Besluit 2019/2106 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Zwitserland inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten, met betrekking tot het wijzigen van de bijlagen I en II bij de overeenkomst

1.

Wettekst

10.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/96

 

BESLUIT (EU) 2019/2106 VAN DE RAAD

van 21 november 2019

over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten, met betrekking tot het wijzigen van de bijlagen I en II bij de overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten (1) (“de overeenkomst”) is op 23 november 2017 ondertekend overeenkomstig Besluit (EU) 2017/2240 van de Raad (2).

 

(2)

De overeenkomst is gesloten bij Besluit (EU) 2018/219 van de Raad (3). In artikel 2, lid 2, van dat besluit is bepaald dat de Unie haar akte van bekrachtiging of goedkeuring pas betekent wanneer de Zwitserse Bondsstaat de vereiste regels in werking heeft gesteld om zijn emissiehandelsregeling (ETS) uit te breiden tot de luchtvaart, en wanneer bijlage I, deel B, bij de overeenkomst dienovereenkomstig is gewijzigd.

 

(3)

In artikel 13, lid 2, van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Comité de bijlagen bij de overeenkomst kan wijzigen.

 

(4)

Het Gemengd Comité plant tijdens zijn vergadering van 5 december 2019 een besluit tot wijziging van de bijlagen I en II bij de overeenkomst vast te stellen.

 

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen met betrekking tot de wijziging van de bijlagen I en II bij de overeenkomst, aangezien de gewijzigde bijlagen voor de Unie bindend zullen zijn.

 

(6)

Zodra het Gemengd Comité de bijlagen I en II bij de overeenkomst heeft gewijzigd om rekening te houden met relevante ontwikkelingen op het gebied van de wetgeving, met inbegrip van de relevante Zwitserse regels voor de uitbreiding van de Zwitserse ETS naar de luchtvaart, worden de in de overeenkomst gestelde voorwaarden voor koppeling geacht te zijn vervuld en moet de Unie derhalve haar akte van goedkeuring betekenen aan de Zwitserse Bondsstaat.

 

(7)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de tweede vergadering van het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten, inzake de wijziging van de bijlagen I en II bij de overeenkomst, is de vaststelling, door het Gemengd Comité, van de wijzigingen van de bijlagen I en II die zijn beschreven in het aanhangsel bij het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité, te steunen.

Kleine technische wijzigingen van deze bijlagen kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 21 november 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    KOSONEN
 

  • (2) 
    Besluit (EU) 2017/2240 van de Raad van 10 november 2017 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 322 van 7.12.2017, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit (EU) 2018/219 van de Raad van 23 januari 2018 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 43 van 16.2.2018, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. 2/2019 VAN HET GEMENGD COMITÉ DAT IS OPGERICHT BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE KOPPELING VAN HUN REGELINGEN VOOR DE HANDEL IN BROEIKASGASEMISSIERECHTEN

van …

tot wijziging van de bijlagen I en II bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten (1) (hierna “de overeenkomst”), met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De artikelen 11 tot en met 13 van de overeenkomst worden sinds de ondertekening ervan op 23 november 2017 voorlopig toegepast.

 

(2)

In artikel 13, lid 2, van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Comité de bijlagen bij de overeenkomst kan wijzigen.

 

(3)

Het aanhangsel bij dit besluit omvat wijzigingen van de bijlagen I en II bij de overeenkomst, waarin de relevante aspecten van de oorspronkelijke bijlagen I en II die in 2015 zijn overeengekomen, worden geactualiseerd. Het voorziet ook in een voorlopige oplossing om de koppeling tussen de EU-ETS en de ETS van Zwitserland te realiseren.

 

(4)

Overeenkomstig bijlage I, deel B, bij de overeenkomst moet de Unie, krachtens artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), als gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad (3), inkomende vluchten vanaf luchtvaartterreinen die gelegen zijn op het grondgebied van Zwitserland, uitsluiten van het toepassingsgebied van de EU-ETS. Dit is niet van invloed op de dekking van vliegtuigexploitanten door de EU-ETS, die is gebaseerd op bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG waarin staat dat de categorie activiteiten waarop Richtlijn 2003/87/EG van toepassing is, alle vluchten omvat die aankomen op of vertrekken van een luchtvaartterrein dat gelegen is op het grondgebied van een lidstaat.

 

(5)

Bijlage I bij de overeenkomst moet overeenkomstig artikel 13, lid 7, van de overeenkomst worden geëvalueerd, teneinde de huidige verenigbaarheid van de EU-ETS en de ETS van Zwitserland voor de handelsperiode 2021-2030 te handhaven. Gegarandeerd moet worden dat de herziening van bijlage I bij de overeenkomst ten minste de integriteit van de respectieve interne verbintenissen van de Unie en Zwitserland op het gebied van emissiebeperking en de integriteit en ordelijke werking van hun koolstofmarkt in stand laat. Koolstoflekkage en vervalsing van de mededinging tussen gekoppelde systemen dienen te worden vermeden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij de overeenkomst worden vervangen door de tekst in de bijlagen I en II in het aanhangsel bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.

Gedaan te …,

Voor het Gemengd Comité

Voor de Europese Unie

De voorzitter

Secretaris voor Zwitserland

 

  • (1) 
    PB EU L 322 van 7.12.2017, blz. 3.
  • (2) 
    Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB EU L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
  • (3) 
    Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PB EU L 76 van 19.3.2018, blz. 3).
 

AANHANGSEL

“BIJLAGE I

ESSENTIËLE CRITERIA

  • A. 
    Essentiële criteria voor stationaire installaties

Dit deel wordt geëvalueerd overeenkomstig artikel 13, lid 7, van de overeenkomst, teneinde de huidige verenigbaarheid van de EU-ETS en de ETS van Zwitserland voor de handelsperiode 2021-2030 te handhaven, zoals voorgesteld door de Zwitserse regering. Het Gemengd Comité zorgt ervoor dat de herziening van dit deel ten minste de integriteit van de respectieve interne verbintenissen van de partijen op het gebied van emissiebeperking en de integriteit en ordelijke werking van hun koolstofmarkt in stand laat. Koolstoflekkage en vervalsing van de mededinging tussen gekoppelde systemen zullen worden vermeden.

 
 

Essentiële criteria

In de EU-ETS

In de ETS van Zwitserland

1

Verplicht karakter van de deelname aan de ETS

Deelname aan de ETS is verplicht voor de installaties die de hieronder genoemde activiteiten uitvoeren en de hieronder vermelde broeikasgassen uitstoten.

Deelname aan de ETS is verplicht voor de installaties die de hieronder genoemde activiteiten uitvoeren en de hieronder vermelde broeikasgassen uitstoten.

2

De ETS omvat ten minste de activiteiten die zijn vermeld in:

Richtlijn 2003/87/EG, bijlage I,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-verordening Artikel 40, lid 1, en bijlage 6,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

3

De ETS omvat ten minste de broeikasgassen die zijn vermeld in:

Richtlijn 2003/87/EG, bijlage II,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-verordening, artikel 1, lid 1,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

4

Voor de ETS wordt een plafond vastgesteld dat ten minste even streng is als dat vastgesteld in:

Richtlijn 2003/87/EG, de artikelen 9 en 9 bis,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De lineaire reductiefactor van 1,74 % per jaar zal vanaf 2021 stijgen tot 2,2 % per jaar en zal gelden voor alle sectoren, overeenkomstig Richtlijn(EU) 2018/410, zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-wet, artikel 18, leden 1 en 2,

 

CO2-verordening, artikel 45, lid 1,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De lineaire reductiefactor bedraagt 1,74 % per jaar tot 2020.

5

Marktstabiliteitsmechanisme

In 2015 heeft de EU de marktstabiliteitsreserve (Besluit (EU) 2015/1814) ingevoerd, waarvan de werking werd versterkt door Richtlijn (EU) 2018/410.

CO2-wet, artikel 19, lid 5,

 

CO2-verordening, artikel 48,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De Zwitserse wetgeving voorziet in de mogelijkheid om veilinghoeveelheden te verminderen wanneer er om economische redenen een aanzienlijke toename van de emissierechten op de markt is.

De partijen werken samen om een passende bijdrage aan de stabiliteit van de markt te leveren.

6

Het markttoezichtniveau van de ETS is ten minste even streng als die vastgesteld in:

Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (“MiFID II”)

Federale wet betreffende de Zwitserse toezichthoudende autoriteit op het gebied van de financiële markten van 22 juni 2007

 

Federale wet betreffende de infrastructuren van de financiële markten en het marktgedrag bij de handel in effecten en derivaten van 19 juni 2015

   

Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (MiFIR)

 

Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (MAR)

 

Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (CS-MAD)

Federale wet betreffende financiële instellingen van 15 juni 2018

 

Federale wet inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering van 10 oktober 1997,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De Zwitserse regelgeving inzake de financiële markt bevat geen definitie van de juridische status van emissierechten. Met name worden emissierechten niet aangemerkt als effecten in de wet betreffende de infrastructuren van de financiële markten en zijn zij dus niet verhandelbaar op gereglementeerde handelsplatforms. Omdat emissierechten niet als effecten kunnen worden aangemerkt, is de Zwitserse regelgeving betreffende effecten niet van toepassing op de handel in otc-emissierechten op secundaire markten.

   

Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (AMLD),

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Derivatencontracten worden aangemerkt als effecten overeenkomstig de wet betreffende de infrastructuren van de financiële markten. Dit omvat ook derivaten die emissierechten als onderliggend instrument hebben. Otc-derivaten op emissierechten tussen niet-financiële en financiële wederpartijen vallen onder de bepalingen van de wet betreffende de infrastructuren van de financiële markten.

7

Samenwerking inzake markttoezicht

De partijen stellen passende samenwerkingsregelingen inzake markttoezicht vast. Deze samenwerkingsregelingen hebben betrekking op de uitwisseling van informatie en de handhaving van verplichtingen die voortvloeien uit hun respectieve regelingen voor markttoezicht. De partijen stellen het Gemengd Comité in kennis van dergelijke regelingen.

8

De kwalitatieve beperkingen voor internationale kredieten zijn ten minste even streng als die vastgesteld in:

Richtlijn 2003/87/EG, artikelen 11 bis en 11 ter,

 

Verordening (EU) nr. 550/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van beperkingen op het gebruik van internationale kredieten uit projecten op het gebied van industriële gassen,

 

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) 1193/2011 van de Commissie, artikel 58,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-wet, artikelen 5 en 6,

 

CO2-verordening, artikel 4, artikel 4 bis, lid 1, en bijlage 2,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

9

De kwantitatieve beperkingen voor internationale kredieten zijn minstens even streng als die vastgesteld in:

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 11 bis,

 

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) 1193/2011 van de Commissie

 

Verordening (EU) nr. 1123/2013 van de Commissie van 8 november 2013 tot vaststelling van rechten op het gebruik van internationale kredieten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Vanaf 2021 zijn er geen rechten op het gebruik van internationale kredieten voorzien in het Unierecht.

CO2-wet, artikel 16, lid 2,

 

CO2-verordening, artikel 55 ter,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Deze bepalingen voorzien alleen in het gebruik van internationale kredieten tot en met 2020.

10

Kosteloze toewijzing wordt berekend aan de hand van benchmarks en aanpassingsfactoren. Een maximum van vijf procent van de hoeveelheid emissierechten in de periode 2013-2020 wordt voor nieuwkomers gereserveerd. Emissierechten die niet kosteloos worden toegewezen, worden geveild of geannuleerd. Daartoe voldoet de ETS ten minste aan:

Richtlijn 2003/87/EG, artikelen 10, 10 bis, 10 ter en 10 quater

 

Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

CO2-wet, artikel 18, lid 3, en artikel 19, leden 2 tot en met 6,

 

CO2-verordening, artikel 45, lid 2, en de artikelen 46, 46 bis, 46 ter, 46 quater en 48 en bijlage 9,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De kosteloze toewijzingen overschrijden het niveau van de toewijzingen aan installaties in de EU-ETS niet.

   

Besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

 

Besluit (EU) 2017/126 van de Commissie van 24 januari 2017 tot wijziging van Besluit 2013/448/EU wat betreft de vaststelling van een uniforme transsectorale correctiefactor overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Berekeningen voor de vaststelling van de sectoroverschrijdende correctiefactor in de EU-ETS voor 2013 tot en met 2020)

 
   

Besluit 2014/746/EU van de Commissie van 27 oktober 2014 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2 -weglekrisico, voor de periode 2015-2019

 

Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814

(Koolstoflekkagelijst voor de periode 2015-2020)

 
   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

 

Gedelegeerd Besluit (EU) 2019/708 van de Commissie van 15 februari 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen voor de periode 2021-2030

 

elke sectoroverschrijdende correctiefactor in de EU-ETS in 2021-2025 of 2026-2030,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

 

11

De ETS stelt sancties vast in dezelfde omstandigheden en van dezelfde orde van grootte zoals bepaald in:

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 16,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-wet, artikel 21,

 

CO2-verordening, artikel 56,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

12

De monitoring en rapportage in de ETS zijn ten minste even streng als bepaald in:

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 14 en bijlage IV,

 

Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-wet, artikel 20,

 

CO2-verordening, artikelen 50 tot en met 53, en bijlagen 16 en 17,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

13

De verificatie en accreditatie in de ETS zijn ten minste even streng als bepaald in:

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 15 en bijlage V

 

Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-verordening, artikelen 51 tot en met 54,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

  • B. 
    Essentiële criteria voor de luchtvaart
 
 

Essentiële criteria

Voor de EU

Voor Zwitserland

1

Verplicht karakter van de deelname aan de ETS

Deelname aan de ETS is verplicht voor luchtvaartactiviteiten volgens de onderstaande criteria.

Deelname aan de ETS is verplicht voor luchtvaartactiviteiten volgens de onderstaande criteria.

2

Toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten en broeikasgassen en toewijzing van vluchten en de betrokken emissies volgens het beginsel van de vertrekkende vlucht zoals bedoeld in:

Richtlijn 2003/87/EG, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2392 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 om te voorzien in een tijdelijke uitzondering van handhaving ten aanzien van vluchten van en naar landen waarmee geen overeenkomst krachtens artikel 25 van Richtlijn 2003/87/EG is gesloten

 

Artikelen 17, 29, 35 en 56 van en bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

  • 1. 
    Toepassingsgebied

Vluchten die aankomen op of vertrekken vanaf een luchtvaartterrein die gelegen zijn op het grondgebied van Zwitserland, behalve vluchten die vertrekken vanaf een luchtvaartterrein dat gelegen is op het grondgebied van de EER.

Tijdelijke afwijkingen wat het toepassingsgebied van de ETS betreft, zoals afwijkingen in de zin van artikel 28 bis van Richtlijn 2003/87/EG kunnen van toepassing zijn op de ETS van Zwitserland in overeenstemming met de afwijkingen in de EU-ETS. Voor luchtvaartactiviteiten worden alleen de CO2-emissies in aanmerking genomen.

   

Vanaf 1 januari 2020 worden vluchten vanaf een luchtvaartterrein dat gelegen is op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte (“EER”) naar luchtvaartterreinen gelegen op het grondgebied van Zwitserland bestreken door de EU-ETS, terwijl vluchten vanaf luchtvaartterreinen die gelegen zijn op het grondgebied van Zwitserland naar luchtvaartterreinen gelegen op het grondgebied van de EER overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG van de EU-ETS worden uitgesloten.

  • 2. 
    Beperkingen van het toepassingsgebied

Tot het in punt 1 bedoelde algemene toepassingsgebied behoren niet:

 

1.

vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor het vervoer op een officiële dienstreis van een regerend vorst en zijn directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering, wanneer dit wordt bevestigd door een overeenkomstige statusindicator in het vluchtplan;

 

2.

militaire, douane- en politievluchten;

 

3.

vluchten in verband met opsporing en redding, vluchten in het kader van brandbestrijding, humanitaire vluchten en medische noodvluchten;

 

4.

vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd volgens zichtvliegvoorschriften zoals bedoeld in bijlage 2 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944;

     

5.

vluchten die eindigen op het luchtvaartterrein vanwaar het luchtvaartuig is opgestegen en tijdens welke er geen geplande tussenlanding is gemaakt;

 

6.

lesvluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel het behalen of behouden van een vliegbrevet, of van een bevoegdverklaring in het geval van cockpitpersoneel, wanneer dit wordt bevestigd door een overeenkomstige opmerking in het vluchtplan, met uitzondering van vluchten die dienen voor het vervoer van passagiers en/of lading en van veerdienst- en positioneringsvluchten;

 

7.

vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel wetenschappelijk onderzoek;

 

8.

vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met als doel het controleren, testen of certificeren van luchtvaartuigen of van boord- of grondapparatuur;

 

9.

vluchten die worden uitgevoerd door luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximumstartmassa van minder dan 5 700 kg;

     

10.

vluchten van commerciële vliegtuigexploitanten met een totale emissie van minder dan 10 000 ton per jaar op onder de ETS van Zwitserland vallende vluchten of per periode gedurende drie opeenvolgende perioden van vier maanden minder dan 243 vluchten binnen het toepassingsgebied van de ETS van Zwitserland, indien de exploitanten niet onder de EU-ETS vallen.

 

11.

vluchten van niet-commerciële vliegtuigexploitanten die onder de ETS van Zwitserland vallen, met een totale emissie van minder dan 1 000 ton per jaar overeenkomstig de desbetreffende afwijking toegepast in de EU-ETS, indien de exploitanten niet onder de EU-ETS vallen.

Deze beperkingen van het toepassingsgebied zijn vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 16 bis,

 

CO2-verordening, artikel 46 quinquies, artikel 55, lid 2, en bijlage 13,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

3

Uitwisseling van relevante gegevens over de toepassing van de beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten

De twee partijen zullen samenwerken bij de toepassing van de beperkingen van het toepassingsgebied in de ETS van Zwitserland en de EU-ETS voor commerciële en niet-commerciële exploitanten overeenkomstig deze bijlage. Beide partijen zorgen met name voor de tijdige overdracht van alle relevante gegevens voor de correcte identificatie van de vluchten en vliegtuigexploitanten die onder de ETS van Zwitserland en de EU-ETS vallen.

4

Plafond (totale hoeveelheid aan vliegtuigexploitanten toe te wijzen emissierechten)

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 quater,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

In artikel 3 quater van Richtlijn 2003/87/EG werden de emissierechten aanvankelijk als volgt toegewezen:

 

15 % veiling,

 

3 % opzijgezet in een bijzondere reserve

 

82 % kosteloos toegewezen.

De toewijzingen werden gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 421/2014, waarbij de toewijzing van kosteloze emissierechten werd gereduceerd in verhouding tot de reductie van de verplichting tot inlevering (artikel 28 bis, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG). Bij Verordening (EU) 2017/2392, zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst, is deze aanpak verlengd tot 2023 en wordt de lineaire reductiefactor van 2,2 % toegepast vanaf 1 januari 2021.

Het plafond moet even stringent zijn als dat in de EU-ETS, vooral wat het reductiepercentage tussen jaren en handelsperioden betreft. De emissierechten binnen het plafond worden als volgt toegewezen:

 

15 % wordt geveild,

 

3 % wordt opzijgezet in een bijzondere reserve,

 

82 % wordt kosteloos toegewezen.

Deze toewijzing kan krachtens de artikelen 6 en 7 van deze overeenkomst worden herzien.

     

Tot 2020 moet de hoeveelheid emissierechten binnen het plafond bottom-up worden berekend op basis van de kosteloos toe te wijzen emissierechten volgens de bovenvermelde verdeling binnen het plafond. Tijdelijke afwijkingen met betrekking tot het toepassingsgebied van de ETS vereisen de overeenkomstige evenredige aanpassingen van de toe te wijzen hoeveelheden.

Vanaf 2021 moet de hoeveelheid emissierechten binnen het plafond worden bepaald aan de hand van het plafond in 2020, rekening houdend met een eventueel reductiepercentage in overeenstemming met de EU-ETS.

Dit is vastgelegd in

 

CO2-wet, artikel 18,

 

CO2-verordening, artikel 46 sexies en bijlage 15,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

5

Toewijzing van emissierechten voor de luchtvaart door veiling

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 quinquies en artikel 28 bis, lid 3,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De te veilen Zwitserse emissierechten moeten door de Zwitserse bevoegde autoriteit worden geveild. Zwitserland heeft recht op de opbrengsten van de veiling van Zwitserse emissierechten.

Dit is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 19 bis, leden 2 en 4,

 

CO2-verordening, artikel 48 en bijlage 15,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

6

Bijzondere reserve voor bepaalde vliegtuigexploitanten

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 septies,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Emissierechten worden opzijgezet in een bijzondere reserve voor nieuwkomers en snelle groeiers. Tot 2020 heeft Zwitserland echter geen bijzondere reserve, aangezien 2018 het referentiejaar voor de inzameling van gegevens over Zwitserse luchtvaartactiviteiten is.

De bijzondere reserve is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 18, lid 3,

 

CO2-verordening, artikel 46 sexies en bijlage 15,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

7

Benchmark voor de kosteloze toewijzing van emissierechten aan vliegtuigexploitanten

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 sexies,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

De jaarlijkse benchmark 0,000642186914222035 rechten per tonkilometer.

De benchmark mag niet hoger zijn dan die in de EU-ETS.

Tot 2020 bedraagt de jaarlijkse benchmark 0,000642186914222035 rechten per tonkilometer.

Deze benchmark is vastgelegd in:

 

CO2-verordening, artikel 46 septies, leden 1 en 2, en bijlage 15,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

8

Kosteloze toewijzing van emissierechten aan vliegtuigexploitanten

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 sexies,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG moet de verlening van emissierechten worden aangepast naar rata van de overeenkomstige rapportage- en inleveringsverplichtingen die voortvloeien uit het feit dat vluchten tussen de EER en Zwitserland momenteel onder de EU-ETS vallen.

Het kosteloos aan vliegtuigexploitanten toegewezen aantal emissierechten wordt berekend door hun gerapporteerde tonkilometergegevens voor het referentiejaar met de toepasselijke benchmark te vermenigvuldigen.

Deze kosteloze toewijzing is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 19 bis, leden 3 en 4,

 

CO2-verordening, artikel 46 septies, leden 1 en 2, en bijlage 15,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

9

De kwalitatieve beperkingen voor internationale kredieten zijn ten minste even streng als die vastgesteld in:

artikelen 11 bis en 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG,

 

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

CO2-wet, artikelen 5 en 6,

 

CO2-verordening, artikel 4, artikel 4 bis, lid 1, en bijlage 2,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

10

Kwantitatieve beperkingen voor het gebruik van internationale kredieten

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 11 bis

 

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie

 

Verordening (EU) nr. 1123/2013 van de Commissie van 8 november 2013 tot vaststelling van rechten op het gebruik van internationale kredieten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Het gebruik van internationale kredieten wordt vastgesteld op 1,5 % van de geverifieerde emissies tot 2020.

Dit is vastgelegd in:

 

CO2-verordening, artikel 55 quinquies,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

11

Inzameling van tonkilometergegevens voor het referentiejaar

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 3 sexies,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

Behalve zoals hieronder aangegeven, moeten de tonkilometergegevens op hetzelfde moment en op dezelfde wijze worden ingezameld als die voor de EU-ETS.

Tot 2020 en overeenkomstig de verordening inzake de inzameling van tonkilometergegevens en het opstellen van monitoringplannen met betrekking tot de door luchtvaartuigen afgelegde afstanden, zoals die van kracht is op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, is 2018 het referentiejaar voor de inzameling van gegevens over Zwitserse luchtvaartactiviteiten.

Dit is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 19 bis, leden 3 en 4,

 

de verordening inzake de inzameling van tonkilometergegevens en het opstellen van monitoringplannen met betrekking tot door luchtvaartuigen afgelegde afstanden

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

12

Monitoring en rapportage

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 14 en bijlage IV,

 

Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie,

De bepalingen inzake monitoring en rapportage moeten even strikt zijn als in de EU-ETS.

Dit is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 20,

 

CO2-verordening, de artikelen 50 tot en met 52, en de bijlagen 16 en 17,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

   

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie van 18 juli 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen maatregelen voor de monitoring, rapportage en verificatie van luchtvaartemissies ter uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

 

13

Verificatie en accreditatie

Richtlijn 2003/87/EG, artikel 15 en bijlage V

 

Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad

De bepalingen inzake verificatie en accreditatie moeten even strikt zijn als in de EU-ETS.

Dit is vastgelegd in

 

CO2-verordening, artikel 52, leden 4 en 5, en, bijlage 18,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

   

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

 

14

Beheer

De criteria van artikel 18 bis van Richtlijn 2003/87/EG zijn van toepassing. Daartoe en overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG zal Zwitserland als een administrerende lidstaat worden beschouwd wat de toewijzing van het beheer van vliegtuigexploitanten aan Zwitserland en de EU-lidstaten (EER-landen) betreft.

Overeenkomstig de CO2-verordening, zoals die van kracht is op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, zal Zwitserland worden belast met het beheer van vliegtuigexploitanten:

 

met een geldige, door Zwitserland afgegeven exploitatievergunning, of

 

met de grootste geraamde toegewezen luchtvaartemissies in Zwitserland in het kader van de gekoppelde ETS.

   

Overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG, artikel 25 bis zullen de bevoegde autoriteiten van de EU (EER)-lidstaten worden belast met alle taken die hun in verband met het beheer van vliegtuigexploitanten zijn toegewezen, met inbegrip van de taken in verband met de ETS van Zwitserland (bv. ontvangst van geverifieerde emissieverslagen over zowel Zwitserse als EU-luchtvaartactiviteiten, toewijzing, verlening en overdracht van emissierechten, naleving en handhaving).

De Europese Commissie sluit met de Zwitserse bevoegde autoriteiten een bilaterale overeenkomst over de overdracht van de relevante documentatie en informatie.

De Zwitserse bevoegde autoriteiten zullen worden belast met alle taken die aan Zwitserland in verband met het beheer van vliegtuigexploitanten zijn toegewezen, met inbegrip van de taken in verband met de EU-ETS (bv. ontvangst van geverifieerde emissieverslagen over zowel Zwitserse als EU-luchtvaartactiviteiten, toewijzing, verlening en overdracht van emissierechten, naleving en handhaving).

De Zwitserse bevoegde autoriteiten sluiten met de Europese Commissie een bilaterale overeenkomst over de overdracht van de relevante documentatie en informatie.

   

De Europese Commissie draagt met name zorg voor de overdracht van het aantal kosteloze toewijzingen van EU-emissierechten aan door Zwitserland beheerde vliegtuigexploitanten.

In geval van een bilaterale overeenkomst over het beheer van vluchten met betrekking tot de EuroAirport Bazel-Mulhouse-Freiburg waarvoor geen wijziging van Richtlijn 2003/87/EU vereist is, zal de Europese Commissie de uitvoering van een dergelijke overeenkomst zo nodig vergemakkelijken, mits dat niet tot een dubbeltelling leidt.

De Zwitserse bevoegde autoriteiten dragen met name het aantal kosteloze toewijzingen van Zwitserse emissierechten over aan door de lidstaten van de EU (of de EER) beheerde vliegtuigexploitanten.

Dit is vastgelegd in:

 

CO2-wet, artikel 39, lid 1 bis,

 

CO2-verordening, artikel 48 quinquies, en bijlage 14,

zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

15

Inlevering

Bij de beoordeling van de naleving door vliegtuigexploitanten op basis van de hoeveelheid ingeleverde emissierechten houden de bevoegde autoriteiten van de EU- (EER-) lidstaten in de eerste plaats rekening met emissies die onder de ETS van Zwitserland vallen, en maken zij gebruik van de resterende hoeveelheid ingeleverde emissierechten om rekening te houden met emissies die onder de EU-ETS vallen.

Bij de beoordeling van de naleving door vliegtuigexploitanten op basis van de hoeveelheid ingeleverde emissierechten houden de bevoegde Zwitserse autoriteiten in de eerste plaats rekening met emissies die onder de EU-ETS vallen, en maken zij gebruik van de resterende hoeveelheid ingeleverde emissierechten om rekening te houden met emissies die onder de ETS van Zwitserland vallen.

16

Rechtshandhaving

De partijen zullen de bepalingen van hun respectieve ETS met betrekking tot vliegtuigexploitanten die hun verplichtingen in het kader van de respectieve ETS niet nakomen, handhaven — ongeacht of de exploitant door een bevoegde autoriteit van de EU (EER) of door een Zwitserse bevoegde autoriteit wordt beheerd — indien de handhaving door de autoriteit die de exploitant beheert, extra maatregelen vergt.

17

Administratieve toewijzing van vliegtuigexploitanten

Krachtens artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG zal op de door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 18 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG gepubliceerde lijst van vliegtuigexploitanten de administrerende staat, met inbegrip van Zwitserland, voor elke vliegtuigexploitant worden aangegeven.

Vliegtuigexploitanten die voor het eerst na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan Zwitserland worden toegewezen, zullen na 30 april van het jaar van toewijzing en vóór 1 augustus van het jaar van toewijzing door Zwitserland worden beheerd.

De twee partijen zullen bij de uitwisseling van relevante documentatie en informatie samenwerken.

De toewijzing van een vliegtuigexploitant zal niet van invloed zijn op het toepassingsgebied van de respectieve ETS voor die vliegtuigexploitant (d.w.z. een exploitant die onder de EU-ETS valt en door de bevoegde Zwitserse autoriteit wordt beheerd, zal onder de EU-ETS dezelfde verplichtingen hebben als onder de ETS van Zwitserland en omgekeerd).

18

Uitvoeringsregels

Alle andere regels die nodig zijn voor de organisatie van de werkzaamheden en de samenwerking binnen de one-stop-shop voor luchtvaartrekeninghouders, moeten door het Gemengd Comité na de ondertekening van deze overeenkomst krachtens de artikelen 12, 13 en 22 van deze overeenkomst worden opgesteld en goedgekeurd. Die regels treden in werking op de datum waarop deze overeenkomst in werking treedt.

19

Bijstand van Eurocontrol

Voor het luchtvaartgedeelte van deze overeenkomst neemt de Europese Commissie Zwitserland op in het mandaat dat aan Eurocontrol met betrekking tot de EU-ETS is gegeven.

  • C. 
    Essentiële criteria voor de registers

De ETS van elke partij moet een register en een transactielogboek omvatten die voldoen aan de volgende essentiële criteria inzake beveiligingsmechanismen en -procedures en inzake het openen en beheren van rekeningen:

Essentiële criteria inzake beveiligingsmechanismen en -procedures

De registers en transactielogboeken moeten de vertrouwelijkheid, de integriteit, de beschikbaarheid en de authenticiteit van de in het systeem opgeslagen gegevens beschermen. Daartoe moeten de volgende beveiligingsmechanismen door de partijen worden toegepast:

 

Essentiële criteria

Om toegang te krijgen tot rekeningen, is voor alle gebruikers met toegang tot de rekening een tweefactorenauthenticatiemechanisme vereist.

Om transacties te initiëren en goed te keuren is een transactieondertekeningsmechanisme nodig. De bevestigingscode moet buiten de band aan de gebruikers worden toegezonden.

De volgende handelingen moeten door één persoon worden geïnitieerd en door een andere persoon worden goedgekeurd (vierogenprincipe):

alle door een administrateur uitgevoerde handelingen, behalve wanneer een in de koppelingstechnische normen omschreven uitzondering gerechtvaardigd is

alle overdrachten van eenheden, tenzij een alternatieve maatregel hetzelfde beveiligingsniveau biedt.

Er moet in een systeem van kennisgevingen worden voorzien om de gebruikers te waarschuwen wanneer handelingen worden verricht die met hun rekeningen en tegoedrekeningen te maken hebben.

Tussen het initiëren van een overdracht en de uitvoering ervan geldt voor alle gebruikers een minimumtermijn van 24 uur om informatie te ontvangen en elke vermoedelijk illegale overdracht tegen te houden.

De Zwitserse administrateur en de centrale administrateur van de Unie moeten stappen ondernemen om de gebruikers te informeren over hun verantwoordelijkheden met betrekking tot de beveiliging van hun systemen (bvb. pc, netwerk) en bij het behandelen van gegevens en het navigeren op internet.

Wat de emissierechten betreft, kunnen de emissies voor het jaar 2020 alleen worden gedekt door emissierechten die in de periode 2013-2020 zijn verleend.

Essentiële criteria inzake het openen en beheren van rekeningen

 

Essentiële criteria

Openen van een exploitanttegoedrekening

De aanvraag om een exploitanttegoedrekening te openen, moet door de exploitant of de bevoegde autoriteit bij de nationale administrateur (voor Zwitserland bij het federaal bureau voor het milieu — Bundesamt für Umwelt, BAFU) worden ingediend. De aanvraag moet voldoende informatie ter identificatie van de ETS-installatie en een passende installatie-ID bevatten.

Openen van een vliegtuigexploitanttegoedrekening

Elke vliegtuigexploitant die onder de ETS van Zwitserland en/of de EU-ETS valt, moet één vliegtuigexploitanttegoedrekening hebben. Voor vliegtuigexploitanten die door de Zwitserse bevoegde autoriteit worden beheerd, moet die rekening in het Zwitserse register worden aangehouden. De aanvraag moet door de vliegtuigexploitant of door zijn gemachtigde vertegenwoordiger binnen 30 werkdagen na de goedkeuring van het monitoringplan van de vliegtuigexploitant of na de overheveling ervan van een EU-lidstaat naar de Zwitserse autoriteiten bij de nationale administrateur (BAFU voor Zwitserland) worden ingediend. De aanvraag moet de unieke code bevatten van de vliegtuigen die door de aanvrager worden geëxploiteerd en onder de ETS van Zwitserland en/of de EU-ETS vallen.

Openen van een persoonlijke rekening/persoonstegoedrekening

De aanvraag om een persoonlijke rekening of een persoonstegoedrekening te openen, moet bij de nationale administrateur (BAFU voor Zwitserland) worden ingediend. De aanvraag moet voldoende informatie bevatten om de rekeninghouder/aanvrager te identificeren en ten minste:

voor een natuurlijke persoon: identiteitsbewijs en contactgegevens;

voor een rechtspersoon:

afschrift van het handelsregister of

de documenten tot oprichting van de rechtspersoon en een bewijs van registratie van de rechtspersoon;

strafregister van de natuurlijke persoon of, voor een rechtspersoon, van de bestuurders.

Rekeningvertegenwoordigers/gemachtigde vertegenwoordigers

Elke rekening moet ten minste één gemachtigde vertegenwoordiger/rekeningvertegenwoordiger hebben die door de aspirant-rekeninghouder is aangewezen. De gemachtigde vertegenwoordiger/rekeningvertegenwoordiger moet namens de rekeninghouder transacties en andere procedures initiëren. Bij de aanwijzing van de gemachtigde vertegenwoordiger/rekeningvertegenwoordiger moet de volgende informatie over de betrokkene worden verstrekt:

naam en contactgegevens

identiteitsbewijs

strafregister.

Controleren van documenten

Een kopie van een document dat als bewijs voor het openen van een persoonstegoedrekening/persoonlijke rekening of voor de aanwijzing van een gemachtigde vertegenwoordiger of rekeningvertegenwoordiger wordt ingediend, moet voor eensluidend worden gewaarmerkt. Voor documenten die zijn afgegeven buiten de lidstaat die om een kopie verzoekt, moet de kopie worden gelegaliseerd. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór de datum van de aanvraag zijn gewaarmerkt of gelegaliseerd.

Weigering om een rekening te openen of bij te werken of om een rekeningvertegenwoordiger/gemachtigde vertegenwoordiger aan te wijzen

Een nationale administrateur (BAFU voor Zwitserland) kan weigeren een rekening te openen of bij te werken of een rekeningvertegenwoordiger/gemachtigde vertegenwoordiger aan te wijzen, op voorwaarde dat de weigering redelijk en verdedigbaar is. De weigering moet met ten minste een van de volgende argumenten worden gerechtvaardigd:

de verstrekte informatie en documenten zijn onvolledig, verouderd of anderszins onnauwkeurig of onjuist

tegen de aspirant-vertegenwoordiger loopt een onderzoek of de aspirant-vertegenwoordiger is in de voorbije vijf jaar veroordeeld wegens fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen

een in de nationale of wetgeving van de Unie genoemde reden.

Geregelde toetsing van de rekeninginformatie

De rekeninghouders moeten elke wijziging van de rekening- of gebruikersgegevens onmiddellijk aan de nationale administrateur (BAFU voor Zwitserland) rapporteren en daarbij de gevraagde informatie verstrekken aan de nationale administrateur die de bijwerking van de informatie tijdig moet goedkeuren.

Ten minste om de drie jaar gaat de nationale administrateur na of de informatie in verband met een rekening nog steeds volledig, actueel, nauwkeurig en waarheidsgetrouw is en verzoekt hij de rekeninghouder in voorkomend geval eventuele wijzigingen mee te delen.

Opschorting van de toegang tot een rekening

Wanneer een bepaling op grond van artikel 3 van deze overeenkomst niet wordt nageleefd of wanneer er nog een onderzoek naar een mogelijke niet-naleving van die bepaling loopt, kan de toegang tot rekeningen worden opgeschort.

Vertrouwelijkheid en openbaarmaking van informatie

Informatie — met inbegrip van de tegoeden van alle rekeningen, alle verrichte transacties, de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten en de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden die worden aangehouden of bij een transactie zijn betrokken — die in het EUTL of het SSTL, het EU-register, het Zwitserse register of elk ander Kyoto-register is opgeslagen, moet als vertrouwelijk worden beschouwd.

Deze vertrouwelijke informatie mag aan de betrokken openbare entiteiten, op hun verzoek, worden verstrekt indien een dergelijk verzoek een legitiem doel nastreeft en gerechtvaardigd, noodzakelijk en evenredig is (met het oog op onderzoek, opsporing, vervolging, belastingadministratie, handhaving, audits en financieel toezicht ter voorkoming en bestrijding van fraude, witwassen van geld, financiering van terrorisme, andere ernstige strafbare feiten, marktmanipulatie of andere schendingen van het Unierecht of het nationale recht van een EER-lidstaat of van Zwitserland, en om de goede werking van de EU-ETS en de ETS van Zwitserland te waarborgen).

  • D. 
    Essentiële criteria voor veilingplatforms en veilingactiviteiten

Entiteiten die veilingen van emissierechten in de ETS van de partijen houden, moeten voldoen aan de volgende essentiële criteria en de veilingen dienovereenkomstig houden.

 
 

Essentiële criteria

1

De entiteit die de veiling houdt, moet worden geselecteerd via een procedure die borg staat voor transparantie, evenredigheid, gelijke behandeling, non-discriminatie en concurrentie tussen verschillende mogelijke veilingplatforms op basis van de EU-wetgeving of de nationale wetgeving inzake overheidsopdrachten.

2

De entiteit die de veiling houdt, moet daartoe gemachtigd zijn en moet bij de uitvoering van haar activiteiten de nodige waarborgen bieden. Er moet onder meer worden gewaarborgd dat de potentiële negatieve gevolgen van eventuele belangenconflicten worden vastgesteld en beheerd, risico’s waaraan de markt is blootgesteld, worden opgespoord en beheerst, er transparante en niet-discretionaire regels en procedures voor een billijke en ordelijke veiling zijn en voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de goede werking te bevorderen.

3

Aan de toegang tot de veilingen moeten minimumeisen inzake adequate klantenonderzoekscontroles worden verbonden om ervoor te zorgen dat deelnemers de werking van de veilingen niet ondermijnen.

4

Het veilingproces moet voorspelbaar zijn, met name met betrekking tot het tijdstip en de opeenvolging van de verkopen en de geraamde volumes die moeten worden aangeboden. De belangrijkste elementen van de veilingmethode, met inbegrip van het schema, de data en de geraamde volumes van de verkopen, moeten minstens één maand vóór het begin van de veilingen worden bekendgemaakt op de website van de entiteit die met de veiling is belast. Elke belangrijke aanpassing moet eveneens zo vroeg mogelijk van tevoren worden aangekondigd.

5

De veiling van emissierechten moet worden verricht met als doel elk effect op de ETS van elke partij zo veel mogelijk te beperken. De met de veiling belaste entiteit moet erop toezien dat de veilingtoewijzingsprijzen niet significant afwijken van de desbetreffende prijs voor emissierechten op de secundaire markt tijdens de veilingperiode, een situatie die op een tekortkoming van de veilingen zou wijzen. De methode voor het bepalen van de afwijking als bedoeld in de vorige zin moet worden aangemeld bij de bevoegde autoriteiten die de markttoezichtfuncties uitoefenen.

6

Alle niet-vertrouwelijke informatie in verband met de veilingen, met inbegrip van alle wetgeving, richtsnoeren en formulieren, moet op een open en transparante wijze worden gepubliceerd. De resultaten van elke veiling en alle relevante niet-vertrouwelijke informatie moeten zo snel mogelijk worden bekendgemaakt. Verslagen over de resultaten van de veilingen moeten ten minste eenmaal per jaar worden gepubliceerd.

7

Voor het veilen van emissierechten moeten adequate regels en procedures gelden om het risico van concurrentieverstoring, marktmisbruik, witwassen van geld en financiering van terrorisme bij veilingen te beperken. Die regels en procedures mogen — voor zover mogelijk — niet minder streng zijn dan die voor financiële markten in het respectieve rechtskader van de partijen. De met de veiling belaste entiteit moet met name voor maatregelen, procedures en processen zorgen om de integriteit van de veilingen te waarborgen. Zij moet ook het gedrag van de marktdeelnemers volgen en de bevoegde overheden van concurrentieverstoring, marktmisbruik, witwassen van geld of financiering van terrorisme in kennis stellen.

8

Op de entiteit die de veilingen houdt en op de veiling van emissierechten moet passend toezicht worden uitgeoefend door bevoegde autoriteiten. De aangewezen bevoegde autoriteiten moeten over de nodige wettelijke bevoegdheden en technische middelen beschikken om toezicht uit te oefenen op:

 

de organisatie en het gedrag van exploitanten van veilingplatforms

 

de organisatie en het gedrag van professionele tussenpersonen die namens cliënten optreden

 

het gedrag en de transacties van marktdeelnemers, om handel met voorkennis en marktmanipulatie te voorkomen

 

de transacties van marktdeelnemers, om witwassen van geld en financiering van terrorisme te voorkomen.

Voor zover mogelijk mag het toezicht niet minder streng zijn dan dat voor toezicht op financiële markten in het respectieve rechtskader van de partijen.

Voor de veiling van zijn emissierechten moet Zwitserland gebruik trachten te maken van een particuliere entiteit, overeenkomstig de regels voor openbare aanbestedingen.

Totdat die entiteit is aangesteld en indien het in één jaar te veilen aantal emissierechten lager is dan een bepaalde drempel, mag Zwitserland blijven gebruikmaken van de huidige regelingen voor veilingen, namelijk de veilingen die door BAFU worden gehouden, onder de volgende voorwaarden:

 

1.

De drempel moet worden vastgesteld op 1 000 000 emissierechten, met inbegrip van de voor luchtvaartactiviteiten te veilen emissierechten.

 

2.

De essentiële criteria 1 tot en met 8 zijn van toepassing, met uitzondering van de criteria 1 en 2, terwijl de laatste zin van criterium 5, alsmede de criteria 7 en 8 alleen voor BAFU gelden, in de mate van het mogelijke.

Het essentiële criterium 3 is van toepassing, samen met de volgende bepaling: de toelating tot bieden op veilingen van Zwitserse emissierechten in het kader van de regelingen voor veilingen die van kracht waren op het tijdstip dat deze overeenkomst was ondertekend, moet worden gewaarborgd voor alle entiteiten in de EER die toelating hebben tot bieden op veilingen in de EU.

Zwitserland kan entiteiten die in de EER zijn gevestigd, opdragen de veiling te houden.

BIJLAGE II

KOPPELINGSTECHNISCHE NORMEN

Om de koppeling tussen de EU-ETS en de ETS van Zwitserland operationeel te maken, wordt uiterlijk in mei 2020 of zo spoedig mogelijk daarna in een voorlopige oplossing voorzien. De partijen werken samen om de voorlopige oplossing zo spoedig mogelijk door een permanente registerkoppeling te vervangen.

In de koppelingstechnische normen (LTS) moet het volgende worden aangegeven:

 

de architectuur van de communicatieverbinding

 

de beveiliging van de gegevensoverdracht

 

de lijst van functies (transacties, verzoening enz.)

 

de definitie van de webdiensten

 

de vereisten inzake gegevensopslag

 

het operationele plan (call desk, ondersteuning)

 

het communicatieactiveringsplan en de testprocedure

 

de procedure om de beveiliging te testen.

In de LTS moet worden vermeld dat de administrateurs redelijke stappen moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat het SSTL, het EUTL en de koppeling 24 uur per dag en zeven dagen per week operationeel zijn en dat onderbrekingen in de activiteiten van het SSTL, het EUTL en de koppeling zo veel mogelijk worden beperkt.

In de LTS moet worden aangegeven dat de communicatie tussen het SSTL en het EUTL verloopt via de beveiligde uitwisseling van webdienstberichten op basis van de volgende technologieën (1):

 

webdiensten die gebruikmaken van Simple Object Access Protocol (SOAP) of een equivalent daarvan

 

virtueel particulier netwerk (VPN) met eigen hardware

 

XML (Extensible Markup Language)

 

digitale handtekening, en

 

Network Time Protocol.

De LTS moeten extra beveiligingsvoorschriften bevatten voor het Zwitserse register, het SSTL, het EU-register en het EUTL en moeten in een “veiligheidsbeheersplan” worden gedocumenteerd. In de LTS moet met name worden vermeld dat:

 

indien het vermoeden bestaat dat de veiligheid van het Zwitserse register, het SSTL, het EU-register of het EUTL in het gedrang is gekomen, moeten beide partijen elkaar daarvan onverwijld in kennis stellen en de koppeling tussen het SSTL en het EUTL onderbreken

 

in geval van een beveiligingsinbreuk verbinden de partijen zich ertoe de informatie onmiddellijk met elkaar te delen. Indien de technische details beschikbaar zijn, moet binnen 24 uur na de beveiligingsinbreuk een rapport met een beschrijving van het incident (datum, oorzaak, effect, genomen maatregelen) tussen de Zwitserse registeradministrateur en de centrale administrateur van de Unie worden uitgewisseld.

De in de LTS beschreven procedure om de beveiliging te testen, moet worden voltooid voordat de communicatieverbinding tussen het SSTL en het EUTL tot stand wordt gebracht en wanneer een nieuwe versie of release van het SSTL of het EUTL is vereist.

De LTS moeten, naast de productieomgeving, in twee testomgevingen voorzien: een ontwikkelingstestomgeving en een acceptatieomgeving.

De partijen moeten via de Zwitserse registeradministrateur en de centrale administrateur van de Unie het bewijs leveren dat er in de voorgaande twaalf maanden een onafhankelijke beoordeling van de veiligheid van hun systemen volgens de veiligheidsvoorschriften van de LTS is uitgevoerd. Op alle nieuwe belangrijke releases van de software moeten veiligheidstests en vooral penetratietests worden uitgevoerd volgens de veiligheidsvoorschriften van de LTS. De penetratietests mogen niet door de softwareontwikkelaar of door een subcontractant van de softwareontwikkelaar worden uitgevoerd.

.


  • (1) 
    Die technologieën worden momenteel toegepast voor het maken van een verbinding tussen het EU-register en het internationale transactielogboek, alsook tussen het Zwitserse register en het internationale transactielogboek.”
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.