfokkers Organisatie

NURG

Nadere Uitwerking Rivierengebied

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

NWO

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

NWO-TTW

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek-Toegepaste en Technische Wetenschappen

O&O

Onderzoek en Ontwikkeling

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OPTA

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

PAS

Programmatische Aanpak Stikstof

PBL

Plan Bureau voor de Leefomgeving

PBO

Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie

PIANOo

Professioneel en Innovatief Aanbesteden Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers

PJ

Petajoule

PPS

Publiek-Private Samenwerking

RCR

Rijkscoördinatieregeling

 

R&D

Research and Development

RDA

Research & Development Aftrek

RDI

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

RED

Richtlijn Hernieuwbare Energie

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

ROAD

Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject

ROM

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij

RRF

Recovery and Resilience Facility

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVO.nl

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

RWT

Rechtspersoon met Wettelijke Taak

SBB

Staatsbosbeheer

SDa

Stichting Diergeneesmiddelen autoriteit

SDE

Stimulering Duurzame Energieproductie

SDRA

Seismische Dreigings- en Risicoanalyse

SER

Sociaal-Economisch Raad

SNN

Samenwerkingsverband Noord Nederland

SodM

Staatstoezicht op de Mijnen

SSO

Shared Service Organisatie

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TCMG

Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen

TIVO

Tijdelijk Instituut Versterkingsopgave

TKI

Topconsortia voor Kennis en Innovatie

TNO

Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek

TOA

Time-out-arrangement

TOGS

Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren

TOP

Technische Ontwikkelprojecten

TSE

Transmissible Spongiform Encephalopathies

TTF

Title Transfer Facility

TTI

Technologisch Topinstituut

TTT

Thematisch Technology Transferregeling

TVL

Tegemoetkoming Vaste Lasten

TWh

Terawattuur

UDAC

Uitvoering en Decentraal Advies en Control

UNWTO

United Nations World Tourism Organization

UPD

Universele Postdienst

VIFO

Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames

VMBO

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

VSL

Van Swinden Laboratorium

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WBSO

Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk

Wbni

Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen

WHOA

Wet homologatie onderhands akkoord

WODC

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum

ZBO

Zelfstandig Bestuursorgaan

ZZP

Zelfstandige Zonder personeel

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 360 XIII, nr. 1 254

1

Scenario's energieprijzen, Centraal Planbureau.

2

Kamerstuk 35 925-XIX, nr. E

3

   Kamerstuk 29 023, nr. 385

4

   Kamerstuk 22 112, nr. 3566

5

   Kamerstuk 21 501-08, nr. 889

6

Kamerstuk 32 637, nr. 513

7

   Kamerstuk 33 009, nr. 117

8

   Kamerstuk 35 925-XIX, nr. E

9

   Kamerstuk 24 446, nr. 78

10

Kamerstuk 35 880, nr. 1

11

   Kamerstuk 32 637, nr. 528

12

   Kamerstuk 32 637, nr. 511

13

   Kamerstuk 29 544, nr. 1120

14

   Kamerstuk 29 544, nr. 1173

15

   Kamerstuk 26 643, nr. 941

16

   Kamerstuk 36 200-VII, nr. 58

17

Kamerstuk 26 643, nr. 925

18

   Kamerstuk 22 112, nr. 3437

19

   Kamerstuk 21 501-30, nr. 557

20

   Kamerstuk 22 112, nr. 3389

21

   Kamerstuk 33 529, nr. 1065

22

   Kamerstuk 33 529, nr. 1070

23

   Kamerstuk 33 529, nr. 1084 en Kamerstuk 33 529, nr. 1118

24

   Kamerstuk 33 529, nr. 1067

25

Kamerstuk 22 112, nr. 3438

26

   De dienstonderdelen die bij het Ministerie van EZK horen, zijn: RDI, CPB, RVO, ACM, DICTU, IMG, NCG, CBS, NEa, KvK en SodM. In dit document zijn de resultaten concernbreed beschreven. Wanneer het alleen een kerndepartement of dienst betreft is dit expliciet aangegeven. RDI en KvK schrijven ook een eigen openbaarheidsparagraaf.

27

   Ontwikkelingen en cijfers over informatiehuishouding en transparantie worden inzichtelijk gemaakt bij verschillende rapportagemomenten. Voorbeelden naast deze openbaarheidsparagraaf zijn de rapportages over POK- en Woo-gelden, Capaciteitsrapportage, de kwantitatieve Woo-rapportage in de JBR en het rapport Burgercorrespondentie.

28

Kwantitatieve informatie over de Woo zal worden gedeeld bij de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. Voor meer kwantitatieve details over verzoeken anders dan de Woo verwijzen we naar de Bijlage Rapportage Burgercorrespondentie bij dit jaarverslag.

29

De strategische doelen en daarmee de algemene doelstelling van artikel 1 zijn ten opzichte van de begroting 2022 gewijzigd o.a. vanwege het aantreden van het kabinet Rutte IV.

30

https://www.overalsnelintemet.nl/breedbandkaart

31

   Over de jaarlijkse voortgang van het bedrijvenbeleid en over de indicatoren en kengetallen op dit beleidsterrein wordt uitgebreid gerapporteerd op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl. De begroting geeft het overzicht van de budgettaire gevolgen van het bedrijvenbeleid. De website is een bijlage bij de begroting waarin kengetallen en instrumentengebruik zijn opgenomen, inclusief eventuele streefwaarden(realisaties) en evaluaties

32

   Winter, J. de, en B. Pruijt (2022) De invloed van het corona steun- en herstelpakket op het Nederlandse bedrijfsleven. Publicatie De Nederlandsche Bank, 29 maart.

33

Definitief Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan | Rapport | Rijksoverheid.nl

34

Kabinet wil verduurzaming industrie versnellen als tegenwicht hoge energieprijzen | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl

35

Vulgraad op 13 november 2022, beschikbaar via: https://agsi.gie.eu/#/.

36

De leden van het bestuur van ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op beleidsartikel 1.

37

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Op dit artikel is geen sprake van realisatie. Bij de 1e suppletoire begroting 2022 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2022 uitgekeerd. Deze bijstellingen zijn bij 2e suppletoire begrotingswet 2022 toebedeeld naar de relevante onderdelen.

38

   Per 1 januari 2023 heet het AT: Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI).

39

   Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden en is daarmee de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervallen.


 
 
 

3.

More information

 

4.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.