2013/83/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting nr. 6 van de EU voor het begrotingsjaar 2012 - Hoofdinhoud
28.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 57/1 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van de gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012
(2013/83/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, letter a), en artikel 314, lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, definitief vastgesteld op 1 december 2011 (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, ingediend door de Commissie op 23 oktober 2012,
Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, goedgekeurd door de Raad op 6 december 2012,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 12 december 2012,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Straatsburg, 12 december 2012.
De voorzitter
-
M.SCHULZ
DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2012
INHOUD
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Ontvangsten
— Titel 5: Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instelling
— Titel 7: Interest voor betalingsachterstand en boeten
— Uitgaven
— Titel 01: Economische en financiële zaken
— Titel 02: Ondernemingen
— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken
— Titel 05: Landbouw en plattelandsontwikkeling
— Titel 08: Onderzoek
— Titel 09: Informatiemaatschappij en media
— Titel 11: Maritieme zaken en visserij
— Titel 13: Regionaal beleid
— Titel 15: Onderwijs en cultuur
— Titel 17: Gezondheidszorg en consumentenbescherming
— Titel 18: Binnenlandse zaken
— Titel 19: Externe betrekkingen
— Titel 21: Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)
— Titel 23: Humanitaire hulp
— Titel 26: Administratie van de Commissie
— Titel 29: Statistiek
— Titel 32: Energie
— Titel 40: Reserves
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. |
Inleiding en financiering van de algemene begroting |
B. |
Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel |
— Ontvangsten
— Titel 1: Eigen middelen
— Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen
— Titel 5: Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instellingen
— Titel 7: Intrest voor betalingsachterstand en boetes
AFDELING III
COMMISSIE
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
986 604 274 |
986 604 274 |
|
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
58 500 000 |
8 500 000 |
67 000 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
50 000 000 |
50 000 000 |
|
7 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
123 000 000 |
3 525 000 000 |
3 648 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
384 000 |
384 000 |
|
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 000 000 |
30 000 000 |
|
Totaal |
1 248 488 274 |
3 533 500 000 |
4 781 988 274 |
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 0 |
OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN |
p.m. |
p.m. |
|
5 1 |
HUUROPBRENGSTEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 2 |
OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN |
56 500 000 |
8 500 000 |
65 000 000 |
5 5 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 7 |
OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
p.m. |
p.m. |
|
5 8 |
DIVERSE VERGOEDINGEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 9 |
OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
Titel 5 — Totaal |
58 500 000 |
8 500 000 |
67 000 000 |
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 2 |
||||
OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN |
||||
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling |
6 500 000 |
3 500 000 |
10 000 000 |
5 2 1 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt |
10 000 000 |
5 000 000 |
15 000 000 |
5 2 2 |
Rente op voorfinancieringen |
40 000 000 |
40 000 000 |
|
5 2 3 |
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 5 2 — Totaal |
56 500 000 |
8 500 000 |
65 000 000 |
5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
6 500 000 |
3 500 000 |
10 000 000 |
Toelichting
Deze ontvangsten hebben uitsluitend betrekking op bankrenten over de rekeningen-courant van de Commissie.
5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
10 000 000 |
5 000 000 |
15 000 000 |
Toelichting
Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.
TITEL 7
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
420 000 000 |
443 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
3 105 000 000 |
3 205 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
3 525 000 000 |
3 648 000 000 |
HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
||||
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
||||
7 0 0 |
Interest voor betalingsachterstand |
|||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
155 000 000 |
160 000 000 |
7 0 0 1 |
Overige interest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
Artikel 7 0 0 — Subtotaal |
8 000 000 |
155 000 000 |
163 000 000 |
|
7 0 1 |
Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten |
15 000 000 |
265 000 000 |
280 000 000 |
Hoofdstuk 7 0 — Totaal |
23 000 000 |
420 000 000 |
443 000 000 |
7 0 0
Interest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 000 000 |
155 000 000 |
160 000 000 |
Toelichting
Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
7 0 1
Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
15 000 000 |
265 000 000 |
280 000 000 |
Toelichting
Dit artikel is bestemd voor het boeken van de opgelopen rente op de speciale bankrekening voor geldboeten en interest voor betalingsachterstand naar aanleiding van geldboeten.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
3 075 000 000 |
3 175 000 000 |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen |
p.m. |
30 000 000 |
30 000 000 |
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
3 105 000 000 |
3 205 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
3 075 000 000 |
3 175 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
30 000 000 |
30 000 000 |
Rechtsgronden
Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
610 876 707 |
510 674 444 |
–19 000 000 |
610 876 707 |
491 674 444 |
|
40 01 40 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
|||
611 205 974 |
511 003 711 |
611 205 974 |
492 003 711 |
||||
02 |
ONDERNEMINGEN |
1 148 387 855 |
1 078 900 247 |
–1 800 000 |
81 050 000 |
1 146 587 855 |
1 159 950 247 |
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
|||
1 148 440 238 |
1 078 952 630 |
1 146 640 238 |
1 160 002 630 |
||||
03 |
CONCURRENTIE |
91 734 206 |
91 734 206 |
91 734 206 |
91 734 206 |
||
40 01 40 |
14 967 |
14 967 |
14 967 |
14 967 |
|||
91 749 173 |
91 749 173 |
91 749 173 |
91 749 173 |
||||
04 |
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN |
11 581 076 153 |
9 074 731 712 |
2 525 065 040 |
11 581 076 153 |
11 599 796 752 |
|
40 01 40 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
|||
11 581 093 119 |
9 074 748 678 |
11 581 093 119 |
11 599 813 718 |
||||
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
58 586 881 323 |
55 879 670 842 |
–13 000 000 |
1 040 000 000 |
58 573 881 323 |
56 919 670 842 |
40 01 40 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
|||
58 587 379 715 |
55 880 169 234 |
58 574 379 715 |
56 920 169 234 |
||||
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
1 664 247 628 |
1 079 420 609 |
1 664 247 628 |
1 079 420 609 |
||
40 01 40 |
59 867 |
59 867 |
59 867 |
59 867 |
|||
1 664 307 495 |
1 079 480 476 |
1 664 307 495 |
1 079 480 476 |
||||
07 |
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN |
488 335 603 |
388 770 703 |
488 335 603 |
388 770 703 |
||
40 01 40, 40 02 41 |
4 273 840 |
4 273 840 |
4 273 840 |
4 273 840 |
|||
492 609 443 |
393 044 543 |
492 609 443 |
393 044 543 |
||||
08 |
ONDERZOEK |
6 580 024 910 |
4 217 590 729 |
–4 800 000 |
208 009 000 |
6 575 224 910 |
4 425 599 729 |
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
|||
6 580 029 400 |
4 217 595 219 |
6 575 229 400 |
4 425 604 219 |
||||
09 |
INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA |
1 677 451 177 |
1 356 450 156 |
–1 143 678 |
30 000 000 |
1 676 307 499 |
1 386 450 156 |
40 01 40, 40 02 41 |
416 680 |
416 680 |
416 680 |
416 680 |
|||
1 677 867 857 |
1 356 866 836 |
1 676 724 179 |
1 386 866 836 |
||||
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
410 893 864 |
404 081 551 |
410 893 864 |
404 081 551 |
||
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
913 873 159 |
685 624 620 |
–1 597 974 |
–99 068 |
912 275 185 |
685 525 552 |
40 01 40, 40 02 41 |
119 219 779 |
120 819 779 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 567 259 |
73 567 259 |
|
1 033 092 938 |
806 444 399 |
–47 250 494 |
–47 351 588 |
985 842 444 |
759 092 811 |
||
12 |
INTERNE MARKT |
101 005 521 |
97 680 011 |
101 005 521 |
97 680 011 |
||
40 01 40 |
97 284 |
97 284 |
97 284 |
97 284 |
|||
101 102 805 |
97 777 295 |
101 102 805 |
97 777 295 |
||||
13 |
REGIONAAL BELEID |
42 733 701 316 |
36 226 444 880 |
1 870 000 000 |
42 733 701 316 |
38 096 444 880 |
|
40 01 40 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
|||
42 733 717 779 |
36 226 461 343 |
42 733 717 779 |
38 096 461 343 |
||||
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
142 810 235 |
110 215 126 |
142 810 235 |
110 215 126 |
||
40 01 40 |
151 912 |
151 912 |
151 912 |
151 912 |
|||
142 962 147 |
110 367 038 |
142 962 147 |
110 367 038 |
||||
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 696 893 431 |
2 112 018 336 |
282 000 000 |
2 696 893 431 |
2 394 018 336 |
|
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
|||
2 696 923 364 |
2 112 048 269 |
2 696 923 364 |
2 394 048 269 |
||||
16 |
COMMUNICATIE |
254 388 869 |
245 003 869 |
254 388 869 |
245 003 869 |
||
40 01 40, 40 02 41 |
7 805 987 |
7 905 987 |
7 805 987 |
7 905 987 |
|||
262 194 856 |
252 909 856 |
262 194 856 |
252 909 856 |
||||
17 |
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING |
686 380 880 |
591 324 297 |
–65 420 000 |
17 000 000 |
620 960 880 |
608 324 297 |
40 01 40 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
|||
686 660 925 |
591 604 342 |
621 240 925 |
608 604 342 |
||||
18 |
BINNENLANDSE ZAKEN |
1 249 268 924 |
740 261 722 |
10 000 000 |
1 249 268 924 |
750 261 722 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
14 779 662 |
15 699 634 |
14 779 662 |
15 699 634 |
|||
1 264 048 586 |
755 961 356 |
1 264 048 586 |
765 961 356 |
||||
19 |
EXTERNE BETREKKINGEN |
4 817 156 439 |
3 276 409 777 |
–2 160 000 |
–1 160 000 |
4 814 996 439 |
3 275 249 777 |
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
|||
4 817 172 784 |
3 276 426 122 |
4 815 012 784 |
3 275 266 122 |
||||
20 |
HANDEL |
104 305 507 |
101 676 083 |
104 305 507 |
101 676 083 |
||
40 01 40 |
37 417 |
37 417 |
37 417 |
37 417 |
|||
104 342 924 |
101 713 500 |
104 342 924 |
101 713 500 |
||||
21 |
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
1 497 912 576 |
1 309 859 220 |
1 400 000 |
1 497 912 576 |
1 311 259 220 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
|||
1 497 942 509 |
1 309 889 153 |
1 497 942 509 |
1 311 289 153 |
||||
22 |
UITBREIDING |
1 087 530 479 |
921 317 913 |
1 087 530 479 |
921 317 913 |
||
40 01 40 |
8 082 |
8 082 |
8 082 |
8 082 |
|||
1 087 538 561 |
921 325 995 |
1 087 538 561 |
921 325 995 |
||||
23 |
HUMANITAIRE HULP |
899 720 579 |
842 147 753 |
40 687 548 |
899 720 579 |
882 835 301 |
|
40 01 40 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
|||
899 734 049 |
842 161 223 |
899 734 049 |
882 848 771 |
||||
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
78 842 000 |
74 068 792 |
78 842 000 |
74 068 792 |
||
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
194 061 667 |
193 061 667 |
194 061 667 |
193 061 667 |
||
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 015 969 713 |
999 321 141 |
–1 600 000 |
1 014 369 713 |
999 321 141 |
|
40 01 40 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
|||
1 017 471 988 |
1 000 823 416 |
1 015 871 988 |
1 000 823 416 |
||||
27 |
BEGROTING |
68 585 186 |
68 585 186 |
68 585 186 |
68 585 186 |
||
40 01 40 |
100 293 |
100 293 |
100 293 |
100 293 |
|||
68 685 479 |
68 685 479 |
68 685 479 |
68 685 479 |
||||
28 |
AUDIT |
11 809 925 |
11 809 925 |
11 809 925 |
11 809 925 |
||
29 |
STATISTIEK |
134 296 280 |
121 927 987 |
–5 000 000 |
129 296 280 |
121 927 987 |
|
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
|||
134 326 213 |
121 957 920 |
129 326 213 |
121 957 920 |
||||
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 334 531 857 |
1 334 531 857 |
1 334 531 857 |
1 334 531 857 |
||
31 |
TALENDIENSTEN |
399 036 112 |
399 036 112 |
399 036 112 |
399 036 112 |
||
32 |
ENERGIE |
718 266 162 |
1 320 465 947 |
–37 700 000 |
718 266 162 |
1 282 765 947 |
|
40 01 40 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
|||
718 290 109 |
1 320 489 894 |
718 290 109 |
1 282 789 894 |
||||
33 |
JUSTITIE |
217 680 614 |
187 145 069 |
217 680 614 |
187 145 069 |
||
40 01 40 |
6 413 |
6 413 |
6 413 |
6 413 |
|||
217 687 027 |
187 151 482 |
217 687 027 |
187 151 482 |
||||
40 |
RESERVES |
758 937 000 |
90 000 000 |
758 937 000 |
90 000 000 |
||
Totaal |
144 956 873 857 |
126 141 962 489 |
–96 521 652 |
6 047 252 520 |
144 860 352 205 |
132 189 215 009 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
149 816 025 |
152 435 997 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
104 163 505 |
105 183 477 |
|
Totaal + reserve |
145 106 689 882 |
126 294 398 486 |
|
6 000 000 000 |
144 964 515 710 |
132 294 398 486 |
TITEL 01
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
01 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN” |
5 |
67 646 707 |
67 646 707 |
67 646 707 |
67 646 707 |
||
40 01 40 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
||||
67 975 974 |
67 975 974 |
67 975 974 |
67 975 974 |
|||||
01 02 |
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE |
14 500 000 |
13 082 630 |
14 500 000 |
13 082 630 |
|||
01 03 |
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
4 |
95 550 000 |
79 050 000 |
–19 000 000 |
95 550 000 |
60 050 000 |
|
01 04 |
FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN |
433 180 000 |
350 895 107 |
433 180 000 |
350 895 107 |
|||
Titel 01 — Totaal |
610 876 707 |
510 674 444 |
–19 000 000 |
610 876 707 |
491 674 444 |
|||
40 01 40 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
329 267 |
||||
Totaal + reserve |
611 205 974 |
511 003 711 |
611 205 974 |
492 003 711 |
HOOFDSTUK 01 03 — INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
01 03 |
||||||||
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
||||||||
01 03 01 |
||||||||
Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen |
||||||||
01 03 01 01 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal |
4 |
— |
— |
— |
— |
||
01 03 01 02 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 01 03 01 — Subtotaal |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||||
01 03 02 |
Macro–economische bijstand |
4 |
95 550 000 |
79 050 000 |
–19 000 000 |
95 550 000 |
60 050 000 |
|
Hoofdstuk 01 03 — Totaal |
95 550 000 |
79 050 000 |
–19 000 000 |
95 550 000 |
60 050 000 |
01 03 02
Macro-economische bijstand
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
95 550 000 |
79 050 000 |
–19 000 000 |
95 550 000 |
60 050 000 |
Toelichting
Deze uitzonderlijke bijstand is gericht op verlichting van de financiële problemen van bepaalde derde landen die te kampen hebben met macro-economische problemen, namelijk tekorten op de betalingsbalans en/of ernstige budgettaire onevenwichtigheden.
De bijstand houdt direct verband met de uitvoering door de begunstigde landen van maatregelen voor macro-economische stabilisering en structurele aanpassing. De maatregelen van de Unie vormen in het algemeen een aanvulling op die van het Internationaal Monetair Fonds, waarbij coördinatie met andere bilaterale donoren plaatsvindt.
De Commissie brengt de begrotingsautoriteit tweemaal per jaar op de hoogte van de macro-economische situatie in de begunstigde landen en brengt eenmaal per jaar uitvoerig verslag uit van deze bijstandsverlening.
De kredieten van dit artikel dienen eveneens ter dekking van financiële steun voor de wederopbouw van de gebieden in Georgië die getroffen zijn door het conflict met Rusland. De acties moeten hoofdzakelijk tot doel hebben de macro-economische situatie in het land te stabiliseren. Het totale financiële pakket van de steun werd vastgesteld op een internationale donorconferentie in 2008.
Rechtsgronden
Besluit 2006/880/EG van de Raad van 30 november 2006 tot toekenning van uitzonderlijke financiële bijstand aan Kosovo (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 36).
Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).
Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 1).
Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).
TITEL 02
ONDERNEMINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN” |
126 489 335 |
126 489 335 |
–1 800 000 |
–1 800 000 |
124 689 335 |
124 689 335 |
|
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
||||
126 541 718 |
126 541 718 |
124 741 718 |
124 741 718 |
|||||
02 02 |
CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP |
1 |
203 490 000 |
120 646 802 |
203 490 000 |
120 646 802 |
||
02 03 |
INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID |
1 |
42 050 000 |
29 893 923 |
42 050 000 |
29 893 923 |
||
02 04 |
SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID |
1 |
599 518 520 |
429 129 757 |
78 000 000 |
599 518 520 |
507 129 757 |
|
02 05 |
EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
1 |
176 840 000 |
372 740 430 |
4 850 000 |
176 840 000 |
377 590 430 |
|
Titel 02 — Totaal |
1 148 387 855 |
1 078 900 247 |
–1 800 000 |
81 050 000 |
1 146 587 855 |
1 159 950 247 |
||
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
52 383 |
||||
Totaal + reserve |
1 148 440 238 |
1 078 952 630 |
1 146 640 238 |
1 160 002 630 |
HOOFDSTUK 02 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
02 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN” |
|||||
02 01 01 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ondernemingen” |
5 |
71 247 993 |
71 247 993 |
|
02 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen” |
|||||
02 01 02 01 |
Extern personeel |
5 |
5 819 863 |
5 819 863 |
|
02 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5 |
4 881 377 |
4 881 377 |
|
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
|||
4 933 760 |
4 933 760 |
||||
Artikel 02 01 02 — Subtotaal |
10 701 240 |
10 701 240 |
|||
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
|||
10 753 623 |
10 753 623 |
||||
02 01 03 |
Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Ondernemingen” |
5 |
4 792 102 |
4 792 102 |
|
02 01 04 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen” |
|||||
02 01 04 01 |
Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
1 000 000 |
1 000 000 |
|
02 01 04 02 |
Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
160 000 |
160 000 |
|
02 01 04 04 |
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
6 000 000 |
6 000 000 |
|
02 01 04 05 |
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
4 000 000 |
–1 800 000 |
2 200 000 |
02 01 04 06 |
Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
1 000 000 |
1 000 000 |
|
02 01 04 30 |
Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie |
1.1 |
7 583 000 |
7 583 000 |
|
Artikel 02 01 04 — Subtotaal |
19 743 000 |
–1 800 000 |
17 943 000 |
||
02 01 05 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Ondernemingen” |
|||||
02 01 05 01 |
Uitgaven voor onderzoekspersoneel |
1.1 |
11 730 000 |
11 730 000 |
|
02 01 05 02 |
Extern personeel voor onderzoek |
1.1 |
3 650 000 |
3 650 000 |
|
02 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoek |
1.1 |
4 625 000 |
4 625 000 |
|
Artikel 02 01 05 — Subtotaal |
20 005 000 |
20 005 000 |
|||
Hoofdstuk 02 01 — Totaal |
126 489 335 |
–1 800 000 |
124 689 335 |
||
40 01 40 |
52 383 |
52 383 |
|||
Totaal + reserve |
126 541 718 |
124 741 718 |
02 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen”
02 01 04 05
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
4 000 000 |
–1 800 000 |
2 200 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Zie artikel 02 05 01.
HOOFDSTUK 02 04 — SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 04 |
||||||||
SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID |
||||||||
02 04 01 |
||||||||
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid |
||||||||
02 04 01 01 |
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart |
1.1 |
251 267 503 |
235 885 279 |
43 000 000 |
251 267 503 |
278 885 279 |
|
02 04 01 02 |
Onderzoek op het gebied van veiligheid |
1.1 |
242 951 017 |
136 087 661 |
35 000 000 |
242 951 017 |
171 087 661 |
|
02 04 01 03 |
Onderzoek in verband met vervoer (Galileo) |
1.1 |
105 300 000 |
54 435 064 |
105 300 000 |
54 435 064 |
||
Artikel 02 04 01 — Subtotaal |
599 518 520 |
426 408 004 |
78 000 000 |
599 518 520 |
504 408 004 |
|||
02 04 02 |
Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
02 04 03 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
02 04 04 |
||||||||
Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s |
||||||||
02 04 04 01 |
Voltooiing van programma’s van vóór 2003 |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
02 04 04 02 |
Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006) |
1.1 |
— |
2 721 753 |
— |
2 721 753 |
||
Artikel 02 04 04 — Subtotaal |
— |
2 721 753 |
— |
2 721 753 |
||||
Hoofdstuk 02 04 — Totaal |
599 518 520 |
429 129 757 |
78 000 000 |
599 518 520 |
507 129 757 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen in dit hoofdstuk.
Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.
Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.
Deze kredieten zullen worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 02 04 03.
02 04 01
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid
02 04 01 01
Onderzoek op het gebied van ruimtevaart
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
251 267 503 |
235 885 279 |
43 000 000 |
251 267 503 |
278 885 279 |
Toelichting
De acties die op dit gebied worden uitgevoerd, hebben tot doel een Europees ruimteprogramma te ondersteunen dat zich vooral toespitst op toepassingen zoals GMES (Global Monitoring for Environment and Security — wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid) met voordelen voor de burgers en het concurrentievermogen van de Europese industrie, alsook de grondslagen van de ruimtevaart te versterken met in het bijzonder voordelen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Europees ruimtevaartbeleid waarmee de inspanningen van de lidstaten en andere hoofdrolspelers, zoals het Europees Ruimteagentschap, worden aangevuld. Verwacht wordt dat onderzoek op het gebied van ruimtevaart aanzienlijk zal bijdragen tot de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in het bijzonder wat het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen, de bijdrage tot een slimme en duurzame groei en innovatie betreft.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
02 04 01 02
Onderzoek op het gebied van veiligheid
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
242 951 017 |
136 087 661 |
35 000 000 |
242 951 017 |
171 087 661 |
Toelichting
De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is de technologieën en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het opbouwen van capaciteiten waarbij de nadruk op civiele toepassing ligt teneinde de burger te beschermen tegen dreigingen zoals terrorisme en criminaliteit, alsmede tegen de effecten van ongewilde incidenten zoals natuurrampen en industriële ongevallen; te zorgen voor een optimaal en gecoördineerd gebruik van beschikbare en zich ontwikkelende technologieën ten behoeve van de Europese veiligheid met inachtneming van de fundamentele mensenrechten; de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren; door middel van deze activiteiten de technologische basis van de Europese beveiligingsindustrie te versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen ervan te verbeteren. In dit verband moeten speciale inspanningen worden verricht voor de ontwikkeling van een Europese strategie voor cyberveiligheid.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
02 05 |
||||||||
EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO) |
||||||||
02 05 01 |
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) |
1.1 |
167 000 000 |
362 900 430 |
4 850 000 |
167 000 000 |
367 750 430 |
|
02 05 02 |
||||||||
Europees GNSS-Agentschap (GSA) |
||||||||
02 05 02 01 |
Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
7 920 676 |
7 920 676 |
7 920 676 |
7 920 676 |
||
02 05 02 02 |
Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
1 919 324 |
1 919 324 |
1 919 324 |
1 919 324 |
||
Artikel 02 05 02 — Subtotaal |
9 840 000 |
9 840 000 |
9 840 000 |
9 840 000 |
||||
Hoofdstuk 02 05 — Totaal |
176 840 000 |
372 740 430 |
4 850 000 |
176 840 000 |
377 590 430 |
02 05 01
Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
167 000 000 |
362 900 430 |
4 850 000 |
167 000 000 |
367 750 430 |
Toelichting
De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op medefinanciering van:
— |
activiteiten die verband houden met de afronding van de ontwikkelingsfase; |
— |
activiteiten die verband houden met de stationeringsfase, die de bouw en de lancering van de satellieten en de volledige totstandbrenging van de grondinfrastructuur omvat; |
— |
de eerste reeks activiteiten in verband met de start van de exploitatiefase, die enerzijds het beheer van de satelliet- en grondinfrastructuur en anderzijds de permanente onderhouds- en bijwerkingswerkzaamheden omvat. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).
TITEL 04
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN” |
95 171 614 |
95 171 614 |
95 171 614 |
95 171 614 |
|||
40 01 40 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
||||
95 188 580 |
95 188 580 |
95 188 580 |
95 188 580 |
|||||
04 02 |
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
1 |
11 170 793 739 |
8 696 734 564 |
2 507 407 505 |
11 170 793 739 |
11 204 142 069 |
|
04 03 |
WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT |
1 |
78 430 000 |
61 989 703 |
78 430 000 |
61 989 703 |
||
04 04 |
WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID |
1 |
124 530 800 |
111 116 710 |
124 530 800 |
111 116 710 |
||
04 05 |
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG) |
1 |
p.m. |
50 000 000 |
17 657 535 |
p.m. |
67 657 535 |
|
04 06 |
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
4 |
112 150 000 |
59 719 121 |
112 150 000 |
59 719 121 |
||
Titel 04 — Totaal |
11 581 076 153 |
9 074 731 712 |
2 525 065 040 |
11 581 076 153 |
11 599 796 752 |
|||
40 01 40 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
16 966 |
||||
Totaal + reserve |
11 581 093 119 |
9 074 748 678 |
11 581 093 119 |
11 599 813 718 |
HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 02 |
||||||||
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
||||||||
04 02 01 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
430 000 000 |
p.m. |
430 000 000 |
||
04 02 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 03 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 04 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 05 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 06 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
42 822 534 |
p.m. |
42 822 534 |
||
04 02 07 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 08 |
Voltooiing van Equal (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
10 000 000 |
p.m. |
10 000 000 |
||
04 02 09 |
Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 10 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006) |
1.2 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
04 02 11 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000) |
1.2 |
— |
— |
— |
— |
||
04 02 17 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie |
1.2 |
7 904 534 226 |
5 889 000 000 |
1 443 907 505 |
7 904 534 226 |
7 332 907 505 |
|
04 02 18 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
04 02 19 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid |
1.2 |
3 256 259 513 |
2 318 412 030 |
1 060 000 000 |
3 256 259 513 |
3 378 412 030 |
|
04 02 20 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013) |
1.2 |
10 000 000 |
6 500 000 |
3 500 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
|
Hoofdstuk 04 02 — Totaal |
11 170 793 739 |
8 696 734 564 |
2 507 407 505 |
11 170 793 739 |
11 204 142 069 |
Toelichting
In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.
04 02 17
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
7 904 534 226 |
5 889 000 000 |
1 443 907 505 |
7 904 534 226 |
7 332 907 505 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:
— |
samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering; |
— |
identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind. |
Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:
— |
de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip; |
— |
een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering; |
— |
het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 19
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 256 259 513 |
2 318 412 030 |
1 060 000 000 |
3 256 259 513 |
3 378 412 030 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 20
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
10 000 000 |
6 500 000 |
3 500 000 |
10 000 000 |
10 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.
De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen); |
— |
uitgaven voor informatie en publicatie; |
— |
uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie; |
— |
uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand; |
— |
uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling; |
— |
contracten voor dienstverlening, evaluaties (inclusief evaluaties achteraf over de periode 2000-2006) en studies; |
— |
beurzen. |
Technische bijstand omvat eveneens uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing die tot doel hebben goede praktijken op te sporen en te verspreiden en wederzijds leren, transnationale en interregionale samenwerking aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.
Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners in de context van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
HOOFDSTUK 04 05 — EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 05 |
||||||||
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG) |
||||||||
04 05 01 |
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) |
1.1 |
p.m. |
50 000 000 |
17 657 535 |
p.m. |
67 657 535 |
|
Hoofdstuk 04 05 — Totaal |
p.m. |
50 000 000 |
17 657 535 |
p.m. |
67 657 535 |
04 05 01
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
50 000 000 |
17 657 535 |
p.m. |
67 657 535 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen tijdelijke en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke collectieve ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Voor aanvragen die voor 31 december 2011 zijn ingediend kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die gedwongen zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.
De maximale uitgaven uit het fonds bedragen 500 000 000 EUR per jaar.
Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om extra tijdelijke steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.
De acties die worden ondernomen door het EFG moeten een aanvulling vormen op die van het Europees Sociaal Fonds, waarbij dubbele structuren moeten worden voorkomen.
De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds zijn vastgesteld in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
Referentiebesluiten
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).
TITEL 05
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
134 298 344 |
134 298 344 |
134 298 344 |
134 298 344 |
|||
40 01 40 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
||||
134 796 736 |
134 796 736 |
134 796 736 |
134 796 736 |
|||||
05 02 |
INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN |
2 |
3 233 310 000 |
3 232 963 891 |
3 233 310 000 |
3 232 963 891 |
||
05 03 |
RECHTSTREEKSE STEUN |
2 |
40 510 700 000 |
40 510 700 000 |
40 510 700 000 |
40 510 700 000 |
||
05 04 |
PLATTELANDSONTWIKKELING |
2 |
14 613 144 442 |
12 088 893 741 |
–13 000 000 |
1 041 000 000 |
14 600 144 442 |
13 129 893 741 |
05 05 |
PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
4 |
234 458 000 |
54 586 457 |
–1 000 000 |
234 458 000 |
53 586 457 |
|
05 06 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
4 |
6 360 000 |
5 780 674 |
6 360 000 |
5 780 674 |
||
05 07 |
AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN |
2 |
|
|
|
|
||
05 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
2 |
47 310 537 |
45 147 735 |
47 310 537 |
45 147 735 |
||
Titel 05 — Totaal |
58 586 881 323 |
55 879 670 842 |
–13 000 000 |
1 040 000 000 |
58 573 881 323 |
56 919 670 842 |
||
40 01 40 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
498 392 |
||||
Totaal + reserve |
58 587 379 715 |
55 880 169 234 |
58 574 379 715 |
56 920 169 234 |
HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 04 |
||||||||
PLATTELANDSONTWIKKELING |
||||||||
05 04 01 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
||||||||
05 04 01 14 |
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 05 04 01 — Subtotaal |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||||
05 04 02 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s |
||||||||
05 04 02 01 |
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
85 339 148 |
p.m. |
85 339 148 |
||
05 04 02 02 |
Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 03 |
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 04 |
Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 05 |
Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 06 |
Voltooiing van Leader (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 07 |
Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 08 |
Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 02 09 |
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 05 04 02 — Subtotaal |
p.m. |
85 339 148 |
p.m. |
85 339 148 |
||||
05 04 03 |
||||||||
Overige maatregelen |
||||||||
05 04 03 02 |
Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen |
2 |
p.m. |
412 933 |
p.m. |
412 933 |
||
Artikel 05 04 03 — Subtotaal |
p.m. |
412 933 |
p.m. |
412 933 |
||||
05 04 04 |
Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 04 05 |
||||||||
Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013) |
||||||||
05 04 05 01 |
Programma’s voor plattelandsontwikkeling |
2 |
14 589 123 242 |
11 994 891 297 |
1 041 000 000 |
14 589 123 242 |
13 035 891 297 |
|
05 04 05 02 |
Operationele technische bijstand |
2 |
22 521 200 |
7 500 363 |
–13 000 000 |
9 521 200 |
7 500 363 |
|
05 04 05 03 |
Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers |
2 |
1 500 000 |
750 000 |
1 500 000 |
750 000 |
||
Artikel 05 04 05 — Subtotaal |
14 613 144 442 |
12 003 141 660 |
–13 000 000 |
1 041 000 000 |
14 600 144 442 |
13 044 141 660 |
||
Hoofdstuk 05 04 — Totaal |
14 613 144 442 |
12 088 893 741 |
–13 000 000 |
1 041 000 000 |
14 600 144 442 |
13 129 893 741 |
05 04 05
Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013)
Toelichting
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement..
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
05 04 05 01
Programma’s voor plattelandsontwikkeling
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 589 123 242 |
11 994 891 297 |
1 041 000 000 |
14 589 123 242 |
13 035 891 297 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor 2007-2013.
Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 355 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 347 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
05 04 05 02
Operationele technische bijstand
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
22 521 200 |
7 500 363 |
–13 000 000 |
9 521 200 |
7 500 363 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.
Een deel van dit krediet dient voor de gestage uitbreiding van het Europees solidariteitsnetwerk voor het platteland, dat ondertussen twee jaar werkzaam is.
1. |
Doel: tot stand brengen van een Europese ruimte van solidariteit, preventie en onderzoek
|
2. |
Te ondernemen acties: verspreiding van preventie-instrumenten Twee preventie-instrumenten moeten zo breed mogelijk onder de Europese landbouwers worden verspreid:
|
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
HOOFDSTUK 05 05 — PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 05 |
||||||||
PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
||||||||
05 05 01 |
||||||||
Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen |
||||||||
05 05 01 01 |
Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006) |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
05 05 01 02 |
Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 05 05 01 — Subtotaal |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||||
05 05 02 |
Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (IPARD) |
4 |
234 458 000 |
54 586 457 |
–1 000 000 |
234 458 000 |
53 586 457 |
|
Hoofdstuk 05 05 — Totaal |
234 458 000 |
54 586 457 |
–1 000 000 |
234 458 000 |
53 586 457 |
05 05 02
Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (IPARD)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
234 458 000 |
54 586 457 |
–1 000 000 |
234 458 000 |
53 586 457 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uniale bijstand in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun voor kandidaat–landen die zich geleidelijk aanpassen aan de normen en het beleid van de Unie, waar nodig ook aan het acquis van de Unie, in het licht van hun toetreding. Wat de plattelandsontwikkeling betreft, zal aan deze landen steun worden verleend voor de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de aanpassing aan de structuren van de Unie en door de Unie gefinancierde programma’s voor plattelandsontwikkeling in de periode na de toetreding.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).
TITEL 08
ONDERZOEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK” |
341 258 900 |
341 258 900 |
–4 800 000 |
–4 800 000 |
336 458 900 |
336 458 900 |
|
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
||||
341 263 390 |
341 263 390 |
336 463 390 |
336 463 390 |
|||||
08 02 |
SAMENWERKING — GEZONDHEID |
1 |
939 533 855 |
493 934 702 |
79 790 000 |
939 533 855 |
573 724 702 |
|
08 03 |
SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE |
1 |
312 784 295 |
181 450 215 |
312 784 295 |
181 450 215 |
||
08 04 |
SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN |
1 |
510 906 344 |
368 666 918 |
63 906 000 |
510 906 344 |
432 572 918 |
|
08 05 |
SAMENWERKING — ENERGIE |
1 |
189 932 521 |
144 811 788 |
189 932 521 |
144 811 788 |
||
08 06 |
SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING) |
1 |
285 273 359 |
214 026 879 |
39 113 000 |
285 273 359 |
253 139 879 |
|
08 07 |
SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART) |
1 |
483 484 270 |
430 934 281 |
483 484 270 |
430 934 281 |
||
08 08 |
SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN |
1 |
92 395 240 |
54 274 481 |
92 395 240 |
54 274 481 |
||
08 09 |
SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
198 004 478 |
181 450 215 |
198 004 478 |
181 450 215 |
||
08 10 |
IDEEËN |
1 |
1 564 948 330 |
818 082 810 |
30 000 000 |
1 564 948 330 |
848 082 810 |
|
08 12 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
50 228 387 |
126 769 285 |
50 228 387 |
126 769 285 |
||
08 13 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S) |
1 |
251 176 486 |
182 498 997 |
251 176 486 |
182 498 997 |
||
08 14 |
CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S |
1 |
20 078 078 |
18 299 254 |
20 078 078 |
18 299 254 |
||
08 15 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL |
1 |
66 609 035 |
56 521 742 |
66 609 035 |
56 521 742 |
||
08 16 |
CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ |
1 |
44 828 259 |
27 650 291 |
44 828 259 |
27 650 291 |
||
08 17 |
CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN |
1 |
32 102 471 |
31 917 093 |
32 102 471 |
31 917 093 |
||
08 18 |
CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
08 19 |
CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID |
1 |
13 101 602 |
9 434 504 |
13 101 602 |
9 434 504 |
||
08 20 |
EURATOM — FUSIE-ENERGIE |
1 |
1 129 274 000 |
371 849 555 |
1 129 274 000 |
371 849 555 |
||
08 21 |
EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING |
1 |
54 105 000 |
49 898 809 |
54 105 000 |
49 898 809 |
||
08 22 |
VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN |
1 |
p.m. |
113 860 010 |
p.m. |
113 860 010 |
||
08 23 |
ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL |
1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Titel 08 — Totaal |
6 580 024 910 |
4 217 590 729 |
–4 800 000 |
208 009 000 |
6 575 224 910 |
4 425 599 729 |
||
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
4 490 |
||||
Totaal + reserve |
6 580 029 400 |
4 217 595 219 |
6 575 229 400 |
4 425 604 219 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).
Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).
Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van toepassing als die welke wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt:„Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is”. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.
Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.
Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).
Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.
Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.
HOOFDSTUK 08 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
08 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK” |
|||||
08 01 01 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderzoek” |
5 |
9 193 290 |
9 193 290 |
|
08 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek” |
|||||
08 01 02 01 |
Extern personeel |
5 |
210 031 |
210 031 |
|
08 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
5 |
392 244 |
392 244 |
|
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
|||
396 734 |
396 734 |
||||
Artikel 08 01 02 — Subtotaal |
602 275 |
602 275 |
|||
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
|||
606 765 |
606 765 |
||||
08 01 03 |
Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Onderzoek” |
5 |
618 335 |
618 335 |
|
08 01 04 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek” |
|||||
08 01 04 30 |
Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad |
1.1 |
39 000 000 |
39 000 000 |
|
08 01 04 31 |
Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA) |
1.1 |
47 339 000 |
47 339 000 |
|
08 01 04 40 |
Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusie voor energie (F4E) — Uitgaven voor administratief beheer |
1.1 |
39 000 000 |
39 000 000 |
|
Artikel 08 01 04 — Subtotaal |
125 339 000 |
125 339 000 |
|||
08 01 05 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek” |
|||||
08 01 05 01 |
Uitgaven voor onderzoekspersoneel |
1.1 |
124 219 000 |
–4 100 000 |
120 119 000 |
08 01 05 02 |
Extern personeel voor onderzoek |
1.1 |
26 287 000 |
|
25 587 000 |
08 01 05 03 |
Overige beheersuitgaven voor onderzoek |
1.1 |
55 000 000 |
55 000 000 |
|
Artikel 08 01 05 — Subtotaal |
205 506 000 |
–4 800 000 |
200 706 000 |
||
Hoofdstuk 08 01 — Totaal |
341 258 900 |
–4 800 000 |
336 458 900 |
||
40 01 40 |
4 490 |
4 490 |
|||
Totaal + reserve |
341 263 390 |
336 463 390 |
08 01 05
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”
08 01 05 01
Uitgaven voor onderzoekspersoneel
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
124 219 000 |
–4 100 000 |
120 119 000 |
08 01 05 02
Extern personeel voor onderzoek
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
26 287 000 |
|
25 587 000 |
HOOFDSTUK 08 02 — SAMENWERKING — GEZONDHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 02 |
||||||||
SAMENWERKING — GEZONDHEID |
||||||||
08 02 01 |
Samenwerking — Gezondheid |
1.1 |
639 533 855 |
398 334 028 |
79 790 000 |
639 533 855 |
478 124 028 |
|
08 02 02 |
Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen |
1.1 |
294 300 000 |
90 725 107 |
294 300 000 |
90 725 107 |
||
08 02 03 |
Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen |
1.1 |
5 700 000 |
4 875 567 |
5 700 000 |
4 875 567 |
||
Hoofdstuk 08 02 — Totaal |
939 533 855 |
493 934 702 |
79 790 000 |
939 533 855 |
573 724 702 |
08 02 01
Samenwerking — Gezondheid
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
639 533 855 |
398 334 028 |
79 790 000 |
639 533 855 |
478 124 028 |
Toelichting
De acties op het gebied van gezondheid beogen de verbetering van de gezondheid van de burgers van Europa en de opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in de gezondheidssector, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan mondiale gezondheidsaspecten zoals opkomende epidemieën De nadruk zal liggen op translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen), de ontwikkeling en validering van nieuwe therapieën, methoden voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, en diagnose-instrumenten en -technologieën, alsmede duurzame en efficiënte gezondheidszorgstelsels. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de communicatie van onderzoeksresultaten en het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld, met name met patiëntenverenigingen, in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuwe ontwikkelingen die uit biomedisch en genetisch onderzoek voortvloeien.
Financiering van klinisch onderzoek naar tal van ziekten, bijv. hiv/aids, malaria, tuberculose, diabetes en andere chronische ziekten (bijv. artritis, reumatische ziekten en spier- en skeletziekten, alsook ademhalingsziekten), of zeldzame ziekten, is mogelijk.
Er moet meer onderzoek naar ouderdomsziekten worden gefinancierd.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Referentiebesluiten
Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).
HOOFDSTUK 08 04 — SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 04 |
||||||||
SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN |
||||||||
08 04 01 |
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën |
1.1 |
501 040 344 |
362 900 430 |
63 906 000 |
501 040 344 |
426 806 430 |
|
08 04 02 |
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
9 866 000 |
5 766 488 |
9 866 000 |
5 766 488 |
||
Hoofdstuk 08 04 — Totaal |
510 906 344 |
368 666 918 |
63 906 000 |
510 906 344 |
432 572 918 |
08 04 01
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
501 040 344 |
362 900 430 |
63 906 000 |
501 040 344 |
426 806 430 |
Toelichting
De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is te helpen bij het tot stand brengen van een kritische massa aan noodzakelijke capaciteit voor de ontwikkeling en exploitatie, met name vanuit het oogpunt van eco-efficiëntie en terugdringing van lozingen van gevaarlijke stoffen in het milieu, van geavanceerde technologieën voor de op kennis en intelligentie gebaseerde producten, diensten en fabricageprocédés van de komende jaren.
Er moeten voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor nano-onderzoek met betrekking tot de beoordeling van milieu- en gezondheidsrisico’s, aangezien momenteel slechts 5 tot 10 % van het nano-onderzoek wereldwijd hierop gericht is.
Er moeten voldoende kredieten worden besteed aan activiteiten ter bevordering van onderzoek naar en de ontwikkeling van grondstoffenefficiënte processen en praktijken, waaronder eco-design, hergebruik en recycling, en van onderzoek naar vervanging van gevaarlijke of kritieke stoffen.
Opgevoerd worden tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s alsmede de financiering van het IMS-secretariaat, de analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en tevens de acties uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 06 — SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 06 |
||||||||
SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING) |
||||||||
08 06 01 |
Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering) |
1.1 |
280 840 359 |
211 873 065 |
39 113 000 |
280 840 359 |
250 986 065 |
|
08 06 02 |
Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
4 433 000 |
2 153 814 |
4 433 000 |
2 153 814 |
||
Hoofdstuk 08 06 — Totaal |
285 273 359 |
214 026 879 |
39 113 000 |
285 273 359 |
253 139 879 |
08 06 01
Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
280 840 359 |
211 873 065 |
39 113 000 |
280 840 359 |
250 986 065 |
Toelichting
Milieuonderzoek zal binnen het zevende kaderprogramma worden geïmplementeerd via het thema „Milieu (inclusief klimaatverandering)”. Het doel is het bevorderen van een duurzaam beheer van het natuurlijke en menselijke milieu en zijn rijkdommen door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieukwesties op geïntegreerde wijze te benaderen. De nadruk zal liggen op prognoses van veranderingen in klimaatsystemen, ecologische systemen en aard- en oceaansystemen; en op instrumenten en op technologieën voor monitoring, preventie en mitigatie van de druk op en risico’s voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid, en voor de duurzaamheid van het natuurlijke en door de mens gecreëerde milieu.
Onderzoek in verband met dit thema zal bijdragen tot de uitvoering van internationale verbintenissen en initiatieven zoals wereldwijde aardobservatie (global earth observation — GEO). Bovendien zullen hiermee de onderzoeksbehoeften worden ondersteund die voortkomen uit de bestaande en toekomstige wetgeving en beleidslijnen van de Unie, gerelateerde thematische strategieën en de actieplannen inzake milieutechnologieën en inzake milieu en gezondheid. Het onderzoek zal ook technologische ontwikkelingen in de hand werken die de marktpositionering van de Europese ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zullen verbeteren op gebieden zoals milieutechnologieën.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
HOOFDSTUK 08 10 — IDEEËN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 10 |
||||||||
IDEEËN |
||||||||
08 10 01 |
Ideeën |
1.1 |
1 564 948 330 |
818 082 810 |
30 000 000 |
1 564 948 330 |
848 082 810 |
|
Hoofdstuk 08 10 — Totaal |
1 564 948 330 |
818 082 810 |
30 000 000 |
1 564 948 330 |
848 082 810 |
08 10 01
Ideeën
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 564 948 330 |
818 082 810 |
30 000 000 |
1 564 948 330 |
848 082 810 |
Toelichting
Het algemene doel van de activiteiten in het kader van het specifieke programma „Ideeën” door de oprichting van de Europese Onderzoeksraad is het identificeren van de beste onderzoeksteams in Europa en het stimuleren van „grensverleggend onderzoek” door het financieren van multidisciplinaire projecten met een hoge risicofactor die enkel worden geëvalueerd volgens het criterium „excellentie” zoals beoordeeld door vakgenoten op Europese schaal, waarbij met name de totstandbrenging wordt gestimuleerd van netwerken van onderzoeksgroepen in verschillende landen om de totstandkoming van een Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).
TITEL 09
INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA” |
128 079 620 |
128 079 620 |
128 079 620 |
128 079 620 |
|||
40 01 40 |
24 695 |
24 695 |
24 695 |
24 695 |
||||
128 104 315 |
128 104 315 |
128 104 315 |
128 104 315 |
|||||
09 02 |
REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA |
30 200 070 |
28 279 731 |
–1 143 678 |
29 056 392 |
28 279 731 |
||
40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
||||
30 592 055 |
28 671 716 |
29 448 377 |
28 671 716 |
|||||
09 03 |
ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN |
1 |
132 850 000 |
118 848 984 |
132 850 000 |
118 848 984 |
||
09 04 |
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
1 |
1 354 972 225 |
1 026 806 757 |
30 000 000 |
1 354 972 225 |
1 056 806 757 |
|
09 05 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
31 349 262 |
54 435 064 |
31 349 262 |
54 435 064 |
||
Titel 09 — Totaal |
1 677 451 177 |
1 356 450 156 |
–1 143 678 |
30 000 000 |
1 676 307 499 |
1 386 450 156 |
||
40 01 40, 40 02 41 |
416 680 |
416 680 |
416 680 |
416 680 |
||||
Totaal + reserve |
1 677 867 857 |
1 356 866 836 |
1 676 724 179 |
1 386 866 836 |
HOOFDSTUK 09 02 — REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 02 |
||||||||
REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA |
||||||||
09 02 01 |
Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie |
1.1 |
2 405 000 |
1 814 502 |
2 405 000 |
1 814 502 |
||
09 02 02 |
||||||||
Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën |
||||||||
09 02 02 01 |
Safer Internet programma |
1.1 |
14 700 000 |
13 294 857 |
14 700 000 |
13 294 857 |
||
09 02 02 02 |
Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën |
1.1 |
— |
75 302 |
— |
75 302 |
||
Artikel 09 02 02 — Subtotaal |
14 700 000 |
13 370 159 |
14 700 000 |
13 370 159 |
||||
09 02 03 |
||||||||
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging |
||||||||
09 02 03 01 |
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
5 502 248 |
5 502 248 |
5 502 248 |
5 502 248 |
||
40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
||||
5 894 233 |
5 894 233 |
5 894 233 |
5 894 233 |
|||||
09 02 03 02 |
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
2 349 885 |
2 349 885 |
2 349 885 |
2 349 885 |
||
Artikel 09 02 03 — Subtotaal |
7 852 133 |
7 852 133 |
7 852 133 |
7 852 133 |
||||
40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
||||
8 244 118 |
8 244 118 |
8 244 118 |
8 244 118 |
|||||
09 02 04 |
||||||||
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau |
||||||||
09 02 04 01 |
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
3 620 881 |
3 620 881 |
–1 102 937 |
2 517 944 |
3 620 881 |
|
09 02 04 02 |
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
672 056 |
672 056 |
672 056 |
672 056 |
||
Artikel 09 02 04 — Subtotaal |
4 292 937 |
4 292 937 |
–1 102 937 |
3 190 000 |
4 292 937 |
|||
09 02 05 |
Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector |
3.2 |
950 000 |
950 000 |
–40 741 |
909 259 |
950 000 |
|
09 02 06 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten |
3.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Hoofdstuk 09 02 — Totaal |
30 200 070 |
28 279 731 |
–1 143 678 |
29 056 392 |
28 279 731 |
|||
40 02 41 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
391 985 |
||||
Totaal + reserve |
30 592 055 |
28 671 716 |
29 448 377 |
28 671 716 |
09 02 04
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau
09 02 04 01
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 620 881 |
3 620 881 |
–1 102 937 |
2 517 944 |
3 620 881 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).
Het BEREC is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Het BEREC is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.
Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat het BEREC professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.
Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.
De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).
09 02 05
Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
950 000 |
950 000 |
–40 741 |
909 259 |
950 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:
— |
tenuitvoerlegging van de richtlijn „Audiovisuele mediadiensten”; |
— |
toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van pluralisme, en |
— |
verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analyses over de audiovisuele sector. |
Rechtsgronden
Richtlijn 89/552/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23).
HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 04 |
||||||||
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
||||||||
09 04 01 |
||||||||
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
||||||||
09 04 01 01 |
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
1.1 |
1 244 472 420 |
949 891 875 |
30 000 000 |
1 244 472 420 |
979 891 875 |
|
09 04 01 02 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS |
1.1 |
53 721 430 |
27 217 532 |
53 721 430 |
27 217 532 |
||
09 04 01 03 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS |
1.1 |
1 758 156 |
1 595 089 |
1 758 156 |
1 595 089 |
||
09 04 01 04 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC |
1.1 |
53 721 430 |
36 290 043 |
53 721 430 |
36 290 043 |
||
09 04 01 05 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC |
1.1 |
1 298 789 |
1 178 328 |
1 298 789 |
1 178 328 |
||
Artikel 09 04 01 — Subtotaal |
1 354 972 225 |
1 016 172 867 |
30 000 000 |
1 354 972 225 |
1 046 172 867 |
|||
09 04 02 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
09 04 03 |
Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007) |
1.1 |
— |
10 633 890 |
— |
10 633 890 |
||
Hoofdstuk 09 04 — Totaal |
1 354 972 225 |
1 026 806 757 |
30 000 000 |
1 354 972 225 |
1 056 806 757 |
09 04 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
09 04 01 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 244 472 420 |
949 891 875 |
30 000 000 |
1 244 472 420 |
979 891 875 |
Toelichting
Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven in overeenstemming met een Europese ICT-strategie voor de lange termijn, teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de Europese normen mee de mondiale ICT-ontwikkelingen sturen, in plaats van te worden ingehaald door andere groeiende mondiale markten.
De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.
Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.
De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Het ICT-thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.
De activiteiten hebben betrekking op samenwerking en uitwisseling van beste praktijken met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de Unie die verenigbaar zijn met mondiale normen of die als mondiale norm gelden, netwerkacties en initiatieven voor de coördinatie van de nationale programma’s. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van deze kredieten is bedoeld om een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie, niet alleen om te kunnen concurreren met de snel opkomende ICT-markten bijvoorbeeld in Azië, maar ook om normen vast te stellen voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en goed functionerende relaties aanvullen. Innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen zullen door deze kredieten worden gefinancierd. Het toepassingsbereik van deze innoverende maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en is gunstig zowel voor de Unie als voor haar partners als voorbereiding van hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal spelers op mondiaal niveau helpen om aan onderzoekspartnerschappen deel te nemen, om innovatie op het gebied van ICT te bevorderen.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
TITEL 11
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ” |
41 179 889 |
41 179 889 |
41 179 889 |
41 179 889 |
|||
40 01 40 |
19 779 |
19 779 |
19 779 |
19 779 |
||||
41 199 668 |
41 199 668 |
41 199 668 |
41 199 668 |
|||||
11 02 |
VISSERIJMARKTEN |
2 |
29 996 768 |
30 370 025 |
29 996 768 |
30 370 025 |
||
11 03 |
INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT |
2 |
35 600 000 |
35 776 949 |
|
–99 068 |
34 719 145 |
35 677 881 |
40 02 41 |
119 200 000 |
120 800 000 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 547 480 |
73 547 480 |
||
154 800 000 |
156 576 949 |
–46 533 375 |
–47 351 588 |
108 266 625 |
109 225 361 |
|||
11 04 |
BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
6 400 000 |
5 641 866 |
6 400 000 |
5 641 866 |
||
11 06 |
EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF) |
2 |
671 875 602 |
487 002 069 |
|
671 398 483 |
487 002 069 |
|
11 07 |
INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN |
2 |
53 500 000 |
42 376 540 |
|
53 260 000 |
42 376 540 |
|
11 08 |
CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
58 760 900 |
36 106 750 |
58 760 900 |
36 106 750 |
||
11 09 |
MARITIEM BELEID |
2 |
16 560 000 |
7 170 532 |
16 560 000 |
7 170 532 |
||
Titel 11 — Totaal |
913 873 159 |
685 624 620 |
–1 597 974 |
–99 068 |
912 275 185 |
685 525 552 |
||
40 01 40, 40 02 41 |
119 219 779 |
120 819 779 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 567 259 |
73 567 259 |
||
Totaal + reserve |
1 033 092 938 |
806 444 399 |
–47 250 494 |
–47 351 588 |
985 842 444 |
759 092 811 |
HOOFDSTUK 11 03 — INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 03 |
||||||||
INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT |
||||||||
11 03 01 |
Internationale visserijovereenkomsten |
2 |
25 500 000 |
26 200 000 |
–49 606 |
–76 191 |
25 450 394 |
26 123 809 |
40 02 41 |
119 200 000 |
120 800 000 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 547 480 |
73 547 480 |
||
144 700 000 |
147 000 000 |
–45 702 126 |
–47 328 711 |
98 997 874 |
99 671 289 |
|||
11 03 02 |
Bijdragen aan internationale organisaties |
2 |
4 400 000 |
4 172 136 |
|
3 601 985 |
4 172 136 |
|
11 03 03 |
Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet–verplichte bijdragen aan internationale organisaties |
2 |
5 500 000 |
5 215 170 |
5 500 000 |
5 215 170 |
||
11 03 04 |
Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982 |
2 |
200 000 |
189 643 |
–33 234 |
–22 877 |
166 766 |
166 766 |
Hoofdstuk 11 03 — Totaal |
35 600 000 |
35 776 949 |
|
–99 068 |
34 719 145 |
35 677 881 |
||
40 02 41 |
119 200 000 |
120 800 000 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 547 480 |
73 547 480 |
||
Totaal + reserve |
154 800 000 |
156 576 949 |
–46 533 375 |
–47 351 588 |
108 266 625 |
109 225 361 |
11 03 01
Internationale visserijovereenkomsten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
||||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
11 03 01 |
25 500 000 |
26 200 000 |
–49 606 |
–76 191 |
25 450 394 |
26 123 809 |
40 02 41 |
119 200 000 |
120 800 000 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
73 547 480 |
73 547 480 |
Totaal |
144 700 000 |
147 000 000 |
–45 702 126 |
–47 328 711 |
98 997 874 |
99 671 289 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie/Gemeenschap met derde landen heeft onderhandeld of voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.
Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied, die uit hoofde van deze begrotingslijn zouden moeten worden gefinancierd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).
Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:
Land |
Verordening |
Datum |
PB |
Looptijd |
Argentinië (p.m.) |
Verordening (EG) nr. 3447/93 |
28 september 1993 |
24.5.1994 tot 23.5.1999 |
|
Er is momenteel geen protocol van kracht |
||||
Kaapverdië |
Verordening (EEG) nr. 2321/90 |
24 juli 1990 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1927/2004 |
21 oktober 2004 |
1.7.2004 tot 30.6.2005 |
||
Verordening (EG) nr. 2027/2006 |
19 december 2006 |
1.9.2006 tot 31.8.2011 |
||
Besluit 2011/405/EU |
9 juni 2011 |
1.9.2011 tot 31.8.2014 |
||
Comoren |
Verordening (EEG) nr. 1494/88 |
3 mei 1988 |
||
Verordening (EG) nr. 1660/2005 |
6 oktober 2005 |
1.1.2005 tot 31.12.2010 |
||
Besluit 2011/294/EU |
13 mei 2011 |
1.1.2011 tot 31.12.2013 |
||
Ivoorkust |
Verordening (EEG) nr. 3939/90 |
19 december 1990 |
||
Verordening (EG) nr. 722/2001 |
4 april 2001 |
1.7.2000 tot 30.6.2003 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 154/2004 |
26 januari 2004 |
1.7.2003 tot 30.6.2004 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 953/2005 |
25 juni 2005 |
1.7.2004 tot 30.6.2007 |
||
Verordening (EG) nr. 242/2008 |
17 maart 2008 |
1.7.2007 tot 30.6.2013 |
||
Gabon |
Verordening (EG) nr. 2469/98 |
9 november 1998 |
||
Verordening (EG) nr. 580/2002 |
25 maart 2002 |
3.12.2001 tot 2.12.2005 |
||
Verordening (EG) nr. 450/2007 |
16 april 2007 |
3.12.2005 tot 2.12.2011 |
||
Onderhandelingen over de verlenging van het protocol aan de gang |
||||
Groenland |
Verordening (EEG) nr. 223/85 en |
29 januari 1985 |
||
Verordening (EEG) nr. 224/85 |
||||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1575/2001 |
25 juni 2001 |
1.1.2001 tot 31.12.2006 |
||
Verordening (EG) nr. 753/2007 |
28 juni 2007 |
1.1.2007 tot 31.12.2012 |
||
Guinee-Bissau |
Verordening (EEG) nr. 2213/80 |
|||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2004 |
26 april 2004 |
16.6.2003 tot 15.6.2006 |
||
Besluit 2001/179/EG |
26 februari 2001 |
16.6.2003 tot 15.6.2006 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2004 |
26 april 2004 |
15.6.2006 tot 14.6.2007 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1491/2006 |
10 oktober 2006 |
|||
Verordening (EG) nr. 241/2008 |
17 maart 2008 |
16.6.2007 tot 15.6.2011 |
||
Besluit 2011/885/EU |
14 november 2011 |
16.6.2011 tot 15.6.2012 |
||
Equatoriaal–Guinea (p.m.) |
Verordening (EEG) nr. 1966/84 |
28 juni 1984 |
||
(geschorst sedert juni 2001) |
||||
Republiek Guinee |
Verordening (EEG) nr. 971/83 |
28 maart 1983 |
||
Verordening (EG) nr. 830/2004 |
26 april 2004 |
1.1.2004 tot 31.12.2008 |
||
Besluit 2009/473/EG ingetrokken bij Besluit 2009/1016/EU Er is momenteel geen protocol van kracht. |
28 mei 2009 22 december 2009 |
1.1.2009 tot 31.12.2012 |
||
Kiribati |
Verordening (EG) nr. 874/2003 |
6 mei 2003 |
16.9.2003 tot 15.9.2006 |
|
Verordening (EG) nr. 893/2007 |
23 juli 2007 |
16.9.2006 tot 15.9.2012 |
||
Onderhandelingen over een nieuw protocol gepland in 2012 |
||||
Madagaskar |
Verordening (EEG) nr. 780/86 |
24 februari 1986 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2562/2001 |
17 december 2001 |
21.5.2001 tot 20.5.2004 |
||
verlengd bij Verordening (EG) nr. 555/2005 |
17 februari 2005 |
1.1.2004 tot 31.12.2006 |
||
Verordening (EG) nr. 31/2008 Onderhandelingen over de verlenging gepland in 2012 |
15 november 2007 |
1.1.2007 tot 31.12.2012 |
||
Mauritius |
Verordening (EEG) nr. 1616/89 |
|||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2001 |
26 februari 2001 |
3.12.1999 tot 2.12.2002 |
||
verlengd bij Verordening (EG) nr. 2003/2004 |
21 oktober 2004 |
3.12.2003 tot 2.12.2007 |
||
Er is momenteel geen protocol van kracht. Onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst en protocol gepland in 2012 |
||||
Mauritanië |
Verordening (EG) nr. 408/97 |
24 februari 1997 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2528/2001 |
17 december 2001 |
1.8.2001 tot 31.7.2006 |
||
Verordening (EG) nr. 1801/2006 |
30 november 2006 |
1.8.2006 tot 31.7.2008 |
||
Verordening (EG) nr. 704/2008 Onderhandelingen over de verlenging aan de gang |
15 juli 2008 |
1.8.2008 tot 31.7.2012 |
||
Federale Staten van Micronesië |
Verordening (EG) nr. 805/2006 Besluit nr. 2011/116/EU |
25 april 2006 13 december 2010 |
26.2.2007 tot 25.2.2010 |
|
Marokko |
Verordening (EG) nr. 764/2006 |
22 mei 2006 |
28.2.2007 tot 27.2.2011 (1) |
|
Besluit 2011/491/EU Wetgevingsprocedure loopt momenteel |
12 juli 2011 |
28.02.2011 tot 28.2.2012 |
||
Mozambique |
Verordening (EG) nr. 2329/2003 |
22 december 2003 |
1.1.2004 tot 31.12.2006 |
|
Verordening (EG) nr. 1446/2007 |
22 november 2007 |
1.1.2007 tot 31.12.2011 |
||
Op 2 juni 2011 is een nieuwe overeenkomst geparafeerd — Wetgevingsprocedure loopt momenteel |
||||
Sao Tomé en Principe |
Verordening (EEG) nr. 477/84 |
21 februari 1984 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2348/2002 |
9 december 2002 |
1.6.2002 tot 31.5.2005 |
||
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1124/2006 |
11 juli 2006 |
1.6.2005 tot 31.5.2006 |
||
Verordening (EG) nr. 894/2007 |
23 juli 2007 |
1.6.2006 tot 31.5.2010 |
||
Besluit 2011/296/EU |
24 februari 2011 |
13.5.2011 tot 12.5.2014 |
||
Besluit 2011/420/EU |
12 juli 2011 |
|||
Senegal (p.m.) |
Verordening (EEG) nr. 2212/80 |
27 juni 1980 |
||
laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2323/2002 |
16 december 2002 |
1.7.2002 tot 30.6.2006 |
||
Er is momenteel geen protocol van kracht. |
||||
Seychellen |
Verordening (EEG) nr. 1708/87 |
15 juni 1987 |
18.1.2002 tot 17.1.2005 |
|
laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/2002 |
30 mei 2002 |
|||
vervangen door Verordening (EG) nr. 115/2006 |
23 januari 2006 |
18.1.2005 tot 17.1.2011 |
||
Verordening (EG) nr. 1562/2006. |
5 oktober 2006 |
|||
Verordening (EG) nr. 480/2008 |
26 mei 2008 |
18.1.2005 tot 17.1.2011 |
||
Besluit nr. 2010/814/EU |
20 december 2010 |
18.1.2011 tot 17.1.2014 |
||
Besluit 2011/474/EU |
12 juli 2011 |
|||
Salomonseilanden |
Verordening (EG) nr. 563/2006 Besluit 2010/397/EU |
13 maart 2006 3 juni 2010 |
9.10.2006 tot 8.10.2009 9.10.2009 tot 8.10.2012 |
|
Besluit 2010/763/EU |
6 december 2010 |
|||
Tanzania (p.m.) |
Voorgestelde overeenkomst ingetrokken |
11 03 02
Bijdragen aan internationale organisaties
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 400 000 |
4 172 136 |
|
3 601 985 |
4 172 136 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van de internationale organisaties welke in de visserijsector tot taak hebben de instandhouding en duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren:
— |
CCAMLR (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) — Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26); |
— |
NASCO (Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan) — Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord–Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24); |
— |
ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) — Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33); |
— |
NEAFC (Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21); |
— |
FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) — (Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en FAO-instanties, de Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) en de Visserijcommissie voor het centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC); |
— |
NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1); |
— |
IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) — Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24); |
— |
GFCM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) — Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34); |
— |
SEAFO (Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39); |
— |
SWAFO (Commissie voor de visserij in het zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Multilaterale Overeenkomst voor de instandhouding van de mariene fauna en flora in de wateren van de volle zee in het zuidwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan, onderhandelingsopdracht nr. 13 428/97); |
— |
SIOFA (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan) — Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27); |
— |
WCPFC, voorheen MHLC (Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan) — Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1); |
— |
AIDCP (Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen) — Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26); |
— |
IATTC (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn) — Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22); |
— |
Regeling voor de instandhouding en het beheer van zwaardvisbestanden in het zuidoostelijke deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering; |
— |
Regionale Organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering; |
— |
Verdrag betreffende de Beringzee. |
Dit krediet dient onder meer ter dekking van:
— |
de verplichte bijdragen van de Unie aan het budget van internationale organisaties in de visserijsector; |
— |
het lidmaatschap van de Unie, en de vrijwillige financiering door de Unie, van de FAO, afdeling Visserij. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).
11 03 04
Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
200 000 |
189 643 |
–33 234 |
–22 877 |
166 766 |
166 766 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdragen van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.
Rechtsgronden
Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).
Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 11 06 — EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 06 |
||||||||
EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF) |
||||||||
11 06 01 |
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
21 334 787 |
p.m. |
21 334 787 |
||
11 06 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 03 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 04 |
Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
7 111 596 |
p.m. |
7 111 596 |
||
11 06 05 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 06 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 08 |
Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 09 |
Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
11 06 11 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand |
2 |
4 346 082 |
3 413 566 |
|
3 868 963 |
3 413 566 |
|
11 06 12 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling |
2 |
507 543 231 |
341 356 590 |
507 543 231 |
341 356 590 |
||
11 06 13 |
Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling vallen |
2 |
159 986 289 |
113 785 530 |
159 986 289 |
113 785 530 |
||
Hoofdstuk 11 06 — Totaal |
671 875 602 |
487 002 069 |
|
671 398 483 |
487 002 069 |
Toelichting
Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
Referentiebesluiten
Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.
11 06 11
Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 346 082 |
3 413 566 |
|
3 868 963 |
3 413 566 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De technische bijstand omvat studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.
Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.
Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen); |
— |
uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties; |
— |
uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie; |
— |
dienstverleningscontracten; |
— |
steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
HOOFDSTUK 11 07 — INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 07 |
||||||||
INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN |
||||||||
11 07 01 |
Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens) |
2 |
47 500 000 |
38 307 795 |
47 500 000 |
38 307 795 |
||
11 07 02 |
Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen) |
2 |
4 500 000 |
3 318 745 |
|
4 260 000 |
3 318 745 |
|
11 07 03 |
Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken |
2 |
1 500 000 |
750 000 |
1 500 000 |
750 000 |
||
Hoofdstuk 11 07 — Totaal |
53 500 000 |
42 376 540 |
|
53 260 000 |
42 376 540 |
11 07 02
Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 500 000 |
3 318 745 |
|
4 260 000 |
3 318 745 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor partnerschapscontracten met nationale onderzoeksinstellingen met het oog op de verstrekking van wetenschappelijke adviezen; |
— |
uitgaven voor met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden; |
— |
de vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde deskundigen worden betaald om deel te nemen aan vergaderingen van werkgroepen en voltallige vergaderingen en om in het kader daarvan werkzaamheden te verrichten; |
— |
de vergoedingen die aan onafhankelijke deskundigen worden betaald om de Commissie wetenschappelijke adviezen te verstrekken of om administrateurs of belanghebbenden op te leiden voor de interpretatie van wetenschappelijke adviezen; |
— |
de bijdragen aan internationale instanties die zijn belast met bestandsevaluaties en het verstrekken van wetenschappelijk advies. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).
Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).
Referentiebesluiten
Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).
TITEL 13
REGIONAAL BELEID
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID” |
89 826 606 |
89 826 606 |
89 826 606 |
89 826 606 |
|||
40 01 40 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
||||
89 843 069 |
89 843 069 |
89 843 069 |
89 843 069 |
|||||
13 03 |
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES |
1 |
29 611 464 423 |
26 235 431 887 |
780 000 000 |
29 611 464 423 |
27 015 431 887 |
|
13 04 |
COHESIEFONDS |
1 |
11 788 814 578 |
8 757 388 636 |
1 100 000 000 |
11 788 814 578 |
9 857 388 636 |
|
13 05 |
PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID |
555 341 668 |
455 543 710 |
–10 000 000 |
555 341 668 |
445 543 710 |
||
13 06 |
SOLIDARITEITSFONDS |
688 254 041 |
688 254 041 |
688 254 041 |
688 254 041 |
|||
Titel 13 — Totaal |
42 733 701 316 |
36 226 444 880 |
1 870 000 000 |
42 733 701 316 |
38 096 444 880 |
|||
40 01 40 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
16 463 |
||||
Totaal + reserve |
42 733 717 779 |
36 226 461 343 |
42 733 717 779 |
38 096 461 343 |
HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 03 |
||||||||
EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES |
||||||||
13 03 01 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
1 200 000 000 |
p.m. |
1 200 000 000 |
||
13 03 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 03 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 04 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
145 596 619 |
p.m. |
145 596 619 |
||
13 03 05 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 06 |
Voltooiing van Urban (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
10 000 000 |
p.m. |
10 000 000 |
||
13 03 07 |
Voltooiing van vroegere programma’s — communautaire initiatieven (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 08 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 09 |
Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 12 |
Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland |
1.1 |
p.m. |
13 608 766 |
p.m. |
13 608 766 |
||
13 03 13 |
Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
90 000 000 |
p.m. |
90 000 000 |
||
13 03 14 |
Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006) |
1.2 |
— |
— |
— |
— |
||
13 03 16 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie |
1.2 |
24 398 779 141 |
20 603 000 000 |
500 000 000 |
24 398 779 141 |
21 103 000 000 |
|
13 03 17 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — PEACE |
1.2 |
33 392 292 |
40 000 000 |
33 392 292 |
40 000 000 |
||
13 03 18 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid |
1.2 |
3 946 682 563 |
3 400 965 947 |
3 946 682 563 |
3 400 965 947 |
||
13 03 19 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking |
1.2 |
1 168 910 427 |
685 160 555 |
280 000 000 |
1 168 910 427 |
965 160 555 |
|
13 03 20 |
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand |
1.2 |
50 000 000 |
35 000 000 |
50 000 000 |
35 000 000 |
||
13 03 21 |
Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 22 |
Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 23 |
Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 24 |
Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
13 03 26 |
Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden |
1.2 |
500 000 |
500 000 |
500 000 |
500 000 |
||
13 03 27 |
Voorbereidende actie — RURBAN — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling |
1.2 |
p.m. |
1 000 000 |
p.m. |
1 000 000 |
||
13 03 28 |
Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal |
1.2 |
2 000 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
||
13 03 29 |
Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie) |
1.2 |
1 500 000 |
1 500 000 |
1 500 000 |
1 500 000 |
||
13 03 30 |
Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau |
1.2 |
2 000 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
2 000 000 |
||
13 03 31 |
Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s |
1.2 |
2 500 000 |
2 500 000 |
2 500 000 |
2 500 000 |
||
13 03 32 |
Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie |
1.2 |
1 200 000 |
600 000 |
1 200 000 |
600 000 |
||
13 03 33 |
Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio |
1.2 |
2 000 000 |
1 000 000 |
2 000 000 |
1 000 000 |
||
13 03 34 |
Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden |
1.2 |
2 000 000 |
1 000 000 |
2 000 000 |
1 000 000 |
||
13 03 40 |
Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|||
13 03 41 |
Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|||
Hoofdstuk 13 03 — Totaal |
29 611 464 423 |
26 235 431 887 |
780 000 000 |
29 611 464 423 |
27 015 431 887 |
Toelichting
Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annulatie- of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken. Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van voorschotten zonder dat de bijdrage van de structuurfondsen aan de desbetreffende maatregel daardoor wordt verminderd. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.
13 03 16
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
24 398 779 141 |
20 603 000 000 |
500 000 000 |
24 398 779 141 |
21 103 000 000 |
Toelichting
Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten van de programma’s krachtens de EFRO-doelstelling van convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.
Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
13 03 19
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 168 910 427 |
685 160 555 |
280 000 000 |
1 168 910 427 |
965 160 555 |
Toelichting
Dit krediet dient ter financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
HOOFDSTUK 13 04 — COHESIEFONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 04 |
||||||||
COHESIEFONDS |
||||||||
13 04 01 |
Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007) |
1.2 |
p.m. |
950 388 636 |
p.m. |
950 388 636 |
||
13 04 02 |
Cohesiefonds |
1.2 |
11 788 814 578 |
7 807 000 000 |
1 100 000 000 |
11 788 814 578 |
8 907 000 000 |
|
13 04 03 |
Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Cohesiefonds |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|||
Hoofdstuk 13 04 — Totaal |
11 788 814 578 |
8 757 388 636 |
1 100 000 000 |
11 788 814 578 |
9 857 388 636 |
Toelichting
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1) stelt vast onder welke voorwaarden voorschotten die niet leiden tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel, moeten worden terugbetaald. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
13 04 02
Cohesiefonds
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
11 788 814 578 |
7 807 000 000 |
1 100 000 000 |
11 788 814 578 |
8 907 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het Cohesiefonds in de programmeringsperiode 2007-2013.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Dit krediet dient eveneens ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen); |
— |
uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties; |
— |
uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie; |
— |
contracten voor dienstverlening en studies; |
— |
subsidies. |
Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).
Referentiebesluiten
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.
HOOFDSTUK 13 05 — PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
13 05 |
||||||||
PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID |
||||||||
13 05 01 |
||||||||
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006) |
||||||||
13 05 01 01 |
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006) |
4 |
p.m. |
235 009 566 |
–10 000 000 |
p.m. |
225 009 566 |
|
13 05 01 02 |
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat–lidstaten |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 13 05 01 — Subtotaal |
p.m. |
235 009 566 |
–10 000 000 |
p.m. |
225 009 566 |
|||
13 05 02 |
Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling |
4 |
462 453 000 |
141 897 374 |
462 453 000 |
141 897 374 |
||
13 05 03 |
||||||||
Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking |
||||||||
13 05 03 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b |
1.2 |
50 481 765 |
50 000 000 |
50 481 765 |
50 000 000 |
||
13 05 03 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4 |
4 |
42 406 903 |
28 636 770 |
42 406 903 |
28 636 770 |
||
Artikel 13 05 03 — Subtotaal |
92 888 668 |
78 636 770 |
92 888 668 |
78 636 770 |
||||
Hoofdstuk 13 05 — Totaal |
555 341 668 |
455 543 710 |
–10 000 000 |
555 341 668 |
445 543 710 |
13 05 01
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)
Toelichting
De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.
13 05 01 01
Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
235 009 566 |
–10 000 000 |
p.m. |
225 009 566 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de ISPA-bijstand en van de buiten de Commissie verstrekte technische bijstand die nodig is voor de uitvoering ervan in de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa.
Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).
Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).
Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).
TITEL 15
ONDERWIJS EN CULTUUR
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR” |
125 335 933 |
125 335 933 |
125 335 933 |
125 335 933 |
|||
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
125 365 866 |
125 365 866 |
125 365 866 |
125 365 866 |
|||||
15 02 |
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
1 345 007 430 |
1 109 141 456 |
180 000 000 |
1 345 007 430 |
1 289 141 456 |
||
15 04 |
ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA |
174 780 000 |
157 985 000 |
174 780 000 |
157 985 000 |
|||
15 05 |
AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT |
3 |
145 108 000 |
130 000 000 |
145 108 000 |
130 000 000 |
||
15 07 |
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
1 |
906 662 068 |
589 555 947 |
102 000 000 |
906 662 068 |
691 555 947 |
|
Titel 15 — Totaal |
2 696 893 431 |
2 112 018 336 |
282 000 000 |
2 696 893 431 |
2 394 018 336 |
|||
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
Totaal + reserve |
2 696 923 364 |
2 112 048 269 |
2 696 923 364 |
2 394 048 269 |
HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 02 |
||||||||
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
||||||||
15 02 02 |
Erasmus Mundus |
1.1 |
105 654 000 |
86 188 852 |
105 654 000 |
86 188 852 |
||
15 02 03 |
Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding |
4 |
9 000 000 |
7 636 472 |
9 000 000 |
7 636 472 |
||
15 02 09 |
Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
15 02 11 |
||||||||
Europees Instituut voor innovatie en technologie |
||||||||
15 02 11 01 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur |
1.1 |
4 493 000 |
3 169 028 |
4 493 000 |
3 169 028 |
||
15 02 11 02 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's) |
1.1 |
74 831 000 |
65 512 600 |
74 831 000 |
65 512 600 |
||
Artikel 15 02 11 — Subtotaal |
79 324 000 |
68 681 628 |
79 324 000 |
68 681 628 |
||||
15 02 22 |
Programma „Een leven lang leren” |
1.1 |
1 110 476 000 |
907 251 074 |
180 000 000 |
1 110 476 000 |
1 087 251 074 |
|
15 02 23 |
Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
15 02 25 |
||||||||
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding |
||||||||
15 02 25 01 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
12 668 834 |
12 668 834 |
12 668 834 |
12 668 834 |
||
15 02 25 02 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
4 340 066 |
4 340 066 |
4 340 066 |
4 340 066 |
||
Artikel 15 02 25 — Subtotaal |
17 008 900 |
17 008 900 |
17 008 900 |
17 008 900 |
||||
15 02 27 |
||||||||
Europese Stichting voor opleiding |
||||||||
15 02 27 01 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
4 |
14 468 414 |
14 468 414 |
14 468 414 |
14 468 414 |
||
15 02 27 02 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3 |
4 |
5 576 116 |
5 576 116 |
5 576 116 |
5 576 116 |
||
Artikel 15 02 27 — Subtotaal |
20 044 530 |
20 044 530 |
20 044 530 |
20 044 530 |
||||
15 02 29 |
Proefproject — Samenwerking tussen Europese technologische instituten |
1.1 |
— |
— |
— |
— |
||
15 02 30 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
— |
— |
— |
— |
||
15 02 31 |
Proefproject ter dekking van kosten van studies voor studenten die zich specialiseren in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin |
1.1 |
p.m. |
580 000 |
p.m. |
580 000 |
||
15 02 32 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
15 02 33 |
Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin |
1.1 |
3 500 000 |
1 750 000 |
3 500 000 |
1 750 000 |
||
Hoofdstuk 15 02 — Totaal |
1 345 007 430 |
1 109 141 456 |
180 000 000 |
1 345 007 430 |
1 289 141 456 |
15 02 22
Programma „Een leven lang leren”
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 110 476 000 |
907 251 074 |
180 000 000 |
1 110 476 000 |
1 087 251 074 |
Toelichting
Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren dient dit krediet ter dekking van de specifieke programma’s en de volgende horizontale acties:
— |
Comenius: voor activiteiten ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs; |
— |
Erasmus: voor onderwijs- en vervolmakingsactiviteiten in het hoger onderwijs, een verhoging van het aantal beurzen en de financiering ervan in het kader van de Erasmusprogramma’s; |
— |
Leonardo da Vinci: voor alle aspecten van beroepsonderwijs en -opleiding; |
— |
Grundtvig: voor volwasseneneducatie; |
— |
Jean Monnet: projecten die het onderzoek naar en het onderwijs en debat over het Europees integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs stimuleren, en subsidies voor exploitatiekosten van bepaalde belangrijke instellingen en verenigingen; |
— |
een transversaal programma: omvat vier kernactiviteiten die betrekking hebben op de beleidsvraagstukken, specifieke maatregelen voor het leren van talen en ICT-gerelateerde activiteiten behelzen (voor zover die niet onder de specifieke programma’s vallen) en in activiteiten voor de verspreiding van de resultaten op ruimere schaal voorzien. |
Met bijzondere onderwijsbehoeften voor personen met een handicap of een „dys”-aandoening kan in alle bovenstaande sectorale programma’s rekening worden gehouden.
Een deel van dit krediet dient bovendien ter dekking van onder andere aanvullende uitgaven in verband met de activiteiten van het Europees Universitair Instituut (EUI), overeenkomstig artikel 36, lid 2, onder b), van Besluit nr. 1720/2006/EG. Een aanvullende bijdrage moet worden toegewezen aan het programma Mondiale governance. Deze verhoging dient om de PhD-opleidingen van het EUI op het gebied van mondiale governance en mondiale aangelegenheden te verbeteren en te verbreden; de Europese Academie voor mondiale governance verder te ontwikkelen op het gebied van trainingen, discussies en debatten op topniveau; het aantal lagere en hogere postdoctorale bursalen die gespecialiseerd zijn op dit terrein te verhogen; bij de EUI een significant aantal wetenschappers aan te stellen afkomstig van universiteiten en onderzoekscentra uit de lidstaten en van internationale instellingen; de verschillende vormen van basis- en toegepast onderzoek op het gebied van mondiale governance verder te ontwikkelen; een groot aantal verschillende evenementen, conferenties en seminars op het gebied van mondiale governance te organiseren en een Europees netwerk voor mondiale governance in het leven te roepen. Een en ander komt neer op uitbreiding en intensivering van de actie waarin al in de algemene begroting voor het jaar 2010 was voorzien.
Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers op de Marie Curie-acties en jonge ondernemers op het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren een grensoverschrijdende mobiliteitservaring, die de innovatie in Europa vooruit helpt. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder Mobiliteit voor jonge innovatoren, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete actie met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-unie” en „Jeugd in beweging”. De actie heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, universiteit, instelling, overheidsagentschap of ngo.
Een deel van deze kredieten moet worden besteed aan verbeterde onderwijsmodellen voor het aanpakken van vroegtijdig schoolverlaten. De EU2020-strategie streeft ernaar het probleem van het voortijdig schoolverlaten aan te pakken en schuift het daarom naar voren als een van de hoofddoelstellingen voor de lidstaten om het gemiddeld aantal vroegtijdige schoolverlaters terug te dringen tot maximum 10 %. De lidstaten worden er voorts toe aangemoedigd de verspreiding van beste praktijken te bevorderen om het probleem zowel op nationaal als op Europees niveau op te lossen. Dit punt houdt ook verband met een andere doelstelling van de EU2020-strategie, die het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in alle lidstaten centraal stelt in Europa's zoektocht naar een slimme, duurzame en inclusieve economie.
Daarom moeten Europese partnerschappen worden opgezet en beste praktijken worden uitgewisseld op het vlak van het vroegtijdig schoolverlaten, met de volgende hoofddoelstellingen:
— |
directe impact uitoefenen op het percentage vroegtijdige schoolverlaters en al in de eerste jaren van het onderwijs extra aandacht besteden aan kinderen uit sociaal en economisch achtergestelde milieus; |
— |
door uitwisseling van beste praktijken en gebruik van verschillende onderwijsmodellen kinderen die de grootste kans lopen op schooluitval, de nodige stimuli bieden om hun school af te maken; |
— |
leraren en schoolbesturen een platform bieden om ideeën en ervaringen uit te wisselen met als doel het beleid te verbeteren en nieuwe, innoverende onderwijspraktijken te bevorderen; |
— |
kinderen van etnische minderheden (o.m. Roma) gedurende de eerste onderwijsjaren ondersteunen om schooluitval in latere jaren te voorkomen; |
— |
de onderwijsresultaten verbeteren en de prestaties zowel van de minder performante als van de meest performante lidstaten van de Unie verbeteren, in de wetenschap dat alle actoren aanzienlijk voordeel hebben bij dit samenwerkingsproces. |
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).
HOOFDSTUK 15 07 — MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 07 |
||||||||
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
||||||||
15 07 77 |
Burgers |
1.1 |
905 662 068 |
588 805 947 |
102 000 000 |
905 662 068 |
690 805 947 |
|
15 07 78 |
Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
15 07 79 |
Proefproject — Kennispartnerschappen |
1.1 |
1 000 000 |
750 000 |
1 000 000 |
750 000 |
||
Hoofdstuk 15 07 — Totaal |
906 662 068 |
589 555 947 |
102 000 000 |
906 662 068 |
691 555 947 |
15 07 77
Burgers
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
905 662 068 |
588 805 947 |
102 000 000 |
905 662 068 |
690 805 947 |
Toelichting
Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers om zijn capaciteit en prestatie op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten en de Europese onderzoeksruimte te consolideren en verder te ontwikkelen. Tegen de achtergrond van groeiende concurrentie op wereldniveau is de ontwikkeling nodig van een open en concurrerende Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers met gediversifieerde, aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten.
De toegevoegde waarde van de steunverlening in het kader van het specifieke programma „Mensen” bestaat in het bevorderen van de internationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers als belangrijke aanjager van Europese innovatie. Tevens bevorderen de Marie Curie-acties een intensievere samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven in verschillende landen op het gebied van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, voor de verbreding van hun vaardigheden en een betere voorbereiding op de banen van de toekomst. Een nauwer partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven moet verder worden versterkt, teneinde de overdracht van kennis uit te breiden en PhD-opleidingen die zijn toegesneden op de behoeften van de sector te verbeteren. Door het bevorderen van arbeidsomstandigheden in overeenstemming met het handvest en de code voor Europese onderzoekers wordt bijgedragen aan het aantrekkelijker maken van een loopbaan als onderzoeker in Europa.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.
Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers op de Marie Curie-acties en jonge ondernemers op het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren een grensoverschrijdende mobiliteitservaring, die de innovatie in Europa vooruithelpt. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actoe „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren een concrete actie met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven” Innovatie-unie en „Jeugd in beweging”.
De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. „Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als” Jonge bezoekende innovator bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, laboratorium, universiteit, instelling, overheidsagentschap of ngo.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).
TITEL 17
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
17 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING” |
116 768 100 |
116 768 100 |
116 768 100 |
116 768 100 |
||
40 01 40 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
|||
117 048 145 |
117 048 145 |
117 048 145 |
117 048 145 |
||||
17 02 |
CONSUMENTENBELEID |
21 090 000 |
20 185 400 |
21 090 000 |
20 185 400 |
||
17 03 |
VOLKSGEZONDHEID |
214 272 780 |
210 542 692 |
214 272 780 |
210 542 692 |
||
17 04 |
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
334 250 000 |
243 828 105 |
–65 420 000 |
17 000 000 |
268 830 000 |
260 828 105 |
Titel 17 — Totaal |
686 380 880 |
591 324 297 |
–65 420 000 |
17 000 000 |
620 960 880 |
608 324 297 |
|
40 01 40 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
280 045 |
|||
Totaal + reserve |
686 660 925 |
591 604 342 |
621 240 925 |
608 604 342 |
HOOFDSTUK 17 04 — VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
17 04 |
||||||||
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
||||||||
17 04 01 |
||||||||
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor |
||||||||
17 04 01 01 |
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen |
2 |
259 000 000 |
184 901 486 |
–57 640 000 |
17 000 000 |
201 360 000 |
201 901 486 |
17 04 01 02 |
Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn |
2 |
1 000 000 |
500 000 |
1 000 000 |
500 000 |
||
Artikel 17 04 01 — Subtotaal |
260 000 000 |
185 401 486 |
–57 640 000 |
17 000 000 |
202 360 000 |
202 401 486 |
||
17 04 02 |
||||||||
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid |
||||||||
17 04 02 01 |
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen |
2 |
18 000 000 |
12 326 766 |
18 000 000 |
12 326 766 |
||
Artikel 17 04 02 — Subtotaal |
18 000 000 |
12 326 766 |
18 000 000 |
12 326 766 |
||||
17 04 03 |
||||||||
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren |
||||||||
17 04 03 01 |
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen |
2 |
10 000 000 |
9 482 128 |
–4 400 000 |
5 600 000 |
9 482 128 |
|
17 04 03 03 |
Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Artikel 17 04 03 — Subtotaal |
10 000 000 |
9 482 128 |
–4 400 000 |
5 600 000 |
9 482 128 |
|||
17 04 04 |
||||||||
Fytosanitaire maatregelen |
||||||||
17 04 04 01 |
Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen |
2 |
14 000 000 |
9 482 128 |
14 000 000 |
9 482 128 |
||
Artikel 17 04 04 — Subtotaal |
14 000 000 |
9 482 128 |
14 000 000 |
9 482 128 |
||||
17 04 06 |
Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied |
3.2 |
p.m. |
347 000 |
p.m. |
347 000 |
||
17 04 07 |
||||||||
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden |
||||||||
17 04 07 01 |
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen |
2 |
32 000 000 |
26 549 957 |
–3 380 000 |
28 620 000 |
26 549 957 |
|
Artikel 17 04 07 — Subtotaal |
32 000 000 |
26 549 957 |
–3 380 000 |
28 620 000 |
26 549 957 |
|||
17 04 09 |
Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten |
4 |
250 000 |
238 640 |
250 000 |
238 640 |
||
Hoofdstuk 17 04 — Totaal |
334 250 000 |
243 828 105 |
–65 420 000 |
17 000 000 |
268 830 000 |
260 828 105 |
17 04 01
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor
17 04 01 01
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
259 000 000 |
184 901 486 |
–57 640 000 |
17 000 000 |
201 360 000 |
201 901 486 |
Toelichting
Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op uniaal niveau worden geharmoniseerd. Het merendeel van deze ziekten en infecties zijn op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.
Rechtsgronden
Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).
17 04 03
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren
17 04 03 01
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
10 000 000 |
9 482 128 |
–4 400 000 |
5 600 000 |
9 482 128 |
Toelichting
Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.
Rechtsgronden
Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).
17 04 07
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden
17 04 07 01
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
32 000 000 |
26 549 957 |
–3 380 000 |
28 620 000 |
26 549 957 |
Toelichting
Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, en met name:
— |
opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole; |
— |
activiteiten van de laboratoria van de Unie; |
— |
IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen; |
— |
reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).
Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).
TITEL 18
BINNENLANDSE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN” |
40 168 364 |
40 168 364 |
40 168 364 |
40 168 364 |
|||
40 01 40 |
39 662 |
39 662 |
39 662 |
39 662 |
||||
40 208 026 |
40 208 026 |
40 208 026 |
40 208 026 |
|||||
18 02 |
SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN |
3 |
660 000 000 |
390 060 911 |
10 000 000 |
660 000 000 |
400 060 911 |
|
40 02 41 |
14 740 000 |
15 659 972 |
14 740 000 |
15 659 972 |
||||
674 740 000 |
405 720 883 |
674 740 000 |
415 720 883 |
|||||
18 03 |
MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID |
3 |
299 330 000 |
163 246 661 |
299 330 000 |
163 246 661 |
||
18 05 |
VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN |
3 |
246 370 560 |
144 970 803 |
246 370 560 |
144 970 803 |
||
18 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE |
3 |
3 400 000 |
1 814 983 |
3 400 000 |
1 814 983 |
||
Titel 18 — Totaal |
1 249 268 924 |
740 261 722 |
10 000 000 |
1 249 268 924 |
750 261 722 |
|||
40 01 40, 40 02 41 |
14 779 662 |
15 699 634 |
14 779 662 |
15 699 634 |
||||
Totaal + reserve |
1 264 048 586 |
755 961 356 |
1 264 048 586 |
765 961 356 |
HOOFDSTUK 18 02 — SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
18 02 |
||||||||
SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN |
||||||||
18 02 03 |
||||||||
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen |
||||||||
18 02 03 01 |
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
29 000 000 |
29 000 000 |
29 000 000 |
29 000 000 |
||
18 02 03 02 |
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
50 500 000 |
40 500 000 |
50 500 000 |
40 500 000 |
||
40 02 41 |
9 000 000 |
9 000 000 |
9 000 000 |
9 000 000 |
||||
59 500 000 |
49 500 000 |
59 500 000 |
49 500 000 |
|||||
Artikel 18 02 03 — Subtotaal |
79 500 000 |
69 500 000 |
79 500 000 |
69 500 000 |
||||
40 02 41 |
9 000 000 |
9 000 000 |
9 000 000 |
9 000 000 |
||||
88 500 000 |
78 500 000 |
88 500 000 |
78 500 000 |
|||||
18 02 04 |
Schengeninformatiesysteem (SIS II) |
3.1 |
10 360 000 |
13 678 411 |
10 360 000 |
13 678 411 |
||
40 02 41 |
5 180 000 |
6 131 702 |
5 180 000 |
6 131 702 |
||||
15 540 000 |
19 810 113 |
15 540 000 |
19 810 113 |
|||||
18 02 05 |
Visuminformatiesysteem (VIS) |
3.1 |
38 740 000 |
27 356 823 |
38 740 000 |
27 356 823 |
||
18 02 06 |
Buitengrenzenfonds |
3.1 |
349 100 000 |
187 482 911 |
349 100 000 |
187 482 911 |
||
18 02 07 |
Schengenevaluatie |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
40 02 41 |
560 000 |
528 270 |
560 000 |
528 270 |
||||
560 000 |
528 270 |
560 000 |
528 270 |
|||||
18 02 08 |
Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
18 02 09 |
Europees Terugkeerfonds |
3.1 |
162 500 000 |
72 242 766 |
10 000 000 |
162 500 000 |
82 242 766 |
|
18 02 10 |
Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie |
3.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
18 02 11 |
||||||||
Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht |
||||||||
18 02 11 01 |
Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
3.1 |
13 860 000 |
13 860 000 |
13 860 000 |
13 860 000 |
||
18 02 11 02 |
Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3 |
3.1 |
5 940 000 |
5 940 000 |
5 940 000 |
5 940 000 |
||
Artikel 18 02 11 — Subtotaal |
19 800 000 |
19 800 000 |
19 800 000 |
19 800 000 |
||||
Hoofdstuk 18 02 — Totaal |
660 000 000 |
390 060 911 |
10 000 000 |
660 000 000 |
400 060 911 |
|||
40 02 41 |
14 740 000 |
15 659 972 |
14 740 000 |
15 659 972 |
||||
Totaal + reserve |
674 740 000 |
405 720 883 |
674 740 000 |
415 720 883 |
18 02 09
Europees Terugkeerfonds
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
162 500 000 |
72 242 766 |
10 000 000 |
162 500 000 |
82 242 766 |
Toelichting
Met dit krediet wordt steun verleend voor de volgende maatregelen van de lidstaten ter verbetering van alle aspecten van het terugkeerbeleid, met inachtneming van de grondrechten, door het gebruik van het concept van geïntegreerd beleid, rekening houdend met de uniale wetgeving op dit gebied:
— |
de invoer en verbetering van de organisatie en tenuitvoerlegging van een geïntegreerd terugkeerbeleid door de lidstaten; |
— |
de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van een geïntegreerd terugkeerbeleid en de tenuitvoerlegging ervan; |
— |
de bevordering van een doeltreffende en uniforme toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer overeenkomstig de beleidsontwikkeling op dit gebied, met een voorkeur voor vrijwillige terugkeerregelingen; |
— |
de organisatie, in herkomst- en transitlanden, van informatiecampagnes voor potentiële ontheemden, vluchtelingen en asielzoekers. Deze campagnes kunnen plaatsvinden in het kader van betere samenwerking met derde landen die illegale migratie bestrijden en legale migratie bevorderen. |
Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) op het gebied van het terugkeerbeleid. Studies naar het bestaan en de beoordeling van mechanismen ter ondersteuning van de re-integratie in geselecteerde derde landen en betreffende hun sociale en beroepsmatige re-integratie in de belangrijkste landen van herkomst, met name in de directe oostelijke en zuidelijke buurlanden.
Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.
Rechtsgronden
Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).
Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 definitief).
Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).
Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).
TITEL 19
EXTERNE BETREKKINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
165 501 593 |
165 501 593 |
–2 160 000 |
–2 160 000 |
163 341 593 |
163 341 593 |
|
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
||||
165 517 938 |
165 517 938 |
163 357 938 |
163 357 938 |
|||||
19 02 |
SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL |
4 |
57 648 000 |
57 684 001 |
–7 000 000 |
57 648 000 |
50 684 001 |
|
19 03 |
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB) |
4 |
362 464 000 |
302 277 340 |
362 464 000 |
302 277 340 |
||
19 04 |
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR) |
4 |
165 065 000 |
142 748 116 |
–4 000 000 |
165 065 000 |
138 748 116 |
|
19 05 |
BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN |
4 |
24 021 000 |
20 154 828 |
24 021 000 |
20 154 828 |
||
19 06 |
CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID |
4 |
377 189 700 |
258 779 119 |
377 189 700 |
258 779 119 |
||
19 08 |
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
2 365 742 646 |
1 341 926 745 |
12 000 000 |
2 365 742 646 |
1 353 926 745 |
||
19 09 |
BETREKKINGEN MET LATIJNS–AMERIKA |
4 |
374 323 000 |
280 953 257 |
374 323 000 |
280 953 257 |
||
19 10 |
BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN) |
4 |
896 201 500 |
677 438 920 |
896 201 500 |
677 438 920 |
||
19 11 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
4 |
29 000 000 |
28 945 858 |
29 000 000 |
28 945 858 |
||
19 49 |
UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT |
4 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
Titel 19 — Totaal |
4 817 156 439 |
3 276 409 777 |
–2 160 000 |
–1 160 000 |
4 814 996 439 |
3 275 249 777 |
||
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
16 345 |
||||
Totaal + reserve |
4 817 172 784 |
3 276 426 122 |
4 815 012 784 |
3 275 266 122 |
HOOFDSTUK 19 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
19 01 |
|||||
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
|||||
19 01 01 |
|||||
Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 01 01 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
7 394 602 |
7 394 602 |
|
19 01 01 02 |
Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
6 376 989 |
6 376 989 |
|
Artikel 19 01 01 — Subtotaal |
13 771 591 |
13 771 591 |
|||
19 01 02 |
|||||
Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 02 01 |
Extern personeel van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
1 685 884 |
1 685 884 |
|
19 01 02 02 |
Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
817 380 |
817 380 |
|
19 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
567 077 |
567 077 |
|
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
|||
583 422 |
583 422 |
||||
19 01 02 12 |
Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
441 438 |
441 438 |
|
Artikel 19 01 02 — Subtotaal |
3 511 779 |
3 511 779 |
|||
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
|||
3 528 124 |
3 528 124 |
||||
19 01 03 |
|||||
Uitgaven in verband met materieel, meubilair, diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 03 01 |
Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
5 |
497 357 |
497 357 |
|
19 01 03 02 |
Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
5 |
3 524 000 |
3 524 000 |
|
Artikel 19 01 03 — Subtotaal |
4 021 357 |
4 021 357 |
|||
19 01 04 |
|||||
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
|||||
19 01 04 01 |
Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
59 632 000 |
59 632 000 |
|
19 01 04 02 |
Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
58 507 566 |
–2 160 000 |
56 347 566 |
19 01 04 03 |
Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
8 144 000 |
8 144 000 |
|
19 01 04 04 |
Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
500 000 |
500 000 |
|
19 01 04 05 |
Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
19 01 04 06 |
Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
1 274 300 |
1 274 300 |
|
19 01 04 07 |
Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
11 460 000 |
11 460 000 |
|
19 01 04 08 |
Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer |
4 |
100 000 |
100 000 |
|
19 01 04 20 |
Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
19 01 04 30 |
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen” |
4 |
4 579 000 |
4 579 000 |
|
Artikel 19 01 04 — Subtotaal |
144 196 866 |
–2 160 000 |
142 036 866 |
||
Hoofdstuk 19 01 — Totaal |
165 501 593 |
–2 160 000 |
163 341 593 |
||
40 01 40 |
16 345 |
16 345 |
|||
Totaal + reserve |
165 517 938 |
163 357 938 |
19 01 04
Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”
19 01 04 02
Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
58 507 566 |
–2 160 000 |
56 347 566 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht; |
— |
uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc; |
— |
uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 5 233 566 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel; |
— |
uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post; |
— |
de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 08.
HOOFDSTUK 19 02 — SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 02 |
||||||||
SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL |
||||||||
19 02 01 |
Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel |
4 |
57 648 000 |
57 684 001 |
–7 000 000 |
57 648 000 |
50 684 001 |
|
Hoofdstuk 19 02 — Totaal |
57 648 000 |
57 684 001 |
–7 000 000 |
57 648 000 |
50 684 001 |
19 02 01
Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
57 648 000 |
57 684 001 |
–7 000 000 |
57 648 000 |
50 684 001 |
Toelichting
In het kader van de rationalisering en vereenvoudiging van de instrumenten voor extern beleid voor de periode van het financieel kader 2007-2013 werd het Aeneas-programma dat voorziet in financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel en op 10 maart 2004 werd vastgesteld en een vervolg was op de voorbereidende acties voor 2001 tot en met 2003 en de mededeling van de Commissie van 3 december 2002 aan de Raad en het Europees Parlement, getiteld „Integratie van migratievraagstukken in de betrekkingen van de Europese Unie met derde landen” (COM(2002) 703 definitief), vervangen door een thematisch programma voor samenwerking met derde landen op dit gebied in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (Verordening (EG) nr. 1905/2006).
Het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking heeft als algemene doelstelling de externe bijstand van de Unie doeltreffender te maken. In het kader van dit programma heeft het thematische programma voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel tot doel derde landen te ondersteunen in hun inspanningen voor een beter beheer van de migratiestromen in al hun dimensies. De kredieten zijn bedoeld voor het verstrekken van specifieke en aanvullende technische en financiële bijstand voor derde landen om deze landen te ondersteunen bij hun inspanningen.
Het uniale programma voor samenwerking met derde herkomst- en transitlanden en -regio's heeft tot doel de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, de braindrain van zuid naar noord terug te dringen, een goed beheerde arbeidsmigratie te bevorderen, de illegale migratie te bestrijden, de mensensmokkel en -handel te bestrijden en de overname van illegalen te vergemakkelijken, migranten te beschermen en derde landen te helpen bij het verbeteren van hun capaciteit om te voldoen aan hun internationale verplichtingen op het gebied van migratie en asiel.
In het kader van het samenwerkingsprogramma van de Unie worden geschikte maatregelen gefinancierd die stroken met nationale en regionale samenwerkings- en ontwikkelingsstrategieën van de Unie met betrekking tot de betrokken derde landen en een aanvulling vormen op de maatregelen — in het bijzonder op het gebied van migratie, asiel, grenscontrole, vluchtelingen en ontheemden — die zijn voorzien voor de tenuitvoerlegging van deze strategieën die worden gefinancierd met andere instrumenten van de Unie op het gebied van samenwerking en ontwikkeling.
In het kader van de nieuwe strategie zal dit thematische programma ook rekening houden met migratie die het gevolg is van klimaatverandering. Een essentieel criterium voor de toepassing van dit instrument vormt de naleving van de democratische beginselen en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Zo nodig, en voor zover mogelijk, zullen de te financieren maatregelen worden verbonden aan maatregelen die gericht zijn op het versterken van de democratie en de rechtsstaat alsmede de naleving van internationale instrumenten op dit gebied, met inbegrip van het Verdrag van Genève van 1951 inzake de status van vluchtelingen.
De partners die uit hoofde van dit krediet voor financiële steun in aanmerking komen, zijn regionale en internationale organisaties en bureaus (in het bijzonder bureaus van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties of andere niet-overheidsorganen, federale, nationale, provinciale en lokale overheden van derde landen, hun departementen en bureaus, instituten, verenigingen en publieke en particuliere ondernemingen.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 getiteld „Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013” (COM(2005) 324 definitief).
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 getiteld „Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel” (COM(2006) 26 definitief).
HOOFDSTUK 19 04 — EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS - EIDHR)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 04 |
||||||||
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR) |
||||||||
19 04 01 |
Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) |
4 |
126 665 000 |
103 411 196 |
126 665 000 |
103 411 196 |
||
19 04 03 |
Verkiezingswaarneming |
4 |
38 000 000 |
33 409 566 |
–4 000 000 |
38 000 000 |
29 409 566 |
|
19 04 04 |
Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
19 04 05 |
Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten |
4 |
p.m. |
5 727 354 |
p.m. |
5 727 354 |
||
19 04 06 |
Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld |
4 |
400 000 |
200 000 |
400 000 |
200 000 |
||
19 04 07 |
Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Hoofdstuk 19 04 — Totaal |
165 065 000 |
142 748 116 |
–4 000 000 |
165 065 000 |
138 748 116 |
19 04 03
Verkiezingswaarneming
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
38 000 000 |
33 409 566 |
–4 000 000 |
38 000 000 |
29 409 566 |
Toelichting
De activiteiten zullen zich met name concentreren op: de opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen door verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming door de Unie en steun voor waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of –programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).
Referentiebesluiten
Verklaring van de Commissie inzake verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie naar aanleiding van de aanneming van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, waarin zij haar voornemen bevestigt om uitgaven voor dit soort missies te beperken tot 25 % van de begroting voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten over de zeven jaar van het financiële kader voor 2007-2013.
HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 08 |
||||||||
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
||||||||
19 08 01 |
||||||||
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking |
||||||||
19 08 01 01 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen |
4 |
1 243 861 010 |
671 552 312 |
1 243 861 010 |
671 552 312 |
||
19 08 01 02 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA |
4 |
200 000 000 |
180 000 000 |
200 000 000 |
180 000 000 |
||
19 08 01 03 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa |
4 |
728 385 000 |
331 699 712 |
12 000 000 |
728 385 000 |
343 699 712 |
|
19 08 01 04 |
Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee |
4 |
p.m. |
500 000 |
p.m. |
500 000 |
||
19 08 01 05 |
Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld |
4 |
p.m. |
2 500 000 |
p.m. |
2 500 000 |
||
19 08 01 06 |
Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren |
4 |
1 500 000 |
750 000 |
1 500 000 |
750 000 |
||
19 08 01 08 |
Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB |
4 |
p.m. |
560 000 |
p.m. |
560 000 |
||
Artikel 19 08 01 — Subtotaal |
2 173 746 010 |
1 187 562 024 |
12 000 000 |
2 173 746 010 |
1 199 562 024 |
|||
19 08 02 |
||||||||
Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) |
||||||||
19 08 02 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4 |
4 |
92 775 000 |
76 364 721 |
92 775 000 |
76 364 721 |
||
19 08 02 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid) |
1.2 |
99 221 636 |
78 000 000 |
99 221 636 |
78 000 000 |
||
Artikel 19 08 02 — Subtotaal |
191 996 636 |
154 364 721 |
191 996 636 |
154 364 721 |
||||
19 08 03 |
Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
Hoofdstuk 19 08 — Totaal |
2 365 742 646 |
1 341 926 745 |
12 000 000 |
2 365 742 646 |
1 353 926 745 |
Toelichting
De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (2). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Belarus, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.
19 08 01
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking
19 08 01 03
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
728 385 000 |
331 699 712 |
12 000 000 |
728 385 000 |
343 699 712 |
Toelichting
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX; |
— |
het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting; |
— |
het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie; |
— |
het bevorderen van gendergelijkheid; |
— |
steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap; |
— |
ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”. |
Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Belarus, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.
Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.
De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.
Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-19 en andere programma’s.
Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
TITEL 21
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
259 006 432 |
259 006 432 |
259 006 432 |
259 006 432 |
|||
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
259 036 365 |
259 036 365 |
259 036 365 |
259 036 365 |
|||||
21 02 |
VOEDSELZEKERHEID |
4 |
246 264 700 |
216 053 058 |
246 264 700 |
216 053 058 |
||
21 03 |
NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES |
4 |
233 018 000 |
188 093 567 |
233 018 000 |
188 093 567 |
||
21 04 |
MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE |
4 |
200 713 000 |
163 775 032 |
–10 000 000 |
200 713 000 |
153 775 032 |
|
21 05 |
MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING |
4 |
161 630 000 |
112 033 699 |
14 400 000 |
161 630 000 |
126 433 699 |
|
21 06 |
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
4 |
345 693 444 |
324 730 039 |
–3 000 000 |
345 693 444 |
321 730 039 |
|
21 07 |
ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S |
4 |
32 110 000 |
29 600 874 |
32 110 000 |
29 600 874 |
||
21 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
4 |
19 477 000 |
16 566 519 |
19 477 000 |
16 566 519 |
||
21 49 |
UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT |
4 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
Titel 21 — Totaal |
1 497 912 576 |
1 309 859 220 |
1 400 000 |
1 497 912 576 |
1 311 259 220 |
|||
40 01 40, 40 02 41 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
Totaal + reserve |
1 497 942 509 |
1 309 889 153 |
1 497 942 509 |
1 311 289 153 |
Toelichting
Er wordt geen uniale steun verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. De Commissie moet een verslag opstellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.
HOOFDSTUK 21 04 — MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 04 |
||||||||
MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE |
||||||||
21 04 01 |
Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie |
4 |
200 713 000 |
162 275 032 |
–10 000 000 |
200 713 000 |
152 275 032 |
|
21 04 05 |
Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF) |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
21 04 06 |
Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden |
4 |
p.m. |
1 500 000 |
p.m. |
1 500 000 |
||
Hoofdstuk 21 04 — Totaal |
200 713 000 |
163 775 032 |
–10 000 000 |
200 713 000 |
153 775 032 |
21 04 01
Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
200 713 000 |
162 275 032 |
–10 000 000 |
200 713 000 |
152 275 032 |
Toelichting
Dit krediet dient om het beleid op het gebied van milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie, te bevorderen en ten uitvoer te leggen, voor zover het van toepassing is op de betrekkingen van de Unie met ontwikkelingslanden en met Europa's buren.
Er wordt financiële steun verleend aan maatregelen binnen vijf prioriteitsgebieden: 1) scheppen van de voorwaarden voor het bereiken van millenniumontwikkelingsdoelstelling 7: bevordering van milieuduurzaamheid; 2) bevorderen van tenuitvoerlegging van uniale initiatieven en ontwikkelingslanden helpen internationaal aangegane verbintenissen na te komen; 3) verbeteren van de deskundigheid met het oog op integratie en samenhang; 4) versterken van het milieubeheer en het leiderschap van de Europese Unie, en 5) steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio’s.
Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.
Steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio's omvat ook kredieten ter dekking van de bijdrage van de EU aan het Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF). Met het GEEREF wordt beoogd publieke en particuliere middelen te mobiliseren om de financiële patstelling voor economisch rendabele projecten en bedrijven op het gebied van hernieuwbare energie te helpen doorbreken in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën (landen die geen lid zijn van de Unie).
Steun voor aanpassing aan de klimaatverandering in partnerlanden en -regio's omvat een bijdrage met het oog op de verdere versterking van de tenuitvoerlegging van het actieplan van de Unie inzake klimaatverandering en ontwikkeling door het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering (Global Climate Change Alliance — GCCA). Het GCCA draagt bij tot een intensievere samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden op het gebied van klimaatverandering, in het bijzonder met betrekking tot de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, hetgeen een zeer acuut probleem is voor talrijke arme ontwikkelingslanden.
Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is een bedrag van 63 000 000 EUR voor dergelijke landen bestemd. Dit krediet dient ook ter dekking van de afwikkeling van betalingen voor maatregelen gefinancierd uit hoofde van het vroegere begrotingsartikel 21 02 05 „Milieu in ontwikkelingslanden”.
Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Miljoenen vluchtelingen in de hele wereld zijn afhankelijk van rechtstreekse en gesponsorde hulp van de Unie om te overleven en een duurzame toekomst op te bouwen. Het is onderdeel van het uniaal beleid ervoor te zorgen dat de vluchtelingen zelfredzaam worden en op termijn hun kamp kunnen verlaten en de draad van hun leven weer kunnen oppakken. In de praktijk stuit dit streven naar zelfredzaamheid op een aantal problemen, onder andere het feit dat vluchtelingen moeten reizen om buiten het kamp in hun levensonderhoud te kunnen voorzien en zodra zij het kamp verlaten, moeten zij elders een bestaan opbouwen. Goede verlichting is cruciaal voor dit proces. Doorgaans wordt in gebieden die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten voor verlichting gezorgd met kerosinelampen. Mensen ademen giftige dampen in, er is een groot risico van brandwonden en verlichting met kerosinelampen is duur. Deze vorm van verlichting maakt mensen minder mobiel en neemt veel tijd in beslag, waardoor er minder tijd overblijft om productief te zijn. Steun voor de zelfredzaamheid van vluchtelingen zal betekenen dat zij niet langer naar het vluchtelingenkamp terug gaan en om aanvullende (financiële) hulp vragen. LED-lampen op zonne-energie leveren directe besparingen op (tot 20 % van het inkomen) en ze branden de hele nacht zonder operationele kosten, hetgeen de mensen in staat stelt langer te werken en te studeren, en veilig te reizen, wat zo hun levensomstandigheden verbetert. Meerdere onderzoekprojecten hebben reeds de gevolgen voor schoolresultaten vastgesteld, en de kostenbesparingen zijn evident. Wanneer in de vluchtelingenkampen LED-lampen op zonne-energie worden gedistribueerd, zal dat de afhankelijkheid van dieselgeneratoren voor elektriciteit verlagen. De lampen zijn verplaatsbaar, hetgeen naar verwachting het feitelijke veiligheidsniveau en het gevoel van veiligheid in de kampen enorm zal vergroten. Deze vorm van verlichting verbetert de levensomstandigheden; 's nachts zullen verschillende activiteiten kunnen worden verricht met gebruikmaking van het veilige licht van de LED-lampen, die geen giftige dampen afgeven. Via de actie„Zelfredzaamheid van vluchtelingen door middel van duurzame verlichting” worden middelen geïnvesteerd in de duurzame toekomst van vluchtelingen, alsook in de veiligheid in de kampen en betere levensomstandigheden. Indien de resultaten bevredigend zijn, hetgeen moet worden vastgesteld aan de hand van op voorhand geïdentificeerde succesindicatoren, moeten de instellingen van de Unie maatregelen nemen om duurzame verlichting als een basisbehoefte voor vluchtelingenkampen op te nemen. Bij deze actie gaat het om lichtgewicht, kwalitatief hoogwaardige en kostenefficiënte lampen op zonne-energie. Er bestaat reeds een efficiënte lamp op zonne-energie in de lagere prijscategorie die met één keer opladen 16 uur leeslicht geeft, 80 uur nachtverlichting voor veiligheidsdoeleinden en 8 uur zeer fel licht. Deze lamp is verplaatsbaar en compact, en heeft een batterij met een levensduur van meer dan twee jaar. Voor de actie wordt voorgesteld te beginnen met twee grote vluchtelingenkampen in verschillende geografische regio's. Na een kleinschalige studie naar de maandelijkse kosten, de aantallen vluchtelingen die naar de kampen terugkeren, en de levens- en veiligheidsomstandigheden in de kampen, zullen ook aan de rest van de inwoners van de kampen LED-lampen ter beschikking worden gesteld. Op voorhand vastgestelde indicatoren zullen worden gecontroleerd en na een wat langere periode zullen conclusies worden getrokken met het oog op het ontwikkelen van verder uniaal beleid op dit gebied. Met 600 000 EUR kunnen ongeveer 75 000 lampen worden gedistribueerd voor gedeeld gebruik door kampbewoners. Dit budget omvat ook middelen voor monitoring en verslaglegging.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 0324).
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 0086).
HOOFDSTUK 21 05 — MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 05 |
||||||||
MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING |
||||||||
21 05 01 |
||||||||
Menselijke en sociale ontwikkeling |
||||||||
21 05 01 01 |
Gezondheid |
4 |
38 190 000 |
15 463 856 |
14 400 000 |
38 190 000 |
29 863 856 |
|
21 05 01 02 |
Onderwijs |
4 |
p.m. |
8 113 752 |
p.m. |
8 113 752 |
||
21 05 01 03 |
Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling |
4 |
71 440 000 |
17 683 206 |
71 440 000 |
17 683 206 |
||
21 05 01 04 |
Gelijkheid van mannen en vrouwen |
4 |
p.m. |
12 958 139 |
p.m. |
12 958 139 |
||
21 05 01 05 |
Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs |
4 |
p.m. |
50 000 |
p.m. |
50 000 |
||
21 05 01 06 |
Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden |
4 |
p.m. |
1 384 000 |
p.m. |
1 384 000 |
||
21 05 01 07 |
Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten |
4 |
p.m. |
2 800 000 |
p.m. |
2 800 000 |
||
21 05 01 08 |
Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC) |
4 |
p.m. |
80 000 |
p.m. |
80 000 |
||
21 05 01 09 |
Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC) |
4 |
2 000 000 |
1 000 000 |
2 000 000 |
1 000 000 |
||
Artikel 21 05 01 — Subtotaal |
111 630 000 |
59 532 953 |
14 400 000 |
111 630 000 |
73 932 953 |
|||
21 05 02 |
Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM) |
4 |
50 000 000 |
47 727 951 |
50 000 000 |
47 727 951 |
||
21 05 03 |
Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten |
4 |
p.m. |
4 772 795 |
p.m. |
4 772 795 |
||
Hoofdstuk 21 05 — Totaal |
161 630 000 |
112 033 699 |
14 400 000 |
161 630 000 |
126 433 699 |
21 05 01
Menselijke en sociale ontwikkeling
21 05 01 01
Gezondheid
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
38 190 000 |
15 463 856 |
14 400 000 |
38 190 000 |
29 863 856 |
Toelichting
Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.
Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen binnen vier prioriteitsgebieden: 1) bestrijden van armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, in het bijzonder besmettelijke ziekten en ziekten die kunnen worden voorkomen met vaccinatie; 2) verbeteren van de gezondheid van moeders, de reproductieve gezondheid en de seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden; 3) verbeteren van eerlijke toegang tot gezondheidszorg, voorzieningen en gezondheidsdiensten; en 4) vinden van een evenwichtige aanpak tussen preventie, behandeling en zorg, met preventie als hoofdprioriteit.
Dit krediet kan niet beschikbaar worden gesteld voor het Wereldfonds ter bestrijding van aids, tuberculose en malaria (GFATM). Een deel van het krediet zal dienen ter financiering van technische steun in ontvangende landen. Deze kredieten zullen een aanvulling vormen op de financiering van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria, GFATM) door te zorgen voor een gecoördineerd en effectief mechanisme voor technische ondersteuning, met als gevolg een effectieve besteding van de middelen van het Wereldfonds.
Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten te financieren ten behoeve van de onder het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) vallende landen, is echter 6 % van dit programma voor de periode 2007-2013 voor dergelijke landen bestemd.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Dit krediet is ook bedoeld om de verstrekking van zink en andere micronutriënten voor de behandeling en preventie van diarree en ondervoeding in ontwikkelingslanden te dekken.
Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.
Kredieten onder deze titel en binnen de tweede prioriteit (het verbeteren van de reproductieve en seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden) zijn specifiek bedoeld voor het financieren van acties in landen met kritieke indicatoren in maternale en reproductieve gezondheid, om knelpunten weg te nemen en goede praktijken voor de verwezenlijking van millenniumontwikkelingsdoelstelling 5 („Verbeteren maternale gezondheid”) tegen 2015 te bevorderen en de volledige implementatie van het ICPD-actieprogramma dichterbij te brengen, in het bijzonder middels steun voor capaciteitsopbouw gericht op het ontwikkelen en implementeren van nationale strategieën voor maternale en reproductieve gezondheid en gezinsplanning binnen volksgezondheidsstelsels.
Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 0018).
HOOFDSTUK 21 06 — GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 06 |
||||||||
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
||||||||
21 06 02 |
Betrekkingen met Zuid-Afrika |
4 |
127 869 000 |
137 456 498 |
127 869 000 |
137 456 498 |
||
21 06 03 |
Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol |
4 |
174 824 444 |
130 000 000 |
–3 000 000 |
174 824 444 |
127 000 000 |
|
21 06 04 |
Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten |
4 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
21 06 05 |
Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten |
4 |
p.m. |
22 909 416 |
p.m. |
22 909 416 |
||
21 06 06 |
Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika) |
4 |
2 000 000 |
954 559 |
2 000 000 |
954 559 |
||
21 06 07 |
Begeleidende maatregelen in de bananensector |
4 |
41 000 000 |
33 409 566 |
41 000 000 |
33 409 566 |
||
Hoofdstuk 21 06 — Totaal |
345 693 444 |
324 730 039 |
–3 000 000 |
345 693 444 |
321 730 039 |
Toelichting
Voor landen omschreven als „ontvangers van officiële ontwikkelingshulp” (ODA) door de OESO-Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (DAC) is in het verleden een benchmark van 35 % toegewezen aan sociale infrastructuur, voornamelijk onderwijs en gezondheidszorg, maar ook aan macro-economische steun, met voorrang voor de sociale sector, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. De Commissie zal ook in de toekomst over deze benchmark verslag uitbrengen.
Bovendien zal de Commissie, overeenkomstig haar verklaring over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument — DCI), tegen 2009 toegewezen zal worden aan basisonderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.
Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:
— |
de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking in het raam van het DCI, worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu; |
— |
de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt; |
— |
de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en |
— |
financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten. |
Het verslag bevat tevens informatie over hoe begrotingssteun heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De begrotingssteun wordt verleend indien een afdoende institutionele capaciteit is aangetoond en indien is voldaan aan gedetailleerde voorwaarden voor het beheer en gebruik van middelen in het ontvangende land. De voorwaarden worden vermeld in het jaarverslag, waarin tevens een beoordeling wordt opgenomen van de mate waarin aan die voorwaarden is voldaan.
Na de presentatie van het verslag treden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een dialoog over de resultaten en over de wijze waarop meer vooruitgang kan worden geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen.
21 06 03
Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
174 824 444 |
130 000 000 |
–3 000 000 |
174 824 444 |
127 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van aanpassingen in ACS-staten ingevolge de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker.
Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).
TITEL 23
HUMANITAIRE HULP
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP” |
35 092 079 |
35 092 079 |
35 092 079 |
35 092 079 |
|||
40 01 40 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
||||
35 105 549 |
35 105 549 |
35 105 549 |
35 105 549 |
|||||
23 02 |
HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN |
4 |
842 628 500 |
785 737 438 |
40 687 548 |
842 628 500 |
826 424 986 |
|
23 03 |
FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING |
22 000 000 |
21 318 236 |
22 000 000 |
21 318 236 |
|||
Titel 23 — Totaal |
899 720 579 |
842 147 753 |
40 687 548 |
899 720 579 |
882 835 301 |
|||
40 01 40 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
13 470 |
||||
Totaal + reserve |
899 734 049 |
842 161 223 |
899 734 049 |
882 848 771 |
HOOFDSTUK 23 02 — HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
23 02 |
||||||||
HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN |
||||||||
23 02 01 |
Humanitaire hulp |
4 |
553 261 000 |
518 574 685 |
23 687 548 |
553 261 000 |
542 262 233 |
|
23 02 02 |
Voedselhulp |
4 |
251 580 000 |
230 602 367 |
17 000 000 |
251 580 000 |
247 602 367 |
|
23 02 03 |
Paraatheid bij rampen |
4 |
34 787 500 |
33 560 386 |
34 787 500 |
33 560 386 |
||
23 02 04 |
Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening |
4 |
3 000 000 |
3 000 000 |
3 000 000 |
3 000 000 |
||
Hoofdstuk 23 02 — Totaal |
842 628 500 |
785 737 438 |
40 687 548 |
842 628 500 |
826 424 986 |
23 02 01
Humanitaire hulp
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
553 261 000 |
518 574 685 |
23 687 548 |
553 261 000 |
542 262 233 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire bijstand aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen.
Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid.
Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire hulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.
Dit krediet kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van de humanitaire maatregelen verband houdende uitgaven.
Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:
— |
haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire hulpoperaties; |
— |
het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken; |
— |
controle en coördinatie van de uitvoering van de acties in het kader van de hulpmaatregel; |
— |
maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen; |
— |
de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire projecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld; |
— |
de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken; |
— |
studies en opleiding die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp; |
— |
subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken; |
— |
humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen; |
— |
uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (Network on Humanitarian Aid — NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een jaarlijks multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
23 02 02
Voedselhulp
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
251 580 000 |
230 602 367 |
17 000 000 |
251 580 000 |
247 602 367 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van voedselhulpoperaties van humanitaire aard en zal worden besteed volgens de regels voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.
De humanitaire hulp van de Unie omvat niet-discriminerende acties voor bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolking buiten de Unie, met name de meest kwetsbare groepen en bij voorrang in de ontwikkelingslanden, die getroffen zijn door natuurrampen, gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, of door buitengewone omstandigheden of omstandigheden die vergelijkbaar zijn met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte rampen. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.
Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.
Het dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere doorzichtigheid. Hierbij gaat het om:
— |
het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.; |
— |
ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.); |
— |
de controle op en de coördinatie van de voedselhulpacties, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de voor de voedselhulp bestemde producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend. Dit houdt ook in dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de wijze waarop er van de tegenwaardefondsen gebruik wordt gemaakt; |
— |
modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties; |
— |
de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.); |
— |
de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire voedselhulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld. |
Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
TITEL 26
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
26 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE” |
975 069 713 |
975 069 713 |
975 069 713 |
975 069 713 |
|||
40 01 40 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
||||
976 571 988 |
976 571 988 |
976 571 988 |
976 571 988 |
|||||
26 02 |
MULTIMEDIAPRODUCTIE |
1 |
14 800 000 |
12 157 164 |
–1 600 000 |
13 200 000 |
12 157 164 |
|
26 03 |
DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS |
26 100 000 |
12 094 264 |
26 100 000 |
12 094 264 |
|||
Titel 26 — Totaal |
1 015 969 713 |
999 321 141 |
–1 600 000 |
1 014 369 713 |
999 321 141 |
|||
40 01 40 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
1 502 275 |
||||
Totaal + reserve |
1 017 471 988 |
1 000 823 416 |
1 015 871 988 |
1 000 823 416 |
HOOFDSTUK 26 02 — MULTIMEDIAPRODUCTIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
26 02 |
||||||||
MULTIMEDIAPRODUCTIE |
||||||||
26 02 01 |
Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening |
1.1 |
14 800 000 |
12 157 164 |
–1 600 000 |
13 200 000 |
12 157 164 |
|
Hoofdstuk 26 02 — Totaal |
14 800 000 |
12 157 164 |
–1 600 000 |
13 200 000 |
12 157 164 |
26 02 01
Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 800 000 |
12 157 164 |
–1 600 000 |
13 200 000 |
12 157 164 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:
— |
de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd; |
— |
de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg; |
— |
de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement–diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten. |
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 420 000 EUR.
Rechtsgronden
Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385/58).
Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390/58).
Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).
Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).
Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).
Besluit 94/1/EGKS, EG van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun Lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).
Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).
Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 430).
Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).
Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).
Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).
Beschikking 2005/15/EG van de Commissie van 7 januari 2005 betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 7 van 11.1.2005, blz. 7).
Verordening (EG) nr. 1564/2005 van de Commissie van 7 september 2005 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten (PB L 257 van 1.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2083/2005 van de Commissie van 19 december 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot hun toepassingsdrempels inzake procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (PB L 333 van 20.12.2005, blz. 28).
Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).
Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).
Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).
Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).
Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
TITEL 29
STATISTIEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
29 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK” |
80 886 280 |
80 886 280 |
80 886 280 |
80 886 280 |
|||
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
80 916 213 |
80 916 213 |
80 916 213 |
80 916 213 |
|||||
29 02 |
PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE |
1 |
53 410 000 |
41 041 707 |
–5 000 000 |
48 410 000 |
41 041 707 |
|
Titel 29 — Totaal |
134 296 280 |
121 927 987 |
–5 000 000 |
129 296 280 |
121 927 987 |
|||
40 01 40 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
29 933 |
||||
Totaal + reserve |
134 326 213 |
121 957 920 |
129 326 213 |
121 957 920 |
HOOFDSTUK 29 02 — PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
29 02 |
||||||||
PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE |
||||||||
29 02 01 |
Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie |
1.1 |
p.m. |
1 360 877 |
p.m. |
1 360 877 |
||
29 02 02 |
Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom) |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
29 02 03 |
Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 |
1.1 |
45 000 000 |
34 176 556 |
–5 000 000 |
40 000 000 |
34 176 556 |
|
29 02 04 |
Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) |
1.1 |
8 410 000 |
5 504 274 |
8 410 000 |
5 504 274 |
||
Hoofdstuk 29 02 — Totaal |
53 410 000 |
41 041 707 |
–5 000 000 |
48 410 000 |
41 041 707 |
29 02 03
Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
45 000 000 |
34 176 556 |
–5 000 000 |
40 000 000 |
34 176 556 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
statistische enquêtes en studies en ontwikkeling van indicatoren/benchmarks; |
— |
kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken; |
— |
subsidies voor nationale overheidsdiensten op het gebied van de statistiek; |
— |
verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens; |
— |
apparatuur, verwerkingsinfrastructuur en onderhoud dat noodzakelijk is voor statistische informatiesystemen; |
— |
statistische analyse en documentatie op magnetische dragers; |
— |
dienstverlening door externe deskundigen; |
— |
medefinanciering van de openbare en de privésector; |
— |
financiering van enquêtes door ondernemingen; |
— |
organisatie van opleidingscursussen inzake geavanceerde statistische technologieën voor statistici; |
— |
kosten van de aanschaf van documentatie; |
— |
subsidies voor het Internationaal Statistisch Instituut en aansluiting bij andere internationale organisaties op het gebied van de statistiek. |
Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om jaarlijks een samenvattend verslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en/of benchmarks.
Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met de ontwikkelingslanden, de landen van Midden- en Oost-Europa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, subsidies en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.
Op dit artikel worden eveneens de uitgaven afgeboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken. Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulematige methoden.
Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van de financiële vooruitzichten) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).
Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
TITEL 32
ENERGIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
32 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE” |
78 101 468 |
78 101 468 |
78 101 468 |
78 101 468 |
|||
40 01 40 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
||||
78 125 415 |
78 125 415 |
78 125 415 |
78 125 415 |
|||||
32 03 |
TRANS-EUROPESE NETWERKEN |
1 |
21 129 600 |
18 145 022 |
21 129 600 |
18 145 022 |
||
32 04 |
CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN |
144 450 237 |
856 455 140 |
–37 700 000 |
144 450 237 |
818 755 140 |
||
32 05 |
KERNENERGIE |
1 |
282 496 400 |
227 357 119 |
282 496 400 |
227 357 119 |
||
32 06 |
ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE |
1 |
192 088 457 |
140 407 198 |
192 088 457 |
140 407 198 |
||
Titel 32 — Totaal |
718 266 162 |
1 320 465 947 |
–37 700 000 |
718 266 162 |
1 282 765 947 |
|||
40 01 40 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
23 947 |
||||
Totaal + reserve |
718 290 109 |
1 320 489 894 |
718 290 109 |
1 282 789 894 |
HOOFDSTUK 32 04 — CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
32 04 |
||||||||
CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN |
||||||||
32 04 01 |
Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) |
1.1 |
— |
453 626 |
— |
453 626 |
||
32 04 02 |
Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006), extern gedeelte — Coopener |
4 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
32 04 03 |
Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt |
1.1 |
3 720 000 |
3 765 092 |
3 720 000 |
3 765 092 |
||
32 04 04 |
Beëindiging van het kaderprogramma „Energie” (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
32 04 05 |
Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
32 04 06 |
Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” |
1.1 |
129 813 600 |
71 854 285 |
129 813 600 |
71 854 285 |
||
32 04 07 |
Proefproject — Continuïteit van de energievoorziening — Biobrandstoffen |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
32 04 10 |
||||||||
Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators |
||||||||
32 04 10 01 |
Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
1.1 |
6 864 725 |
6 864 725 |
6 864 725 |
6 864 725 |
||
32 04 10 02 |
Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3 |
1.1 |
377 125 |
377 125 |
377 125 |
377 125 |
||
Artikel 32 04 10 — Subtotaal |
7 241 850 |
7 241 850 |
7 241 850 |
7 241 850 |
||||
32 04 11 |
Energiegemeenschap |
4 |
2 724 787 |
2 600 970 |
2 724 787 |
2 600 970 |
||
32 04 12 |
Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling |
1.1 |
— |
p.m. |
— |
p.m. |
||
32 04 13 |
Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid |
1.1 |
— |
2 000 000 |
— |
2 000 000 |
||
32 04 14 |
||||||||
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel |
||||||||
32 04 14 01 |
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken |
1.1 |
p.m. |
526 288 963 |
–32 800 000 |
p.m. |
493 488 963 |
|
32 04 14 02 |
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS) |
1.1 |
p.m. |
124 293 397 |
–4 900 000 |
p.m. |
119 393 397 |
|
32 04 14 03 |
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Europees netwerk voor offshore-windenergie |
1.1 |
p.m. |
73 487 337 |
p.m. |
73 487 337 |
||
32 04 14 04 |
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen |
1.1 |
p.m. |
43 548 052 |
p.m. |
43 548 052 |
||
Artikel 32 04 14 — Subtotaal |
p.m. |
767 617 749 |
–37 700 000 |
p.m. |
729 917 749 |
|||
32 04 16 |
Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur |
1.1 |
250 000 |
571 568 |
250 000 |
571 568 |
||
32 04 17 |
Proefproject — Ondersteuning van de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen en voor de bestrijding van de klimaatverandering door middel van een groter beroep op zonne-energie (zonnewarmte en fotovoltaïsch) |
2 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
32 04 18 |
Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas |
1.1 |
200 000 |
100 000 |
200 000 |
100 000 |
||
32 04 19 |
Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen |
2 |
500 000 |
250 000 |
500 000 |
250 000 |
||
Hoofdstuk 32 04 — Totaal |
144 450 237 |
856 455 140 |
–37 700 000 |
144 450 237 |
818 755 140 |
32 04 14
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel
32 04 14 01
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
526 288 963 |
–32 800 000 |
p.m. |
493 488 963 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van gas– en elektriciteitsinfrastructuurprojecten met de hoogste toegevoegde waarde voor de Unie.
Het zal worden aangewend voor de aanpassing en ontwikkeling van de energienetten die van bijzonder belang zijn voor de Unie, om de werking van de interne energiemarkt te ondersteunen en, in het bijzonder, om de interconnectiecapaciteit, de continuïteit en de diversificatie van de energievoorziening te verbeteren en ecologische, technische en financiële hindernissen te overwinnen. Speciale steun van de Unie is nodig om energienetwerken intensiever te ontwikkelen en de totstandbrenging ervan te versnellen, met name in gebieden met een geringe diversiteit aan aanvoerroutes en voorzieningsbronnen.
Dit krediet zal tevens worden aangewend om de aansluiting en integratie van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen en de economische en sociale cohesie met de minder ontwikkelde en insulaire gebieden in de Unie te versterken.
Het is bedoeld om de financiering te dekken van de tweede fase van het economisch herstelplan dat op 2 april 2009 door de twee takken van de begrotingsautoriteit is overeengekomen. De financiering hiervan is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit en moet worden verstrekt overeenkomstig de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), waarbij de financiële enveloppen van de programma’s waarover via de medebeslissingsprocedure wordt beslist en de prioriteiten van het Europees Parlement onverlet moeten worden gelaten.
Indien het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het economisch herstelplan serieuze risico's aan het licht brengt voor de uitvoering van de prioritaire projecten, beveelt de Commissie maatregelen aan om deze risico's weg te nemen, en dient zij desgevallend, en in overeenstemming met het economisch herstelplan, aanvullende voorstellen in voor de projecten waar in Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad reeds naar wordt verwezen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).
32 04 14 02
Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS)
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
124 293 397 |
–4 900 000 |
p.m. |
119 393 397 |
Toelichting
De kredieten hebben tot doel projecten te bevorderen voor het afvangen van de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2), het transporteren ervan naar een opslaglocatie en het injecteren in een geschikte ondergrondse geologische formatie met het oog op permanente opslag.
Dit krediet is bedoeld om de financiering te dekken van de tweede fase van het economisch herstelplan dat op 2 april 2009 door de twee takken van de begrotingsautoriteit is overeengekomen. De financiering hiervan is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit en moet worden verstrekt overeenkomstig de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), waarbij de financiële enveloppen van de programma’s waarover via de medebeslissingsprocedure wordt beslist en de prioriteiten van het Europees Parlement onverlet moeten worden gelaten.
Indien het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het economisch herstelplan serieuze risico's aan het licht brengt voor de uitvoering van de prioritaire projecten, beveelt de Commissie maatregelen aan om deze risico's weg te nemen, en dient zij desgevallend, en in overeenstemming met het economisch herstelplan, aanvullende voorstellen in voor de projecten waar in Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad reeds naar wordt verwezen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).
TITEL 40
RESERVES
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
40 01 |
RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN |
5 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
||
40 02 |
RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES |
758 937 000 |
90 000 000 |
758 937 000 |
90 000 000 |
|||
40 03 |
NEGATIEVE RESERVE |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|||
Titel 40 — Totaal |
758 937 000 |
90 000 000 |
758 937 000 |
90 000 000 |
HOOFDSTUK 40 01 — RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
40 01 |
|||||
RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN |
|||||
40 01 40 |
Administratieve reserve |
3 500 000 |
3 500 000 |
||
40 01 42 |
Reserve voor onvoorziene uitgaven |
5 |
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 40 01 — Totaal |
p.m. |
p.m. |
40 01 40
Administratieve reserve
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
3 500 000 |
3 500 000 |
Toelichting
Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.
1. |
Post |
01 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
329 267 |
2. |
Post |
02 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
52 383 |
3. |
Post |
03 01 02 11 |
Oveige beheersuitgaven |
14 967 |
4. |
Post |
04 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
16 966 |
5. |
Post |
05 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
498 392 |
6. |
Post |
06 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
59 867 |
7. |
Post |
07 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
89 800 |
8. |
Post |
08 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
4 490 |
9. |
Post |
09 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
24 695 |
10. |
Post |
11 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
19 779 |
11. |
Post |
12 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
97 284 |
12. |
Post |
13 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
16 463 |
13. |
Post |
14 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
151 912 |
14. |
Post |
15 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
29 933 |
15. |
Post |
16 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel |
5 987 |
16. |
Post |
17 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
280 045 |
17. |
Post |
18 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
39 662 |
18. |
Post |
19 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid |
16 345 |
19. |
Post |
20 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Handel |
37 417 |
20. |
Post |
21 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid |
29 933 |
21. |
Post |
22 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding |
8 082 |
22. |
Post |
23 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
13 470 |
23. |
Post |
26 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
2 275 |
24. |
Artikel |
26 01 20 |
Europees Bureau voor personeelsselectie |
1 500 000 |
25. |
Post |
27 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting |
10 028 |
26. |
Post |
27 01 02 19 |
Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer |
90 265 |
27. |
Post |
29 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
29 933 |
28. |
Post |
32 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
23 947 |
29. |
Post |
33 01 02 11 |
Overige beheersuitgaven |
6 413 |
Totaal |
3 500 000 |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
HOOFDSTUK 40 02 — RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
40 02 |
||||||||
RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES |
||||||||
40 02 40 |
Niet-gesplitste kredieten |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|||
40 02 41 |
Gesplitste kredieten |
146 316 025 |
148 935 997 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
100 663 505 |
101 683 477 |
|
40 02 42 |
Reserve voor noodhulp |
4 |
258 937 000 |
90 000 000 |
258 937 000 |
90 000 000 |
||
40 02 43 |
Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering |
1.1 |
500 000 000 |
p.m. |
500 000 000 |
p.m. |
||
Hoofdstuk 40 02 — Totaal |
758 937 000 |
90 000 000 |
758 937 000 |
90 000 000 |
40 02 40
Niet-gesplitste kredieten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
p.m. |
Toelichting
De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; b) als er gerede twijfel is over de toereikendheid van de kredieten of over de mogelijkheid om de op de betrokken begrotingsonderdelen opgenomen kredieten overeenkomstig de vereisten van goed financieel beheer te besteden. De kredieten van dit artikel kunnen pas worden gebruikt na een overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 24 van het Financieel Reglement.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
40 02 41
Gesplitste kredieten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
146 316 025 |
148 935 997 |
–45 652 520 |
–47 252 520 |
100 663 505 |
101 683 477 |
Toelichting
De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; b) als er gerede twijfel is over de toereikendheid van de kredieten of over de mogelijkheid om de kredieten op die begrotingsonderdelen conform de vereisten van goed financieel beheer te besteden. De kredieten van dit artikel kunnen pas worden gebruikt na een overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 24 van het Financieel Reglement.
Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):
1. |
Post |
07 03 60 01 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2 |
1 491 930 |
1 491 930 |
2. |
Post |
07 03 60 02 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2 |
1 236 510 |
1 236 510 |
3. |
Post |
07 03 70 01 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
345 214 |
345 214 |
4. |
Post |
07 03 70 02 |
Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3 |
1 110 386 |
1 110 386 |
5. |
Post |
09 02 03 01 |
Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2 |
391 985 |
391 985 |
6. |
Artikel |
11 03 01 |
Internationale visserijovereenkomsten |
73 547 480 |
73 547 480 |
7. |
Artikel |
16 02 02 |
Multimedia-acties |
4 500 000 |
4 500 000 |
8. |
Post |
16 03 02 01 |
Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie |
1 000 000 |
1 000 000 |
9. |
Artikel |
16 03 04 |
Communiceren over Europa in partnerschap |
2 300 000 |
2 400 000 |
10. |
Post |
18 02 03 02 |
Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titel 3 |
9 000 000 |
9 000 000 |
11. |
Artikel |
18 02 04 |
Schengeninformatiesysteem (SIS II) |
5 180 000 |
6 131 702 |
12. |
Artikel |
18 02 07 |
Schengenevaluatie |
560 000 |
528 270 |
Totaal |
100 663 505 |
101 683 477 |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
-
A.INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2012 moeten worden gedekt overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2012 (3) |
Begroting 2011 (4) |
Verschil (in %) |
||
|
60 287 086 467 |
53 629 039 384 |
+12,42 |
||
|
58 044 868 674 |
55 945 938 309 |
+3,75 |
||
|
2 182 532 099 |
1 738 083 206 |
+25,57 |
||
|
6 966 011 071 |
7 242 528 574 |
–3,82 |
||
|
8 277 736 996 |
8 171 544 289 |
+1,30 |
||
Totaal uitgaven (5) |
135 758 235 307 |
126 727 133 762 |
+7,13 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2012 (6) |
Begroting 2011 (7) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
5 109 219 138 |
2 083 368 232 |
|
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
1 496 968 014 |
4 539 394 283 |
–67,02 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
p.m. |
p.m. |
— |
Saldi aan btw– en aan bnp/bni–middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
497 328 000 |
1 814 882 000 |
–72,60 |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
7 103 515 152 |
8 437 644 515 |
–15,81 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
16 824 200 000 |
16 667 000 000 |
+0,94 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
14 546 298 300 |
14 125 977 050 |
+2,98 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
97 284 221 855 |
87 496 512 197 |
+11,19 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom te dekken kredieten (8) |
128 654 720 155 |
118 289 489 247 |
+8,76 |
Totaal ontvangsten (9) |
135 758 235 307 |
126 727 133 762 |
+7,13 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppings-percentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (10) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
|
België |
1 642 006 000 |
3 840 159 000 |
50 |
1 920 079 500 |
1 642 006 000 |
|
Bulgarije |
179 449 000 |
384 305 000 |
50 |
192 152 500 |
179 449 000 |
|
Tsjechië |
645 375 000 |
1 403 678 000 |
50 |
701 839 000 |
645 375 000 |
|
Denemarken |
991 282 000 |
2 536 731 000 |
50 |
1 268 365 500 |
991 282 000 |
|
Duitsland |
11 655 020 000 |
26 725 925 000 |
50 |
13 362 962 500 |
11 655 020 000 |
|
Estland |
78 805 000 |
158 722 000 |
50 |
79 361 000 |
78 805 000 |
|
Ierland |
617 887 000 |
1 254 962 000 |
50 |
627 481 000 |
617 887 000 |
|
Griekenland |
894 936 000 |
1 998 257 000 |
50 |
999 128 500 |
894 936 000 |
|
Spanje |
4 791 570 000 |
10 368 290 000 |
50 |
5 184 145 000 |
4 791 570 000 |
|
Frankrijk |
9 542 953 000 |
20 795 504 000 |
50 |
10 397 752 000 |
9 542 953 000 |
|
Italië |
6 526 759 000 |
15 782 516 000 |
50 |
7 891 258 000 |
6 526 759 000 |
|
Cyprus |
142 186 000 |
172 375 000 |
50 |
86 187 500 |
86 187 500 |
Cyprus |
Letland |
68 944 000 |
209 894 000 |
50 |
104 947 000 |
68 944 000 |
|
Litouwen |
114 219 000 |
312 459 000 |
50 |
156 229 500 |
114 219 000 |
|
Luxemburg |
236 641 000 |
310 698 000 |
50 |
155 349 000 |
155 349 000 |
Luxemburg |
Hongarije |
347 640 000 |
878 721 000 |
50 |
439 360 500 |
347 640 000 |
|
Malta |
47 011 000 |
59 523 000 |
50 |
29 761 500 |
29 761 500 |
Malta |
Nederland |
2 683 341 000 |
6 084 816 000 |
50 |
3 042 408 000 |
2 683 341 000 |
|
Oostenrijk |
1 387 652 000 |
3 085 484 000 |
50 |
1 542 742 000 |
1 387 652 000 |
|
Polen |
1 718 865 000 |
3 512 574 000 |
50 |
1 756 287 000 |
1 718 865 000 |
|
Portugal |
783 815 000 |
1 608 676 000 |
50 |
804 338 000 |
783 815 000 |
|
Roemenië |
488 531 000 |
1 379 354 000 |
50 |
689 677 000 |
488 531 000 |
|
Slovenië |
179 565 000 |
348 040 000 |
50 |
174 020 000 |
174 020 000 |
Slovenië |
Slowakije |
250 745 000 |
701 571 000 |
50 |
350 785 500 |
250 745 000 |
|
Finland |
909 915 000 |
2 002 764 000 |
50 |
1 001 382 000 |
909 915 000 |
|
Zweden |
1 772 967 000 |
4 059 830 000 |
50 |
2 029 915 000 |
1 772 967 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
9 094 962 000 |
18 806 619 000 |
50 |
9 403 309 500 |
9 094 962 000 |
|
Totaal |
57 793 041 000 |
128 782 447 000 |
64 391 223 500 |
57 632 956 000 |
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (11) (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
(1) |
(2) |
|
|
België |
1 642 006 000 |
0,300 |
492 601 800 |
Bulgarije |
179 449 000 |
0,300 |
53 834 700 |
Tsjechië |
645 375 000 |
0,300 |
193 612 500 |
Denemarken |
991 282 000 |
0,300 |
297 384 600 |
Duitsland |
11 655 020 000 |
0,150 |
1 748 253 000 |
Estland |
78 805 000 |
0,300 |
23 641 500 |
Ierland |
617 887 000 |
0,300 |
185 366 100 |
Griekenland |
894 936 000 |
0,300 |
268 480 800 |
Spanje |
4 791 570 000 |
0,300 |
1 437 471 000 |
Frankrijk |
9 542 953 000 |
0,300 |
2 862 885 900 |
Italië |
6 526 759 000 |
0,300 |
1 958 027 700 |
Cyprus |
86 187 500 |
0,300 |
25 856 250 |
Letland |
68 944 000 |
0,300 |
20 683 200 |
Litouwen |
114 219 000 |
0,300 |
34 265 700 |
Luxemburg |
155 349 000 |
0,300 |
46 604 700 |
Hongarije |
347 640 000 |
0,300 |
104 292 000 |
Malta |
29 761 500 |
0,300 |
8 928 450 |
Nederland |
2 683 341 000 |
0,100 |
268 334 100 |
Oostenrijk |
1 387 652 000 |
0,225 |
312 221 700 |
Polen |
1 718 865 000 |
0,300 |
515 659 500 |
Portugal |
783 815 000 |
0,300 |
235 144 500 |
Roemenië |
488 531 000 |
0,300 |
146 559 300 |
Slovenië |
174 020 000 |
0,300 |
52 206 000 |
Slowakije |
250 745 000 |
0,300 |
75 223 500 |
Finland |
909 915 000 |
0,300 |
272 974 500 |
Zweden |
1 772 967 000 |
0,100 |
177 296 700 |
Verenigd Koninkrijk |
9 094 962 000 |
0,300 |
2 728 488 600 |
Totaal |
57 632 956 000 |
14 546 298 300 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
(1) |
(2) |
|
|
België |
3 840 159 000 |
2 900 914 595 |
|
Bulgarije |
384 305 000 |
290 309 850 |
|
Tsjechië |
1 403 678 000 |
1 060 359 740 |
|
Denemarken |
2 536 731 000 |
1 916 285 232 |
|
Duitsland |
26 725 925 000 |
20 189 170 789 |
|
Estland |
158 722 000 |
119 901 016 |
|
Ierland |
1 254 962 000 |
948 017 408 |
|
Griekenland |
1 998 257 000 |
1 509 513 772 |
|
Spanje |
10 368 290 000 |
7 832 364 178 |
|
Frankrijk |
20 795 504 000 |
15 709 240 443 |
|
Italië |
15 782 516 000 |
11 922 352 958 |
|
Cyprus |
172 375 000 |
130 214 700 |
|
Letland |
209 894 000 |
0,7554152 (12) |
158 557 124 |
Litouwen |
312 459 000 |
236 036 287 |
|
Luxemburg |
310 698 000 |
234 706 001 |
|
Hongarije |
878 721 000 |
663 799 227 |
|
Malta |
59 523 000 |
44 964 581 |
|
Nederland |
6 084 816 000 |
4 596 562 680 |
|
Oostenrijk |
3 085 484 000 |
2 330 821 606 |
|
Polen |
3 512 574 000 |
2 653 451 897 |
|
Portugal |
1 608 676 000 |
1 215 218 351 |
|
Roemenië |
1 379 354 000 |
1 041 985 020 |
|
Slovenië |
348 040 000 |
262 914 717 |
|
Slowakije |
701 571 000 |
529 977 419 |
|
Finland |
2 002 764 000 |
1 512 918 428 |
|
Zweden |
4 059 830 000 |
3 066 857 414 |
|
Verenigd Koninkrijk |
18 806 619 000 |
14 206 806 422 |
|
Totaal |
128 782 447 000 |
97 284 221 855 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden |
(1) |
(2) |
(3) |
|
|
België |
2,98 |
25 260 463 |
25 260 463 |
|
Bulgarije |
0,30 |
2 527 948 |
2 527 948 |
|
Tsjechië |
1,09 |
9 233 356 |
9 233 356 |
|
Denemarken |
1,97 |
16 686 549 |
16 686 549 |
|
Duitsland |
20,75 |
175 802 420 |
175 802 420 |
|
Estland |
0,12 |
1 044 069 |
1 044 069 |
|
Ierland |
0,97 |
8 255 106 |
8 255 106 |
|
Griekenland |
1,55 |
13 144 481 |
13 144 481 |
|
Spanje |
8,05 |
68 202 334 |
68 202 334 |
|
Frankrijk |
16,15 |
136 792 269 |
136 792 269 |
|
Italië |
12,26 |
103 816 968 |
103 816 968 |
|
Cyprus |
0,13 |
1 133 878 |
1 133 878 |
|
Letland |
0,16 |
1 380 677 |
1 380 677 |
|
Litouwen |
0,24 |
2 055 347 |
2 055 347 |
|
Luxemburg |
0,24 |
2 043 763 |
2 043 763 |
|
Hongarije |
0,68 |
5 780 203 |
5 780 203 |
|
Malta |
0,05 |
391 541 |
391 541 |
|
Nederland |
|
4,72 |
40 025 758 |
|
Oostenrijk |
2,40 |
20 296 231 |
20 296 231 |
|
Polen |
2,73 |
23 105 618 |
23 105 618 |
|
Portugal |
1,25 |
10 581 828 |
10 581 828 |
|
Roemenië |
1,07 |
9 073 354 |
9 073 354 |
|
Slovenië |
0,27 |
2 289 398 |
2 289 398 |
|
Slowakije |
0,54 |
4 614 915 |
4 614 915 |
|
Finland |
1,56 |
13 174 128 |
13 174 128 |
|
Zweden |
|
3,15 |
26 705 453 |
|
Verenigd Koninkrijk |
14,60 |
123 709 437 |
123 709 437 |
|
Totaal |
|
100,00 |
847 127 492 |
0 |
bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2011): (a) 2004 EU25 = 107,3995 / (b) 2006 EU25 = 112,1888 / (c) 2006 EU27 = 112,5311 / (d) 2012 EU27 = 120,8724 Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2012: 605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 678 824 017 EUR Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2012: 150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 168 303 475 EUR |
TABEL 5.1
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2011 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (13) (%) |
Bedrag |
||
|
14,9462 |
|||
|
7,3204 |
|||
|
7,6259 |
|||
|
116 689 113 932 |
|||
|
26 918 339 726 |
|||
|
3 037 294 340 |
|||
|
23 881 045 386 |
|||
|
89 770 774 207 |
|||
|
4 518 220 698 |
|||
|
534 381 657 |
|||
|
3 983 839 040 |
|||
|
8 838 069 |
|||
|
3 975 000 971 |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna:
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR |
Verschil in lopende prijzen |
Verschil in constante prijzen van 2004 |
||
|
0 |
0 |
||
|
|
|
||
|
–1 349 840 247 |
–1 275 338 491 |
||
|
–2 117 969 550 |
–1 956 957 875 |
||
|
–2 355 745 675 |
–2 144 599 880 |
||
|
n.b. |
n.b. |
||
|
–6 125 235 119 |
–5 657 545 355 |
TABEL 5.2
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2010 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)
Omschrijving |
Coëfficiënt (17) (%) |
Bedrag |
||
|
15,3613 |
|||
|
7,7118 |
|||
|
7,6495 |
|||
|
111 424 575 479 |
|||
|
23 860 842 743 |
|||
|
2 970 335 816 |
|||
|
20 890 506 927 |
|||
|
87 563 732 736 |
|||
|
4 420 776 873 |
|||
|
768 620 727 |
|||
|
3 652 156 146 |
|||
|
21 614 060 |
|||
|
3 630 542 087 |
TABEL 5.3
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2008 (21) overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (22) (%) |
Bedrag |
||
|
15,7929 |
|||
|
7,3458 |
|||
|
8,4471 |
|||
|
105 436 390 802 |
|||
|
5 903 524 193 |
|||
|
3 009 247 449 |
|||
|
2 894 276 744 |
|||
|
99 532 866 610 |
|||
|
5 549 050 290 |
|||
|
371 343 380 |
|||
|
5 177 706 910 |
|||
|
–45 867 538 |
|||
|
5 223 574 449 |
TABEL 6.1
Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op — 3 975 000 971 (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2) |
Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3) |
Financierings-sleutel |
Op de correctie toegepaste financierings-sleutel |
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
|
(7) |
|
België |
2,98 |
3,49 |
5,48 |
1,49 |
4,99 |
198 203 463 |
|
Bulgarije |
0,30 |
0,35 |
0,55 |
0,15 |
0,50 |
19 835 268 |
|
Tsjechië |
1,09 |
1,28 |
2,00 |
0,55 |
1,82 |
72 448 521 |
|
Denemarken |
1,97 |
2,31 |
3,62 |
0,99 |
3,29 |
130 929 180 |
|
Duitsland |
20,75 |
24,30 |
0,00 |
–18,23 |
0,00 |
6,08 |
241 497 563 |
Estland |
0,12 |
0,14 |
0,23 |
0,06 |
0,21 |
8 192 174 |
|
Ierland |
0,97 |
1,14 |
1,79 |
0,49 |
1,63 |
64 772 790 |
|
Griekenland |
1,55 |
1,82 |
2,85 |
0,78 |
2,59 |
103 136 734 |
|
Spanje |
8,05 |
9,43 |
14,81 |
4,03 |
13,46 |
535 142 160 |
|
Frankrijk |
16,15 |
18,91 |
29,70 |
8,09 |
27,00 |
1 073 325 585 |
|
Italië |
12,26 |
14,35 |
22,54 |
6,14 |
20,49 |
814 588 491 |
|
Cyprus |
0,13 |
0,16 |
0,25 |
0,07 |
0,22 |
8 896 851 |
|
Letland |
0,16 |
0,19 |
0,30 |
0,08 |
0,27 |
10 833 332 |
|
Litouwen |
0,24 |
0,28 |
0,45 |
0,12 |
0,41 |
16 127 055 |
|
Luxemburg |
0,24 |
0,28 |
0,44 |
0,12 |
0,40 |
16 036 164 |
|
Hongarije |
0,68 |
0,80 |
1,25 |
0,34 |
1,14 |
45 353 733 |
|
Malta |
0,05 |
0,05 |
0,09 |
0,02 |
0,08 |
3 072 181 |
|
Nederland |
4,72 |
5,53 |
0,00 |
–4,15 |
0,00 |
1,38 |
54 982 877 |
Oostenrijk |
2,40 |
2,81 |
0,00 |
–2,10 |
0,00 |
0,70 |
27 880 676 |
Polen |
2,73 |
3,19 |
5,02 |
1,37 |
4,56 |
181 295 704 |
|
Portugal |
1,25 |
1,46 |
2,30 |
0,63 |
2,09 |
83 029 154 |
|
Roemenië |
1,07 |
1,25 |
1,97 |
0,54 |
1,79 |
71 193 078 |
|
Slovenië |
0,27 |
0,32 |
0,50 |
0,14 |
0,45 |
17 963 510 |
|
Slowakije |
0,54 |
0,64 |
1,00 |
0,27 |
0,91 |
36 210 428 |
|
Finland |
1,56 |
1,82 |
2,86 |
0,78 |
2,60 |
103 369 355 |
|
Zweden |
3,15 |
3,69 |
0,00 |
–2,77 |
0,00 |
0,92 |
36 684 944 |
Verenigd Koninkrijk |
14,60 |
0,00 |
0,00 |
0,00 |
0,00 |
0 |
|
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–27,25 |
27,25 |
100,00 |
3 975 000 971 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 6.2
Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2008 (hoofdstuk 3 5)
Lidstaat |
Bedrag |
(1) |
|
België |
–2 436 633 |
Bulgarije |
1 220 806 |
Tsjechië |
1 690 027 |
Denemarken |
–3 876 276 |
Duitsland |
–4 774 265 |
Estland |
47 930 |
Ierland |
492 015 |
Griekenland |
–4 953 249 |
Spanje |
–5 638 762 |
Frankrijk |
–19 594 776 |
Italië |
8 439 585 |
Cyprus |
|
Letland |
|
Litouwen |
318 425 |
Luxemburg |
|
Hongarije |
–1 193 752 |
Malta |
–66 212 |
Nederland |
|
Oostenrijk |
|
Polen |
–2 645 902 |
Portugal |
2 383 572 |
Roemenië |
1 233 079 |
Slovenië |
39 130 |
Slowakije |
|
Finland |
2 996 972 |
Zweden |
–1 526 708 |
Verenigd Koninkrijk |
30 723 455 |
Totaal |
0 |
TABEL 6.3
Financiering van de tussentijdse bijstelling van de correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2010 (hoofdstuk 3 6)
Lidstaat |
Bedrag |
(1) |
|
België |
–7 206 164 |
Bulgarije |
|
Tsjechië |
–1 231 077 |
Denemarken |
–5 756 244 |
Duitsland |
–12 395 478 |
Estland |
|
Ierland |
–4 114 974 |
Griekenland |
–10 261 013 |
Spanje |
–31 026 737 |
Frankrijk |
–53 804 546 |
Italië |
–44 693 441 |
Cyprus |
|
Letland |
230 629 |
Litouwen |
|
Luxemburg |
–1 321 483 |
Hongarije |
–4 025 268 |
Malta |
|
Nederland |
–3 588 342 |
Oostenrijk |
|
Polen |
–15 230 602 |
Portugal |
–4 186 172 |
Roemenië |
1 370 640 |
Slovenië |
–1 504 459 |
Slowakije |
–2 287 722 |
Finland |
–4 814 952 |
Zweden |
–1 637 487 |
Verenigd Koninkrijk |
211 029 573 |
Totaal |
0 |
TABEL 7
Overzicht van de financiering (26) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal eigen middelen (27) |
||||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Nettodouanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
(1) |
(2) |
|
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
|
(10) |
|
|
België |
6 600 000 |
1 617 018 333 |
1 623 618 333 |
541 206 111 |
492 601 800 |
2 900 914 595 |
25 260 463 |
188 560 666 |
3 607 337 524 |
3,23 |
5 230 955 857 |
Bulgarije |
400 000 |
51 282 852 |
51 682 852 |
17 227 617 |
53 834 700 |
290 309 850 |
2 527 948 |
20 181 175 |
366 853 673 |
0,33 |
418 536 525 |
Tsjechië |
3 400 000 |
217 147 869 |
220 547 869 |
73 515 956 |
193 612 500 |
1 060 359 740 |
9 233 356 |
72 907 471 |
1 336 113 067 |
1,19 |
1 556 660 936 |
Denemarken |
3 400 000 |
328 796 882 |
332 196 882 |
110 732 294 |
297 384 600 |
1 916 285 232 |
16 686 549 |
121 296 660 |
2 351 653 041 |
2,10 |
2 683 849 923 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 406 524 926 |
3 432 824 926 |
1 144 274 973 |
1 748 253 000 |
20 189 170 789 |
175 802 420 |
224 327 820 |
22 337 554 029 |
19,97 |
25 770 378 955 |
Estland |
0 |
21 856 714 |
21 856 714 |
7 285 571 |
23 641 500 |
119 901 016 |
1 044 069 |
8 080 705 |
152 667 290 |
0,14 |
174 524 004 |
Ierland |
0 |
198 413 543 |
198 413 543 |
66 137 848 |
185 366 100 |
948 017 408 |
8 255 106 |
61 149 831 |
1 202 788 445 |
1,08 |
1 401 201 988 |
Griekenland |
1 400 000 |
132 843 402 |
134 243 402 |
44 747 801 |
268 480 800 |
1 509 513 772 |
13 144 481 |
87 922 472 |
1 879 061 525 |
1,68 |
2 013 304 927 |
Spanje |
4 700 000 |
1 115 070 864 |
1 119 770 864 |
373 256 955 |
1 437 471 000 |
7 832 364 178 |
68 202 334 |
498 476 661 |
9 836 514 173 |
8,80 |
10 956 285 037 |
Frankrijk |
30 900 000 |
1 669 058 128 |
1 699 958 128 |
566 652 709 |
2 862 885 900 |
15 709 240 443 |
136 792 269 |
999 926 263 |
19 708 844 875 |
17,62 |
21 408 803 003 |
Italië |
4 700 000 |
1 668 963 510 |
1 673 663 510 |
557 887 837 |
1 958 027 700 |
11 922 352 958 |
103 816 968 |
778 334 635 |
14 762 532 261 |
13,20 |
16 436 195 771 |
Cyprus |
0 |
20 342 829 |
20 342 829 |
6 780 943 |
25 856 250 |
130 214 700 |
1 133 878 |
7 410 653 |
164 615 481 |
0,15 |
184 958 310 |
Letland |
0 |
23 086 745 |
23 086 745 |
7 695 582 |
20 683 200 |
158 557 124 |
1 380 677 |
10 809 857 |
191 430 858 |
0,17 |
214 517 603 |
Litouwen |
800 000 |
46 362 726 |
47 162 726 |
15 720 909 |
34 265 700 |
236 036 287 |
2 055 347 |
15 976 753 |
288 334 087 |
0,26 |
335 496 813 |
Luxemburg |
0 |
14 381 907 |
14 381 907 |
4 793 969 |
46 604 700 |
234 706 001 |
2 043 763 |
13 999 991 |
297 354 455 |
0,27 |
311 736 362 |
Hongarije |
2 000 000 |
99 537 934 |
101 537 934 |
33 845 978 |
104 292 000 |
663 799 227 |
5 780 203 |
40 134 713 |
814 006 143 |
0,73 |
915 544 077 |
Malta |
0 |
9 934 870 |
9 934 870 |
3 311 623 |
8 928 450 |
44 964 581 |
391 541 |
2 716 861 |
57 001 433 |
0,05 |
66 936 303 |
Nederland |
7 300 000 |
1 879 677 368 |
1 886 977 368 |
628 992 456 |
268 334 100 |
4 596 562 680 |
|
51 089 032 |
4 277 187 553 |
3,82 |
6 164 164 921 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
197 372 747 |
200 572 747 |
66 857 583 |
312 221 700 |
2 330 821 606 |
20 296 231 |
26 878 454 |
2 690 217 991 |
2,41 |
2 890 790 738 |
Polen |
12 800 000 |
352 924 423 |
365 724 423 |
121 908 141 |
515 659 500 |
2 653 451 897 |
23 105 618 |
163 419 200 |
3 355 636 215 |
3,00 |
3 721 360 638 |
Portugal |
200 000 |
121 300 029 |
121 500 029 |
40 500 010 |
235 144 500 |
1 215 218 351 |
10 581 828 |
81 226 554 |
1 542 171 233 |
1,38 |
1 663 671 262 |
Roemenië |
1 000 000 |
108 810 479 |
109 810 479 |
36 603 493 |
146 559 300 |
1 041 985 020 |
9 073 354 |
73 796 797 |
1 271 414 471 |
1,14 |
1 381 224 950 |
Slovenië |
0 |
73 044 948 |
73 044 948 |
24 348 316 |
52 206 000 |
262 914 717 |
2 289 398 |
16 498 181 |
333 908 296 |
0,30 |
406 953 244 |
Slowakije |
1 400 000 |
120 826 940 |
122 226 940 |
40 742 314 |
75 223 500 |
529 977 419 |
4 614 915 |
33 054 414 |
642 870 248 |
0,57 |
765 097 188 |
Finland |
800 000 |
149 117 665 |
149 917 665 |
49 972 555 |
272 974 500 |
1 512 918 428 |
13 174 128 |
101 551 375 |
1 900 618 431 |
1,70 |
2 050 536 096 |
Zweden |
2 600 000 |
484 159 322 |
486 759 322 |
162 253 108 |
177 296 700 |
3 066 857 414 |
|
33 520 749 |
3 136 076 841 |
2,80 |
3 622 836 163 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 572 942 045 |
2 582 442 045 |
860 814 015 |
2 728 488 600 |
14 206 806 422 |
123 709 437 |
–3 733 247 943 |
13 325 756 516 |
11,92 |
15 908 198 561 |
Totaal |
123 400 000 |
16 700 800 000 |
16 824 200 000 |
5 608 066 667 |
14 546 298 300 |
97 284 221 855 |
0 |
0 |
111 830 520 155 |
100,00 |
128 654 720 155 |
-
B.ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
126 685 548 155 |
1 969 172 000 |
128 654 720 155 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
1 496 968 014 |
497 328 000 |
1 994 296 014 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 312 344 852 |
1 312 344 852 |
|
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
59 790 286 |
8 500 000 |
68 290 286 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE |
50 000 000 |
50 000 000 |
|
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETES |
123 000 000 |
3 525 000 000 |
3 648 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
384 000 |
384 000 |
|
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 200 000 |
30 200 000 |
|
Totaal |
129 758 235 307 |
6 000 000 000 |
135 758 235 307 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
1 1 |
BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM) |
123 400 000 |
123 400 000 |
|
1 2 |
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
17 650 800 000 |
|
16 700 800 000 |
1 3 |
EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
14 546 298 300 |
14 546 298 300 |
|
1 4 |
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
94 365 049 855 |
2 919 172 000 |
97 284 221 855 |
1 5 |
CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN |
0 |
0 |
|
1 6 |
AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE |
0 |
0 |
|
Titel 1 — Totaal |
126 685 548 155 |
1 969 172 000 |
128 654 720 155 |
HOOFDSTUK 1 2 — DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
1 2 |
||||
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 2 0 |
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
17 650 800 000 |
|
16 700 800 000 |
Hoofdstuk 1 2 — Totaal |
17 650 800 000 |
|
16 700 800 000 |
1 2 0
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
17 650 800 000 |
|
16 700 800 000 |
Toelichting
De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Op dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
België |
1 709 000 000 |
–91 981 667 |
1 617 018 333 |
Bulgarije |
54 200 000 |
–2 917 148 |
51 282 852 |
Tsjechië |
229 500 000 |
–12 352 131 |
217 147 869 |
Denemarken |
347 500 000 |
–18 703 118 |
328 796 882 |
Duitsland |
3 600 300 000 |
|
3 406 524 926 |
Estland |
23 100 000 |
–1 243 286 |
21 856 714 |
Ierland |
209 700 000 |
–11 286 457 |
198 413 543 |
Griekenland |
140 400 000 |
–7 556 598 |
132 843 402 |
Spanje |
1 178 500 000 |
–63 429 136 |
1 115 070 864 |
Frankrijk |
1 764 000 000 |
–94 941 872 |
1 669 058 128 |
Italië |
1 763 900 000 |
–94 936 490 |
1 668 963 510 |
Cyprus |
21 500 000 |
–1 157 171 |
20 342 829 |
Letland |
24 400 000 |
–1 313 255 |
23 086 745 |
Litouwen |
49 000 000 |
–2 637 274 |
46 362 726 |
Luxemburg |
15 200 000 |
|
14 381 907 |
Hongarije |
105 200 000 |
–5 662 066 |
99 537 934 |
Malta |
10 500 000 |
|
9 934 870 |
Nederland |
1 986 600 000 |
|
1 879 677 368 |
Oostenrijk |
208 600 000 |
–11 227 253 |
197 372 747 |
Polen |
373 000 000 |
–20 075 577 |
352 924 423 |
Portugal |
128 200 000 |
–6 899 971 |
121 300 029 |
Roemenië |
115 000 000 |
–6 189 521 |
108 810 479 |
Slovenië |
77 200 000 |
–4 155 052 |
73 044 948 |
Slowakije |
127 700 000 |
–6 873 060 |
120 826 940 |
Finland |
157 600 000 |
–8 482 335 |
149 117 665 |
Zweden |
511 700 000 |
–27 540 678 |
484 159 322 |
Verenigd Koninkrijk |
2 719 300 000 |
|
2 572 942 045 |
Totaal van artikel 1 2 0 |
17 650 800 000 |
|
16 700 800 000 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
1 4 |
||||
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
94 365 049 855 |
2 919 172 000 |
97 284 221 855 |
Hoofdstuk 1 4 — Totaal |
94 365 049 855 |
2 919 172 000 |
97 284 221 855 |
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
94 365 049 855 |
2 919 172 000 |
97 284 221 855 |
Toelichting
De bni–middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw–afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7554 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
België |
2 813 867 914 |
87 046 681 |
2 900 914 595 |
Bulgarije |
281 598 629 |
8 711 221 |
290 309 850 |
Tsjechië |
1 028 541 913 |
31 817 827 |
1 060 359 740 |
Denemarken |
1 858 783 964 |
57 501 268 |
1 916 285 232 |
Duitsland |
19 583 361 737 |
605 809 052 |
20 189 170 789 |
Estland |
116 303 190 |
3 597 826 |
119 901 016 |
Ierland |
919 570 597 |
28 446 811 |
948 017 408 |
Griekenland |
1 464 218 345 |
45 295 427 |
1 509 513 772 |
Spanje |
7 597 341 296 |
235 022 882 |
7 832 364 178 |
Frankrijk |
15 237 859 021 |
471 381 422 |
15 709 240 443 |
Italië |
11 564 603 282 |
357 749 676 |
11 922 352 958 |
Cyprus |
126 307 396 |
3 907 304 |
130 214 700 |
Letland |
153 799 359 |
4 757 765 |
158 557 124 |
Litouwen |
228 953 633 |
7 082 654 |
236 036 287 |
Luxemburg |
227 663 264 |
7 042 737 |
234 706 001 |
Hongarije |
643 880 846 |
19 918 381 |
663 799 227 |
Malta |
43 615 345 |
1 349 236 |
44 964 581 |
Nederland |
4 458 635 308 |
137 927 372 |
4 596 562 680 |
Oostenrijk |
2 260 881 496 |
69 940 110 |
2 330 821 606 |
Polen |
2 573 830 738 |
79 621 159 |
2 653 451 897 |
Portugal |
1 178 753 739 |
36 464 612 |
1 215 218 351 |
Roemenië |
1 010 718 557 |
31 266 463 |
1 041 985 020 |
Slovenië |
255 025 531 |
7 889 186 |
262 914 717 |
Slowakije |
514 074 580 |
15 902 839 |
529 977 419 |
Finland |
1 467 520 839 |
45 397 589 |
1 512 918 428 |
Zweden |
2 974 831 348 |
92 026 066 |
3 066 857 414 |
Verenigd Koninkrijk |
13 780 507 988 |
426 298 434 |
14 206 806 422 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
94 365 049 855 |
2 919 172 000 |
97 284 221 855 |
TITEL 3
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
3 0 |
OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR |
1 496 968 014 |
1 496 968 014 |
|
3 1 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
3 2 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
3 4 |
AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT |
p.m. |
p.m. |
|
3 5 |
RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
0 |
0 |
|
3 6 |
RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
0 |
0 |
|
Titel 3 — Totaal |
1 496 968 014 |
497 328 000 |
1 994 296 014 |
HOOFDSTUK 3 1 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
3 1 |
||||
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
||||
3 1 0 |
||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
||||
3 1 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
Artikel 3 1 0 — Subtotaal |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
|
Hoofdstuk 3 1 — Totaal |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
3 1 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 1 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.
Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Europese Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kunnen boeken.
Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.
Rechtsgronden
Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.
Lidstaat |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
België |
p.m. |
–16 821 000 |
–16 821 000 |
Bulgarije |
p.m. |
|
|
Tsjechië |
p.m. |
|
|
Denemarken |
p.m. |
–4 212 000 |
–4 212 000 |
Duitsland |
p.m. |
53 626 000 |
53 626 000 |
Estland |
p.m. |
|
|
Ierland |
p.m. |
5 741 000 |
5 741 000 |
Griekenland |
p.m. |
–52 894 000 |
–52 894 000 |
Spanje |
p.m. |
|
|
Frankrijk |
p.m. |
14 165 000 |
14 165 000 |
Italië |
p.m. |
336 619 000 |
336 619 000 |
Cyprus |
p.m. |
44 000 |
44 000 |
Letland |
p.m. |
1 369 000 |
1 369 000 |
Litouwen |
p.m. |
2 419 000 |
2 419 000 |
Luxemburg |
p.m. |
–5 720 000 |
–5 720 000 |
Hongarije |
p.m. |
–22 336 000 |
–22 336 000 |
Malta |
p.m. |
382 000 |
382 000 |
Nederland |
p.m. |
–11 027 000 |
–11 027 000 |
Oostenrijk |
p.m. |
13 880 000 |
13 880 000 |
Polen |
p.m. |
210 000 |
210 000 |
Portugal |
p.m. |
122 000 |
122 000 |
Roemenië |
p.m. |
3 233 000 |
3 233 000 |
Slovenië |
p.m. |
|
|
Slowakije |
p.m. |
8 727 000 |
8 727 000 |
Finland |
p.m. |
4 468 000 |
4 468 000 |
Zweden |
p.m. |
7 649 000 |
7 649 000 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
4 993 000 |
4 993 000 |
Totaal van post 3 1 0 3 |
p.m. |
217 596 000 |
217 596 000 |
HOOFDSTUK 3 2 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
3 2 |
||||
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
||||
3 2 0 |
||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
||||
3 2 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
Artikel 3 2 0 — Subtotaal |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
|
Hoofdstuk 3 2 — Totaal |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
3 2 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 2 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
Toelichting
Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Europese Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.
De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mede, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kunnen boeken.
Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
Lidstaat |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
België |
p.m. |
50 377 000 |
50 377 000 |
Bulgarije |
p.m. |
4 961 000 |
4 961 000 |
Tsjechië |
p.m. |
26 971 000 |
26 971 000 |
Denemarken |
p.m. |
49 367 000 |
49 367 000 |
Duitsland |
p.m. |
414 891 000 |
414 891 000 |
Estland |
p.m. |
1 420 000 |
1 420 000 |
Ierland |
p.m. |
30 334 000 |
30 334 000 |
Griekenland |
p.m. |
|
|
Spanje |
p.m. |
–59 671 000 |
–59 671 000 |
Frankrijk |
p.m. |
64 017 000 |
64 017 000 |
Italië |
p.m. |
|
|
Cyprus |
p.m. |
200 000 |
200 000 |
Letland |
p.m. |
11 385 000 |
11 385 000 |
Litouwen |
p.m. |
2 568 000 |
2 568 000 |
Luxemburg |
p.m. |
–27 121 000 |
–27 121 000 |
Hongarije |
p.m. |
–18 994 000 |
–18 994 000 |
Malta |
p.m. |
1 812 000 |
1 812 000 |
Nederland |
p.m. |
–95 839 000 |
–95 839 000 |
Oostenrijk |
p.m. |
58 625 000 |
58 625 000 |
Polen |
p.m. |
–20 329 000 |
–20 329 000 |
Portugal |
p.m. |
102 906 000 |
102 906 000 |
Roemenië |
p.m. |
75 334 000 |
75 334 000 |
Slovenië |
p.m. |
|
|
Slowakije |
p.m. |
–5 779 000 |
–5 779 000 |
Finland |
p.m. |
–43 539 000 |
–43 539 000 |
Zweden |
p.m. |
79 194 000 |
79 194 000 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
|
|
Totaal van post 3 2 0 3 |
p.m. |
279 732 000 |
279 732 000 |
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 0 |
OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN |
p.m. |
p.m. |
|
5 1 |
HUUROPBRENGSTEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 2 |
OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN |
57 790 286 |
8 500 000 |
66 290 286 |
5 5 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 7 |
OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 8 |
DIVERSE VERGOEDINGEN |
p.m. |
p.m. |
|
5 9 |
OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER |
2 000 000 |
2 000 000 |
|
Titel 5 — Totaal |
59 790 286 |
8 500 000 |
68 290 286 |
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 2 |
||||
OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN |
||||
5 2 0 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen |
7 790 286 |
3 500 000 |
11 290 286 |
5 2 1 |
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt |
10 000 000 |
5 000 000 |
15 000 000 |
5 2 2 |
Rente op betaalde voorfinanciering |
40 000 000 |
40 000 000 |
|
5 2 3 |
Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 5 2 — Totaal |
57 790 286 |
8 500 000 |
66 290 286 |
5 2 0
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 790 286 |
3 500 000 |
11 290 286 |
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, geïnd op de rekeningen van de instellingen.
Parlement |
1 200 000 |
|
Raad |
p.m. |
|
Commissie |
10 000 000 |
|
Hof van Justitie van de Europese Unie |
p.m. |
|
Rekenkamer |
p.m. |
|
Europees Economisch en Sociaal Comité |
40 000 |
|
Comité van de Regio's |
50 286 |
|
Europese Ombudsman |
p.m. |
|
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
p.m. |
|
Europese Dienst voor extern optreden |
p.m. |
|
Totaal |
11 290 286 |
5 2 1
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
10 000 000 |
5 000 000 |
15 000 000 |
Toelichting
Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.
Commissie |
15 000 000 |
TITEL 7
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETES
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
420 000 000 |
443 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
3 105 000 000 |
3 205 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
3 525 000 000 |
3 648 000 000 |
HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
||||
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
||||
7 0 0 |
||||
Intrest voor betalingsachterstand |
||||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
155 000 000 |
160 000 000 |
7 0 0 1 |
Overige intrest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
3 000 000 |
|
Artikel 7 0 0 — Subtotaal |
8 000 000 |
155 000 000 |
163 000 000 |
|
7 0 1 |
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten |
15 000 000 |
265 000 000 |
280 000 000 |
Hoofdstuk 7 0 — Totaal |
23 000 000 |
420 000 000 |
443 000 000 |
7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
5 000 000 |
155 000 000 |
160 000 000 |
Toelichting
Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.
Raad |
p.m. |
|
Commissie |
160 000 000 |
|
Europese Dienst voor extern optreden |
p.m. |
|
Totaal |
160 000 000 |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
7 0 1
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
15 000 000 |
265 000 000 |
280 000 000 |
Toelichting
Op deze post worden de uitstaande rente op de bijzondere bankrekening voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
3 075 000 000 |
3 175 000 000 |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen |
p.m. |
30 000 000 |
30 000 000 |
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
3 105 000 000 |
3 205 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
3 075 000 000 |
3 175 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
7 1 2
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen
Begroting 2012 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2012 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
30 000 000 |
30 000 000 |
Rechtsgronden
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.
-
Het protocol bij de overeenkomst met Marokko gold aanvankelijk voor de periode van 1 maart 2006 tot en met 28 februari 2010. Door een vertraging in het ratificatieproces is het op 27 februari 2007 in werking getreden en bleef het geldig voor vier jaar vanaf die datum.
-
Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.
-
De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2012 tot en met nr. 6/2012.
-
De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2011 (PB L 68 van 15.3.2011, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2011 t/m gewijzigde begroting nr. 7/2011.
-
Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
-
De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2012 tot en met nr. 6/2012.
-
De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2011 (PB L 68 van 15.3.2011, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1/2011 t/m gewijzigde begroting nr. 7/2011.
-
De eigen middelen voor de begroting 2012 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 154e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 21 mei 2012 zijn goedgekeurd.
-
Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
-
De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
-
Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
-
Berekening van het percentage: (97 284 221 855) / (128 782 447 000) = 0,755415230268144.
-
Afgeronde percentages.
-
De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de Unie-bbp-deflator voor de jaren 2004-2010, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de Unie-bbp-deflator voor de jaren 2007-2010, (5a) en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
-
De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
-
Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
-
Afgeronde percentages.
-
De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU–bbp-deflator voor de jaren 2004-2009, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2009, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
-
De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
-
Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
-
Aantekening: Het verschil van 30 723 455 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 (5 223 574 449 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2008 (5 254 297 904 EUR, opgenomen in GB nr. 4/2010) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 35 van GB nr. 4/2012. De impact daarvan is het zogeheten „directe effect” van de Britse correctie.
-
Afgeronde percentages.
-
De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2007, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor het jaar 2007, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
-
De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
-
Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
-
p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); 128 654 720 155 + 7 103 515 152 = 135 758 235 307 = 135 758 235 307).
-
Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (128 654 720 155) / (12 878 244 700 000) = 1,00 %; eigenmiddelenplafond als percentage van het bni: 1,23 %.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.