Relatie EU-Verenigd Koninkrijk

Source: Europa Nu.
Rishi Sunak, on the right, and Ursula von der Leyen
Bron: European Commission

Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 na 47 jaar lidmaatschap de Europese Unie i. Om het vertrek en de relatie als goede buur goed te regelen werden een Brexit-akkoord i (2019) en een samenwerkings- en handelsakkoord (eind 2020) gesloten. Beide partijen willen een hechte relatie en nauw samenwerken op tal van terreinen, maar de implementatie van dat samenwerkingsakkoord verloopt problematisch.

Om een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te voorkomen was afgesproken dat het Verenigd Koninkrijk controles zou instellen op goederen die van de rest van het VK naar Noord-Ierland gaan. Dit zorgde voor veel onenigheid in opeenvolgende Britse regeringen en afspraken die niet nagekomen werden, waarop de EU onder andere juridische stappen ondernam. Het Windsor Framework introduceerde vanaf februari 2023 heldere afspraken die er onder andere moeten voor zorgen dat goederen uit het VK bestemd voor Noord-Ierland probleemloos de grens over kunnen, terwijl Noord-Ierland wel onderdeel blijft van de Europese handelszone.

Die moeizame relatie is er altijd al geweest. Zelfs als volwaardig lid (van 1973 t/m 2019) deed het VK niet mee met de euro en diverse beleidsterreinen, met name op het terrein van immigratie en sociale regelgeving. Ook stemden de Britten in de Raad van Ministers i meer dan enig ander land tegen voorstellen voor Europese wetgeving. Tegelijkertijd waren de Britten heel belangrijk in het tot stand komen van de Europese interne markt en andere terreinen. De economiëen van het vasteland en het Verenigd Koninkrijk waren nauw verweven en de samenwerking leverde beide partijen veel op. Er is beide partijen veel aan gelegen die verworvenheden te behouden.

1.

Inzet van de Europese Unie

Terugtrekkingsakkoord

Op 17 oktober 2019 sloten de EU en het VK een terugtrekkingsakkoord, dat van kracht werd op 1 februari 2020 toen het VK officieel uit de EU stapte. In het akkoord is vastgelegd onder welke voorwaarden het VK zich terugtrekt uit de EU. De belangrijkste elementen uit dit akkoord zijn:

  • Burgerrechten: dit betreft de sociale zekerheid en de verblijfsrechten van de 3 miljoen EU-burgers in het VK en de meer dan 1 miljoen Britse burgers die in EU-landen werken en wonen. Hun rechten blijven na de Brexit vrijwel hetzelfde als voor het uittreden van het VK.
  • Overgangsperiode: tijdens de overgangsperiode, die duurde van 31 januari tot 31 december 2020, onderhandelden de EU en de VK over een toekomstig partnerschap. Tot het einde van de overgangsperiode bleef het EU-recht van toepassing op alle beleidsterreinen in het VK waarop dit voor het akkoord van toepassing was.
  • Financiële regeling: de VK zal alle financiële verplichtingen die het land is aangegaan als EU-lidstaat moeten nakomen. In totaal moet het Verenigd Koninkrijk 47,5 miljard terugbetalen aan de EU. De eerste betaling van 6,8 miljard is in juni 2021 gedaan.
  • Coördinatie uitvoering van terugtrekkingsakkoord: een comité met vertegenwoordigers van de EU en het VK overzag de uitvoering van het akkoord.
  • Ierland: in het protocol over Ierland en Noord-Ierland wordt een harde grens tussen de twee landen voorkomen, waardoor het Goedevrijdagakkoord (1998) wordt beschermd.

Handelsakkoord

Na het uittreden van het VK uit de EU moesten de twee partijen overeenstemming bereiken over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK. De onderhandelingen hierover gingen op 2 maart 2020 van start. Een belangrijk onderdeel hiervan was het sluiten van een handelsakkoord. Daarnaast moest een akkoord bereikt worden over onderwerpen als visserij, justitiële en veiligheidssamenwerking, energie en geschillenbeslechting.

Voor een handelsakkoord bestaan een aantal opties, variërend van vrijwel volledige vrijhandel tot een 'regulier' handelsverdrag. De mate waarin de grenzen open kunnen blijven hing af van de vraag in hoeverre de EU en het VK bereid zijn elkaars regels over te nemen of te accepteren. Zo wil de EU dat productstandaarden in het VK niet afdoen aan Europese standaarden op gebieden als milieu, gezondheid, mededinging en staatssteun, zodat er geen oneerlijke concurrentie ontstaat.

De Britse inzet was echter om volledige controle over eigen wetten en regels te houden. Ook wilde Londen een apart verdrag over visserij, los van een vrijhandelsakkoord, dat zou bepalen dat elk jaar opnieuw onderhandeld moet worden over visquota en over de toegang voor vissers tot elkaars wateren. Na moeizame onderhandelingen werd op 24 december 2020 overeenstemming bereikt over een samenwerkings- en handelsakkoord. Op 17 maart 2021 bereikten de EU, het VK en Noorwegen een akkoord over de visquota in de Noordzee voor de navolgende jaren.

Op 24 december 2020 werd overeenstemming bereikt tussen de EU en het VK over een samenwerkings- en handelsakkoord. Na ratificatie door het Europees Parlement in april 2021 is het verdrag nu officieel van kracht.

Afspraken Noord-Ierland

Wel suddert de scheiding tussen de twee machten nog na. Een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland moest worden voorkomen. Omdat er wel grenscontroles moeten plaatsvinden tussen het VK en de EU, werd het Noord-Ierland Protocol (NIP) gesloten: daarmee kwam er een douanegrens tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk. Dit leidde diverse malen tot ruzie in de Britse regering, die eigenlijk niets wil weten van controles in de Ierse zee en de rol die het Europese Hof van Justitie speelt bij handelsconflicten in Noord-Ierland. Het VK voerde de controles, tegen de afspraken in, niet of gebrekkig uit. De EU spande daartegen een rechtszaak aan, maar deze werd opgeschort.

Op 27 februari 2023 presenteerden premier Rishi Sunak i en commissievoorzitter Ursula von der Leyen i het Windsor Framework, een aanpassing op het bestaande Noord-Ierland Protocol. De EU en het VK bereikten een politiek akkoord over grenscontroles, de handel van agrarische producten en medicijnen, belastingen en bestuurlijke aanpassingen om Noord-Ierland meer zeggenschap te geven over Europese regels. Noord-Ierland blijft onderdeel van de Europese handelszone terwijl controles op goederen van het VK bestemd voor Noord-Ierland niet langer gecontroleerd hoeven te worden. Het Europees Hof van Justitie i blijft de belangrijkste scheidsrechter bij handelsconflicten. Von der Leyen noemde de wijzigingen definitieve oplossingen.

2.

Geschiedenis van de betrekkingen: van de EGKS tot Brexit

De Britten komen er toch bij

Het Verenigd Koninkrijk hield de boot af toen in de jaren vijftig van de twintigste eeuw de Europese samenwerking begon. Alleen op defensiebeleid deed het VK graag mee, als lid van de NAVO i. Toen het land in de jaren zestig alsnog wilde meedoen, blokkeerde de Franse president Charles de Gaulle een Brits lidmaatschap tot tweemaal toe met een veto. Als gevolg daarvan trad het VK pas in 1973 toe tot de Europese Gemeenschap i.

Al snel daarna, in 1978, kwam premier Margaret Thatcher aan de macht in het Verenigd Koninkrijk. Zij moest niets hebben van diepere integratie of verdere overdracht van bevoegdheden. Zij wilde dan ook onder geen beding meedoen aan de voorloper van de Europese Monetaire Unie (EMU) i. Daarmee zou de ruimte voor het Verenigd Koninkrijk om de koers van het eigen pond te bepalen, worden ingeperkt.

Thatcher was wel groot voorstander van de interne markt en het ontmantelen van handelsbelemmeringen. Mede dankzij Britse steun kon de Europese Commissie midden jaren tachtig aan de slag met een ambitieus programma om de interne markt verder open te breken.

Bevestiging uitzonderingspositie: niet overal aan meedoen

De houding van Thatcher bleek typerend. De Britten deden in eerste instantie niet mee met de eerste stappen naar sociaal beleid in de jaren negentig en wilden ook niet meedoen met samenwerking op het terrein van immigratie onder het Schengen-verdrag i.

Het Verenigd Koninkrijk ondertekende het Verdrag van Maastricht i (1992) pas nadat het een opt-out clausule i had bedongen waarin werd vastgelegd dat het niet aan de EMU i hoefde mee te doen. Zelfs met alle uitzonderingen die voor het VK werden gemaakt bleek goedkeuring van het verdrag van Maastricht door het Britse parlement een lastige aangelegenheid. De toenmalige Britse premier Major overleefde maar net een motie van wantrouwen omdat een deel van zijn eigen partij, de Conservatieven, tegen het verdrag was en bleef.

Roep om een Brexit: heronderhandelen

De opkomst van de UK Independence Party, UKIP, vanaf het begin van deze eeuw, gaf aan dat het een deel van Britten menens was over de vraag of ze uit de EU wilden stappen. Belangrijker nog was dat de Conservatieve Partij al langere tijd verdeeld was over de kwestie van het EU-lidmaatschap. Partijleider en premier David Cameron i stelde in een speech in 2013 dat het Britse vertrouwen in de Europese Unie flinterdun was. Hij gaf aan dat het VK wilde heronderhandelen over de Europese verdragen.

Kernpunten waar het VK naar streefde, waren minder overdracht van bevoegdheden op het gebied van sociaal beleid en justitie, betere mogelijkheden voor nationale parlementen om meer controle te kunnen uitoefenen, en minder regelgeving. Daarnaast mochten Europese regels de toegang tot de interne markt van niet-eurolanden zeker niet in de weg zitten. Cameron wilde niet uit de EU, maar wilde wel het ongenoegen over een aantal zaken, zoals de immigratie van Oost-Europeanen, aanpakken.

In 2015 en 2016 onderhandelden de regering Cameron en de andere lidstaten over het hervormen van de Europese Unie. Tijdens de Europese Raad op 18 en 19 februari 2016 i werd een akkoord bereikt over 'een nieuwe regeling voor het Verenigd Koninkrijk binnen de Europese Unie'. Er werden een aantal afspraken gemaakt, zoals dat het voor nationale parlementen makkelijker moet worden om wetgeving te vertragen. Ook werd Groot-Brittannië uitgesloten van de zinsnede 'an ever closer union', waardoor werd vastgelegd dat het land niet hoefde deel te nemen aan verdere politieke integratie.

Brexitreferendum

In de campagne voor de Britse verkiezingen van 2015 was de vraag of er een referendum over het Britse EU-lidmaatschap moest komen een belangrijk thema. Met name UKIP hamerde op het houden van een referendum. Premier David Cameron beloofde zo'n referendum als hij herkozen zou worden. Hij won de verkiezingen en hield woord. Op 9 juni 2015 stemde het Lagerhuis in met het voorstel van Cameron om een referendum te houden over het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk.

Het Brexitreferendum vond plaats op 23 juni 2016, na een felle en harde campagne van voor- en tegenstanders van Brits lidmaatschap van de EU. De Britse kiezers spraken zich met een kleine meerderheid uit tegen het EU-lidmaatschap. In totaal stemde 51,9 procent van de kiezers voor een Brits vertrek. Cameron verbond meteen politieke consequenties aan de stap: hij kondigde zijn aftreden aan. Theresa May i verving Cameron als premier van het Verenigd Koninkrijk. Haar belangrijkste taak: het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie leiden. Zij bereikte een akkoord over de Brexit met de EU, maar kreeg daarvoor geen steun in haar eigen parlement. May werd in juni 2019 opgevolgd door Boris Johnson. Die bereikte enkele aanpassingen in het Brexit-akkoord en slaagde erin zijn Brexit-voorstel door het Britse parlement te loodsen in januari 2020.

Relatie EU en VK na Brexit

De toekomstige relatie tussen de EU en VK was lange tijd onduidelijk. Op 1 februari 2020 begon een overgangsperiode. Vanaf die dag hadden de Britten geen zeggenschap meer in EU-organen, maar bleven ze wel nog gewoon onderdeel van de Europese interne markt i, de douane-unie i, en andere samenwerkingsverbanden. Deze transitieperiode liep tot en met 31 december 2020. Na de overgangsperiode zijn niet alle afspraken over het instellen van grenscontroles nagekomen.

Op 30 maart 2022 is de EU een zaak gestart bij de Wereldhandelsorganisatie tegen het Verenigd Koninkrijk. Dat is voor het eerst sinds het vertrek van het VK uit de EU dat er arbitrage aan te pas moet komen bij een handelsdispuut. De EU verwijt het VK dat ze buitenlandse partijen benadelen bij het aanleggen van nieuwe windmolenparken. De hoeveelheid subsidie die je kunt krijgen hangt af van in hoeverre ze in het VK zelf gebouwd worden. De eigen industrie zo bevoordelen mag volgens de EU niet op basis van de regels van de Wereldhandelsorganisatie.

3.

Meer informatie