Besluit 2019/448 - Indiening van een voorstel, namens de EU, om methoxychloor op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

1.

Wettekst

20.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/74

 

BESLUIT (EU) 2019/448 VAN DE RAAD

van 18 maart 2019

betreffende de indiening van een voorstel, namens de Europese Unie, om methoxychloor op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 14 oktober 2004 is het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen („het Verdrag”) door de Europese Gemeenschap gesloten bij Besluit 2006/507/EG van de Raad (1).

 

(2)

Als partij bij het Verdrag kan de Unie voorstellen indienen tot wijziging van de bijlagen bij het Verdrag. Bijlage A bij het Verdrag bevat een lijst van chemische stoffen die moeten worden uitgebannen, bijlage B bevat een lijst van chemische stoffen die aan beperkingen moeten worden onderworpen en bijlage C bevat een lijst van chemische stoffen waarvan de lozing bij onopzettelijke productie moet worden verminderd of beëindigd.

 

(3)

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke informatie en de onderzoeksverslagen en rekening houdend met de selectiecriteria van bijlage D bij het Verdrag vertoont methoxychloor kenmerken van een persistente organische verontreinigende stof.

 

(4)

Methoxychloor is niet goedgekeurd als een werkzame stof overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) en mag daarom niet in de Unie in de handel worden gebracht of gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen. Methoxychloor is ook niet goedgekeurd als een werkzame stof overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3) en mag daarom niet in de Unie in de handel worden gebracht of gebruikt in biociden. Bovendien is methoxychloor niet geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) en bijgevolg mag de stof niet in de Unie worden geproduceerd of in de handel gebracht in hoeveelheden van één ton of meer per jaar per producent of importeur.

 

(5)

Hoewel methoxychloor al vele jaren niet meer in de Unie wordt geproduceerd, mag de stof nog steeds als pesticide worden gebruikt en in het milieu worden verspreid buiten de Unie; dat kan de reden zijn waarom de stof in het milieu is aangetroffen. Omdat methoxychloor zich over grote afstanden in het milieu kan verspreiden, volstaan de nationaal of op het niveau van de Unie genomen maatregelen niet om een hoge mate van bescherming van het milieu en de gezondheid van de mens te waarborgen en moeten op ruimere internationale schaal maatregelen worden genomen.

 

(6)

De Unie moet daarom een voorstel bij het secretariaat van het Verdrag indienen met het oog op de opname van methoxychloor in bijlage A bij het Verdrag,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Unie dient een voorstel in om methoxychloor (CAS-nr. 72-43-5, EC-nr. 200-779-9) op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen („het Verdrag”).

De Commissie deelt, namens de Unie, het in de eerste alinea bedoelde voorstel mee aan het Secretariaat van het Verdrag, samen met alle overeenkomstig bijlage D bij het Verdrag vereiste informatie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 maart 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    DAEA
 

  • (1) 
    Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.