Besluit 2019/1908 - Standpunt EU in de Raad voor de Handel in goederen van de Wereldhandelsorganisatie met betrekking tot het reglement van orde van het Comité voor handelsfacilitatie

1.

Wettekst

14.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 293/109

 

BESLUIT (EU) 2019/1908 VAN DE RAAD

van 8 november 2019

betreffende het namens de Unie in de Raad voor de Handel in goederen van de Wereldhandelsorganisatie in te nemen standpunt met betrekking tot het reglement van orde van het Comité voor handelsfacilitatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in combinatie met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie heeft de Overeenkomst inzake handelsfacilitatie (1) (“de overeenkomst”) gesloten bij Besluit (EU) 2015/1947 van de Raad (2) en op 22 februari 2017 is de overeenkomst in werking getreden.

 

(2)

Volgens artikel 23.1.2 van de overeenkomst stelt het Comité voor handelsfacilitatie zelf zijn reglement van orde vast.

 

(3)

Krachtens artikel IV.6 van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie is voor het reglement van orde van het Comité voor handelsfacilitatie de goedkeuring vereist van de Raad voor de Handel in goederen.

 

(4)

Het is dienstig het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Raad voor de Handel in goederen, aangezien het beoogde besluit bindend is voor de Unie.

 

(5)

Er moet worden ingestemd met het voorgestelde reglement van orde, omdat het Comité voor handelsfacilitatie daardoor efficiënt kan functioneren. Het reglement is gebaseerd op het reglement van orde van de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie en bevat aanpassingen om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van het Comité voor handelsfacilitatie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat tijdens de vergadering van de Raad voor de Handel in goederen namens de Unie moet worden ingenomen met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het Comité voor handelsfacilitatie, is de vaststelling van het reglement als vervat in de bijlage te steunen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 november 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    LINTILÄ
 

  • (2) 
    Besluit (EU) 2015/1947 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (PB L 284 van 30.10.2015, blz. 1).
 

BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ VOOR HANDELSFACILITATIE (1)

Het reglement van orde voor de vergaderingen van de Algemene Raad (WT/L/161) is mutatis mutandis van toepassing op de vergaderingen van het Comité voor handelsfacilitatie, met uitzondering van de volgende punten:

Hoofdstuk I — Vergaderingen

 

a)

Regel 1 (van de Algemene Raad) wordt als volgt gewijzigd overeenkomstig artikel 23.1.2, van de Overeenkomst inzake handelsfacilitatie:

“Het comité komt bijeen zo dikwijls als noodzakelijk is en zoals vastgelegd in de bepalingen van de Overeenkomst inzake handelsfacilitatie, maar niet minder dan eenmaal per jaar.”.

 

b)

De eerste zin van Regel 2 wordt als volgt aangepast:

“De vergaderingen van het comité worden door de directeur-generaal bijeengeroepen door middel van een kennisgeving, bij voorkeur drie weken, en in elk geval niet minder dan tien kalenderdagen, vóór de voor de vergadering vastgestelde datum.”.

Hoofdstuk II — Agenda

 

c)

Regel 5 wordt niet toegepast (2).

 

d)

Regel 11 wordt als volgt aangepast:

“Op uitnodiging van het Comité voor handelsfacilitatie kunnen vertegenwoordigers van internationale intergouvernementele organisaties de vergaderingen als waarnemer bijwonen overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage 3 bij het reglement van orde van de Algemene Raad.

Voorts kan het comité overeenkomstig artikel 23.1.5, van de Overeenkomst inzake handelsfacilitatie vertegenwoordigers van andere internationale organisaties met bevoegdheden op het gebied van handelsfacilitatie of hun hulporganen uitnodigen om:

 

a)

vergaderingen van het comité bij te wonen, en

 

b)

specifieke aangelegenheden met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst te bespreken.”.

Hoofdstuk V — Functionarissen

 

e)

De Regels 12, 13 en 14 moeten worden gewijzigd om het comité te machtigen een vicevoorzitter te kiezen. Bijgevolg moeten de Regels 12, 13 en 14 als volgt luiden:

“Regel 12. Het comité kiest een voorzitter (3) en kan een vicevoorzitter kiezen uit de vertegenwoordigers van de leden. De verkiezing vindt plaats op de eerste vergadering van het jaar en wordt van kracht aan het einde van de vergadering. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn in functie tot het einde van de eerste vergadering van het volgende jaar.

Regel 13. Indien de voorzitter gedurende een vergadering of een gedeelte daarvan afwezig is, vervult de vicevoorzitter de functies van de voorzitter. Indien geen vicevoorzitter is gekozen of indien de vicevoorzitter niet aanwezig is, kiest het comité voor die vergadering of dat gedeelte van de vergadering een tijdelijke voorzitter.

Regel 14. Indien de voorzitter de functies van het ambt niet langer kan vervullen, wijst het comité de in Regel 12 bedoelde vicevoorzitter aan of kiest het, indien geen vicevoorzitter is gekozen, een interimvoorzitter om die functies uit te voeren in afwachting van de verkiezing van een nieuwe voorzitter.”.

Hoofdstuk VI — Verloop van de werkzaamheden

 

f)

De eerste zin van Regel 24 wordt als volgt aangepast:

“Om het verloop van de werkzaamheden te versnellen, kan de voorzitter vertegenwoordigers die hun steun wensen uit te spreken voor een bepaald voorstel uitnodigen hun hand op te steken, hetgeen in de notulen naar behoren wordt geregistreerd als ondersteunende verklaringen. […]”.

Hoofdstuk VII — Besluitvorming

 

g)

Regel 33 wordt als volgt aangepast:

“Wanneer het niet mogelijk is bij consensus tot een besluit te komen, wordt de zaak aan de Raad voor de Handel in goederen voorgelegd.”.

 

h)

Regel 34 is niet van toepassing.

 

  • (1) 
    Gebaseerd op de mededeling van Argentinië, Japan, Noorwegen en Paraguay (G/TFA/W/14).
  • (2) 
    De regels 2, 3 en 6 van het reglement van orde van de Algemene Raad waarborgen een toereikende voorbereiding en verspreiding van de agenda.
  • (3) 
    Het comité past de relevante richtsnoeren toe uit de “Richtsnoeren voor de aanstelling van functionarissen in WTO-organen” (WT/L/31 van 7 februari 1995).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.