Uitvoeringsbesluit 2020/1088 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/485 waarbij Denemarken wordt gemachtigd af te wijken van artikel 75 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

24.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 239/14

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1088 VAN DE RAAD

van 22 juli 2020

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/485 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 21 februari 2020, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG verzocht om machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel met betrekking tot het recht op aftrek van voorbelasting (btw) die afwijkt van artikel 75 van die richtlijn.

 

(2)

Bij brief van 2 april 2020 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Denemarken in kennis gesteld, en bij brief van 3 april 2020 heeft zij Denemarken meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(3)

Zonder derogatiemaatregel is het op grond van de Deense wetgeving zo dat een belastingplichtige die een lichte bedrijfswagen met een toegestaan maximumgewicht tot drie ton uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden inschrijft, de btw op de aankoop- en exploitatiekosten van het voertuig volledig mag aftrekken. Als dat voertuig nadien voor privédoeleinden wordt gebruikt, verliest de belastingplichtige het recht de btw op de aankoopkosten van het voertuig af te trekken.

 

(4)

Om de gevolgen van die regeling te verzachten, heeft Denemarken verzocht om machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG. De afwijking werd toegestaan bij Uitvoeringsbesluit 2012/447/EU van de Raad (2) en vervolgens bij Uitvoeringsbesluiten (EU) 2015/992 (3) en (EU) 2018/485 (4) van de Raad. Besluit (EU) 2018/485 zal op 31 december 2020 aflopen.

 

(5)

De maatregel maakt het mogelijk dat belastingplichtigen die een voertuig uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden hebben ingeschreven, dit voertuig ook voor privédoeleinden gebruiken en de maatstaf van heffing voor de diensten die op grond van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG zijn verleend, berekenen volgens een vast bedrag per dag, in plaats van hun recht op aftrek van de btw op de aankoopkosten van het voertuig te verliezen.

 

(6)

Deze vereenvoudigde berekeningswijze dient evenwel beperkt te blijven tot twintig dagen gebruik voor privédoeleinden per kalenderjaar en het vaste btw-bedrag dat moet worden betaald, dient te worden vastgesteld op 40 DKK voor iedere dag van dit gebruik. Dit bedrag is door de Deense regering vastgelegd aan de hand van een analyse van nationale statistieken.

 

(7)

Deze maatregel, die toepassing moet vinden op lichte bedrijfswagens met een toegestaan maximumgewicht tot drie ton, heeft ten doel het vereenvoudigen van de btw‐verplichtingen van belastingplichtigen die een voertuig dat uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden was ingeschreven, incidenteel voor privédoeleinden gebruiken, en daarbij de procedure voor de btw-inning te vereenvoudigen. Een belastingplichtige zou evenwel nog altijd de mogelijkheid hebben om een lichte bedrijfswagen voor zowel bedrijfs- als privédoeleinden in te schrijven. In dat geval zou de belastingplichtige het recht op aftrek van de btw op de aankoopkosten van het voertuig verliezen, maar voor gebruik voor privédoeleinden zou hij niet een vast bedrag per dag hoeven te betalen.

 

(8)

Het toestaan van een maatregel op grond waarvan een belastingplichtige die een uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden ingeschreven voertuig incidenteel voor privédoeleinden kan gebruiken zonder dat hij zijn volledig recht op aftrek van de btw op dat voertuig verliest, is in overeenstemming met de algemene regels inzake aftrek zoals vastgesteld in Richtlijn 2006/112/EG.

 

(9)

De machtiging moet worden beperkt in de tijd en moet daarom op 31 december 2023 vervallen.

 

(10)

Indien Denemarken om een verdere verlenging van de bijzondere maatregel na 31 december 2023 zou verzoeken, moet het de Commissie uiterlijk op 31 maart 2023 een verslag voorleggen samen met het verzoek om verlenging.

 

(11)

Er wordt verwacht dat de derogatie geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale btw-opbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw zal hebben.

 

(12)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/485 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/485 worden de tweede en derde alinea vervangen door:

“Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2023.

Een verzoek om verlenging van de in dit besluit vervatte maatregel wordt uiterlijk op 31 maart 2023 aan de Commissie voorgelegd, samen met een verslag over de toepassing van die maatregel.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit 2012/447/EU van de Raad van 24 juli 2012 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 202 van 28.7.2012, blz. 24).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/992 van de Raad van 19 juni 2015 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 66).
  • (4) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/485 van de Raad van 19 maart 2018 waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 75 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 81 van 23.3.2018, blz. 13).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.