Brief minister over verbod hulpverlening aan gewonden dieren op snelweg voor dierenambulances in Limburg - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2008 - Main contents

Deze brief is onder nr. 95 toegevoegd aan wetsvoorstel 31200 XII - Vaststelling begroting Verkeer en Waterstaat 2008.

Officiële titel	Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2008; Brief minister over verbod hulpverlening aan gewonden dieren op snelweg voor dierenambulances in Limburg
Document date	15-06-2008
Publication date	01-04-2009
Nummer	KST121367
Reference	31200 XII, nr. 95
From	Verkeer en Waterstaat (VW)
Original document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 200 XII

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2008

Nr. 95

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2008

Hierbij ga ik, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in op het verzoek van het kamerlid Graus om een reactie op een bericht over dierenambulances in het Limburgs Dagblad van 11 juni 2008. De strekking van dat bericht is dat dierenambulances in Limburg geen hulp meer mogen bieden aan gewonde dieren op de snelweg, omdat Rijkswaterstaat de vergunning van de ambulanceorganisaties zou hebben ingetrokken. Dat Rijkswaterstaat het ophalen van gewonde dieren heeft uitbesteed aan een aannemer zou tot onnodig dierenleed kunnen leiden, aldus het bericht. Tevens heeft kamerlid Graus gevraagd waarom een door hem ingediende motie inzake professionalisering van dierenambulance-organisaties (Kamerstuk 31 200 XIV, nr.118) niet wordt uitgevoerd.

• 1. 

  Hulpverlening aan gewonde dieren op snelwegen in Limburg

Alvorens ik inhoudelijk reageer, wil ik benadrukken dat ik er groot belang aan hecht dat gewonde dieren die op de snelweg worden aangetroffen snel adequate noodhulp krijgen en – indien nodig – vervolgens voor verdere behandeling worden vervoerd naar een dierenarts dan wel een opvangcentrum. Het spreekt voor zich dat zowel Rijkswaterstaat, de dierenambulance-organisaties als de aannemer gehouden zijn aan de vigerende wet- en regelgeving omtrent de gezondheid en het welzijn van dieren, op basis waarvan het onder meer verboden is een dier de nodige zorg te onthouden. Bovendien is het vanuit oogpunt van verkeersveiligheid van belang dat gewonde dieren die zich op de snelweg bevinden onmiddellijk worden opgehaald.

Ik heb laten nagaan hoe in Limburg de hulpverlening aan gewonde dieren op de snelweg geregeld is. Rijkswaterstaat heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Federatie Dierenambulances Nederland, van de dierenambulance-organisaties Noord- en Zuid-Oost-Limburg, en van de aannemer die belast is met het onderhoud van de snelwegen in

Limburg. Aan het gesprek met de Limburgse dierenambulance-organisaties nam ook Dierenbescherming Limburg deel.

Uit het onderzoek blijkt dat:

Dierenambulance Zuid-Oost Limburg sinds 1 januari 2008 - zonder dat dit de bedoeling van Rijkswaterstaat was - niet meer beschikt over een geldige «Vrijstelling Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement», waardoor het Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg strikt genomen niet meer is toegestaan om bijvoorbeeld op de vluchtstrook te stoppen om eerste hulp te verlenen op snelwegen in Limburg. Rijkswaterstaat heeft inmiddels actie ondernomen om deze onbedoelde en ongewenste situatie op kortst mogelijke termijn te beëindigen;

Rijkswaterstaat sinds 1 januari 2008 aan Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg in concrete gevallen altijd toestemming geeft om hulp te verlenen aan een gewond dier op de snelweg;

Rijkswaterstaat met ingang van 1 januari 2008 een groot aantal activiteiten in het kader van het beheer en onderhoud van de snelwegen heeft uitbesteed aan een aannemer en dat de in dat contract opgenomen bepalingen inzake wat de aannemer moet doen in geval van gewonde dieren zowel onduidelijk zijn als onvoldoende expliciet aangeven dat de aannemer zorg dient te dragen voor snelle en adequate hulpverlening;

Rijkswaterstaat, de betreffende aannemer, Dierenambulance Noord-Limburg en Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg inmiddels overleg voeren om te bezien op welke wijze alle betrokken partijen gezamenlijk invulling kunnen geven aan borging van snelle en adequate hulpverlening aan gewonde dieren op de snelwegen in Limburg.

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek gaat Rijkswaterstaat na hoe elders in Nederland de hulpverlening aan gewonde dieren op de snelweg geregeld is. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal Rijkswaterstaat uiteraard aanvullende maatregelen nemen om te borgen dat op alle Nederlandse snelwegen snelle en adequate hulpverlening aan gewonde dieren plaats vindt.

Toelichting

Tot 1 januari 2008 maakte Rijkswaterstaat gebruik van dierenambulances voor het ophalen en het naar een dierenarts dan wel opvangcentrum brengen van gewonde dieren op de snelwegen en bij Rijkswaterstaat in beheer zijnde N-wegen in Limburg. In verband hiermee heeft Rijkswaterstaat in het verleden overeenkomsten gesloten met Dierenambulance Noord-Limburg en met Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg.

Zowel Dierenambulance Noord-Limburg als Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg zijn aangesloten bij de Federatie Dierenambulances Nederland, die eisen stelt aan de kwaliteit van de hulpverlening, de uitrusting van de ambulance, en aan de kennis en kunde van de personen die de ambulances bemensen. Rijkswaterstaat is positief over de samenwerking met de beide dierenambulance-organisaties in de afgelopen jaren en acht het gewenst dat deze organisaties betrokken blijven bij de eerste hulpverlening van gewonde dieren op de snelwegen in Limburg.

Met ingang van 1 januari 2008 heeft Rijkswaterstaat een contract met een aannemer afgesloten voor het beheer en onderhoud van de snelwegen in Limburg. Met dat contract heeft Rijkswaterstaat een groot aantal activiteiten met betrekking tot beheer en onderhoud bij één partij, i.c. de aannemer, neergelegd. Het is de bedoeling van Rijkswaterstaat dat deze aannemer in geval van een gewond dier op de snelweg uit oogpunt van

dierenwelzijn zorg draagt voor snelle en adequate hulpverlening en uit oogpunt van verkeersveiligheid voor het van de snelweg halen van het dier. Hoewel in het contract een verwijzing is opgenomen naar de vigerende wet- en regelgeving rond dierenwelzijn, komt in het contract onvoldoende duidelijk en expliciet tot uitdrukking dat de aannemer moet zorgdragen voor snelle en adequate eerste hulpverlening en voor het vervoer van een gewond dier naar dierenarts of opvangcentrum. Hoewel in het contract niet is opgenomen dat in geval van een gewond dier een dierenambulance moet worden ingeroepen, heeft de aannemer begin januari 2008 contact gezocht met Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg met de intentie een overeenkomst met die organisatie te sluiten. Beide partijen hebben toen geen overeenstemming kunnen bereiken.

In verband met het op 1 januari 2008 ingegane contract met de aannemer heeft Rijkswaterstaat de op 31 december 2007 eindigende overeenkomst met Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg niet verlengd. De op 31 december 2008 eindigende overeenkomst met Dierenambulance Noord-Limburg zal niet worden verlengd in verband met de overdracht van de N-wegen door Rijkswaterstaat aan provincie en/of gemeente. Zoals ik reeds heb aangegeven, heeft het niet verlengen van de overeenkomsten uitdrukkelijk niet als doel om dierenambulances voortaan niet meer betrokken te laten zijn bij eerste hulpverlening aan gewonde dieren, maar gebeurt dit vanuit de optiek dat Rijkswaterstaat alle activiteiten met betrekking tot beheer en onderhoud en de daarbij behorende administratieve taken zoveel mogelijk wil uitbesteden aan één partij.

Als gevolg van het niet verlengen van de overeenkomst met Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg is ook de aan die overeenkomst verbonden «Vrijstelling Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigregelement» komen te vervallen. Op basis van deze Vrijstelling mag een dierenambulance in geval van hulpverlening bijvoorbeeld stoppen op de vluchtstrook. Nu de aan overeenkomsten gekoppelde Vrijstelling is vervallen, mag Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg strikt genomen geen gewonde dieren op de snelwegen meer ophalen. Het spreekt voor zich dat Rijkswaterstaat op zeer korte termijn maatregelen neemt om deze onbedoelde en uiteraard ongewenste situatie te beëindigen. Overigens: in de praktijk geeft Rijkswaterstaat Dierenambulance Zuid-Oost-Limburg altijd toestemming om gewonde dieren op de snelweg hulp te verlenen.

Ik kan u melden dat Rijkswaterstaat inmiddels het initiatief genomen heeft om samen met de Limburgse Dierenambulances en de aannemer te bezien op welke wijze alle betrokken partijen gezamenlijk invulling kunnen geven aan borging van snelle en adequate hulpverlening aan gewonde dieren op de snelwegen in Limburg.

• 2. 

  Motie Graus

De motie Graus 31 200 XIV nr. 118 die de regering verzoekt onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheid tot het oprichten van een nationaal georganiseerde, geprofessionaliseerde dierenambulance is bij de stemmingen van 6 november 2007 verworpen. In het kader van professionalisering van de dierenambulance heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de Nota Dierenwelzijn (Kamerstuk 28 286 nr. 76) aangegeven dat zij opdracht zal geven tot het opzetten van een cursusmodule voor personeel van dierenambulances. De minister van LNV financiert de ontwikkeling van deze basis-cursus. Dit sluit aan bij de uitvoering van de aangenomen motie Graus en Ormel 28 286 nr. 120, die de regering verzoekt een opleiding mogelijk te maken tot paraveterinair dierenambulancepersoneel. Er wordt een stapsgewijze aanpak gehan-

teerd, waarbij momenteel als eerste stap wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een basis-cursus. Hiervoor loopt nu een offertetraject, waarvoor ik u verwijs naar de brief van de minister van LNV van 16 juni 2008.

De minister van Verkeer en Waterstaat, C. M. P. S. Eurlings