Besluit 2021/1941 - Financiële bijdragen van de partijen aan het Europees Ontwikkelingsfonds, voor de financiering van dat fonds inclusief het maximum voor 2023, het jaarlijkse bedrag voor 2022, de eerste tranche voor 2022 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2024 en 2025

1.

Wettekst

10.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 396/61

 

BESLUIT (EU) 2021/1941 VAN DE RAAD

van 9 november 2021

betreffende de financiële bijdragen van de partijen aan het Europees Ontwikkelingsfonds, voor de financiering van dat fonds inclusief het maximum voor 2023, het jaarlijkse bedrag voor 2022, de eerste tranche voor 2022 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2024 en 2025

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (1), en met name artikel 7, lid 2, in samenhang met artikel 14, lid 3,

Gezien Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 (2), en met name artikel 19, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig de procedure van de artikelen 19 tot en met 22 van Verordening (EU) 2018/1877 moest de Commissie uiterlijk 15 oktober 2021 een voorstel indienen tot vaststelling van het maximum voor het bedrag van de bijdrage voor 2023, het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2022, het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2022, en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2024 en 2025.

 

(2)

Op grond van artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 moet de Europese Investeringsbank (EIB) haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten naar de Commissie sturen.

 

(3)

Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de voor voorgaande Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) vastgelegde bedragen worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de Commissie en voor de Europese Investeringsbank worden gedaan.

 

(4)

Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) (het “terugtrekkingsakkoord”) is bepaald dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland partij bij het EOF zal blijven tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het terugtrekkingsakkoord wordt het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of in het kader van voorgaande EOF’s, echter niet hergebruikt.

 

(5)

Bij Besluit (EU) 2020/1708 van de Raad (4) is het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de partijen aan het EOF voor 2022 vastgesteld op 2 500 000 000 EUR voor de Commissie, en 300 000 000 EUR voor de EIB.

 

(6)

Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het EOF voor 2023 wordt vastgesteld op 2 100 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 1 800 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 2

Het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het EOF voor 2022 wordt vastgesteld op 2 800 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 2 500 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 3

De individuele bijdragen aan het EOF worden door de partijen bij het EOF aan de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank betaald, als eerste tranche van 2022, overeenkomstig de bijlage.

Artikel 4

Een bedrag van 43 000 000 EUR uit niet-vastgelegde of vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 8e EOF en 9e EOF wordt in mindering gebracht op de betalingen voor de in artikel 3 van dit besluit vermelde eerste tranche voor 2022.

Artikel 5

De indicatieve en niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2024 wordt vastgesteld op 1 500 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB, en voor 2025 op 900 000 000 EUR voor de Commissie en op 9 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 9 november 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    ŠIRCELJ
 

  • (4) 
    Besluit (EU) 2020/1708 van de Raad van 13 november 2020 betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2022, het jaarlijkse bedrag voor 2021, de eerste tranche voor 2021 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2023 en 2024 (PB L 385 van 17.11.2020, blz. 13).
 

BIJLAGE

Eerste tranche van de bijdragen aan het EOF voor 2022 (EUR)

 

LIDSTATEN en het Verenigd Koninkrijk

Verdeelsleutel 11e EOF %

Eerste tranche 2022 (EUR)

Totaal

EIB

11e EOF

Commissie

11e EOF

BELGIË

3,24927

3 249 270,00

35 741 970,00

38 991 240,00

BULGARIJE

0,21853

218 530,00

2 403 830,00

2 622 360,00

TSJECHIË

0,79745

797 450,00

8 771 950,00

9 569 400,00

DENEMARKEN

1,98045

1 980 450,00

21 784 950,00

23 765 400,00

DUITSLAND

20,57980

20 579 800,00

226 377 800,00

246 957 600,00

ESTLAND

0,08635

86 350,00

949 850,00

1 036 200,00

IERLAND

0,94006

940 060,00

10 340 660,00

11 280 720,00

GRIEKENLAND

1,50735

1 507 350,00

16 580 850,00

18 088 200,00

SPANJE

7,93248

7 932 480,00

87 257 280,00

95 189 760,00

FRANKRIJK

17,81269

17 812 690,00

195 939 590,00

213 752 280,00

KROATIË

0,22518

225 180,00

2 476 980,00

2 702 160,00

ITALIË

12,53009

12 530 090,00

137 830 990,00

150 361 080,00

CΥΡRUS

0,11162

111 620,00

1 227 820,00

1 339 440,00

LETLAND

0,11612

116 120,00

1 277 320,00

1 393 440,00

LITOUWEN

0,18077

180 770,00

1 988 470,00

2 169 240,00

LUXEMBURG

0,25509

255 090,00

2 805 990,00

3 061 080,00

HONGARIJE

0,61456

614 560,00

6 760 160,00

7 374 720,00

MALTA

0,03801

38 010,00

418 110,00

456 120,00

NEDERLAND

4,77678

4 776 780,00

52 544 580,00

57 321 360,00

OOSTENRIJK

2,39757

2 397 570,00

26 373 270,00

28 770 840,00

POLEN

2,00734

2 007 340,00

22 080 740,00

24 088 080,00

PORTUGAL

1,19679

1 196 790,00

13 164 690,00

14 361 480,00

ROEMENIË

0,71815

718 150,00

7 899 650,00

8 617 800,00

SLOVENIË

0,22452

224 520,00

2 469 720,00

2 694 240,00

SLOWAKIJE

0,37616

376 160,00

4 137 760,00

4 513 920,00

FINLAND

1,50909

1 509 090,00

16 599 990,00

18 109 080,00

ZWEDEN

2,93911

2 939 110,00

32 330 210,00

35 269 320,00

VERENIGD KONINKRIJK

14,67862

14 678 620,00

161 464 820,00

176 143 440,00

TOTAAL EU-27 EN HET VERENIGD KONINKRIJK

100,00

100 000 000,00

1 100 000 000,00

1 200 000 000,00

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.