Uitvoeringsbesluit 2021/1968 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

12.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 401/1

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1968 VAN DE RAAD

van 9 november 2021

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de belasting over de toegevoegde waarde (btw) af te trekken ter zake van aan hem geleverde goederen en diensten die hij voor zijn belaste activiteiten bestemt. Krachtens artikel 26, lid 1, punt a), van die richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, gelijkgesteld aan een dienst.

 

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 van de Raad (2) is Letland gemachtigd om het recht op aftrek van de btw ter zake van de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van personenauto’s met een toegestaan maximumgewicht van ten hoogste 3 500 kg en niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurdersplaats niet meegerekend, alsook ter zake van uitgaven in verband met onderhoud, reparatie en brandstof voor zulke auto’s, tot en met 31 december 2018 tot 50 % te beperken. De machtiging ontslaat belastingplichtigen ook van de verplichting om het niet-zakelijke gebruik van deze personenauto’s gelijk te stellen aan een dienst.

 

(3)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1921 van de Raad (3) is de geldigheid van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 verlengd tot en met 31 december 2021.

 

(4)

Bij brief van 21 april 2021 heeft Letland de Commissie verzocht om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde het recht op aftrek ter zake van uitgaven voor bepaalde personenauto’s die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, te mogen beperken (“het verzoek”).

 

(5)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 10 juni 2021 van het verzoek in kennis gesteld. Bij brief van 14 juni 2021 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(6)

Als bepaald in artikel 6, lid 2, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429, heeft Letland een verslag ingediend, met daarin ook een evaluatie van het percentage van de btw-aftrek. Op basis van actuele gegevens, te weten ervaringen met belastingcontroles en statistische gegevens over het privégebruik van personenauto’s, stelt Letland dat de beperking van 50 % nog altijd gerechtvaardigd en passend is.

 

(7)

Gelet op het positieve effect van de bijzondere maatregel op de administratieve lasten voor belastingplichtigen en belastingautoriteiten doordat de inning van de btw wordt vereenvoudigd en belastingontwijking door onjuiste boekhouding wordt voorkomen, moet Letland worden gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen.

 

(8)

De verlenging van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt, zodat de effectiviteit ervan en de toepasselijkheid van het tarief kunnen worden geëvalueerd.

 

(9)

Indien Letland een verlenging van de bijzondere maatregel na 2024 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 31 maart 2024, samen met het verzoek om verlenging, een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage.

 

(10)

De bijzondere maatregel zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

 

(11)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 6 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 wordt vervangen door:

“Artikel 6

  • 1. 
    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2016. Het verstrijkt op 31 december 2024.
  • 2. 
    Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging wordt uiterlijk op 31 maart 2024 aan de Commissie voorgelegd, samen met een verslag met daarin ook een evaluatie van het in artikel 1 vastgestelde percentage.”.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 9 november 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    ŠIRCELJ
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 van de Raad van 10 december 2015 waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 334 van 22.12.2015, blz. 15).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1921 van de Raad van 4 december 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2429 waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 311 van 7.12.2018, blz. 36).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.