Besluit 2017/768 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de associatieovereenkomst met Egypte in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

1.

Wettekst

4.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 115/1

 

BESLUIT (EU) 2017/768 VAN DE RAAD

van 18 juli 2016

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (1) („de overeenkomst”), is op 25 juni 2001 ondertekend. De overeenkomst is op 1 juni 2004 in werking getreden.

 

(2)

De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst tussen de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en de Arabische Republiek Egypte.

 

(4)

Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Arabische Republiek Egypte. De onderhandelingen zijn succesvol afgesloten met de parafering van een protocol in Brussel op 29 oktober 2015.

 

(5)

Artikel 8, lid 3, van het protocol voorziet in de voorlopige toepassing ervan in afwachting van de inwerkingtreding.

 

(6)

Het protocol moet worden ondertekend en op voorlopige basis worden toegepast, onder voorbehoud van de sluiting ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie en haar lidstaten, van het Protocol bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het protocol namens de Europese Unie en haar lidstaten te ondertekenen.

Artikel 3

Het protocol wordt voorlopig toegepast vanaf 1 juli 2013, overeenkomstig artikel 8, lid 3, in afwachting van de voltooiing van de procedures die nodig zijn voor de sluiting ervan.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    MOGHERINI
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.