Politieke Partij Radikalen (PPR)

Source: Parlement.com.

De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP i) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP i). In 1991 fuseerde de PPR met CPN i, EVP i en PSP i tot GroenLinks i.

De PPR had van 1971 tot 1989 was doorlopend met een Fractie Eerste Kamer i en Tweede Kamerfractie i vertegenwoordigd in de Staten-Generaal. Het hoogtepunt beleefde de partij in de periode 1972-1977: toen bemande de PPR zeven zetels in de Tweede Kamer. In die jaren was de partij tevens vertegenwoordigd in het kabinet-Den Uyl i.

Bekende personen in de PPR waren Jacques Aarden i, Bas de Gaay Fortman jr. i en Ria Beckers-de Bruijn i.

1.

Beginselen

De oprichters van de PPR noemden zich christen-radicalen, maar wilden daarmee geen ideologie aanduiden. Zij wezen een directe koppeling van geloof en politiek af en stelden geen beginselprogramma op. Ook in verkiezingsprogramma's voerden niet ideologie, maar actuele thema's de boventoon.

Bij de oprichting van de partij was besloten het woord 'christelijk' uit de naam weg te laten, ook om gelijkgestemde niet-christenen aan te kunnen trekken. In de loop der jaren raakte de christelijke inslag op de achtergrond en werd de PPR meer een progressieve partij.

Onder leiding van De Gaay Fortman jr. richtte de PPR zich op ontwikkelingssamenwerking, milieu, ontwapening en een democratische economie.

2.

PPR en de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 1989

De PPR was in de periode van 1971 tot en met 1989 voortdurend vertegenwoordigd in de Tweede en Eerste Kamer. Het hoogtepunt beleefde de partij in de eerste helft van de jaren zeventig. Toen was de PPR met maar liefst zeven zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer en maakte de partij deel uit van het kabinet-Den Uyl.

3.

Historische ontwikkeling

De partij ontstond in 1968 als afsplitsing van de KVP. In de KVP had zich een groep 'radicalen' gevormd, die tegen voortzetting van de centrumrechtse coalitie van KVP, ARP, CHU i en VVD i in het kabinet-De Jong i was. Samen met de 'spijtstemmers' binnen de ARP en CHU vormden zij de 'Américaingroep', vernoemd naar de bijeenkomsten in hotel Américain te Amsterdam.

Directe aanleiding voor de afsplitsing was een televisie-uitzending waarin de fractievoorzitters van ARP, CHU en KVP hun samenwerking bekrachtigden. De uitgetreden KVP-radicalen richtten de PPR op, waarbij zich enkele uitgetreden leden van de ARP voegden.

4.

Samenwerkingsverbanden, afsplitsingen en fusies

Samenwerking was een belangrijk thema binnen de PPR. Diverse electorale samenwerkingsverbanden, zoals in 1970 met PvdA i en PSP in het kader van het Progressief Akkoord (PAK), en in 'Keerpunt 1972' met PvdA, D'66 i en PSP, werden echter door de PSP voortijdig afgebroken. In 1971 en 1972 stelde de PPR met D'66 en PvdA gezamenlijke verkiezingsprogramma's op en vormde zij schaduwkabinetten. De samenwerking leidde niet tot samengaan van de progressieve partijen.

Begin jaren '80 werd afstand genomen van PvdA en D'66 en richtte de progressieve samenwerking zich op CPN, EVP en PSP. Dit tot groot ongenoegen van een aantal PPR-leden, die zich verenigden in de 'Godebald-groep', vernoemd naar een vergadercentrum in Utrecht. Tegenover deze beweging stond de 'Wageningen-groep' van voorstanders van samenwerking met de kleine linkse partijen.

PPR, PSP en CPN groeiden naar elkaar toe door allianties in gemeenten en provincies, en door gezamenlijke buitenparlementaire acties voor milieu, vrede en vrouwen en tegen kruisraketten. Toch kwam het pas na de electorale verliezen van 1986 tot landelijke samenwerking. Dit gebeurde nadat de PPR, de grootste van de drie, nog een poging had gedaan zelfstandig voort te gaan.

Bij de verkiezingen van 1989 kwamen PPR, CPN en PSP onder de naam GroenLinks i voor het eerst met een gezamenlijke lijst en een gemeenschappelijk programma. De EVP sloot zich hierbij aan. Eind 1990 werd het samenwerkingsverband omgezet in de nieuwe partij GroenLinks en in 1991 hieven de oude partijen zich op.

5.

Regeringsdeelname

Bij de verkiezingen in 1971 behaalde de PPR slechts twee zetels en rezen twijfels over het bestaansrecht van de partij. De val van het kabinet-Biesheuvel i in 1972 betekende een nieuwe kans. Bij de verkiezingen haalde de partij zeven zetels en ging het deel uitmaken van een kabinet met PvdA, D'66, KVP en ARP: het kabinet-Den Uyl (1973-1977). In het kabinet zaten twee PPR-ministers, Harry van Doorn i voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en Boy Trip i voor Wetenschapsbeleid (zonder portefeuille). De PPR leverde ook één staatssecretaris, Michel van Hulten i voor Verkeer en Waterstaat.

De coalitie met KVP en ARP, waar veel leden zich juist van hadden afgescheiden, leidde tot veel onvrede in de PPR. Het besluit om niet met deze partijen in een volgend kabinet samen te werken, bleek desastreus voor de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in 1977. Omdat een coalitie zonder KVP en ARP, inmiddels met CHU gefuseerd tot CDA, uitgesloten was, stemden veel kiezers op de PvdA. De PPR viel terug van zeven naar drie zetels.

Tot 1989 had de partij steeds twee of drie zetels in de Tweede Kamer. De PPR had van 1969-1990 ook steeds enkele zetels in de Eerste Kamer, met een hoogtepunt van vijf zetels in 1977-1980.

6.

Persoonlijkheden

Naast de politiek leiders Jacques Aarden, Bas de Gaay Fortman jr. en Ria Beckers waren andere bekende personen van de partij Harry van Doorn en Erik Jurgens.

Jacques Aarden i vormde in 1968, nadat hij de KVP-fractie had verlaten, de Groep-Aarden i. In hetzelfde jaar hielp hij mee de PPR op te richten. Aarden was politiek leider van 1968 tot 1972 en lijsttrekker in 1971. Van 1973 tot 1984 was hij lid van de Raad van State.

Bas de Gaay Fortman jr. i, voormalig ARP'er, volgde in 1972 Aarden op als lijsttrekker en was verantwoordelijk voor een groot deel van de winst dat jaar. Na het verlies in 1986 sprak De Gaay Fortman, van 1977 en tot 1990 senator, zijn twijfels uit over het bestaansrecht van de PPR.

De Gaay Fortman werd in 1977 opgevolgd door Ria Beckers-de Bruijn i. Zij was de eerste vrouwelijke lijsttrekker. Zij was van 1974 tot 1977 partijvoorzitter en vanaf 1977 tot 1993 fractieleider, eerst van de PPR en vanaf 1989 van GroenLinks. De progressieve katholieke priester Herman Verbeek i, die Ria Beckers als PPR-partijvoorzitter opvolgde (1977-1981), stapte in 1989 ook over naar GroenLinks en werd europarlementariër voor deze partij.

Medeoprichter Harry van Doorn i (1915-1992) was voormalig KVP-voorzitter en voorzitter van de KRO. Tijdens zijn PPR-ministerschap voor Cultuur in het kabinet-Den Uyl (1973-1977) werd een einde gemaakt aan radiopiraten als van radio Veronica, die vanaf de Noordzee uitzonden. Samen met medeoprichter en oud-PPR-partijvoorzitter Erik Jurgens i stapte hij op toen halverwege de jaren '80 de PvdA de rug werd toegekeerd. Zij sloten zich aan bij de PvdA.

7.

Electoraat

De PPR had relatief veel aanhang onder jonge (veelal intellectuele) kiezers. Daarnaast waren veel progressieve (ex-)katholieken en (ex-)protestanten onder haar aanhang te vinden. Regionaal gezien was de PPR het sterkst in het westen van het land, al had zij ook relatief veel aanhang in Gelderland en Noord-Brabant.

8.

Kerngegevens

Opgericht:

1 juni 1968

Oprichter:

Jacques Aarden i, Pieter Bogaers i, Erik Jurgens i

Opgeheven:

1991 (gefuseerd tot GroenLinks)

Secretariaat:

Het partijbureau was gevestigd in Amsterdam

Leden:

hoogste aantal 13.400 (1977); 5.823 in 1989

Contributie:

oplopend naar inkomen

Partijblad:

maandblad 'Radikalenkrant' (1968-1973 en 1982-1990); 'PPRAK: PPR aktiekrant' (1973-1981)

Jongerenorganisatie:

PPR-Jongeren

Wetenschappelijk instituut:

onbekend

Logo/beeldmerk:

Een grote, strak vormgegeven R, in combinatie met de letters PPR

Bekendste slogan(s):

'Solidair' (1971)

 

Meer over

Kijk voor meer informatie over de PPR op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.