Besluit 2020/1490 - Standpunt EU in het EPO-comité dat is opgericht bij de Tijdelijke Economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust en de EG over de vaststelling van de procedures voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor scheidsrechters

1.

Wettekst

16.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 343/12

 

BESLUIT (EU) 2020/1490 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2020

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité dat is opgericht bij de Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, over de vaststelling van de procedures voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor scheidsrechters

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (“de overeenkomst”) (1), is namens de Unie ondertekend op grond van Besluit 2009/156/EG van de Raad (2). De overeenkomst wordt sinds 3 september 2016 voorlopig toegepast.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 59, lid 1, van de overeenkomst stelt het EPO-comité het reglement van orde en de gedragscode voor de procedures betreffende de beslechting van geschillen vast.

 

(3)

Het EPO-comité moet op zijn eerstkomende jaarlijkse vergadering een besluit aannemen tot vaststelling van de procedures voor de beslechting van geschillen en de hierbij aangehechte gedragscode voor scheidsrechters.

 

(4)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het EPO-comité moet worden ingenomen ten aanzien van het beoogde besluit tot vaststelling van de procedures voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor scheidsrechters aangezien dat voor de Unie bindend zal zijn.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in het EPO-comité moet derhalve worden gebaseerd op dat ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité dat is opgericht bij de Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het EPO-comité tot vaststelling van de procedures voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor scheidsrechters (3).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    Besluit 2009/156/EG van de Raad van 21 november 2008 tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (PB L 59 van 3.3.2009, blz. 1).
  • (3) 
    Zie document ST 10612/20 op: http://register.consilium.europa.eu
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.