Justice and home affairs policies

Source: Europa Nu.
Beeld van Vrouwe Justitia
Bron: pixel2013 (CC0)

De landen van de Europese Unie (EU) werken steeds meer samen op het gebied van misdaadbestrijding. Dit is belangrijk omdat de controles aan de grenzen tussen de landen van de EU voor een groot deel zijn opgeheven. Personen, goederen, diensten en geld mogen zonder controle de grens over. Dat noemen we de interne markt. Daarom is er grensoverschrijdende samenwerking bij kwesties als de toestroom van vluchtelingen en asielzoekers naar lidstaten van de EU, een goede aanpak van georganiseerde misdaad en het bestrijden van het wereldwijde terrorisme.

De EU heeft op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid een gedeelde bevoegdheid. Dat betekent dat de EU en de lidstaten op dit gebied allebei wetgeving kunnen maken. Een lidstaat kan dit echter alleen doen als de EU nog geen wetgeving heeft ontwikkeld. Het Hof van Justitie van de EU i ziet erop toe dat de Europese wetten goed in de lidstaten worden toegepast. Daarnaast bestaan er verschillende Europese agentschappen i die de lidstaten ondersteunen bij de samenwerking op het gebied van misdaadbestrijding, migratie en terrorisme.

Concreet betekent dit dat de EU nationale politiediensten ondersteunt door bijvoorbeeld het uitwisselen van persoonsgegevens zoals vingerafdrukken, DNA-profielen en nummerborden. Daarnaast coördineert en ondersteunt de EU de bewaking van de buitengrenzen en is er een lijst van terroristische organisaties en personen opgesteld die het weren van deze personen mogelijk maakt. Tot slot is er sinds 2008 ook steeds meer aandacht binnen de EU voor cybercriminaliteit met betrekking tot het maken van wetgeving en opsporingsmogelijkheden binnen dit relatief nieuwe domein.

1.

Mijlpalen

Vroege initiatieven

Al vanaf 1957 was vrij verkeer van personen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap i een van de doelstellingen van de EG. Destijds ging het vooral om werknemers die zich in een ander land wilden vestigen; van grote migratiestromen was nog geen sprake.

Pas met de Overeenkomst van Napels van 1967 werd de basis gelegd voor samenwerking over de grenzen heen om landelijke wetgeving of gemeenschapsregels te handhaven. Vanaf 1975 begon men met het oprichten van informele netwerken om de uitwisselingen van ervaring en kennis op dit gebied tussen de lidstaten te bevorderen. Een voorbeeld hiervan is de Trevi-groep. Sinds 1984 komen de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie i meerdere keren per jaar samen om met elkaar te praten.

Europese Akte

Met de goedkeuring van de Europese Akte in 1986 i begon ook de weg naar een interne markt. Personen, goederen, kapitaal en diensten moesten zich vrij in de Europese Gemeenschap kunnen bewegen. De grenscontroles tussen de lidstaten moesten worden afgeschaft en de buitengrenzen juist versterkt. Ook moest er een gezamenlijk Europees asiel- en immigratiebeleid worden ontwikkeld.

Verdragen van Maastricht en Amsterdam

Het idee van een interne markt werd verder uitgewerkt in het Verdrag van Maastricht i in 1992 en het Verdrag van Amsterdam i in 1997. In het Verdrag van Amsterdam werd gesproken over het bouwen van een 'ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid'. Hieronder vallen zaken als de grondrechten, het EU-burgerschap, de mobiliteit van personen, asiel en immigratie, het visumbeleid, het beheer van de buitengrenzen en nauwe samenwerking tussen de nationale politie-, justitie- en douane-autoriteiten.

Verdrag van Lissabon

Met het Verdrag van Lissabon i, dat op 1 december 2009 in werking trad, stemt de Raad i op meer terreinen zoals immigratiebeleid met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Hierdoor is het makkelijker geworden om wetgeving te creëren op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken.

Europese Veiligheidsunie

In 2016 werd het concept 'Veiligheidsunie' voor het eerst geïntroduceerd door de Commissie. De veiligheidsunie moet iedereen in de Unie en de Europese manier van leven beschermen. In 2016 is hiervoor een nieuwe portefeuille in de Commissie opgericht - Eurocommissaris voor Veiligheidsunie i - en sinds 2019 valt dit onder de Commissaris voor de bevordering van onze Europese levenswijze i.

Europees Openbaar Ministerie

Per 1 juni 2021 is het Europees Openbaar Ministerie i (EOM) operationeel. Dit is een onafhankelijk orgaan belast met het onderzoeken, vervolgen en voor het gerecht brengen van strafbare feiten die de financiële belangen van de EU schaden, zoals fraude en witwassen. 22 van de 27 lidstaten zijn aangesloten bij het EOM.

 

2.

Wie doet wat

Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie i, de Raad i, het Europees Parlement i en de Europese Raad i een rol. Voor voorstellen over vrij reizen binnen de Unie en voorstellen aangaande de werkwijze en structuur van Europol en Eurojust geldt de gewone wetgevingsprocedure i.

Onder justitiële samenwerking en de ruimte van vrijheid en veiligheid vallen een aantal specifieke deelgebieden, te weten het Schengen- en visabeleid i, de bestrijding van terrorisme i, grenscontroles ten behoeve van het asielbeleid i en criminaliteitsbeleid i. Voor maatregelen op die terreinen gelden de besluitvormingsprocedures die daar vermeld staan.

 

Europees orgaan

Verantwoordelijke

Europese Commissie

Eurocommissaris voor Justitie i

Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken i

Eurocommissaris voor Waarden en Transparantie (vicevoorzitter) i

Eurocommissaris voor Bevordering van onze Europese levenswijze (vicevoorzitter) i

Parlementaire commissie Europees Parlement

Commissie Burgerlijke vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken i

Nederlands lid commissie Europees Parlement

Lid/leden


Plaatsvervanger(s)

Raad van de Europese Unie

Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ)

Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers

Dilan Yesilgöz-Zegerius i (VVD), Minister van Justitie en Veiligheid

Franc Weerwind i (D66), Minister voor Rechtsbescherming

Hanke Bruins Slot i (CDA), Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Eric van der Burg i (VVD), Staatssecretaris voor asiel en migratie

In de tabel hierboven worden verschillende Eurocommissarissen genoemd. Afhankelijk van het onderwerp, is een andere commissaris verantwoordelijk. Voor voorstellen aangaande de werkwijze en structuur van Eurojust i geldt dat de Eurocommissaris voor Justitie eerst verantwoordelijke is. Voor de voorstellen aangaande Europol i en fundamentele rechten is de eerst verantwoordelijke de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken. De Eurocommissaris voor de Bevordering van onze Europese levenswijze is verantwoordelijk voor de veiligheidsunie.

Invloed nationale parlementen

Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden i.

Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:

 

Nederlands orgaan

Verantwoordelijke

Tweede Kamer

Tweede Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) i

Tweede Kamer

Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken (EUZA) i

Eerste Kamer

Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) i

Eerste Kamer

Eerste Kamercommissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) i

Bij administratieve samenwerking tussen de diensten op het gebied van veiligheid en justitie kunnen de lidstaten van de Europese Unie i ook initiatiefvoorstellen indienen. Voorwaarde is dat een initiatief ten minste door een kwart van de lidstaten wordt ingediend.

Betrokken bij uitvoering

 

Betrokken instantie EU/internationaal

Verantwoordelijke

Directoraat-Generaal

Directoraat-generaal Justitie en Consumentenzaken (JUST) i

Agentschap

Eurojust i

Agentschap

Europees Agentschap voor het Beheer van de Operationele Samenwerking aan de Buitengrenzen (FRONTEX) i

Directoraat-Generaal

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) i

Agentschap

Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD) i

Agentschap

Europese Politieacademie (CEPOL) i

Agentschap

Europese Politiedienst (Europol) i

3.

Juridisch kader

De samenwerking op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid vindt haar basis in de politiële en justitiële samenwerking in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) i.

  • beginselen en politiële en justitiële samenwerking: derde deel VwEU titel V hoofdstuk I (artikelen 67 t/m 76), hoofdstuk 4 (artikelen 82 t/m 86), hoofdstuk 5 (artikelen 87 t/m 89), zevende deel VwEU art. 346 i lid 1a

Voor specifieke deelgebieden als visabeleid, de bestrijding van terrorisme, en grenscontroles zie die onderdelen op de site.

4.

Meer informatie

Achtergrondartikelen

Europese Unie

Algemeen overzicht EU

Factsheet Europees Parlement

Wetgevingsoverzicht

Statistieken Eurostat