Besluit 2022/393 - Standpunt EU tijdens de 65e zitting van de Commissie Verdovende Middelen wat betreft de toevoeging van drie stoffen aan de lijst van stoffen in tabel I bij het Verdrag van de VN tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen

1.

Wettekst

9.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 79/36

 

BESLUIT (EU) 2022/393 VAN DE RAAD

van 3 maart 2022

betreffende het namens de Europese Unie tijdens de 65e zitting van de Commissie Verdovende Middelen in te nemen standpunt wat betreft de toevoeging van drie stoffen aan de lijst van stoffen in tabel I bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988 (het “verdrag”) is door de Unie gesloten bij Besluit 90/611/EEG van de Raad (1) en is op 11 november 1990 in werking getreden.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 12, leden 2 tot en met 7, van het verdrag kunnen stoffen worden toegevoegd aan de tabellen bij het verdrag, die een lijst van drugsprecursoren bevatten.

 

(3)

Op haar 65e zitting, die zal plaatsvinden in Wenen van 14 tot en met 18 maart 2022, zal de Commissie Verdovende Middelen een besluit aannemen betreffende de toevoeging van drie stoffen aan tabel I bij het verdrag.

 

(4)

Volgens de beoordeling van het Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen worden drie stoffen, te weten 4-AP, 1-boc-4-AP en norfentanyl, vaak gebruikt bij de illegale vervaardiging van fentanyl en fentanylanalogen, en zijn zij zeer geschikt voor de illegale vervaardiging van fentanyl en een aantal fentanylanalogen, die zeer krachtige synthetische opioïden zijn. Er is bewijs voorhanden dat de hoeveelheid en de omvang van de illegale vervaardiging van fentanyl en fentanylanalogen ernstige problemen voor de volksgezondheid en de maatschappij creëeren. Derhalve is het gerechtvaardigd om 4-AP, 1-boc-4-AP en norfentanyl onder internationaal toezicht te plaatsen.

 

(5)

Op 2 februari 2022 heeft het Internationaal Comité van toezicht op verdovende middelen de Commissie Verdovende Middelen aanbevolen om 4-AP, 1-boc-4-AP en norfentanyl toe te voegen aan tabel I bij het verdrag.

 

(6)

Illegaal vervaardigd fentanyl en illegaal vervaardigde fentanylanalogen hebben in bepaalde lidstaten ernstige maatschappelijke en volksgezondheidsproblemen veroorzaakt.

 

(7)

Het besluit betreffende de toevoeging van stoffen aan tabel I bij het verdrag valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. De Unie heeft de status van waarnemer in de Commissie Verdovende Middelen, waarvan 12 EU-lidstaten stemgerechtigd lid zijn.

 

(8)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Commissie Verdovende Middelen, aangezien het besluit van die commissie voor de Unie bindend zal zijn en beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het recht van de Unie, namelijk Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad (3).

 

(9)

Het standpunt van de Unie moet tot uitdrukking worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de Commissie Verdovende Middelen en daarin gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

 

(10)

Het standpunt dat namens de Unie in de Commissie Verdovende Middelen moet worden ingenomen, is dat 4-AP, 1-boc-4-AP en norfentanyl in tabel I bij het verdrag moeten worden opgenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 65e zitting van de Commissie Verdovende Middelen van 14 tot en met 18 maart 2022, is de volgende stoffen toe te voegen aan tabel I van het Verdrag:

 

a)

4-AP;

 

b)

1-boc-4-AP, en

 

c)

norfentanyl.

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de Commissie Verdovende Middelen en daarin gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    DARMANIN
 

  • (1) 
    Besluit 90/611/EEG van de Raad van 22 oktober 1990 betreffende de sluiting namens de Europese Economische Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (PB L 326 van 24.11.1990, blz. 56).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.