Besluit 2021/536 - Wijziging van Beschikking 2008/971/EG wat betreft de gelijkwaardigheid van in het Verenigd Koninkrijk geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/1

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad (3) regelt het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal in de Unie. Die richtlijn heeft betrekking op teeltmateriaal van boomsoorten en kunstmatige hybriden daarvan die in de gehele Unie of in een deel daarvan van belang zijn voor de bosbouw.

Beschikking 2008/971/EG van de Raad (4) bevat regels inzake de gelijkwaardigheid van in derde landen geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal.

Het Verenigd Koninkrijk heeft Richtlijn 1999/105/EG en de op grond van die richtlijn vastgestelde uitvoeringshandelingen omgezet en daadwerkelijk ten uitvoer gelegd.

Het Unierecht, met inbegrip van Richtlijn 1999/105/EG en Beschikking 2008/971/EG, was overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (5) (het “terugtrekkingsakkoord”), en met name artikel 126 en artikel 127, lid 1, daarvan van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk tijdens een overgangsperiode die eindigde op 31 december 2020.

Met het oog op het einde van de overgangsperiode waarin het terugtrekkingsakkoord voorziet, heeft het Verenigd Koninkrijk bij de Commissie een verzoek ingediend tot erkenning, met ingang van 1 januari 2021, van de gelijkwaardigheid van in dat land geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal aan materiaal dat overeenkomstig het toepasselijke Unierecht wordt geproduceerd in de Unie.

Het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie meegedeeld dat zijn wetgeving tot omzetting van Richtlijn 1999/105/EG niet zal worden gewijzigd en na 1 januari 2021 van toepassing zou blijven.

De Commissie heeft de relevante wetgeving van het Verenigd Koninkrijk onderzocht. Zij is tot de conclusie gekomen dat in het Verenigd Koninkrijk geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal, en met name dergelijk materiaal in de categorieën “van bekende origine”, “geselecteerd” en “gekeurd”, gelijkwaardig is aan in de Unie geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal en voldoet aan Richtlijn 1999/105/EG en bijlage II bij Beschikking 2008/971/EG, aangezien het recht van het Verenigd Koninkrijk dezelfde waarborgen biedt als het Unierecht wat betreft de toelating van uitgangsmateriaal en de maatregelen die worden genomen met betrekking tot de daaropvolgende productie van bosbouwkundig teeltmateriaal dat is bestemd voor het in de handel brengen.

Derhalve is het passend te erkennen dat dergelijk in het Verenigd Koninkrijk geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal gelijkwaardig is aan overeenkomstig in de Unie geproduceerd materiaal.

Het Verenigd Koninkrijk moet dan ook worden opgenomen in bijlage I bij Beschikking 2008/971/EG, zonder dat dit afbreuk doet aan de toepassing van het Unierecht op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het terugtrekkingsakkoord, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol.

Beschikking 2008/971/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Aangezien de in het terugtrekkingsakkoord vastgestelde overgangsperiode op 31 december 2020 afliep, en met het oog op het waarborgen van continuïteit, moet dit besluit met spoed in werking treden en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 van toepassing zijn,

In de tabel wordt de volgende rij ingevoegd tussen de rijen “CH” en “NO”:

In voetnoot (*) wordt het volgende ingevoegd tussen “CH — Zwitserland” en “NO — Noorwegen”:

“GB — Verenigd Koninkrijk”.