Besluit 2016/2053 - Ondertekening van de Kaderovereenkomst met Kosovo (Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.) inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's

1.

Wettekst

25.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 319/1

 

BESLUIT (EU) 2016/2053 VAN DE RAAD

van 14 november 2016

betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo (*1) inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 14 december 2007 onderstreepte de Europese Raad dat de Unie bereid is een leidinggevende rol te spelen bij de versterking van de stabiliteit in de regio en Kosovo bij te staan op de weg naar duurzame stabiliteit, en bevestigde hij dat de EU bereid is de economische en politieke ontwikkeling te ondersteunen door een duidelijk Europees perspectief te bieden, overeenkomstig het Europees perspectief van de regio.

 

(2)

Op 7 december 2009 toonde de Raad zich ingenomen met de mededeling van de Commissie van 14 oktober 2009, getiteld „Kosovo — Op weg naar de Europese Unie” en verzocht de Commissie het nodige te doen om de door Kosovo gemaakte vooruitgang op weg naar de EU overeenkomstig het Europese perspectief van de regio te ondersteunen. De Raad hechtte belang aan de maatregelen met betrekking tot handel en visa en moedigde de Commissie aan om Kosovo toe te laten tot programma's van de Unie, Kosovo te integreren in het kader voor economisch en begrotingstoezicht, de tweede component van het instrument voor pretoetredingssteun te activeren en de dialoog in het kader van het stabilisatie- en associatieproces te versterken.

 

(3)

Op 14 december 2010 verklaarde de Raad uit te zien naar een Commissievoorstel om Kosovo in staat te stellen aan programma's van de Unie deel te nemen. De Europese Commissie heeft dit voorstel in maart 2011 ingediend.

 

(4)

Op 5 december 2011 bevestigde de Raad dat hij zich zou inzetten om tot overeenstemming te komen over de deelname van Kosovo aan EU-programma's, zonder vooruit te lopen op de standpunten van de lidstaten inzake de status.

 

(5)

Op 22 oktober 2012 machtigde de Raad de Commissie om onderhandelingen te openen met Kosovo inzake de deelname van Kosovo aan Unieprogramma's.

 

(6)

De Commissie heeft namens de Unie onderhandelingen gevoerd over de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan Unieprogramma's (de „overeenkomst”).

 

(7)

Kosovo heeft de wens geuit aan een aantal Unieprogramma's deel te nemen.

 

(8)

Het doel van de overeenkomst bestaat erin dat de Unie economische, financiële en technische samenwerkingsmaatregelen tot stand brengt met Kosovo uit hoofde van artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 

(9)

De specifieke voorwaarden voor de deelname van Kosovo aan elk afzonderlijk Unieprogramma, waaronder de financiële bijdrage, dienen te worden vastgesteld bij een overeenkomst tussen de Commissie, die optreedt namens de Unie, en de autoriteiten van Kosovo.

 

(10)

De ondertekening van de overeenkomst laat de standpunten van de lidstaten over de status van Kosovo onverlet; zij beslissen daarover overeenkomstig de nationale gebruiken en het internationale recht. Geen van de termen, formuleringen of definities die in dit besluit, de overeenkomst, de bijlage daarbij, of in de Unieprogramma's, worden gebruikt, houden in dat de Unie Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo als onafhankelijke staat erkennen.

 

(11)

De interne procedures van de lidstaten kunnen van toepassing zijn op de ontvangst van documenten die de Kosovaarse overheden krachtens de overeenkomst hebben uitgegeven.

 

(12)

De overeenkomst dient te worden ondertekend,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot het ondertekenen, namens de Unie, van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan Unieprogramma's, onder voorbehoud van sluiting van die overeenkomst op een later tijdstip (1).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 14 november 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    MATEČNÁ
 

(*1)  Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

  • (1) 
    De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit houdende de sluiting ervan bekendgemaakt.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.