Besluit 2019/682 - 9 april 2019 Machtiging van de lidstaten om het Protocol tot wijziging van het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens te ondertekenen

1.

Wettekst

2.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/7

 

BESLUIT (EU) 2019/682 VAN DE RAAD

van 9 april 2019

waarbij de lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, het Protocol tot wijziging van het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens te ondertekenen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 6 juni 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Unie deel te nemen aan de onderhandelingen over de modernisering van het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (ETS nr. 108, hierna "Verdrag 108" genoemd) en over de voorwaarden voor de toetreding van de Unie tot het gewijzigde Verdrag 108.

 

(2)

Het Protocol tot wijziging van Verdrag 108 ("het wijzigingsprotocol") is op 18 mei 2018 aangenomen door het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

 

(3)

Het wijzigingsprotocol heeft ten doel de werkingssfeer van Verdrag 108 te verruimen en het niveau en de doeltreffendheid van de in het kader van dat verdrag geboden gegevensbescherming te verhogen.

 

(4)

De bepalingen van het gewijzigde Verdrag 108 bestrijken zowel activiteiten die binnen de werkingssfeer van het Unierecht vallen, als activiteiten die daar buiten vallen, zoals activiteiten op het vlak van nationale veiligheid en defensie.

 

(5)

Voor zover de bepalingen van het gewijzigde Verdrag 108 van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van activiteiten die binnen de werkingssfeer van het Unierecht vallen, kunnen zij gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan wijzigen in de zin van artikel 3, lid 2, van het Verdrag, aangezien die bepalingen op dezelfde beginselen zijn gebaseerd als deze in Verordening (EU) 2016/679 (1) en Richtlijn (EU) 2016/680 (2) van het Europees Parlement en de Raad.

 

(6)

Aangezien het gewijzigde Verdrag 108 waarborgen zou bieden die op dezelfde beginselen zijn gebaseerd als deze in Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680, zal de inwerkingtreding ervan bijdragen tot de bevordering van de normen van de Unie inzake gegevensbescherming op mondiaal niveau, gegevensuitwisseling tussen de Unie en derde partijen bij Verdrag 108 vergemakkelijken, ervoor zorgen dat de lidstaten voldoen aan hun internationale verplichtingen uit hoofde van Verdrag 108 en de toekomstige toetreding van de Unie tot Verdrag 108 mogelijk maken.

 

(7)

De Unie kan het wijzigingsprotocol niet ondertekenen of ratificeren, aangezien Verdrag 108 bepaalt dat alleen staten er partij bij zijn.

 

(8)

De lidstaten moeten daarom worden gemachtigd om, gezamenlijk handelend in het belang van de Unie, het wijzigingsprotocol te ondertekenen, voor zover de bepalingen ervan onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Unie, het Protocol tot wijziging van het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (ETS nr. 108) te ondertekenen, voor zover de bepalingen ervan onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 9 april 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • (2) 
    Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.