Besluit 2015/1878 - Machtiging van België en Polen om het Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI) te ratificeren en tot machtiging van Oostenrijk om ertoe toe te treden

1.

Wettekst

21.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 276/1

 

BESLUIT (EU) 2015/1878 VAN DE RAAD

van 8 oktober 2015

tot machtiging van het Koninkrijk België en de Republiek Polen om het Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI) te ratificeren en tot machtiging van de Republiek Oostenrijk om ertoe toe te treden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI) („het Verdrag van Boedapest” of „het Verdrag”) is een waardevol instrument voor de bevordering van de binnenvaart in Europa.

 

(2)

De Unie heeft exclusieve externe bevoegdheid in het bijzonder met betrekking tot artikel 29 van het Verdrag van Boedapest in zoverre de bepalingen van dat artikel van invloed zijn op de regels die zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1).

 

(3)

Aan het Verdrag van Boedapest kan niet worden deelgenomen door regionale organisaties voor economische integratie zoals de Europese Unie. Bijgevolg kan de Unie geen partij worden bij het Verdrag.

 

(4)

De lidstaten die beschikken over bevaarbare binnenwateren die tot het toepassingsgebied van het Verdrag van Boedapest behoren, moeten derhalve worden gemachtigd om het verdrag te ratificeren of ertoe toe te treden.

 

(5)

Het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Republiek Tsjechië, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, het Groot-Hertogdom Luxemburg, Hongarije, het Koninkrijk der Nederlanden, Roemenië, de Slowaakse Republiek zijn partij bij het Verdrag van Boedapest.

 

(6)

Het Koninkrijk België heeft het Verdrag van Boedapest geratificeerd na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 593/2008 uit hoofde waarvan de Unie exclusieve externe bevoegdheid heeft verkregen. De Raad dient het Koninkrijk België daarom ex post machtiging te verlenen voor de ratificatie van het Verdrag.

 

(7)

De Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen, die beide beschikken over bevaarbare binnenwateren die tot het toepassingsgebied van het Verdrag van Boedapest behoren, hebben belangstelling getoond om partij te worden bij het Verdrag.

 

(8)

De overige lidstaten hebben de Commissie meegedeeld dat zij niet beschikken over bevaarbare binnenwateren die tot het toepassingsgebied van het Verdrag van Boedapest behoren en er bijgevolg geen belang bij hebben het Verdrag te ratificeren of er partij bij te worden.

 

(9)

Volgens het Verdrag van Boedapest mogen de verdragsluitende staten verklaringen afleggen over het toepassingsgebied van het Verdrag. Bijgevolg dienen de Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen de op grond van de bepalingen van het verdrag toegestane verklaringen af te leggen die zij relevant en noodzakelijk achten.

 

(10)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EG) nr. 593/2008 en nemen dan ook deel aan de vaststelling en de toepassing van dit besluit.

 

(11)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Raad machtigt het Koninkrijk België en de Republiek Polen om het Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI) te ratificeren en machtigt de Republiek Oostenrijk ertoe toe te treden.

De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen leggen de op grond van het Verdrag van Boedapest toegestane relevante verklaringen af.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen.

Gedaan te Luxemburg, 8 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    ASSELBORN
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.