Besluit 2016/1000 - Intrekking van Beschikking 2009/416/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Ierland

1.

Wettekst

22.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 164/12

 

BESLUIT (EU) 2016/1000 VAN DE RAAD

van 17 juni 2016

tot intrekking van Beschikking 2009/416/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Ierland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 12,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 27 april 2009 heeft de Raad, op grond van een aanbeveling van de Commissie, bij Beschikking 2009/416/EG (1) van de Raad in overeenstemming met artikel 104, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) besloten dat er in Ierland een buitensporig tekort bestond. De Raad merkte op dat het overheidstekort in 2008 6,3 % van het bbp bedroeg, waarmee het boven de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp uitkwam, en in 2009 naar schatting tot 11 % van het bbp zou toenemen. De bruto-overheidsschuld zou volgens de prognoses in 2009 de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 6 % van het bbp overschrijden.

 

(2)

Op 27 april 2009 heeft de Raad, overeenkomstig artikel 104, lid 7, VEG en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 (2) van de Raad op grond van aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot Ierland gericht waarin het land werd verzocht om uiterlijk tegen 2013 het buitensporig tekort te corrigeren. Die aanbeveling van de Raad is openbaar gemaakt.

 

(3)

Op 2 december 2009 heeft de Raad geconcludeerd dat de Ierse autoriteiten doeltreffende actie hadden ondernomen met inachtneming van de aanbeveling van de Raad van 27 april 2009, maar dat aangenomen kan worden dat er zich in Ierland onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën hebben voorgedaan na de vaststelling van die aanbeveling. Derhalve heeft de Raad, op grond van een aanbeveling van de Commissie, geoordeeld dat aan de in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 bepaalde voorwaarden was voldaan en een nieuwe aanbeveling tot Ierland gericht overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) met het oog op het beëindigen van de buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2014 (3).

 

(4)

Op 7 december 2010 heeft de Raad geconcludeerd dat in Ierland onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën hadden plaatsgevonden, met name met betrekking tot de te implementeren substantiële maatregelen om het bankwezen te ondersteunen. Derhalve heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie een nieuwe tot Ierland gerichte aanbeveling vastgesteld op grond van artikel 126, lid 7, VWEU, met 2015 als uiterste termijn voor de correctie van het buitensporige tekort (4). Tegelijkertijd heeft de Raad, naar aanleiding van het verzoek van de Ierse autoriteiten om financiële bijstand van de Unie, de lidstaten die de euro als munt hebben en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU (5) vastgesteld tot verlening van financiële bijstand aan Ierland en inzake specifieke maatregelen om de financiële stabiliteit en duurzame groei te herstellen. Op 16 december 2010 is het memorandum van overeenstemming over de specifieke economische beleidsvoorwaarden tussen de Commissie en de Ierse autoriteiten ondertekend.

 

(5)

Op 24 augustus 2011 heeft de Commissie geconcludeerd dat Ierland doeltreffende actie had ondernomen om het buitensporig tekort te corrigeren tegen 2015, zoals aanbevolen door de Raad op 7 december 2010.

 

(6)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) was Ierland vrijgesteld van van het vereiste van afzonderlijke verslaglegging op grond van de procedure bij buitensporige tekorten en deed in de plaats daarvan verslag in het kader van zijn programma voor financiële bijstand.

 

(7)

Ierland heeft in december 2013 met succes het EU-IMF-programma voor financiële bijstand voltooid, waarbij aan verreweg de meeste beleidsvoorwaarden op grond van het programma was voldaan en het vertrouwen van de beleggers in de overheid en de banksector was hersteld.

 

(8)

Overeenkomstig artikel 4 van het aan de Verdragen gehechte Protocol nr. 12 betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, verstrekt de Commissie de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens. In het kader van de toepassing van dit protocol dienen de lidstaten overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (7) tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, gegevens te verstrekken over het overheidstekort en de overheidsschuld, alsook over andere, daarmee samenhangende variabelen.

 

(9)

De Raad dient een besluit tot intrekking van een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort te nemen op basis van de ter kennis gebrachte gegevens. Bovendien mag een besluit over het bestaan van een buitensporig tekort alleen worden ingetrokken als uit de prognoses van de Commissie blijkt dat het tekort gedurende de prognosehorizon de Verdragsreferentiewaarde van 3 % van het bbp niet zal overschrijden (8).

 

(10)

Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2009 na de door Ierland in april 2016 gedane kennisgeving heeft verstrekt, uit het stabiliteitsprogramma 2016 en uit de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie blijkt dat de volgende conclusies gerechtvaardigd zijn:

 

Sinds 2009, het jaar waarin het tekort piekte op ongeveer 11,5 % van het bbp, exclusief tekort verhogende eenmalige maatregelen in verband met steun aan de financiële sector, is het overheidssaldo gestaag verbeterd, waarbij het tekort geleidelijk daalde tot 3,8 % van het bbp in 2014 en 2,3 % van het bbp in 2015 (1,3 % van het bbp als een eenmalige transactie buiten beschouwing wordt gelaten (9)). Al bij al was de vermindering van het tekort hoofdzakelijk toe te schrijven aan uitgavenbeperkingen, waarbij het gewicht van de lopende primaire uitgaven als aandeel van het bbp tussen 2010 en 2015 met 8,5 % afnam, terwijl de ontvangstenquote tijdens dezelfde periode met 0,5 % afnam.

 

Het stabiliteitsprogramma 2016, dat door Ierland op 29 april 2016 is ingediend, verwacht een daling van het overheidstekort tot 1,1 % van het bbp in 2016 en, bij ongewijzigd beleid, tot 0,4 % van het bbp in 2017 (10). Volgens de voorjaarsprognoses 2016 van de Commissie zal het tekort in 2016 op 1,1 % van het bbp en, bij ongewijzigd beleid, in 2017 op 0,6 % van het bbp uitkomen. Bijgevolg zal het tekort tijdens de prognosehorizon naar verwachting onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp blijven.

 

De Commissie is van oordeel dat het structurele saldo, dat wil zeggen het overheidssaldo gecorrigeerd voor de conjunctuur en ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, over de periode 2011-2015 met 6,7 % van het bbp is verbeterd.

 

De bruto overheidsschuldquote van Ierland is, na in 2012 gepiekt te hebben op 120 %, gestaag gedaald en zou volgens de prognoses over de prognosehorizon blijven dalen. Met name is de bruto overheidsschuld, komende van 107,5 % van het bbp in 2014, als gevolg van de forse toename van het nominale bbp en de verkoop van staatsactiva, in 2015 gedaald tot 93,8 % van het bbp, en zou deze volgens de prognoses in 2016 verder dalen tot 89,1 % van het bbp. De brutoschuldquote van de overheid zou, mede vanwege gunstige conjunctuuromstandigheden, een historisch lage rente en primaire begrotingsoverschotten, volgens de voorspellingen in 2017 tot 86,6 % van het bbp blijven dalen.

 

(11)

Ierland valt met ingang van 2016, het jaar na de correctie van zijn buitensporige tekort, onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en moet in een passend tempo vorderingen maken om aan zijn begrotingsdoelstelling op middellange termijn te voldoen, daaronder begrepen de naleving van de uitgavenbenchmark, en voldoen aan het schuldcriterium overeenkomstig artikel 2, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97. In dit verband lijkt er in 2016 een risico te zijn op enige afwijking van het vereiste aanpassingstraject richting de begrotingsdoelstelling op middellangetermijn, terwijl Ierland er volgens de prognoses in 2017 aan zou voldoen. Ierland zou volgens de prognoses in beide jaren aan de overgangsregel voor de schuld voldoen. Al bij al zullen in 2016 verdere maatregelen nodig zijn.

 

(12)

Overeenkomstig artikel 126, lid 12 VWEU, van het Verdrag moet een besluit van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort worden ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporig tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

 

(13)

Volgens de Raad is het buitensporige tekort in Ierland gecorrigeerd en dient Beschikking 2009/416/EG derhalve te worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat de buitensporigtekortsituatie in Ierland is gecorrigeerd.

Artikel 2

Beschikking 2009/416/EG wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Ierland.

Gedaan te Luxemburg, 17 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

J.R.V.A. DIJSSELBLOEM

 

  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).
  • (3) 
    Aanbeveling van de Raad van 2 december 2009 om het buitensporige tekort in Ierland te verhelpen.
  • (4) 
    Aanbeveling van de Raad van 7 december 2010 om het buitensporige tekort in Ierland te verhelpen.
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).
  • (8) 
    Overeenkomstig de „Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's” van 3 september 2012. Zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/pdf/coc/code_of_conduct_en.pdf
  • (9) 
    In 2015, in het kader van de voorgenomen herstructurering van de kapitaalbasis van de Allied Irish Bank (AIB), werden de preferente aandelen van de overheid gedeeltelijk in gewone aandelen omgezet. Deze omzetting vond plaats ter voorbereiding van de geplande verkoop van die aandelen, als onderdeel van de plannen van de Ierse overheid om de bank te herprivatiseren. Overeenkomstig de toepasselijke regels voor financiële verslaggeving verhoogde deze omzetting de overheidsuitgaven van Ierland (en bijgevolg zijn overheidstekort) in 2015.
  • Omdat de besprekingen in verband met de regeringsvorming na de algemene verkiezingen van februari op het einde van april nog aan de gang waren, is bij de opstelling van het door Ierland ingediende stabiliteitsprogramma 2016 uitgegaan van ongewijzigd beleid.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.