Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 2 van de EU voor het begrotingsjaar 2010

1.

Wettekst

6.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010

(2010/421/EU, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 314, lid 4, onder a), en artikel 314, lid 9,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106 bis,

Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, definitief vastgesteld op 17 december 2009 (2),

Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3),

Gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 voor het begrotingsjaar 2010, opgesteld door de Commissie op 16 april 2010,

Gezien het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010, door de Raad goedgekeurd op 11 juni 2010,

Gelet op de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

Gezien de goedkeuring door het Parlement op 16 juni 2010 van het standpunt van de Raad,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 16 juni 2010.

De voorzitter

  • J. 
    BUZEK
 

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2010

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

— Titel 1: Eigen middelen

— Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen

 

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2010 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2010 (1)

Budget 2009 (2)

Verschil (in %)

  • 1. 
    Duurzame groei

47 727 155 803

45 331 636 849

+5,28

  • 2. 
    Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

58 135 640 809

49 905 562 321

+16,49

  • 3. 
    Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

1 397 957 870

1 911 333 701

–26,86

  • 4. 
    EU als mondiale speler

7 787 695 183

8 080 323 731

–3,62

  • 5. 
    Administratie

7 897 947 499

7 597 445 901

+3,96

  • 6. 
    Compensaties

0

209 112 912

  • – 
    100,00

Totaal uitgaven (3)

122 946 397 164

113 035 415 415

+8,77

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2010 (4)

Budget 2009 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 431 693 448

2 387 722 490

–40,04

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

2 253 591 199

1 796 151 821

+25,47

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

–1 386 416 000

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

3 685 284 647

2 797 458 311

+31,74

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

14 203 100 000

14 580 500 000

–2,59

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

13 950 917 375

13 668 391 900

+2,07

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

91 107 095 142

81 989 065 204

+11,12

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6)

119 261 112 517

110 237 957 104

+8,19

Totaal ontvangsten (7)

122 946 397 164

113 035 415 415

+8,77

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppings-percentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 443 248 000

3 399 546 000

50

1 699 773 000

1 443 248 000

 

Bulgarije

193 919 000

341 983 000

50

170 991 500

170 991 500

Bulgarije

Tsjechië

686 271 000

1 279 932 000

50

639 966 000

639 966 000

Tsjechië

Denemarken

1 005 323 000

2 411 018 000

50

1 205 509 000

1 005 323 000

 

Duitsland

10 666 708 000

24 090 310 000

50

12 045 155 000

10 666 708 000

 

Estland

81 803 000

133 404 000

50

66 702 000

66 702 000

Estland

Ierland

742 238 000

1 349 841 000

50

674 920 500

674 920 500

Ierland

Griekenland

1 367 189 000

2 421 766 000

50

1 210 883 000

1 210 883 000

Griekenland

Spanje

5 369 673 000

10 293 417 000

50

5 146 708 500

5 146 708 500

Spanje

Frankrijk

9 108 724 000

19 500 051 000

50

9 750 025 500

9 108 724 000

 

Italië

6 776 268 000

15 109 535 000

50

7 554 767 500

6 776 268 000

 

Cyprus

167 048 000

176 204 000

50

88 102 000

88 102 000

Cyprus

Letland

70 219 000

180 611 000

50

90 305 500

70 219 000

 

Litouwen

130 593 000

264 183 000

50

132 091 500

130 593 000

 

Luxemburg

211 591 000

286 429 000

50

143 214 500

143 214 500

Luxemburg

Hongarije

381 677 000

842 197 000

50

421 098 500

381 677 000

 

Malta

45 533 000

57 996 000

50

28 998 000

28 998 000

Malta

Nederland

2 828 548 000

5 805 151 000

50

2 902 575 500

2 828 548 000

 

Oostenrijk

1 253 649 000

2 736 331 000

50

1 368 165 500

1 253 649 000

 

Polen

1 700 003 000

2 865 624 000

50

1 432 812 000

1 432 812 000

Polen

Portugal

991 818 000

1 550 258 000

50

775 129 000

775 129 000

Portugal

Roemenië

495 500 000

1 300 553 000

50

650 276 500

495 500 000

 

Slovenië

200 313 000

362 065 000

50

181 032 500

181 032 500

Slovenië

Slowakije

291 615 000

691 742 000

50

345 871 000

291 615 000

 

Finland

804 232 000

1 795 719 000

50

897 859 500

804 232 000

 

Zweden

1 286 602 000

2 941 457 000

50

1 470 728 500

1 286 602 000

 

Verenigd Koninkrijk

7 790 892 000

16 068 303 000

50

8 034 151 500

7 790 892 000

 

Totaal

56 091 197 000

118 255 626 000

 

59 127 813 000

54 893 257 500

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (9) (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 443 248 000

0,300

432 974 400

Bulgarije

170 991 500

0,300

51 297 450

Tsjechië

639 966 000

0,300

191 989 800

Denemarken

1 005 323 000

0,300

301 596 900

Duitsland

10 666 708 000

0,150

1 600 006 200

Estland

66 702 000

0,300

20 010 600

Ierland

674 920 500

0,300

202 476 150

Griekenland

1 210 883 000

0,300

363 264 900

Spanje

5 146 708 500

0,300

1 544 012 550

Frankrijk

9 108 724 000

0,300

2 732 617 200

Italië

6 776 268 000

0,300

2 032 880 400

Cyprus

88 102 000

0,300

26 430 600

Letland

70 219 000

0,300

21 065 700

Litouwen

130 593 000

0,300

39 177 900

Luxemburg

143 214 500

0,300

42 964 350

Hongarije

381 677 000

0,300

114 503 100

Malta

28 998 000

0,300

8 699 400

Nederland

2 828 548 000

0,100

282 854 800

Oostenrijk

1 253 649 000

0,225

282 071 025

Polen

1 432 812 000

0,300

429 843 600

Portugal

775 129 000

0,300

232 538 700

Roemenië

495 500 000

0,300

148 650 000

Slovenië

181 032 500

0,300

54 309 750

Slowakije

291 615 000

0,300

87 484 500

Finland

804 232 000

0,300

241 269 600

Zweden

1 286 602 000

0,100

128 660 200

Verenigd Koninkrijk

7 790 892 000

0,300

2 337 267 600

Totaal

54 893 257 500

 

13 950 917 375

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

3 399 546 000

 

2 619 095 356

Bulgarije

341 983 000

 

263 472 266

Tsjechië

1 279 932 000

 

986 091 660

Denemarken

2 411 018 000

 

1 857 508 634

Duitsland

24 090 310 000

 

18 559 777 993

Estland

133 404 000

 

102 777 782

Ierland

1 349 841 000

 

1 039 951 304

Griekenland

2 421 766 000

 

1 865 789 162

Spanje

10 293 417 000

 

7 930 306 182

Frankrijk

19 500 051 000

 

15 023 327 531

Italië

15 109 535 000

 

11 640 764 075

Cyprus

176 204 000

 

135 751 973

Letland

180 611 000

0,7704250 (10)

139 147 237

Litouwen

264 183 000

 

203 533 198

Luxemburg

286 429 000

 

220 672 073

Hongarije

842 197 000

 

648 849 656

Malta

57 996 000

 

44 681 570

Nederland

5 805 151 000

 

4 472 433 679

Oostenrijk

2 736 331 000

 

2 108 137 914

Polen

2 865 624 000

 

2 207 748 479

Portugal

1 550 258 000

 

1 194 357 578

Roemenië

1 300 553 000

 

1 001 978 594

Slovenië

362 065 000

 

278 943 941

Slowakije

691 742 000

 

532 935 357

Finland

1 795 719 000

 

1 383 466 879

Zweden

2 941 457 000

 

2 266 172 121

Verenigd Koninkrijk

16 068 303 000

 

12 379 422 948

Totaal

118 255 626 000

 

91 107 095 142

TABEL 4

Berekening van de vermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Aandelen in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,87

23 368 678

23 368 678

Bulgarije

 

0,29

2 350 811

2 350 811

Tsjechië

 

1,08

8 798 327

8 798 327

Denemarken

 

2,04

16 573 479

16 573 479

Duitsland

 

20,37

165 598 200

165 598 200

Estland

 

0,11

917 027

917 027

Ierland

 

1,14

9 278 886

9 278 886

Griekenland

 

2,05

16 647 361

16 647 361

Spanje

 

8,70

70 757 550

70 757 550

Frankrijk

 

16,49

134 044 491

134 044 491

Italië

 

12,78

103 863 827

103 863 827

Cyprus

 

0,15

1 211 237

1 211 237

Letland

 

0,15

1 241 531

1 241 531

Litouwen

 

0,22

1 816 009

1 816 009

Luxemburg

 

0,24

1 968 930

1 968 930

Hongarije

 

0,71

5 789 311

5 789 311

Malta

 

0,05

398 668

398 668

Nederland

  • – 
    651 393 555

4,91

39 904 949

  • – 
    611 488 606

Oostenrijk

 

2,31

18 809 699

18 809 699

Polen

 

2,42

19 698 467

19 698 467

Portugal

 

1,31

10 656 564

10 656 564

Roemenië

 

1,10

8 940 077

8 940 077

Slovenië

 

0,31

2 488 856

2 488 856

Slowakije

 

0,58

4 755 075

4 755 075

Finland

 

1,52

12 343 877

12 343 877

Zweden

  • – 
    161 502 534

2,49

20 219 747

  • – 
    141 282 787

Verenigd Koninkrijk

 

13,59

110 454 455

110 454 455

Totaal

  • – 
    812 896 089

100,00

812 896 089

0

bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2009)

(a) 2004 EU25 = 107,3854 / (b) 2006 EU25 = 112,1711 / (c) 2006 EU27 = 112,5095 / (d) 2010 EU27 = 115,9689

Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2010:

605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 651 393 555 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2010:

150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 161 502 534 EUR

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2009 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (11) (%)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

13,8313

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,2604

 
  • 3. 
    (1) – (2)

6,5709

 
  • 4. 
    Totale toegerekende uitgaven
 

104 614 895 122

  • 5. 
    Uitbreidingsuitgaven (12) = (5a + 5b)
 

12 586 767 353

5a. Pretoetredingsuitgaven

 

3 023 312 156

5b. Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

9 563 455 197

  • 6. 
    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)
 

92 028 127 769

  • 7. 
    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66
 

3 991 091 896

  • 8. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (13)
 

19 427 650

  • 9. 
    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)
 

3 971 664 246

  • 10. 
    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (14)
 

13 121 864

  • 11. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)
 

3 958 542 381

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna:

 

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012

Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR

(EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR

Verschil

in lopende

prijzen

Verschil

in constante

prijzen van 2004

(A) Britse correctie voor 2007

0

0

(B) Britse correctie voor 2008

  • – 
    157 057 452
  • – 
    146 241 792

(C) Britse correctie voor 2009

  • – 
    414 749 593
  • – 
    384 907 296

(D) Britse correctie voor 2010

n.b.

n.b.

(E) Britse correctie voor 2011

n.b.

n.b.

(F) Britse correctie voor 2012

n.b.

n.b.

(G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)

  • – 
    571 807 045
  • – 
    531 149 088

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –3 958 542 381 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financierings-sleutel

Op de correctie toegepaste financierings-sleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,87

3,33

5,10

 

1,33

4,66

184 436 541

Bulgarije

0,29

0,33

0,51

 

0,13

0,47

18 553 701

Tsjechië

1,08

1,25

1,92

 

0,50

1,75

69 440 517

Denemarken

2,04

2,36

3,62

 

0,94

3,30

130 805 649

Duitsland

20,37

23,57

0,00

–17,68

0,00

5,89

233 303 187

Estland

0,11

0,13

0,20

 

0,05

0,18

7 237 605

Ierland

1,14

1,32

2,03

 

0,53

1,85

73 233 310

Griekenland

2,05

2,37

3,64

 

0,95

3,32

131 388 763

Spanje

8,70

10,07

15,45

 

4,03

14,11

558 451 694

Frankrijk

16,49

19,08

29,27

 

7,64

26,73

1 057 941 839

Italië

12,78

14,79

22,68

 

5,92

20,71

819 741 920

Cyprus

0,15

0,17

0,26

 

0,07

0,24

9 559 646

Letland

0,15

0,18

0,27

 

0,07

0,25

9 798 740

Litouwen

0,22

0,26

0,40

 

0,10

0,36

14 332 796

Luxemburg

0,24

0,28

0,43

 

0,11

0,39

15 539 714

Hongarije

0,71

0,82

1,26

 

0,33

1,15

45 691 955

Malta

0,05

0,06

0,09

 

0,02

0,08

3 146 474

Nederland

4,91

5,68

0,00

–4,26

0,00

1,42

56 220 125

Oostenrijk

2,31

2,68

0,00

–2,01

0,00

0,67

26 500 064

Polen

2,42

2,80

4,30

 

1,12

3,93

155 469 518

Portugal

1,31

1,52

2,33

 

0,61

2,12

84 106 590

Roemenië

1,10

1,27

1,95

 

0,51

1,78

70 559 274

Slovenië

0,31

0,35

0,54

 

0,14

0,50

19 643 216

Slowakije

0,58

0,68

1,04

 

0,27

0,95

37 529 276

Finland

1,52

1,76

2,70

 

0,70

2,46

97 423 656

Zweden

2,49

2,88

0,00

–2,16

0,00

0,72

28 486 611

Verenigd Koninkrijk

13,59

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–26,11

26,11

100,00

3 958 542 381

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering (15) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totaal eigen middelen (16)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Nettodouanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

p.m. inningskosten (25 % van bruto TEM)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) 
    = (3) + (9)

België

6 600 000

1 547 600 000

1 554 200 000

518 066 667

432 974 400

2 619 095 356

23 368 678

184 436 541

3 259 874 975

3,10

4 814 074 975

Bulgarije

400 000

73 800 000

74 200 000

24 733 333

51 297 450

263 472 266

2 350 811

18 553 701

335 674 228

0,32

409 874 228

Tsjechië

3 400 000

193 300 000

196 700 000

65 566 667

191 989 800

986 091 660

8 798 327

69 440 517

1 256 320 304

1,20

1 453 020 304

Denemarken

3 400 000

284 100 000

287 500 000

95 833 333

301 596 900

1 857 508 634

16 573 479

130 805 649

2 306 484 662

2,20

2 593 984 662

Duitsland

26 300 000

2 683 300 000

2 709 600 000

903 199 997

1 600 006 200

18 559 777 993

165 598 200

233 303 187

20 558 685 580

19,57

23 268 285 580

Estland

0

22 600 000

22 600 000

7 533 333

20 010 600

102 777 782

917 027

7 237 605

130 943 014

0,12

153 543 014

Ierland

0

173 300 000

173 300 000

57 766 667

202 476 150

1 039 951 304

9 278 886

73 233 310

1 324 939 650

1,26

1 498 239 650

Griekenland

1 400 000

194 000 000

195 400 000

65 133 334

363 264 900

1 865 789 162

16 647 361

131 388 763

2 377 090 186

2,26

2 572 490 186

Spanje

4 700 000

1 037 100 000

1 041 800 000

347 266 667

1 544 012 550

7 930 306 182

70 757 550

558 451 694

10 103 527 976

9,62

11 145 327 976

Frankrijk

30 900 000

979 000 000

1 009 900 000

336 633 333

2 732 617 200

15 023 327 531

134 044 491

1 057 941 839

18 947 931 061

18,04

19 957 831 061

Italië

4 700 000

1 318 100 000

1 322 800 000

440 933 334

2 032 880 400

11 640 764 075

103 863 827

819 741 920

14 597 250 222

13,89

15 920 050 222

Cyprus

0

38 400 000

38 400 000

12 800 000

26 430 600

135 751 973

1 211 237

9 559 646

172 953 456

0,16

211 353 456

Letland

0

11 600 000

11 600 000

3 866 667

21 065 700

139 147 237

1 241 531

9 798 740

171 253 208

0,16

182 853 208

Litouwen

800 000

45 700 000

46 500 000

15 500 000

39 177 900

203 533 198

1 816 009

14 332 796

258 859 903

0,25

305 359 903

Luxemburg

0

12 000 000

12 000 000

4 000 000

42 964 350

220 672 073

1 968 930

15 539 714

281 145 067

0,27

293 145 067

Hongarije

2 000 000

92 400 000

94 400 000

31 466 667

114 503 100

648 849 656

5 789 311

45 691 955

814 834 022

0,78

909 234 022

Malta

0

10 600 000

10 600 000

3 533 333

8 699 400

44 681 570

398 668

3 146 474

56 926 112

0,05

67 526 112

Nederland

7 300 000

1 790 300 000

1 797 600 000

599 200 000

282 854 800

4 472 433 679

  • – 
    611 488 606

56 220 125

4 200 019 998

4,00

5 997 619 998

Oostenrijk

3 200 000

171 200 000

174 400 000

58 133 334

282 071 025

2 108 137 914

18 809 699

26 500 064

2 435 518 702

2,32

2 609 918 702

Polen

12 800 000

330 100 000

342 900 000

114 300 000

429 843 600

2 207 748 479

19 698 467

155 469 518

2 812 760 064

2,68

3 155 660 064

Portugal

200 000

112 800 000

113 000 000

37 666 667

232 538 700

1 194 357 578

10 656 564

84 106 590

1 521 659 432

1,45

1 634 659 432

Roemenië

1 000 000

152 400 000

153 400 000

51 133 333

148 650 000

1 001 978 594

8 940 077

70 559 274

1 230 127 945

1,17

1 383 527 945

Slovenië

0

80 200 000

80 200 000

26 733 333

54 309 750

278 943 941

2 488 856

19 643 216

355 385 763

0,34

435 585 763

Slowakije

1 400 000

128 200 000

129 600 000

43 200 000

87 484 500

532 935 357

4 755 075

37 529 276

662 704 208

0,63

792 304 208

Finland

800 000

136 200 000

137 000 000

45 666 667

241 269 600

1 383 466 879

12 343 877

97 423 656

1 734 504 012

1,65

1 871 504 012

Zweden

2 600 000

431 000 000

433 600 000

144 533 334

128 660 200

2 266 172 121

  • – 
    141 282 787

28 486 611

2 282 036 145

2,17

2 715 636 145

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

2 030 400 000

2 039 900 000

679 966 667

2 337 267 600

12 379 422 948

110 454 455

–3 958 542 381

10 868 602 622

10,35

12 908 502 622

Totaal

123 400 000

14 079 700 000

14 203 100 000

4 734 366 667

13 950 917 375

91 107 095 142

0

0

105 058 012 517

100,00

119 261 112 517

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

ONTVANGSTEN

 

Titel

Omschrijving

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

121 514 703 716

–2 253 591 199

119 261 112 517

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 179 589 448

 

1 179 589 448

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

68 894 000

 

68 894 000

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN EU/COMMUNAUTAIRE OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S

30 000 000

 

30 000 000

7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

123 000 000

 

123 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

p.m.

 

p.m.

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 210 000

 

30 210 000

 

Totaal

122 946 397 164

 

122 946 397 164

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

1 0

DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID INGEVOERDE LANDBOUWRECHTEN OP HET HANDELSVERKEER MET NIET-LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

 

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

123 400 000

 

123 400 000

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

14 079 700 000

 

14 079 700 000

1 3

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

13 950 917 375

 

13 950 917 375

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

93 360 686 341

–2 253 591 199

91 107 095 142

1 5

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

0

 

0

1 6

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

121 514 703 716

–2 253 591 199

119 261 112 517

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2010

??? nr. 2/2010

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

93 360 686 341

–2 253 591 199

91 107 095 142

 

Hoofdstuk 1 4 — Totaal

93 360 686 341

–2 253 591 199

91 107 095 142

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

93 360 686 341

–2 253 591 199

91 107 095 142

Toelichting

Het voor het begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7704 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

België

2 683 880 324

–64 784 968

2 619 095 356

Bulgarije

269 989 418

–6 517 152

263 472 266

Tsjechië

1 010 483 256

–24 391 596

986 091 660

Denemarken

1 903 455 276

–45 946 642

1 857 508 634

Duitsland

19 018 865 755

  • – 
    459 087 762

18 559 777 993

Estland

105 320 055

–2 542 273

102 777 782

Ierland

1 065 675 152

–25 723 848

1 039 951 304

Griekenland

1 911 940 629

–46 151 467

1 865 789 162

Spanje

8 126 467 285

  • – 
    196 161 103

7 930 306 182

Frankrijk

15 394 938 969

  • – 
    371 611 438

15 023 327 531

Italië

11 928 705 683

  • – 
    287 941 608

11 640 764 075

Cyprus

139 109 884

–3 357 911

135 751 973

Letland

142 589 131

–3 441 894

139 147 237

Litouwen

208 567 719

–5 034 521

203 533 198

Luxemburg

226 130 535

–5 458 462

220 672 073

Hongarije

664 899 359

–16 049 703

648 849 656

Malta

45 786 797

–1 105 227

44 681 570

Nederland

4 583 062 134

  • – 
    110 628 455

4 472 433 679

Oostenrijk

2 160 284 029

–52 146 115

2 108 137 914

Polen

2 262 358 524

–54 610 045

2 207 748 479

Portugal

1 223 900 763

–29 543 185

1 194 357 578

Roemenië

1 026 763 164

–24 784 570

1 001 978 594

Slovenië

285 843 795

–6 899 854

278 943 941

Slowakije

546 117 847

–13 182 490

532 935 357

Finland

1 417 687 800

–34 220 921

1 383 466 879

Zweden

2 322 227 311

–56 055 190

2 266 172 121

Verenigd Koninkrijk

12 685 635 747

  • – 
    306 212 799

12 379 422 948

Totaal van artikel 1 4 0

93 360 686 341

–2 253 591 199

91 107 095 142

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

3 1

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 2

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6 TOT EN MET 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 4

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID INZAKE JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

p.m.

 

p.m.

3 5

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

p.m.

 

p.m.

3 6

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

p.m.

 

p.m.

3 7

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN HET EIGENMIDDELENBESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

 

Titel 3 — Totaal

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 3 0 — Totaal

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begroting 2010

Gewijzigde begroting nr. 2/2010

Nieuw bedrag

p.m.

2 253 591 199

2 253 591 199

Toelichting

Overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 34 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de indiening van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de raming middels een gewijzigde begroting opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 15.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010, met inbegrip van gewijzigde begrotingen nr. 1/2010 en nr. 2/2010.
  • (2) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met deze van de begroting 2009 (PB L 69 van 13.3.2009, blz. 1) met inbegrip van de gewijzigde begrotingen nr. 1/2009 tot en met nr. 10/2009.
  • (3) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010, met inbegrip van gewijzigde begrotingen nr. 1/2010 en nr. 2/2010.
  • (5) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met deze van de begroting 2009 (PB L 69 van 13.3.2009, blz. 1) met inbegrip van de gewijzigde begrotingen nr. 1/2009 tot en met nr. 10/2009.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2010 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 145e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 12 mei 2009 zijn goedgekeurd.
  • (7) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (9) 
    Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-opvragingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
  • Berekening van het percentage: (91 107 095 142) / (118 255 626 000) = 0,770425037892066.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2008, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2008, en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (119 261 112 517 + 3 685 284 647 = 122 946 397 164 = 122 946 397 164).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (119 261 112 517) / (11 825 562 600 000) = 1,01 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.