Uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben

1.

Wettekst

29.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/141

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 8 juli 2014

inzake de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben

2014/C 247/27

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136, in samenhang met artikel 121, lid 2,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het huidige economische klimaat van de eurozone wordt gekenmerkt door een geleidelijk maar nog broos economisch herstel. In 2013 en begin 2014 is de inflatie in de eurozone scherp gedaald, en er wordt van uitgegaan dat ze tijdens de prognoseperiode slechts zeer geleidelijk zal stijgen, wat een weerspiegeling is van de bestaande vertraging samen met de aan de gang zijnde relatieve prijsaanpassingen in de kwetsbare economieën en de stijging van de wisselkoers van de euro. Voorts blijven de verschillen tussen de lidstaten die de euro als munt hebben (lidstaten van de eurozone) groot, terwijl het herstel steeds breder gedragen‐ wordt.

 

(2)

De eurozone is meer dan louter de som van haar leden. De economische en financiële crisis heeft de nauwe onderlinge relaties in de eurozone duidelijk blootgelegd en laten zien dat sterkere coördinatie van het begrotings-, het financieel en het structureel beleid tussen de lidstaten van de eurozone nodig is om in de eurozone als geheel te komen tot een coherent beleidsstandpunt. Door de ondertekening van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie op 2 maart 2012 hebben de lidstaten van de eurozone zich verbonden tot het doorvoeren van een aantal ingrijpende‐ beleidshervormingen en tot beleidscoördinatie. Door de inwerkingtreding van de zogenaamde‐ twopack-verordeningen (3) („twopack”) in 2013 is de budgettaire en economische beleidscoördinatie binnen de eurozone verder verdiept. De lidstaten van de eurozone dragen een specifieke verantwoordelijkheid voor de effectieve uitvoering van het nieuwe bestuurskader. Dit vraagt om meer groepsdruk om de uitvoering van nationale hervormingen en een prudent begrotingsbeleid te ondersteunen, een ruimere beoordeling van nationale hervormingen vanuit het oogpunt van de eurozone, internalisering van potentiële overloopeffecten en het stimuleren van beleid dat van bijzonder belang is voor een goed werkende economische en monetaire unie. Dit vraagt ook om passende communicatie over de strategie voor de eurozone.

 

(3)

Gelet op de hoge onderlinge afhankelijkheid tussen de lidstaten van de eurozone zijn er potentieel grote overloopeffecten ten gevolge van de uitvoering van structurele hervormingen, waarmee rekening moet worden gehouden ter wille van een optimale ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen voor de lidstaten van de eurozone individueel en voor de eurozone als geheel. Zo zou meer gecoördineerde actie bij de uitvoering van hervormingen de nodige convergentie tussen de lidstaten in de hand werken. Vroegtijdige bespreking van de hervormingsplannen van de lidstaten van de eurozone, voortbouwen op bestaande praktijken en doeltreffende uitvoering van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden zijn in dit verband van groot belang.

 

(4)

Een van de belangrijkste beleidsuitdagingen voor de eurozone is de vermindering van de overheidsschuld door het voeren van een gedifferentieerd, groeivriendelijk‐ begrotingsbeleid, terwijl het groeipotentieel van de eurozone wordt gestimuleerd en de sociale gevolgen van de crisis worden aangepakt. Dankzij de inspanningen voor consolidatie van de afgelopen jaren is de begrotingssituatie in de eurozone verbeterd, maar een aantal lidstaten van de eurozone moet de begrotingsaanpassingen nog voortzetten om de erg hoge schuldquotes te doen dalen. Alle lidstaten van de eurozone zouden de kwaliteit van de overheidsfinanciën moeten verbeteren teneinde de productiviteit en de werkgelegenheid aan te zwengelen.

 

(5)

De investeringen in de eurozone zijn in de eerste fase van de crisis sterk teruggevallen, en zijn thans nog niet teruggekeerd naar hun langetermijngemiddelde‐. Onder invloed van het gecombineerde effect van de schuldafbouw in de particuliere sector, de financiële versnippering en de nodige inspanningen voor begrotingsconsolidatie waardoor de overheidsinvesteringen zijn gedaald, laten de investeringen een zwakke tendens zien. Meer investeringen in infrastructuur en vaardigheden zijn van wezenlijk belang om het herstel te ondersteunen en potentiële groei te bevorderen. Veel van de investeringen moeten van de particuliere sector komen, maar de overheden kunnen een belangrijke rol spelen bij de totstandbrenging van de voorwaarden die dat in de hand werken.

 

(6)

In de eurozone blijft de kredietstroom naar de reële economie nog altijd matig, terwijl de financiële markt erg versnipperd is ondanks de verminderde druk op de overheidsschuld. De toegang tot financiering, met name voor het mkb, blijft problematisch in diverse lidstaten, wat het economisch herstel dreigt te ondermijnen. Er moeten dus initiatieven komen om de kredietstromen te herstellen, de kapitaalmarkten te verdiepen en de langetermijnfinanciering‐ van de economie te bevorderen. Maatregelen zoals de voltooiing van de reparatie van bankbalansen en een verdere versteviging van de kapitaalbuffers, waar nodig, doorlichtingen van de kwaliteit van activa en stresstests, helpen resterende zwakke punten in kaart te brengen en het vertrouwen in de sector als geheel te vergroten. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de bankenunie, met name door de invoering van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en het akkoord over het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme.

 

(7)

De financiële crisis heeft hiaten in de architectuur van de economische en monetaire unie blootgelegd. Op 28 november 2012 presenteerde de Commissie een blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie, die bedoeld was om een Europees debat op gang te brengen. Op 5 december 2012 bracht de voorzitter van de Europese Raad in nauwe samenwerking met de voorzitter van de Europese Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de Europese Centrale Bank een rapport uit dat voortbouwt op een aantal ideeën uit de blauwdruk van de Commissie, en dat een tijdschema en een gefaseerd‐ proces voor het verwezenlijken van de economische en monetaire unie bevat. Het Europees Parlement deelde zijn standpunten mee in zijn resolutie van 20 november 2012. Daarna werden er belangrijke stappen gezet. De Europese Raad nam in december 2013 verdere standpunten in. Om de EMU verder te ontwikkelen, zal een stapsgewijze benadering moeten worden gevolgd waarbij discipline wordt gecombineerd met solidariteit. Het zogenaamde‐ sixpack‐ (4) en het twopack‐ voorzien in een eerste evaluatie van de uitvoering tegen eind 2014.

BEVEELT AAN dat de lidstaten van de eurozone in de periode 2014-2015 actie ondernemen, elk afzonderlijk en collectief, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Raad om het economisch beleid van de lidstaten te coördineren, maar in het bijzonder binnen het kader van de economische beleidscoördinatie in de Eurogroep, om:

 

1.

In nauwe samenwerking met de Commissie de uitvoering van structurele hervormingen op de gebieden die voor de goede werking van de eurozone het meest relevant zijn, te bevorderen en te monitoren, teneinde groei, convergentie en aanpassing van interne en externe onevenwichtigheden te stimuleren. Vooruitgang bij de nakoming van hervormingstoezeggingen in de lidstaten van de eurozone waar zich buitensporige onevenwichtigheden voordoen, en bij de uitvoering van hervormingen in de lidstaten van de eurozone met onevenwichtigheden die een doortastend optreden vergen, te beoordelen en te stimuleren teneinde negatieve overloopeffecten naar de rest van de eurozone te voorkomen. in landen met grote overschotten op de lopende rekening passend beleid aan te moedigen om positieve overloopeffecten te bewerkstelligen. Op gezette tijden thematische discussies te houden over structurele hervormingen op de arbeidsmarkt en de productenmarkt met potentieel grote overloopeffecten, waarbij vooral wordt gekeken naar beperking van de hoge belastingwig op arbeid en hervorming van de dienstenmarkten.

 

2.

In nauwe samenwerking met de Commissie het begrotingsbeleid van de lidstaten van de eurozone te coördineren, met name bij de beoordeling van de ontwerpbegrotingsplannen, om een coherent en groeivriendelijk‐ begrotingsbeleid in de eurozone te garanderen. De kwaliteit en houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren door voorrang te geven aan materiële en immateriële investeringen op nationaal en op EU-niveau. Te zorgen voor sterke nationale begrotingskaders, met inbegrip van nationale begrotingsraden.

 

3.

Het bankenstelsel veerkrachtig te maken, met name door de maatregelen te nemen die in het licht van de doorlichting van de kwaliteit van activa en de stresstests nodig zijn, en door de verordeningen inzake de bankenunie uit te voeren en de verdere werkzaamheden die voor de overgangsperiode van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme zijn gepland, ter hand te nemen. Investeringen van de particuliere sector te stimuleren en de stroom van krediet naar de economie te verhogen door middel van maatregelen om de toegang van het mkb tot krediet te verbeteren, de kapitaalmarkten te verdiepen en de securitisatiemarkt nieuw leven in te blazen, en wel op basis van de voorstellen en het tijdschema in de mededeling van de Commissie over de langetermijnfinanciering‐ van de Europese economie.

 

4.

Verder te werken aan de verdieping van de economische en monetaire unie en bij te dragen tot de verbetering van het kader voor economisch toezicht in de context van de evaluaties die voor eind 2014 zijn gepland.

Gedaan te Brussel, 8 juli 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

P.C. PADOAN

 

  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1); Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 1177/2011 van de Raad van 8 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 33); Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41); Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1); Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 8); Verordening (EU) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 12); Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.