Besluit 2022/9 - Standpunt EU tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) en de bijbehorende protocollen, wat betreft wijziging van de bijlage bij het Protocol inzake de voorkoming en beëindiging van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen of door verbranding op zee (stortprotocol)

1.

Wettekst

7.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 4/4

 

BESLUIT (EU) 2022/9 VAN DE RAAD

van 2 december 2021

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) en de bijbehorende protocollen, wat betreft de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlage bij het Protocol inzake de voorkoming en beëindiging van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen of door verbranding op zee (stortprotocol)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Protocol bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee (“het Verdrag van Barcelona”) inzake de voorkoming en beëindiging van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen of door verbranding op zee (“het stortprotocol”) is door de Unie gesloten bij Besluit 77/585/EEG van de Raad (1) en is op 15 april 1978 in werking getreden.

 

(2)

Krachtens artikel 18, lid 2, punt iii), van het Verdrag van Barcelona moet de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen wijzigingen in de bijlagen bij de protocollen bij het verdrag vaststellen.

 

(3)

De partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen zijn voornemens tijdens de 22e vergadering van 7 tot en met 10 december 2021 een besluit (“het besluit van de partijen”) vast te stellen tot wijziging van de bijlage bij het stortprotocol met betrekking tot de factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van criteria voor de afgifte van vergunningen voor het storten van stoffen op zee, rekening houdend met artikel 6 van het stortprotocol.

 

(4)

Het besluit van de partijen betreft de bescherming van het milieu, wat een gedeelde bevoegdheid is van de Unie en haar lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt e), van het Verdrag. Het besluit van de partijen valt niet binnen een gebied dat grotendeels onder de Unieregels over die bescherming valt. De Unie is niet voornemens gebruik te maken van de mogelijkheid om haar externe bevoegdheid uit te oefenen op gebieden waarop het besluit van de partijen betrekking heeft en waarvoor zij haar bevoegdheid nog niet intern heeft uitgeoefend.

 

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen, aangezien het besluit van de partijen betrekking heeft op de vaststelling van wijzigingen in de bijlage bij het stortprotocol die voor de Unie bindend zullen zijn.

 

(6)

Aangezien de beoogde wijzigingen in de bijlage bij het stortprotocol de eisen inzake de bescherming van de Middellandse Zee zullen moderniseren, de internationale verbintenissen en ambities van de Unie zullen beïnvloeden en de bescherming van het milieu zullen verbeteren, moet de Unie de vaststelling van het besluit van de partijen steunen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen is dat de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlage bij het Protocol inzake de voorkoming en beëindiging van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen of door verbranding op zee, wordt gesteund.

Artikel 2

In het licht van de ontwikkelingen tijdens de 22e vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona en de bijbehorende protocollen kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten, tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse overeenkomen om zonder nader besluit van de Raad het in artikel 1 bedoelde standpunt verfijnen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 2 december 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    VRTOVEC
 

  • (1) 
    Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.