Besluit 2021/624 - Standpunt EU in de Gemengde Commissie die is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de EEG, Oostenrijk, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, met betrekking tot wijzigingen van de aanhangsels I en III van die overeenkomst

1.

Wettekst

16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/168

 

BESLUIT (EU) 2021/624 VAN DE RAAD

van 12 april 2021

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie die is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, met betrekking tot wijzigingen van de aanhangsels I en III van die overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1) (“de overeenkomst”) is gesloten op 20 mei 1987 en in werking getreden op 1 januari 1988.

 

(2)

Krachtens artikel 15, lid 3, onder a), van de overeenkomst dient de bij de overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie bij besluit wijzigingen in de aanhangsels van de overeenkomst vast te stellen.

 

(3)

De Gemengde Commissie zal begin 2021 een besluit nemen betreffende de wijziging van de aanhangsels I en III van de overeenkomst.

 

(4)

Artikel 311 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (2) (de “uitvoeringsverordening”), dat betrekking heeft op het verzoek om overdracht van de invordering van de douaneschuld, is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1394 van de Commissie (3). Artikel 50 van aanhangsel I van de overeenkomst, waarin artikel 311 van de uitvoeringsverordening is overgenomen, moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(5)

Bijlage 72-04 bij de uitvoeringsverordening, over de bedrijfscontinuïteitsprocedure voor Uniedouanevervoer, is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/893 van de Commissie (4). De geldigheid van de papieren certificaten van doorlopende zekerheid en van ontheffing van zekerheidstelling is verlengd om de bedrijfscontinuïteitsprocedure in douanevervoer flexibeler te maken en de formaliteiten en kosten voor douaneautoriteiten te beperken. Artikel 79 van aanhangsel I van de overeenkomst en punt 19.3 van hoofdstuk III van bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst, waarin punt 19.3 van hoofdstuk III van deel I van bijlage 72-04 bij de uitvoeringsverordening is overgenomen, moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(6)

Zodra het douanewetboek van de Unie niet langer van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk met uitzondering van Noord-Ierland, treedt het Verenigd Koninkrijk als een afzonderlijke partij (5) tot de overeenkomst toe en wordt het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, dat integrerend deel uitmaakt van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (6), van toepassing. De overeenkomst bevat verwijzingen naar de namen van de lidstaten van de Europese Unie en de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer, alsook naar de desbetreffende landcodes. Aanhangsel III van de overeenkomst moet derhalve gewijzigd worden om duidelijk te maken dat het Verenigd Koninkrijk een land is dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, en dat het douanewetboek van de Unie, met name wat betreft de bepalingen inzake zekerheidstelling, van toepassing is in Noord-Ierland.

 

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie met betrekking tot de wijzigingen van de aanhangsels I en III van de overeenkomst, aangezien die wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn.

 

(8)

Het standpunt van de Unie in de Gemengde Commissie moet derhalve gebaseerd zijn op het ontwerpbesluit van de Gemengde Commissie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in de Gemengde Commissie in te nemen standpunt, hetzij op de 33e vergadering daarvan of een daaropvolgende vergadering dan wel via een schriftelijke procedure, met betrekking tot de wijzigingen van de aanhangsels I en III van de overeenkomst is gebaseerd op het ontwerpbesluit van deze Gemengde Commissie (7).

Kleine technische wijzigingen van het ontwerpbesluit van de Gemengde Commissie kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de Gemengde Commissie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 12 april 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS

 

  • (2) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
  • (3) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1394 van de Commissie van 10 september 2019 tot wijziging en rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wat betreft bepaalde voorschriften inzake toezicht bij het in het vrije verkeer brengen en het uitgaan uit het douanegebied van de Unie (PB L 234 van 11.9.2019, blz. 1).
  • (4) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/893 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 206 van 30.6.2020, blz. 8).
  • (5) 
    Besluit nr. 1/2018 van de Gemengde Commissie EU-CTC van 4 december 2018 betreffende een uitnodiging aan het Verenigd Koninkrijk om toe te treden tot de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer [2018/1987] (PB L 317 van 14.12.2018, blz. 47).
  • (7) 
    Zie document ST 6126/21 ophttp://register.consilium.europa.eu
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.