Verordening 2017/2391 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 wat betreft de territoriale typologieën (Tercet)

1.

Wettekst

29.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/1

 

VERORDENING (EU) 2017/2391 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 december 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 wat betreft de territoriale typologieën (Tercet)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (4) is een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek, „NUTS” genoemd) vastgesteld teneinde het verzamelen, opmaken en verspreiden van geharmoniseerde statistieken voor de regio's in de Europese Unie mogelijk te maken.

 

(2)

De Commissie heeft, in samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, een aantal van de fundamentele en meest relevante territoriale typologieën gedefinieerd voor de classificatie van de statistische eenheden die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003.

 

(3)

Het Europees statistisch systeem maakt reeds gebruik van deze typologieën, met name de urbanisatiegraad, die de definitie van steden omvat.

 

(4)

De codificatie van de typologieën is noodzakelijk met het oog op de vaststelling van duidelijke definities van en voorwaarden voor territoriale soorten, waardoor wordt gezorgd voor hun geharmoniseerde en transparante toepassing en waardoor stabiele typologieën worden opgesteld teneinde het opmaken en verspreiden van geharmoniseerde Europese statistieken te ondersteunen. Die statistische typologieën mogen geen afbreuk doen aan de vaststelling van specifieke gebieden voor Uniebeleid.

 

(5)

Een systeem van statistische rasters moet van toepassing zijn op de berekening en de toekenning van de territoriale soorten aan de desbetreffende regio's en gebieden, aangezien deze soorten afhangen van de bevolkingsspreiding en -dichtheid in rastercellen van een vierkante kilometer.

 

(6)

Een aantal minder belangrijke aspecten van de lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) moet ook worden verduidelijkt ter vereenvoudiging van de terminologie en het leveringsmechanisme van de lijsten van de LBE's van de lidstaten naar de Commissie (Eurostat).

 

(7)

Met het oog op de aanpassing aan de bijbehorende ontwikkelingen in de lidstaten, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging, overeenkomstig de door de lidstaten meegedeelde informatie, van de NUTS-classificatie in bijlage I, de lijst van bestaande bestuurlijke eenheden in bijlage II en de lijst van LBE's in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1059/2003. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (5). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(8)

Teneinde uniforme voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten uitvoeringsbevoegdheden worden verleend aan de Commissie met betrekking tot de toepassing van territoriale typologieën en de tijdsreeksen die de lidstaten aan de Commissie moeten toezenden in geval van wijzigingen van de NUTS-nomenclatuur. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

(9)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de harmonisatie van de classificatie van regio's, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar eerder op het niveau van Unie beter kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(10)

Verordening (EG) nr. 1059/2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1059/2003 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

„Artikel 1

Onderwerp

  • 1. 
    In deze verordening is een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vastgesteld teneinde het verzamelen, opmaken en verspreiden van Europese statistieken op verschillende territoriale niveaus in de Unie mogelijk te maken.
  • 2. 
    De NUTS-nomenclatuur is opgenomen in bijlage I.
  • 3. 
    Lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) als bedoeld in artikel 4, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie.
  • 4. 
    Statistische rasters als bedoeld in artikel 4 bis, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie. Deze statistische rasters zullen worden gebruikt om op bevolkingscijfers gebaseerde territoriale typologieën te berekenen.
  • 5. 
    De territoriale typologieën van de Unie zoals bedoeld in artikel 4 ter vormen een aanvulling op de NUTS-nomenclatuur door de toekenning van soorten aan de territoriale eenheden.”.
 

2)

In artikel 2 wordt lid 5 geschrapt.

 

3)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De bestaande bestuurlijke eenheden die voor de NUTS-nomenclatuur worden gebruikt, zijn opgenomen in bijlage II. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 7 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage II op basis van de wijzigingen in de bestuurlijke eenheden die haar overeenkomstig artikel 5, lid 1, door de betrokken lidstaat is meegedeeld.”;

 

b)

punt 5, derde alinea, wordt vervangen door:

„Voor sommige niet-bestuurlijke eenheden kan evenwel van deze cijfers worden afgeweken wegens bijzondere geografische, sociaaleconomische, historische, culturele of ecologische omstandigheden, in het bijzonder op eilanden en in ultraperifere gebieden.”.

 

4)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Lokale bestuurlijke eenheden

  • 1. 
    In elke lidstaat verdelen de lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) NUTS-niveau 3 in één of twee verdere niveaus van territoriale eenheden. Ten minste één van de LBE-niveaus is een administratieve eenheid als omschreven in artikel 3, lid 1, en als bedoeld in bijlage III. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 7 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst met LBE's in bijlage III op basis van de wijzigingen die haar overeenkomstig artikel 5, lid 1, door de betrokken lidstaat is meegedeeld.
  • 2. 
    In de eerste zes maanden van elk jaar stellen de lidstaten de Commissie (Eurostat), met verwijzing naar 31 december van het voorgaande jaar, in kennis van de lijst met LBE's, waarop eventuele wijzigingen en de NUTS 3-regio's waartoe zij behoren, zijn aangeduid. Hierbij wordt gebruikgemaakt van het door de Commissie (Eurostat) gevraagde elektronische gegevensformaat.
  • 3. 
    De Commissie (Eurostat) maakt de lijst met LBE's uiterlijk 31 december van elk jaar bekend in de daarvoor bestemde rubriek van de website.”.
 

5)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 4 bis

Statistische rasters

De Commissie (Eurostat) houdt een systeem van statistische rasters op het niveau van de Unie bij en maakt dit bekend in de daarvoor bestemde rubriek van de website. De statistische rasters voldoen aan de specificaties die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie (*1).

Artikel 4 ter

Territoriale typologieën van de Unie

  • 1. 
    De Commissie (Eurostat) houdt typologieën van de Unie bij die zijn samengesteld uit territoriale eenheden op het niveau van NUTS, LBE's en de rastercellen, en maakt deze bekend in de daarvoor bestemde rubriek van de website.
  • 2. 
    De op rasters gebaseerde typologie wordt als volgt vastgesteld op het rasterresolutieniveau van 1 km2:
 

„stedelijke centra”

 

„stedelijke clusters”;

 

„landelijke rastercellen”.

  • 3. 
    De volgende typologieën worden opgesteld op LBE-niveau:
 

a)

urbanisatiegraad (DEGURBA):

 

„stedelijke gebieden”:

 

„steden” of „dichtbevolkte gebieden”;

 

„steden en voorsteden” of „gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid”;

 

„plattelandsgebieden” of „dunbevolkte gebieden”;

 

b)

functionele stedelijke gebieden:

 

„steden” en hun „pendelzones”;

 

c)

kustgebieden:

 

„kustgebieden”,

 

„niet aan de kust gelegen gebieden”.

Indien er meer dan één administratief LBE-niveau is in een lidstaat, raadpleegt de Commissie (Eurostat) die lidstaat om te bepalen welk administratief LBE-niveau wordt gebruikt voor de toekenning van de typologieën.

  • 4. 
    De volgende typologieën en omschrijvingen worden opgesteld op NUTS-niveau 3:
 

a)

stedelijk-landelijke typologie:

 

„voornamelijk stedelijke gebieden”;

 

„overgangsregio's”;

 

„voornamelijk landelijke gebieden”;

 

b)

grootstedelijke typologie:

 

„grootstedelijke gebieden”;

 

„niet-grootstedelijke gebieden”;

 

c)

kusttypologie:

 

„kustgebieden”;

 

„niet aan de kust gelegen regio's”.

  • 5. 
    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen uniforme voorwaarden vast voor de geharmoniseerde toepassing van de typologieën op het niveau van de Unie. In die voorwaarden wordt de methode beschreven aan de hand waarvan de typologieën zullen worden toegewezen aan de afzonderlijke LBE's en regio's van NUTS-niveau 3. Bij de toepassing van de uniforme voorwaarden houdt de Commissie rekening met geografische, sociaaleconomische, historische, culturele en ecologische omstandigheden. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 7 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*1)  Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11).”"

 

6)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur in bijlage I worden — niet vaker dan om de drie jaar op basis van de in artikel 3 vastgestelde criteria — aangenomen in de tweede helft van het kalenderjaar. Wanneer evenwel de betrokken bestuurlijke structuur van een lidstaat substantieel wordt gereorganiseerd, mogen dergelijke wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur met kortere intervallen worden aangenomen.

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 7 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde NUTS-nomenclatuur in bijlage I op basis van de wijzigingen in de territoriale eenheden die haar overeenkomstig lid 1 van dit artikel, door de betrokken lidstaat is meegedeeld. De regionale gegevens die de lidstaten aan de Commissie verstrekken, zijn gebaseerd op de gewijzigde NUTS-nomenclatuur vanaf 1 januari van het tweede jaar na de goedkeuring van die gedelegeerde handeling.”;

 

b)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   In het geval de Commissie een in lid 4 bedoelde gedelegeerde handeling vaststelt, zendt de betrokken lidstaat de Commissie (Eurostat) de tijdreeksen voor de nieuwe regionale indeling toe ter vervanging van de reeds toegezonden gegevens. De betrokken lidstaat verzendt deze tijdreeksen uiterlijk 1 januari van het vierde jaar na de vaststelling van die gedelegeerde handeling.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen uniforme voorwaarden vast voor de tijdreeksen en de duur ervan, waarbij rekening wordt gehouden met de vraag of het toezenden van dergelijke gegevensreeksen haalbaar is. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 7 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

 

7)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Waar naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.
 

8)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 7 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 18 januari 2018. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een overeenkomstig artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.
 

9)

Artikel 8 wordt geschrapt.

 

10)

De titel van bijlage III wordt vervangen door:

„LOKALE BESTUURLIJKE EENHEDEN”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 12 december 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    MAASIKAS
 

  • (3) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 14 november 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 december 2017.
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.