Aanbeveling 2022/2415 - Leidende beginselen voor kennisvalorisatie

1.

Wettekst

9.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/141

 

AANBEVELING (EU) 2022/2415 VAN DE RAAD

van 2 december 2022

betreffende de leidende beginselen voor kennisvalorisatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 182, lid 5, en artikel 292, eerste en tweede zin,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 10 april 2008 heeft de Commissie Aanbeveling 2008/416/EG (1) goedgekeurd betreffende het beheer van intellectuele eigendom (IE) bij kennisoverdracht en een code van goede praktijken voor universiteiten en andere publieke onderzoeksorganisaties. De Raad was ingenomen met die aanbeveling en die code van goede praktijken en heeft die in zijn resolutie van 30 mei 2008 (2) gesteund. Samen hebben die aanbeveling en die code van goede praktijken veel openbaar gefinancierde kennisproducenten een impuls gegeven. Sommige lidstaten hebben strategische investeringen gedaan in infrastructuur en diensten voor kennisoverdracht, zoals bureaus voor technologieoverdracht en andere intermediairs, en sommige hebben IE-specifiek beleid ingevoerd. Verdere activiteiten ter bevordering van kennisoverdracht op Unieniveau zijn ontwikkeld in het kader van de Innovatie-Unie (2010).

 

(2)

In de conclusies van de Raad van 29 mei 2018 over het versnellen van de kenniscirculatie in de EU werd gesteld dat de Unie de relevante wetenschappelijke en technologische kennis die zij produceert, ten volle moet benutten en ervoor moet zorgen dat de resultaten van onderzoeks- en innovatieprojecten (O&I-projecten) doeltreffender aan de samenleving en de bedrijfswereld worden overgedragen, teneinde het effect van investeringen in O&I te maximaliseren. De Raad verzocht de lidstaten ook meer inspanningen te doen om beste praktijken inzake kennisoverdracht te bestuderen en te delen, en riep de Commissie op een strategie voor de verspreiding en benutting van de resultaten van O&I-projecten te ontwikkelen en tot uitvoering te brengen om de beschikbaarheid en het gebruik ervan verder uit te breiden en ervoor te zorgen dat ze sneller in gebruik kunnen worden genomen.

 

(3)

In de mededeling van de Commissie van 10 maart 2020, getiteld “Een nieuwe industriestrategie voor Europa”, en in de geactualiseerde versie daarvan van 2021, werd het belang onderstreept van het beheer van intellectuele eigendom, met name door de onderzoeksgemeenschap bewust te maken van IE, en werd een strategie voor normalisatie aangekondigd om een assertiever standpunt met betrekking tot de belangen van de Unie te ondersteunen. Tot de belangrijkste prioriteiten van het actieplan van de Unie van 25 november 2020 inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de Unie te ondersteunen (3) behoren stimulering van het doeltreffende gebruik en de doeltreffende inzet van intellectuele eigendom en betere toegang tot en uitwisseling van door intellectuele eigendom beschermde activa in tijden van crisis.

 

(4)

In de Uniestrategie voor normalisatie wordt benadrukt hoe belangrijk het is om strategisch bewustzijn bij onderzoekers en innovatoren te kweken met betrekking tot normalisatie en om de O&I-gemeenschap vroegtijdig bij normalisatie te betrekken, als een manier om relevante deskundigheid en vaardigheden te ontwikkelen. In die Uniestrategie staat ook dat de Commissie een gedragscode betreffende normalisatie voor onderzoekers zal ontwikkelen om de verbondenheid van normalisatie en O&I te vergroten.

 

(5)

In de conclusies van de Raad van 1 december 2020 over de nieuwe Europese onderzoeksruimte werd erkend dat extra inspanningen nodig zijn om de intellectuele en wetenschappelijke troeven van de Unie om te zetten in nieuwe producten en diensten die voorzien in de maatschappelijke behoeften. De Raad verwelkomde het initiatief van de Commissie om Aanbeveling 2008/416/EG te herzien in overeenstemming met de nieuwe industriestrategie voor Europa.

 

(6)

In de conclusies van de Raad van 28 mei 2021 over “het verdiepen van de Europese onderzoeksruimte: onderzoekers aantrekkelijke en duurzame loopbanen en arbeidsvoorwaarden bieden en braincirculation verwezenlijken” werd benadrukt dat het belangrijk is om hervormingen in de nationale onderzoekssystemen te ondersteunen om aantrekkelijke onderzoeksloopbanen te creëren, het verschil in beloning aan te pakken en de belonings- en beoordelingssystemen te verbeteren.

 

(7)

In Aanbeveling (EU) 2021/2122 van de Raad (4) over “een pact voor onderzoek en innovatie in Europa” werd kennisvalorisatie aangemerkt als een van de prioritaire gebieden voor gezamenlijk optreden ter ondersteuning van de Europese onderzoeksruimte (EOR). In dat pact worden ook waardecreatie en maatschappelijke en economische impact genoemd als onderdeel van het gemeenschappelijke pakket waarden en beginselen voor O&I in de Unie waarmee de lidstaten rekening moeten houden bij de ontwikkeling van hun O&I-systemen.

 

(8)

De EOR-beleidsagenda voor 2022-2024, die is gehecht aan de conclusies van de Raad van 26 november 2021 over de toekomstige governance van de Europese onderzoeksruimte, bevat een actie om de EU-richtsnoeren voor betere kennisvalorisatie te verbeteren. Het eerste resultaat van die actie dient het ontwikkelen en goedkeuren van leidende beginselen voor kennisvalorisatie te zijn. Die actie omvat ook de ontwikkeling van een praktijkcode voor een slim gebruik van intellectuele eigendom en een praktijkcode voor onderzoekers op het gebied van normalisatie, die gedetailleerdere richtsnoeren dienen te verstrekken over de wijze waarop bepaalde aspecten van kennisvalorisatie moeten worden uitgevoerd.

 

(9)

Open wetenschap, wat een benadering van het wetenschappelijke proces is op basis van open samenwerking, instrumenten en kennisverspreiding, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (5), is een standaardwerkmethode uit hoofde van de kaderprogramma’s van de Unie voor O&I en is geïdentificeerd als een prioritair gebied voor gezamenlijke actie in Aanbeveling (EU) 2021/2122. Aanbeveling (EU) 2018/790 van de Commissie (6) moedigt de lidstaten aan nationaal beleid vast te stellen en uit te voeren voor de verspreiding van en open toegang tot wetenschappelijke publicaties en voor het beheer van onderzoeksgegevens, met name via de Europese openwetenschapscloud. In het eindverslag van het beleidsplatform open wetenschap (7) worden bewustmaking van de waarde van intellectuele eigendom en het beheer van IE-activa genoemd als elementen die een gedeeld onderzoekssysteem voor innovatie zou moeten omvatten. In de conclusies van de Raad van 10 juni 2022 over de beoordeling van onderzoek en de uitvoering van open wetenschap wordt voorgesteld dat bij de ontwikkeling van de onderzoeksbeoordelingssystemen in Europa rekening wordt gehouden met, onder meer, kennisvalorisatie.

 

(10)

In de mededeling van de Commissie van 19 februari 2020, getiteld “Een Europese datastrategie”, wordt erop aangedrongen dat bedrijven en de overheidssector de mogelijkheden van data voor maatschappelijke en economische vooruitgang benutten, en wordt gesteld dat het datapotentieel moet worden ingezet voor de behoeften van ieder individu om zo waarde te creëren voor de economie en de samenleving. Datagestuurde innovatie kan de burger enorme voordelen opleveren, bijvoorbeeld door medische behandelingen op maat, beter vervoer en een bijdrage aan de Europese Green Deal.

 

(11)

De mededeling van de Commissie van 29 april 2021, getiteld “Samen zorgen voor betere regelgeving”, onderstreept dat wetenschappelijk bewijs een van de hoekstenen van betere regelgeving is, en van vitaal belang is om tot een nauwkeurige beschrijving van het probleem, een grondig inzicht in de oorzaken en derhalve een gedegen interventielogica te komen, alsook om de effecten te beoordelen. Hoogwaardig onderzoek kan niet binnen zeer korte tijd worden verricht; om ervoor te zorgen dat relevante gegevens beschikbaar zijn op het moment dat daar behoefte aan is, is dus betere anticipatie op en coördinatie van die behoefte geboden. Het betekent ook dat onderzoekers doeltreffender bij het regelgevingsproces moeten worden betrokken.

 

(12)

Het bevorderen van transversale vaardigheden zoals ondernemerschap, creativiteit, kritisch denken en maatschappelijke betrokkenheid behoren tot de doelstellingen van de mededelingen van de Commissie, getiteld “De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen”, “Een Europese strategie voor universiteiten” en “De Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht”. Het strategisch kader van de Europese onderwijsruimte bevordert samenwerking en intercollegiaal leren tussen de lidstaten en belangrijke belanghebbenden, bijvoorbeeld in de vorm van werkgroepen.

 

(13)

Het O&I-ecosysteem is ingrijpend veranderd sinds Aanbeveling 2008/416/EG, die voornamelijk op publieke onderzoeksorganisaties was gericht (8). Er is een actualisering nodig om de nadruk te leggen op de maximalisatie van de waarde van alle door verschillende soorten actoren in een dynamisch O&I-ecosysteem gegenereerde kennis. Nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen moeten worden aangepakt, zoals steeds complexere kenniswaardeketens, nieuwe marktkansen die worden gecreëerd door opkomende technologieën, nieuwe vormen van samenwerking tussen het bedrijfsleven en de academische wereld en tussen de publieke sector en de academische wereld, de betrokkenheid van burgers, alsook buitenlandse inmenging in O&I en wederkerigheid bij het beheer van intellectuele activa in het kader van internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie.

 

(14)

De diversiteit van kennisvalorisatiekanalen en -instrumenten (9) moet in aanmerking worden genomen zodat er aandacht wordt besteed aan duurzaamheid, sociale uitdagingen en andere sectorale beleidsprioriteiten en zodat multidisciplinaire samenwerking wordt gestimuleerd, die niet alleen plaatsvindt binnen het traditionele domein van kennisoverdracht op technologische gebieden, maar waarbij ook disciplines zoals sociale wetenschappen, geesteswetenschappen en kunsten worden betrokken, en er wordt gekeken naar de onderlinge verbanden tussen sociaal, milieu- en economisch beleid.

 

(15)

Het doel van de leidende beginselen voor kennisvalorisatie moet het vaststellen van een gemeenschappelijke lijn voor maatregelen en beleidsinitiatieven ter verbetering van de kennisvalorisatie in de Unie zijn, met name door: a) de groep actoren en activiteiten te vergroten ten opzichte van Aanbeveling 2008/416/EG; b) nadruk te impliceren op het volledige O&I-ecosysteem en de connecties daarvan, op cocreatie tussen actoren en op het creëren van maatschappelijke waarde; c) het toepassingsgebied ervan uit te breiden zodat het beheer van intellectuele activa erdoor wordt bestreken en het belang van de ontwikkeling van een ondernemerscultuur en ondernemerspraktijken en -vaardigheden wordt beklemtoond, en d) nadrukkelijk te wijzen op nieuwe behoeften om het effect van O&I te vergroten, zoals het aanpakken van nieuwe en hardnekkige beleidsuitdagingen, het vergroten van de betrokkenheid van burgers en het delen van beste praktijken tussen verschillende O&I-actoren.

 

(16)

De voornaamste concepten in de leidende beginselen voor kennisvalorisatie moeten als volgt worden gedefinieerd:

“Kennisvalorisatie” is het proces waarbij uit kennis maatschappelijke en economische waarde wordt gecreëerd door verschillende gebieden en sectoren met elkaar te verbinden en door gegevens, knowhow en onderzoeksresultaten om te zetten in duurzame producten, diensten, oplossingen en op kennis gebaseerde beleidsmaatregelen die de samenleving ten goede komen. Omdat nu de nadruk wordt gelegd op kennisvalorisatie moet het toepassingsgebied van Aanbeveling 2008/416/EG worden uitgebreid tot het hele O&I-ecosysteem en de steeds verscheidener actoren die daarin actief zijn.

Kennisvalorisatie is een paradigmaverschuiving die nieuwe aspecten met zich meebrengt die de waarde van bestaand en toekomstig O&I en van bestaande en toekomstige kennisactiva, waaronder impliciete kennis, zullen maximaliseren. Impliciete kennis is elke vorm van kennis die niet kan worden gecodificeerd en niet als informatie kan worden doorgegeven via documentatie, wetenschappelijke artikelen, lezingen, conferenties of andere communicatiekanalen. Dergelijke kennis wordt doeltreffender overgedragen tussen personen met dezelfde sociale achtergrond en die fysiek bij elkaar in de buurt zijn (10). Kennisvalorisatie zal voordelen opleveren voor de beleidsvorming en ook nieuwe manieren om O&I te monitoren en te evalueren omdat nieuwe indicatoren en meetinstrumenten worden ontwikkeld. Het proces zal van invloed zijn op de financiering van O&I en zal waarde toevoegen aan wetenschap en onderzoek en de resultaten daarvan. Kennisvalorisatie vereist de deelname van de actoren in het O&I-ecosysteem en de gebruikers/begunstigden van kennis en innovatie, met bijzondere nadruk op het gebruik, het hergebruik en de kruisbestuiving van kennis in verschillende sectoren ten behoeve van de samenleving. Als zodanig is het een breder concept dan verspreiding, wat inhoudt dat kennis en resultaten bekend en toegankelijk worden gemaakt. Tot slot zal kennisvalorisatie naar verwachting bijdragen tot de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (11) en van de Europese Green Deal.

“Intellectuele activa” wordt geacht het volgende te bestrijken: alle resultaten, diensten en producten die worden gegenereerd door O&I-activiteiten, zoals octrooien, auteursrechten, handelsmerken, publicaties, gegevens, knowhow, prototypen, processen, praktijken, technologieën, uitvindingen, software of bedrijfsmodellen. Een verruiming van het toepassingsgebied vanuit een enge focus op beheer en bescherming van intellectuele-eigendomsrechten zal ook meer mogelijkheden tot waardecreatie met zich meebrengen. Om de waarde van de intellectuele activa die worden gegenereerd door O&I-activiteiten volledig te kunnen benutten, moeten organisaties die O&I-activiteiten verrichten, intellectuele activa in brede zin beheren — zowel activa die wettelijk kunnen worden beschermd, zoals octrooien, auteursrechten en handelsmerken, als andere intellectuele activa die bij valorisatieactiviteiten kunnen worden gebruikt. Dat vereist de ontwikkeling van beheerstrategieën en de bevordering van specifieke en transversale vaardigheden om de volledige waarde van gegenereerde intellectuele activa te benutten. Efficiënt beheer van intellectuele activa is van cruciaal belang voor kennisvalorisatie.

 

(17)

Openheid als beginsel ondersteunt waardecreatie, en het gebruik van instrumenten voor het beheer van intellectuele activa kan leiden tot een beter gebruik van resultaten, een positieve bijdrage leveren aan innovatie en de totale toegevoegde waarde van wetenschappelijke resultaten vergroten (12). Met inachtneming van de IE-regels is het, uitgaande van het beginsel “zo open mogelijk en zo gesloten als nodig” belangrijk te erkennen dat zowel open wetenschap als open innovatie, het uitgangspunt van open innovatie is om het innovatieproces open te stellen voor alle actieve spelers, zodat kennis vrijer kan circuleren en kan worden omgezet in producten en diensten die nieuwe markten creëren, waarbij een sterkere ondernemerscultuur wordt bevorderd (13), gebruikmaakt van de instrumenten voor het beheer van intellectuele activa. Een verstandig gebruik van onderzoeksresultaten om sociaal-economische voordelen te creëren zal ook de totale waarde en het belang van wetenschappelijk onderzoek voor de samenleving vergroten.

 

(18)

Ondernemerspraktijken, -processen, -competenties en -vaardigheden, alsook praktijken, processen, competenties en vaardigheden die de betrokkenheid van burgers, het maatschappelijk middenveld en beleidsmakers bevorderen, zijn noodzakelijke onderdelen van succesvolle kennisvalorisatie-initiatieven. Om kennis om te zetten in nieuwe waarde, ongeacht of het gaat om incrementele of disruptieve innovaties, empirisch onderbouwde beleidsvorming of het welzijn van burgers, is een attitude, praktijk of cultuur van proactieve/ondernemende en cocreatieve/sectoroverschrijdende betrokkenheid nodig, in combinatie met ondernemerschap in sommige of alle stadia van het valorisatieproces. Op die manier zou het valorisatieproces kunnen leiden tot aanpassingen in onderwijsstelsels en onderzoekersloopbanen, zodat zij beter inspelen op de vaardigheden, competenties en gedragingen die tot meer creativiteit en maatschappelijke waardecreatie zouden leiden. Het ontwikkelen en gebruiken van ondernemersbenaderingen en op diversiteit en betrokkenheid/samenwerking gerichte benaderingen is dan ook van cruciaal belang voor een doeltreffende valorisatie.

 

(19)

Ondernemersprocessen en methoden zijn op experimenten gebaseerde ontdekkingen en cocreaties, die over de grenzen van organisaties heen gaan en waarbij veel complementaire competenties betrokken zijn. In dat verband wordt het ondernemersproces gezien als een ontdekkingsgestuurde methode om markt- en maatschappijgerelateerde uitdagingen en kansen te benaderen, door intellectuele activa experimenteel te ontwikkelen en ze te benutten om nieuwe en nuttige meerwaarde (innovaties) te creëren voor een bepaalde groep belanghebbenden. Dergelijke processen en methoden vereisen de nodige sociale ondernemersvaardigheden en -capaciteiten om spillovers van sociale kennis mogelijk te maken die verder gaan dan commercialisering. Door gebruik te maken van de open methode voor coördinatie van netwerken, hulpmiddelen en instrumenten van de EOR en van het strategisch kader van de Europese onderwijsruimte, zullen kennisvalorisatie en de ontwikkeling van de bijbehorende vaardigheden worden gestimuleerd.

 

(20)

De leidende beginselen moeten daarom betrekking hebben op de ontwikkeling, het gebruik en het beheer van ondernemerspraktijken, -processen en -vaardigheden op alle niveaus van de samenleving in de particuliere en de openbare sectoren die bij kennisvalorisatie betrokken zijn. Dat nieuwe toepassingsgebied vereist dat beleidsmakers hun beleidsdoelstellingen dienovereenkomstig op elkaar afstemmen en nieuwe benaderingen invoeren die voor kennisvalorisatie nodig zijn. Die leidende beginselen zijn bedoeld om beleidsmakers in de lidstaten te helpen aan dergelijke vereisten te voldoen.

 

(21)

De leidende beginselen in deze aanbeveling moeten derhalve betrekking hebben op beleidsinitiatieven die gericht zijn op alle categorieën van actoren in het ecosysteem die bij O&I-activiteiten betrokken zijn, zoals:

 

wetenschappelijke instellingen, universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs, organisaties op het gebied van onderzoek, innovatie en technologie en andere publieke onderzoeksorganisaties, academies en wetenschappelijke genootschappen, en intergouvernementele initiatieven en netwerken, zoals Eureka;

 

maatschappelijke organisaties, waaronder burgerorganisatie en niet-gouvernementele organisaties;

 

particuliere investeerders en financierings- en investeringsorganisaties, met inbegrip van stichtingen en liefdadigheidsinstellingen;

 

individuele personen, zoals innovatoren, ondernemers, onderzoekers, wetenschappers, lesgevers en studenten;

 

het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), start-ups, spin-offs, scale-ups en sociale ondernemingen;

 

intermediairs, zoals professionals op het gebied van kennis- en technologieoverdracht, starterscentra, wetenschapsparken, Unie-, nationale en regionale innovatiehubs of -clusters, deskundigen inzake intellectuele eigendom, consultants en professionals die innovatie ondersteunen, teams voor wetenschappelijke communicatie en beleidsbetrokkenheid, organisaties die kennis verzamelen voor advies op het gebied van beleid/wetenschap en deskundigen op het gebied van burgerbetrokkenheid);

 

nationale, regionale en lokale autoriteiten en beleidsmakers;

 

particuliere onderzoeksorganisaties, openbare en particuliere dienstverleners zoals ziekenhuizen, aanbieders van openbaar vervoer en energieleveranciers;

 

onderzoeksinfrastructuren, technologie-infrastructuren en andere installaties en netwerken die O&I-activiteiten ondersteunen;

 

normalisatie-instellingen.

 

(22)

De leidende beginselen moeten zo worden geformuleerd dat zij van toepassing zijn op alle of de meeste van de in overweging 21) vermelde categorieën. De toepassing van de leidende beginselen moet worden aangepast aan de betrokken actoren door middel van documenten voor een code van goede praktijken, namelijk een praktijkcode voor een slim gebruik van intellectuele eigendom en een praktijkcode voor onderzoekers op het gebied van normalisatie. Indien nodig kunnen samen met de belanghebbenden andere relevante documenten voor een praktijkcode worden opgesteld.

 

(23)

De leidende beginselen mogen niet bindend zijn. Bij de toepassing ervan moeten zowel het internationale recht, het Unierecht en het nationale recht worden geëerbiedigd, en er moet rekening mee worden gehouden bij de inspanningen om ervoor te zorgen dat het rechtskader van de Unie kennisvalorisatie ondersteunt. De leidende beginselen moeten zodanig worden toegepast dat ze zo breed mogelijk maatschappelijk kunnen worden benut, onder meer door bij te dragen aan een duurzame samenleving overeenkomstig de richtsnoeren van de Unie voor de aanpak van buitenlandse inmenging in O&I (14). Waar mogelijk en afhankelijk van de context, moet bij valorisatieactiviteiten rekening worden gehouden met de behoeften van en de voordelen voor de samenleving, naast traditionele winstbepalende factoren. Een voorbeeld daarvan is maatschappelijk verantwoorde licentieverlening, waarbij de licentieverlening met betrekking tot intellectuele activa ervoor moet zorgen dat de prijsstelling van de eindproducten en -diensten de toegankelijkheid niet ondermijnt. De leidende beginselen moeten gericht zijn op het maximaliseren van de waarde van O&I-investeringen die verder gaan dan de traditionele kennisoverdracht en op het betrekken van alle actoren bij het O&I-ecosysteem.

 

(24)

Kennisvalorisatie is een complex proces dat aanzienlijke middelen vergt om ervoor te zorgen dat de nodige vaardigheden en schaalbare capaciteiten in de Unie worden ontwikkeld en gehandhaafd. Dat vereist dat de investering in de ontwikkeling van professionals en facilitators op het gebied van kennisoverdracht en -bemiddeling, die optreden als intermediairs tussen relevante O&I-actoren, wordt voortgezet en opgeschaald. Het is met name belangrijk kmo’s aan te moedigen deel te nemen door middel van sterke nationale en regionale innovatie-ecosystemen. Daarnaast moet proactiviteit in start-ups en scale-ups, ongeacht hun omvang, worden aangemoedigd en moeten industriële partners ervan worden overtuigd zich open te stellen voor risico’s,

BEVEELT AAN:

dat de lidstaten en de Europese Commissie de volgende leidende beginselen voor kennisvalorisatie toepassen:

 

1.

Kennisvalorisatie in het onderzoeks- en innovatiebeleid

 

a)

Ervoor zorgen dat er de nodige ondersteunende structuren zijn op Unie-, nationaal en regionaal niveau om organisaties te informeren over de reikwijdte van deze aanbeveling over kennisvalorisatie, te beoordelen wat voor gevolgen de aanbeveling voor hen heeft, waar nodig financiële en niet-financiële middelen te mobiliseren om deze aanbeveling in de praktijk te brengen, en de nodige strategieën en praktijken te ontwikkelen om de aanbeveling uit te voeren en bekend te maken.

 

b)

Ervoor zorgen dat het beleid en de praktijken inzake waardecreatie op organisatorisch niveau worden gedefinieerd, uitgevoerd, gedeeld en bekendgemaakt.

 

c)

Ervoor zorgen dat bij door de overheid gefinancierde O&I-activiteiten een zo breed mogelijk maatschappelijk gebruik en een zo breed mogelijke valorisatie van intellectuele activa die door O&I-activiteiten worden gegenereerd, in overweging worden genomen. Daarbij moet rekening worden gehouden met soevereiniteitskwesties en moeten alle actoren in het ecosysteem worden betrokken.

 

d)

De structuren, processen en praktijken versterken voor het gebruik van onderzoeksresultaten en wetenschappelijke kennis voor het ontwerpen en uitvoeren van overheidsbeleid en het ontwikkelen en herzien van normen.

 

e)

Gelijkheid, diversiteit en inclusie bevorderen en gendervooroordelen vermijden bij kennisvalorisatie, de doelstellingen ervan en de mensen die bij dergelijke activiteiten betrokken worden, bijvoorbeeld door te zorgen voor diversiteit in onderzoeksteams en O&I-inhoud die de perspectieven, gedragingen en behoeften van diverse groepen in de samenleving weerspiegelen.

 

2.

Vaardigheden en capaciteiten

 

a)

De ontwikkeling bevorderen van de competenties, vaardigheden en capaciteiten die nodig zijn voor de ondersteuning van kennisvalorisatie, waarbij alle belanghebbenden betrokken worden, van studenten, onderzoekers en uitvinders tot ondernemers en professionele intermediairs, en van kennisgebruikers tot beleidsmakers.

 

b)

Zorgen voor mobiliteitsregelingen tussen academische instellingen, het bedrijfsleven en de overheidssector, om de ontwikkeling van vaardigheden en de kruisbestuiving wat betreft competenties, cultuur en praktijken, ook vanuit het perspectief van een leven lang leren, tussen actoren op het gebied van kennisvalorisatie op Unie-nationaal en regionaal niveau te vergemakkelijken.

 

c)

Ervoor zorgen dat de impliciete kennis van die personen die de intellectuele activa genereren, wordt erkend als een van de onderdelen van het valorisatieproces. Het is belangrijk participatieve samenwerkingsbenaderingen te bevorderen die het mogelijk maken talenten, vaardigheden en impliciete kennis op te nemen in innovatie en valorisatie.

 

d)

Multidisciplinaire en interdisciplinaire samenwerking die verder reikt dan technologische aspecten, aanmoedigen en vergemakkelijken, waarbij ook disciplines zoals de sociale wetenschappen, de geesteswetenschappen en de kunsten worden betrokken, alsook op cocreatie gerichte benaderingen.

 

3.

Systeem van stimulansen

 

a)

Een relevant en rechtvaardig systeem van stimulansen ontwikkelen en in gebruik nemen voor alle actoren in het O&I-ecosysteem, met name onderzoekers, innovatoren, studenten en medewerkers van universiteiten en publieke onderzoeksorganisaties, zodat zij kennisvalorisatie kunnen leren, gebruiken en toepassen, en talent kunnen aantrekken en behouden.

 

b)

Maatregelen nemen opdat ondernemingen — en dan vooral kmo’s — het maatschappelijk middenveld, burgers, eindgebruikers en overheidsinstanties actieve partners kunnen zijn bij het cocreëren van waardetoevoegende innovatie, waardoor de toegang tot en het gebruik van kennis worden verbeterd, meer vaardigheden worden verworven en gezamenlijke experimenten worden aangemoedigd.

 

c)

Organisaties die aan kennisvalorisatie doen aanmoedigen, ondersteunen en stimuleren om maatstaven die het leerproces en de prestaties van actoren op het gebied van kennisvalorisatie in de Unie verbeteren, te verzamelen, te delen en te gebruiken.

 

4.

Beheer van intellectuele eigendom

 

a)

Ervoor zorgen dat beleid en praktijken voor het beheer van intellectuele activa worden vastgesteld, uitgevoerd, gedeeld, bekendgemaakt en bevorderd in alle organisaties die betrokken zijn bij kennisvalorisatie.

 

b)

Universiteiten, onderzoeksorganisaties, overheden en bedrijven bewuster maken van het belang van het beheer van intellectuele activa in een internationale omgeving, rekening houdend met soevereiniteitskwesties.

 

c)

Ervoor zorgen dat intellectuele activa die in het kader van door de overheid gefinancierde O&I-activiteiten in de Unie zijn ontwikkeld, zodanig worden beheerd en gecontroleerd dat de sociaal-economische voordelen, waaronder de bijdrage aan duurzaamheid voor de Unie als geheel, in aanmerking worden genomen en gemaximaliseerd worden.

 

d)

De bekendheid en de toepassing van praktijken en instrumenten voor het beheer van intellectuele activa in open wetenschap en in open innovatie vergroten om het gebruik van resultaten en gegevens voor innovatie te vergemakkelijken.

 

e)

Het beheer van intellectuele activa efficiënter maken, bijvoorbeeld door actieve portefeuilleopbouw te ondersteunen en door platforms te bevorderen die het aanbod van en de vraag naar intellectuele activa bij elkaar brengen, om de waardecreatie voor alle betrokkenen te maximaliseren.

 

5.

Relevantie in regelingen voor overheidsfinanciering

 

a)

Nagaan hoe de beginselen voor kennisvalorisatie beter kunnen worden toegepast in door de overheid gefinancierd onderzoek.

 

b)

Specifieke financieringsregelingen overwegen ter aanvulling van de onderzoeksfinanciering om ervoor te zorgen dat kennisvalorisatie in een vroeg stadium in het onderzoek wordt gestimuleerd, waaronder ondersteuning van intermediairs.

 

6.

Intercollegiaal leren

 

a)

Nationale en transnationale processen en praktijken voor intercollegiaal leren bevorderen en ondersteunen, om zo de uitwisseling van beste praktijken (15), casestudies, rolmodellen en geleerde lessen aan te moedigen, en om gemeenschappelijke specificaties voor kennisvalorisatie te ontwikkelen.

 

b)

Succesvolle organisaties, ecosystemen en initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie benchmarken, om gemeenschappelijke concepten, modellen en stimulansen te ontwikkelen en te bevorderen die als leidraad kunnen dienen voor de beoordeling en uitvoering van kennisvalorisatiebeheer en -processen. Voorts gebruikmaken van de deskundigheid, netwerken en geleerde lessen van relevante organisaties, zoals het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, het Europees Octrooibureau, het Enterprise Europe Network, het Europees Instituut voor innovatie en technologie en de desbetreffende kennis- en innovatiegemeenschappen en andere internationale, Europese, nationale of regionale organisaties.

 

c)

Universiteiten en publieke onderzoeksorganisaties aanmoedigen om hun middelen, deskundigheid, gegevens en infrastructuur over de grenzen van disciplines, landen en regio’s heen te bundelen, om zo intercollegiaal leren te bevorderen.

 

7.

Maatstaven, toezicht en evaluatie

 

a)

Gezamenlijke inspanningen bevorderen om voor alle mogelijke valorisatiekanalen gemeenschappelijke, overeengekomen definities, maatstaven en indicatoren vast te stellen die de prestaties van de Unie op het gebied van kennisvalorisatie helpen te verbeteren, rekening houdend met de contextuele verschillen tussen de lidstaten en de actoren op het gebied van kennisvalorisatie en de specifieke kenmerken van de verschillende sectoren.

 

b)

Ervoor zorgen dat de toezicht- en evaluatiepraktijken om kennisvalorisatie te beoordelen en te evalueren, zijn afgestemd op het ruimere EOR-monitoringkader, en de administratieve lasten voor de lidstaten en belanghebbenden minimaliseren, waarbij synergieën met andere relevante EOR-beleidsmaatregelen zouden moeten worden ontwikkeld.

Aanbeveling 2008/416/EG wordt door deze aanbeveling vervangen.

Gedaan te Brussel, 2 december 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    SÍKELA
 

  • (1) 
    Aanbeveling 2008/416/EG van de Commissie van 10 april 2008 betreffende het beheer van intellectuele eigendom bij kennisoverdracht en een code van goede praktijken voor universiteiten en andere publieke onderzoeksorganisaties (PB L 146 van 5.6.2008, blz. 19).
  • (2) 
    Resolutie van de Raad over het beheer van intellectuele eigendom bij kennisoverdracht en een code van goede praktijken voor universiteiten en andere publieke onderzoeksorganisaties.
  • (3) 
    Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten. Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen.
  • (5) 
    Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).
  • (7) 
    Europese Commissie, directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie, Mendez, E., Progress on Open Science: towards a shared research knowledge system: final report of the open science policy platform (Voortgang met betrekking tot open wetenschap: naar een gedeeld onderzoekskennissysteem: eindverslag van het beleidsplatform open wetenschap), Lawrence, R. (red.), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2020.
  • (8) 
    De term “publieke onderzoeksorganisatie” omvat zowel gespecialiseerde technologische onderzoeksorganisaties als instellingen voor hoger onderwijs die zich bezighouden met activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en onderzoeksopleidingsactiviteiten met aanzienlijke financiële steun uit openbare en semi-openbare bronnen (bijvoorbeeld liefdadigheids- en non-profitorganisaties).
  • (9) 
    Europese Commissie, directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie, Research & innovation valorisation channels and tools: boosting the transformation of knowledge into new sustainable solutions (Valorisatiekanalen en -instrumenten voor onderzoek en innovatie: stimuleren van de omzetting van kennis in nieuwe duurzame oplossingen), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2020.
  • OESO-verslag “Global Competition for Talent: Mobility of the Highly Skilled”.
  • Resolutie van de Verenigde Naties, op 25 september 2015 door de Algemene Vergadering aangenomen: Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development (Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling) (A/RES/70/1).
  • Europese Commissie, directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie, Open science and intellectual property rights: How can they better interact?: state of the art and reflections: executive summary (Open wetenschap en intellectuele-eigendomsrechten: hoe kan de wisselwerking ertussen worden verbeterd? — Stand van de techniek en beschouwingen: samenvatting), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022.
  • Europese Commissie, directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie, Open innovation, open science, open to the world: a vision for Europe (Open innovatie, open wetenschap, open naar de wereld: een visie voor Europa), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2016, blz. 13.
  • Europese Commissie, directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie, Tackling R&I foreign interference: staff working document (Bestrijding van buitenlandse inmenging in O&I: werkdocument van de diensten), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022.
  • Een register van voorbeelden van beste praktijken is beschikbaar op het platform voor kennisvalorisatie van de Europese Commissie, waar altijd nieuwe voorbeelden van beste praktijken kunnen worden ingediend.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.