Verordening 2021/1133 - Wijziging van Verordeningen (EU) nr. 603/2013, (EU) 2016/794, (EU) 2018/1862, (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen met het oog op het Visuminformatiesysteem

1.

Wettekst

13.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/1

 

VERORDENING (EU) 2021/1133 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 juli 2021

tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 603/2013, (EU) 2016/794, (EU) 2018/1862, (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen met het oog op het Visuminformatiesysteem

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 2, punt e), artikel 82, lid 1, punt d), artikel 87, lid 2, punt a), en artikel 88, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Visuminformatiesysteem (VIS) werd opgezet bij Beschikking 2004/512/EG van de Raad (3) als technologische oplossing voor de uitwisseling van visumgegevens tussen de lidstaten. Bij Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn het doel, de functies en de verantwoordelijkheden met betrekking tot het VIS vastgesteld, evenals de voorwaarden en procedures voor de uitwisseling van informatie inzake visa voor kort verblijf tussen de lidstaten, teneinde de behandeling van aanvragen voor een visum voor kort verblijf en de daarmee samenhangende beslissingen te vergemakkelijken. In Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) worden de regels inzake de registratie van biometrische kenmerken in het VIS vastgelegd. Bij Besluit 2008/633/JBZ (6) is voorzien in de toegang van rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) tot het VIS. Dat besluit moet worden geïntegreerd in Verordening (EG) nr. 767/2008, om deze in overeenstemming te brengen met het huidige Verdragskader.

 

(2)

De interoperabiliteit tussen bepaalde EU-informatiesystemen is tot stand gebracht bij de Verordeningen (EU) 2019/817 (7) en (EU) 2019/818 (8) van het Europees Parlement en de Raad om ervoor te zorgen dat die systemen en hun gegevens elkaar aanvullen, met het oog op het verbeteren van de doeltreffendheid en de efficiëntie van de controles aan de buitengrenzen van de Unie, het beter voorkomen en bestrijden van illegale immigratie en het bijdragen aan een hoog niveau van veiligheid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht van de Unie, onder meer door handhaving van de openbare orde en veiligheid en vrijwaring van de veiligheid op het grondgebied van de lidstaten.

 

(3)

De interoperabiliteit tussen de informatiesystemen van de EU stelt die systemen in staat elkaar aan te vullen teneinde de correcte identificatie van personen te vergemakkelijken, bij te dragen tot de bestrijding van identiteitsfraude, de vereisten inzake de gegevenskwaliteit van de desbetreffende Europese informatiesystemen te verbeteren en te harmoniseren, de technische en operationele implementatie van de bestaande en de toekomstige informatiesystemen van de EU door de lidstaten te vergemakkelijken, de waarborgen inzake gegevensbeveiliging en -bescherming die van toepassing zijn op de desbetreffende informatiesystemen van de EU, te versterken en te vereenvoudigen, de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot het VIS, het inreis-uitreissysteem (EES), het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en Eurodac te stroomlijnen en de doelen van het VIS, het SIS, het EES, het Etias, Eurodac en het Europees Strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) te ondersteunen.

 

(4)

De interoperabiliteitscomponenten hebben betrekking op gegevens in het VIS, het SIS, het EES, het Etias, Eurodac en het Ecris-TCN alsmede op Europol-gegevens, opdat de Europol-gegevens gelijktijdig met die EU-informatiesystemen kunnen worden doorzocht Het is derhalve aangewezen die interoperabiliteitscomponenten te gebruiken ten behoeve van geautomatiseerde zoekopdrachten en bij de toegang tot het VIS voor rechtshandhavingsdoeleinden. Het Europees zoekportaal (ESP), opgericht bij Verordening (EU) 2019/818, moet worden gebruikt om de autoriteiten van de lidstaten een snelle, naadloze, efficiënte, systematische en gecontroleerde toegang te geven tot de EU-informatiesystemen, de Europol-gegevens en de Interpol-databanken zodat die systemen hun taken kunnen uitvoeren overeenkomstig hun toegangsrechten, en om de doelstellingen van het VIS te ondersteunen.

 

(5)

Het ESP maakt het mogelijk de in het VIS opgeslagen gegevens en de in de andere betrokken EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens tegelijkertijd op te vragen.

 

(6)

De vergelijking van in het VIS opgeslagen gegevens met gegevens opgeslagen in andere informatiesystemen en databanken moet automatisch gebeuren. Indien een dergelijke vergelijking een overeenkomst (“treffer”) oplevert met persoonsgegevens of een combinatie van persoonsgegevens in een aanvraag en een bestand, dossier of signalering in een van die andere informatiesystemen of databanken, of met persoonsgegevens op de Etias-observatielijst, moet de aanvraag handmatig worden geverifieerd door een operator van de bevoegde autoriteit. Bij de beslissing of er al dan niet een visum voor kort verblijf, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning wordt afgegeven, moet rekening worden gehouden met de beoordeling van de treffers door de bevoegde autoriteit.

 

(7)

Onderhavige verordening bepaalt de wijze waarop er uitvoering moet worden gegeven aan de interoperabiliteit en aan de voorwaarden voor de raadpleging van in het SIS, Eurodac en het Ecris-TCN alsook Europolgegevens door middel van de geautomatiseerde procedure van het VIS voor het vaststellen van treffers. Bijgevolg moeten de Verordeningen (EU) nr. 603/2013 (9), (EU) 2016/794 (10), (EU) 2018/1862 (11), (EU) 2019/816 (12) en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en van de Raad worden gewijzigd om het VIS te verbinden met de andere EU-informatiesystemen en met de Europol-gegevens.

 

(8)

De voorwaarden waaronder, enerzijds, de visumautoriteiten in Eurodac opgeslagen gegevens kunnen raadplegen en, anderzijds, de aangewezen VIS-autoriteiten Europol-gegevens, bepaalde SIS-gegevens en in het Ecris-TCN opgeslagen gegevens kunnen raadplegen ten behoeve van het VIS, moeten worden gewaarborgd door middel van duidelijke en precieze voorschriften inzake de toegang van die autoriteiten tot die gegevens, het soort zoekopdrachten en gegevenscategorieën, waarbij de toegang steeds beperkt moet blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken van die autoriteiten. Evenzo mogen de in het VIS-aanvraagdossier opgeslagen gegevens alleen voor die lidstaten zichtbaar zijn die de onderliggende informatiesystemen gebruiken, overeenkomstig de regelingen voor hun deelname.

 

(9)

Bij Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad (13) worden aan Europol nieuwe taken toegekend, zoals het geven van advies naar aanleiding van raadplegingsverzoeken van de aangewezen VIS-autoriteiten en de nationale Etias-eenheden. Voor de uitvoering van die taken moet Verordening (EU) 2016/794 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(10)

Ter ondersteuning van de VIS-doelstelling inzake het beoordelen of een aanvrager van een visum voor kort verblijf, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid, moet het VIS kunnen nagaan of er overeenkomsten bestaan tussen gegevens in de VIS-aanvraagdossiers en de Ecris-TCN-gegevens in het gemeenschappelijk identiteitsregister (CIR), opgericht bij Verordening (EU) 2019/818 over welke lidstaten over informatie beschikken over veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen wegens een terroristisch misdrijf of een ander strafbaar feit als opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (14), indien het naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar.

 

(11)

Een treffer in het Ecris-TCN mag op zich niet worden uitgelegd als zou de betrokken onderdaan van een derde land in de genoemde lidstaten zijn veroordeeld. Het bestaan van eerdere veroordelingen kan alleen worden bevestigd op grond van informatie die afkomstig is uit de strafregisters van de betrokken lidstaten.

 

(12)

Deze verordening laat Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (15) onverlet.

 

(13)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening, voor zover deze betrekking heeft op het SIS zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze in zijn interne recht zal omzetten.

 

(14)

Voor zover zij betrekking heeft op het SIS, zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, neemt Ierland deel aan deze verordening overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Protocol nr. 19 inzake het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het VEU en het VWEU, en overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad (16). Voorts, voor zover zij betrekking heeft op Europol, Eurodac en het Ecris-TCN, neemt Ierland, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het VEU en het VWEU, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

 

(15)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening, voor zover zij betrekking heeft op het SIS zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (17) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (18).

 

(16)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening, voor zover zij betrekking heeft op het SIS zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (19) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/149/JBZ van de Raad (20).

 

(17)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening, voor zover deze betrekking heeft op het SIS zoals geregeld bij Verordening (EU) 2018/1862, een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (21) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (22).

 

(18)

Om ervoor te zorgen dat deze verordening in het bestaande rechtskader past, moeten de Verordeningen (EU) nr. 603/2013, (EU) 2016/794, (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) nr. 603/2013

Verordening (EU) nr. 603/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd:

“HOOFDSTUK VI bis

TOEGANG VOOR VISUMAUTORITEITEN

Artikel 22 bis

Toegang tot Eurodac door de bevoegde visumautoriteiten

De bevoegde visumautoriteiten hebben toegang tot Eurodac voor het raadplegen van gegevens in een read-only-formaat om treffers die het resultaat zijn van op grond van artikel 9 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*1) door het VIS verrichte geautomatiseerde zoekopdrachten, handmatig te verifiëren en visumaanvragen te onderzoeken en er een beslissing over te nemen overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*2).

Artikel 22 ter

Interoperabiliteit met het VIS

Vanaf de datum van ingebruikneming van het VIS op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad (*3) wordt Eurodac met het bij artikel 6 van Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (*4) ingestelde Europees zoekportaal verbonden om de geautomatiseerde verwerking op grond van artikel 9 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 mogelijk te maken.

(*1)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60)."

(*2)  Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1)."

(*3)  Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11)."

(*4)  Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).”."

 

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 28 bis

Het bijhouden van bestanden of logbestanden ten behoeve van interoperabiliteit met het VIS

Bij de raadpleging van Eurodac als bedoeld in artikel 22 bis van onderhavige verordening wordt van elke gegevensverwerkende handeling die in Eurodac en het VIS wordt uitgevoerd, een bestand of een logbestand bijgehouden overeenkomstig artikel 28 van deze verordening en artikel 34 van Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EU) 2016/794

Verordening (EU) 2016/794 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 4, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“q)

een advies uitbrengen naar aanleiding van een raadplegingsverzoek als bedoeld in artikel 9 quinquies, lid 4, artikel 9 septies, lid 4, en artikel 22 ter, leden 14 en 16, van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*5).

(*5)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).”."

 

2)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de titel wordt vervangen door:

“Toegang van Eurojust, OLAF en, alleen voor de doelen van het Etias, van het Europees Grens- en kustwachtagentschap en, alleen voor de doelen van het VIS, van de aangewezen VIS-autoriteiten, tot door Europol opgeslagen informatie”;

 

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 ter.   Europol neemt alle nodige maatregelen om de aangewezen VIS-autoriteiten in staat te stellen om, voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 767/2008, op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang te krijgen tot informatie die is verstrekt voor de in artikel 18, lid 2, punt a), van deze verordening bepaalde doeleinden, onverminderd de beperkingen die overeenkomstig artikel 19, lid 2, van onderhavige verordening zijn gesteld door de lidstaten, organen van de Unie, derde landen of internationale organisaties die de betrokken informatie verstrekken.

Indien een zoekopdracht een hit oplevert, stelt Europol de procedure in op grond waarvan de informatie die tot de hit heeft geleid, kan worden gedeeld, overeenkomstig het besluit van degene die de informatie aan Europol heeft verstrekt. Dergelijke informatie kan alleen worden gedeeld voor zover de informatie die tot de hit heeft geleid, nodig is opdat de aangewezen VIS-autoriteiten hun met het VIS verband houdende taken kunnen uitvoeren.

De leden 2 tot en met 7 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing.”.

Artikel 3

Wijziging van Verordening (EU) 2018/1862

Verordening (EU) 2018/1862 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 18 bis

Het bijhouden van logbestanden ten behoeve van de interoperabiliteit met het VIS

Van elke gegevensverwerkende handeling die in het SIS en het VIS op grond van artikel 50 bis van onderhavige verordening wordt uitgevoerd, worden logbestanden bewaard overeenkomstig artikel 18 van onderhavige verordening en artikel 34 van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*6).

(*6)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).”."

 

2)

Aan artikel 44, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“g)

het handmatig verifiëren van hits die het gevolg zijn van geautomatiseerde zoekopdrachten van het VIS en het beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging voor de openbare orde of de openbare veiligheid vormt, overeenkomstig de artikelen 9 quinquies en 9 septies of artikel 22 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

 

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 50 bis

Interoperabiliteit met het VIS

Vanaf de datum van ingebruikneming van het VIS op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad (*7) wordt het centrale SIS-systeem met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verwerking op grond van de artikelen 9 bis en 22 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008 mogelijk te maken.

(*7)  Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11).”."

Artikel 4

Wijziging van Verordening (EU) 2019/816

Verordening (EU) 2019/816 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“d)

de voorwaarden waaronder de gegevens in het Ecris-TCN door de aangewezen VIS-autoriteiten als bedoeld in artikel 9 quinquies en artikel 22 ter, lid 13, van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*8) mogen worden gebruikt voor de beoordeling of een aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging zou kunnen vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt i) en artikel 2, lid 2, punt a), van die verordening.

(*8)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).”."

 

2)

Aan artikel 2 wordt het volgende lid toegevoegd:

“Deze verordening ondersteunt ook de VIS-doelstelling inzake het beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid vormt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

 

3)

In artikel 3 wordt punt 6 vervangen door:

 

“6)

“bevoegde autoriteiten”: de centrale autoriteiten, Eurojust, Europol en het EOM, en de aangewezen VIS-autoriteiten als bedoeld in artikel 9 quinquies en artikel 22 ter, lid 13, van Verordening (EG) nr. 767/2008, die bevoegd zijn het Ecris-TCN te raadplegen of te bevragen overeenkomstig onderhavige verordening;”.

 

4)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

aan lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“c)

een markering om voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 767/2008 aan te geven dat de betrokken onderdaan van een derde land is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf of een ander strafbaar feit dat is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1240, indien het naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar, en de code van de lidstaat van veroordeling.”;

 

b)

lid 1 bis wordt vervangen door:

“1 bis.   Het CIR bevat de in lid 1, punt b), bedoelde gegevens en de volgende in lid 1, punt a), bedoelde gegevens: achternaam (familienaam), voornamen, geboortedatum, geboorteplaats (gemeente en land), nationaliteit of nationaliteiten, gender, en in voorkomend geval vorige namen, en indien beschikbaar pseudoniemen of bijnamen, indien beschikbaar type en nummer van de reisdocumenten van de persoon, alsmede de naam van de afgevende instantie.

Het CIR kan de in lid 3 bedoelde gegevens bevatten, evenals, in de in lid 1, punt c), bedoelde gevallen, de code van de lidstaat of lidstaten van veroordeling. De overige Ecris-TCN-gegevens worden opgeslagen in het centrale systeem.”;

 

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“7.   Indien de automatische verwerking als bedoeld in artikel 27 bis van Verordening (EG) nr. 767/2008 treffers oplevert, zijn de markeringen en de code van de lidstaat van veroordeling als bedoeld in lid 1, punt c), van dit artikel, alleen toegankelijk en raadpleegbaar voor, respectievelijk, het centrale systeem van het VIS voor verificaties op grond van artikel 7 bis van onderhavige verordening juncto artikel 9 bis, lid 4, punt e), of artikel 22 ter, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 767/2008.

Onverminderd de eerste alinea van dit lid zijn de markeringen en de code van de lidstaat van veroordeling als bedoeld in lid 1, punt c), niet zichtbaar voor andere autoriteiten dan de centrale autoriteit van de lidstaat van veroordeling die het gemarkeerde bestand heeft gecreëerd.”.

 

5)

In artikel 7 wordt lid 7 vervangen door:

“7.   Bij een treffer verstrekt het centrale systeem of het CIR de bevoegde autoriteit automatisch informatie over de lidstaten die over strafregistergegevens van een onderdaan van een derde land beschikken, alsmede de in artikel 5, lid 1, bedoelde bijbehorende referentienummers en alle overeenkomstige identiteitsgegevens. Deze identiteitsgegevens worden uitsluitend gebruikt ter verificatie van de identiteit van de betrokken onderdaan van een derde land. Het resultaat van een zoekopdracht in het centrale systeem wordt uitsluitend gebruikt voor:

 

a)

het indienen van een verzoek op grond van artikel 6 van Kaderbesluit 2009/315/JBZ;

 

b)

het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 17, lid 3, van deze verordening, of

 

c)

voor de beoordeling of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid vormt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

 

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 7 bis

Gebruik van het Ecris-TCN voor VIS-verificaties

  • 1. 
    Vanaf de datum van ingebruikneming van het VIS op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad (*9) wordt het Ecris-TCN met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verwerking op grond van de artikelen 9 bis en 22 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008 mogelijk te maken teneinde het Ecris-TCN te doorzoeken en de relevante gegevens in het VIS te vergelijken met de relevante Ecris-TCN-gegevens in het CIR, die zijn gemarkeerd op grond van artikel 5, lid 1, punt c), van deze verordening.
  • 2. 
    Voor de uitvoering van de taken op grond van Verordening (EG) nr. 767/2008 hebben de aangewezen VIS-autoriteiten, als bedoeld in artikel 9 quinquies en artikel 22 ter, lid 13, van die Verordening recht op toegang tot Ecris-TCN-gegevens in het CIR, mits die gegevensbestanden op grond van artikel 5, lid 1, punt c), van deze verordening zijn gemarkeerd.

(*9)  Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11).”."

 

7)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wist de centrale autoriteit van de lidstaat van veroordeling het gegevensbestand, met inbegrip van vingerafdrukgegevens, gezichtsopnamen of markeringen als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), onverwijld uit het centrale systeem en het CIR. Indien de gegevens betreffende een veroordeling wegens een terroristisch misdrijf of een ander strafbaar feit als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), uit het nationale strafregister worden gewist, maar informatie over andere veroordelingen van dezelfde persoon wordt bewaard, wordt alleen de in artikel 5, lid 1, punt c), bedoelde markering uit het gegevensbestand verwijderd. Deze wissing gebeurt waar mogelijk automatisch en in ieder geval uiterlijk één maand na het verstrijken van de bewaringstermijn.”;

 

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“3.   In afwijking van de leden 1 en 2 worden de in artikel 5, lid 1, punt c), bedoelde markeringen op de volgende momenten automatisch gewist 25 jaar na het aanbrengen van de markering indien het veroordelingen in verband met terroristische misdrijven betreft en 15 jaar na het aanbrengen van de markering indien het veroordelingen in verband met andere ernstige strafbare feiten betreft.”.

 

8)

Artikel 24, lid 1, wordt vervangen door:

“1.   De in het centrale systeem en in het CIR ingevoerde gegevens worden alleen verwerkt om vast te stellen welke lidstaten over strafregistergegevens van onderdanen van derde landen beschikken of ter ondersteuning van de VIS-doelstelling inzake het beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging voor de openbare orde of de openbare veiligheid kan vormen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008. De in het CIR ingevoerde gegevens worden ook verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2019/818 om bij te dragen aan het vergemakkelijken en bevorderen van de correcte identificatie van in het ECRIS-TCN geregistreerde personen, overeenkomstig deze verordening.”.

 

9)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 31 bis

Het bijhouden van logbestanden ten behoeve van interoperabiliteit met het VIS

Voor de raadplegingen als bedoeld in artikel 7 bis van deze verordening wordt van elke gegevensverwerkende handeling van het Ecris-TCN die in het CIR en het VIS wordt uitgevoerd, een logbestand bijgehouden overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EG) nr. 767/2008.”.

Artikel 5

Wijziging van Verordening (EU) 2019/818

Verordening (EU) 2019/818 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 4 wordt punt 20 vervangen door:

 

“20.

“aangewezen autoriteiten”: de aangewezen lidstatelijke autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3 bis, van Verordening (EG) nr. 767/2008, artikel 3, lid 1, punt 26, van Verordening (EU) 2017/2226 en artikel 3, lid 1, punt 21, van Verordening (EU) 2018/1240;”.

 

2)

In artikel 18 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.   Voor de toepassing van de artikelen 9 bis en 22 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008 worden in het CIR ook, logisch gescheiden van de gegevens als bedoeld in lid 1 van dit artikel, de in artikel 5, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2019/816 bedoelde gegevens opgeslagen. De in artikel 5, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2019/816 bedoelde gegevens zijn alleen toegankelijk op de wijze als bedoeld in artikel 5, lid 7, van die verordening.”.

 

3)

In artikel 68 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.   Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt, voor de doelen van de geautomatiseerde verwerking op grond van de artikelen 9 bis en 22 ter van Verordening (EG) nr. 767/2008, het ESP in gebruik genomen vanaf de datum van ingebruikneming van het VIS op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad (*10).

(*10)  Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 jul i 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11).”."

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing vanaf de datum van ingebruikneming van het VIS op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1134.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    LOGAR
 

  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
  • (6) 
    Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
  • (9) 
    Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
  • Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
  • Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2021/1134 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Besluiten 2004/512/EG en 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad).
  • Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
  • Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
  • Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
  • Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
  • Besluit 2008/149/JBZ van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).
  • Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.