Besluit 2020/2134 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen, inzake de wijziging van bijlage II bij die overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

1.

Wettekst

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 430/10

 

BESLUIT (EU) 2020/2134 VAN DE RAAD

van 10 december 2020

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de wijziging van bijlage II bij die overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (1), en met name artikel 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (2) (“de overeenkomst”) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

 

(2)

Op grond van artikel 18 van de overeenkomst kan bijlage II bij de overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité worden gewijzigd.

 

(3)

Als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) uit de Europese Unie is de overeenkomst niet langer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing.

 

(4)

Op grond van artikel 23 van de overeenkomst worden door particulieren verkregen rechten niet aangetast wanneer de overeenkomst wordt opgezegd, en treffen de overeenkomstsluitende partijen in onderling overleg een regeling voor gevallen waarin rechten nog niet volledig zijn verworven.

 

(5)

Het is bijgevolg noodzakelijk te voorzien in wederzijdse bescherming van de socialezekerheidsrechten voor onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, alsmede hun gezinsleden en nabestaanden, die zich uiterlijk aan het eind van de in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) omschreven overgangsperiode in een grensoverschrijdende situatie bevinden of bevonden, waarbij tegelijkertijd zowel een of meer van de partijen bij de Overeenkomst als het Verenigd Koninkrijk betrokken is of was, door bijlage II bij de overeenkomst te wijzigen.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité in te nemen standpunt inzake de voorgestelde wijziging van bijlage II bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, wordt gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité (4).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 december 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (4) 
    Zie document ST 12965/20 op http://register.consilium.europa.eu
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.