Besluit 2014/218 - Wijziging van bijlagen I, II en III bij Besluit 2011/432/EU betreffende de goedkeuring van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden

1.

Wettekst

16.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 9 april 2014

tot wijziging van bijlagen I, II en III bij Besluit 2011/432/EU betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden

(2014/218/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 3, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder b), en artikel 218, lid 8, tweede alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bijlage I bij Besluit 2011/432/EU van de Raad (2) bevat de verklaringen die de Unie moet maken op het tijdstip van de goedkeuring van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (het „verdrag”), conform artikel 63 van dat verdrag.

 

(2)

Bijlage II bij Besluit 2011/432/EU vermeldt het voorbehoud dat de Unie moet maken op het tijdstip van de goedkeuring van het verdrag, conform artikel 62 van dat verdrag.

 

(3)

Bijlage III bij Besluit 2011/432/EU vermeldt de verklaringen die de Unie moet afleggen op het tijdstip van de goedkeuring van het verdrag, conform artikel 63 van dat verdrag.

 

(4)

Het is noodzakelijk om de bijlagen I, II en III bij Besluit 2011/432/EU te wijzigen voordat de Unie de akte van goedkeuring van het verdrag neerlegt, als gevolg van de toetreding van Kroatië tot de Unie op 1 juli 2013 en als gevolg van de kennisgeving door enkele lidstaten van wijzigingen aan het voorbehoud en aan de verklaringen met betrekking tot die bijlagen.

 

(5)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland nemen deel aan de vaststelling en de toepassing van dit besluit.

 

(6)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/432/EU wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij dit besluit.

 

2)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.

 

3)

Bijlage III wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 9 april 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • D. 
    KOURKOULAS
 

  • (1) 
    Advies van 17 april 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Besluit 2011/432/EU van de Raad van 9 juni 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (PB L 192 van 22.7.2011, blz. 39).
 

BIJLAGE I

„BIJLAGE I

Verklaringen van de Europese Unie op het tijdstip van de goedkeuring van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (het „verdrag”), conform artikel 63 van dat verdrag

  • A. 
    VERKLARING BEDOELD IN ARTIKEL 59, LID 3, VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE BEVOEGDHEID VAN DE EUROPESE UNIE IN AANGELEGENHEDEN DIE DOOR HET VERDRAG WORDEN GEREGELD
 
 

1.

De Europese Unie verklaart dat zij bevoegdheid uitoefent in alle aangelegenheden die door het verdrag worden geregeld. Het verdrag is bindend voor de lidstaten door de goedkeuring ervan door de Europese Unie.

 
 

2.

De leden van de Europese Unie zijn het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

 
 

3.

Deze verklaring is evenwel niet van toepassing op het Koninkrijk Denemarken, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 
 

4.

Deze verklaring is niet van toepassing in de gebieden van de lidstaten waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is (zie artikel 355 van dat Verdrag) en laat de besluiten of standpunten onverlet die mogelijk in het kader van het verdrag door de betrokken lidstaten namens of in het belang van die gebieden worden vastgesteld.

 
 

5.

Op de centrale autoriteiten van de verschillende lidstaten van de Europese Unie rust de taak er middels onderlinge samenwerking voor te zorgen dat het verdrag wordt toegepast. Bijgevolg dient een centrale autoriteit van een verdragsluitende staat die in contact moet treden met een centrale autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie, zich rechtstreeks tot deze centrale autoriteit te wenden. Voorts zullen de lidstaten van de Europese Unie, wanneer zij dat wenselijk achten, tevens zitting nemen in alle speciale commissies die belast kunnen worden met het toezicht op de toepassing van het verdrag.

  • B. 
    VERKLARING BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 3, VAN HET VERDRAG

De Europese Unie verklaart dat zij de toepassing van de hoofdstukken II en III van het verdrag zal uitbreiden tot onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten en ex-echtgenoten.”

 

BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Voorbehoud van de Europese Unie op het tijdstip van de goedkeuring van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (het „verdrag”), conform artikel 62 van dat verdrag

De Europese Unie maakt krachtens artikel 44, lid 3, van het verdrag het volgende voorbehoud:

De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, Hongarije, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland verzetten zich tegen het gebruik van het Frans in de mededelingen tussen de centrale autoriteiten.

De Franse Republiek en het Groothertogdom Luxemburg verzetten zich tegen het gebruik van het Engels in de mededelingen tussen de centrale autoriteiten.”

 

BIJLAGE III

„BIJLAGE III

Verklaringen van de Europese Unie op het tijdstip van de goedkeuring van het Verdrag van 's Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (het „verdrag”), conform artikel 63 van dat verdrag

  • 1. 
    VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 11, LID 1, ONDER G), VAN HET VERDRAG

De Europese Unie verklaart dat in de volgende lidstaten een ander verzoek dan een verzoek in de zin van artikel 10, lid 1, onder a), en artikel 10, lid 2, onder a), van het verdrag, de voor elk van die lidstaten aangegeven informatie of stukken moet bevatten:

Het Koninkrijk België:

 

Voor verzoeken in de zin van artikel 10, lid 1, onder e) en f), en artikel 10, lid 2, onder b) en c), een gewaarmerkt afschrift of gewaarmerkte afschriften van de volledige tekst van de beslissing of beslissingen.

De Tsjechische Republiek:

 

De door de verzoeker overeenkomstig artikel 42 aan de centrale autoriteit afgegeven volmacht.

De Bondsrepubliek Duitsland:

 

De nationaliteit van de onderhoudsgerechtigde, zijn beroep of zijn bezigheid alsmede, in voorkomend geval, de naam en het adres van zijn wettelijke vertegenwoordiger.

 

De nationaliteit van de onderhoudsplichtige, zijn beroep of bezigheid, voor zover de onderhoudsgerechtigde die gegevens kent.

 

Bij een verzoek van een publiekrechtelijke dienstverrichter die aanspraak maakt op levensonderhoud op grond van overgegaan recht, de naam en de andere gegevens van de persoon wiens aanspraak is overgedragen.

 

Bij indexering van een afdwingbare aanspraak op levensonderhoud, de bijzonderheden van de berekening van de indexering, en bij een verplichting tot betaling van wettelijke interesten, de wettelijke rentevoet en het aanvangstijdstip van de verplichting.

Het Koninkrijk Spanje:

 

De nationaliteit van de onderhoudsgerechtigde.

 

De nationaliteit van de onderhoudsplichtige.

 

Het identiteitsnummer (identiteitskaart of paspoort) van de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige.

De Franse Republiek:

Verzoeken in de zin van artikel 10, lid 1, onder e) en f), en artikel 10, lid 2, onder b) en c), worden vergezeld van de beslissing inzake levensonderhoud waarvan de wijziging wordt gevraagd.

De Republiek Kroatië:

  • I. 
    Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, punt b)
 
 

1.

Een verzoek tot tenuitvoerlegging van een in de Republiek Kroatië als aangezochte staat gegeven of erkende beslissing moet het volgende bevatten:

 

nadere gegevens van het gerecht dat de beslissing heeft gegeven en de datum waarop de beslissing is gegeven,

 

nadere gegevens van de bankrekening van de onderhoudsgerechtigde (rekeningnummer, naam van de bank, IBAN).

 
 

2.

Indien de verzoeker minderjarig is, moet het verzoek door zijn vertegenwoordiger in rechte worden ondertekend.

Een verzoek tot tenuitvoerlegging van een in de Republiek Kroatië als aangezochte staat gegeven of erkende beslissing moet vergezeld gaan van de volgende stukken:

 

het origineel van het dwangbevel of van de oorspronkelijke beslissing van het gerecht, dan wel een gewaarmerkt afschrift van de beslissing van het gerecht met een verklaring van uitvoerbaarheid,

 

een gedetailleerde lijst van gevorderde achterstallige betalingen,

 

in gevallen waarin op een uitvoerbaar verzoek indexering van toepassing is, de methode voor het berekenen van de indexering en, indien er wettelijke rente verschuldigd is, een vermelding van de wettelijke rentevoet en de ingangsdatum voor de maandelijkse rente,

 

nadere gegevens van de bankrekening waarnaar de toegekende bedragen moeten worden overgemaakt,

 

een officiële vertaling van alle stukken in het Kroatisch door een beëdigd vertaler,

 

de overeenkomstig artikel 42 van het Verdrag door de verzoeker aan de centrale autoriteit verleende volmacht.

II.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c) of d)

 
 

1.

Een verzoek tot vaststelling van een beslissing in de Republiek Kroatië als aangezochte staat moet het volgende bevatten:

 

een vermelding van het gevorderde maandelijkse levensonderhoudsbedrag,

 

de periode gedurende welke levensonderhoud wordt verlangd,

 

informatie over de persoonlijke en sociale status van de verzoeker (het kind en de ouder bij wie het kind woont),

 

informatie over de persoonlijke en sociale status van de onderhoudsplichtige — de ouder bij wie het kind niet woont, het aantal personen die reeds levensonderhoud ontvangen van de onderhoudsplichtige, indien die informatie beschikbaar is voor de verzoeker.

 
 

2.

Het verzoek moet persoonlijk door de verzoeker of, indien deze minderjarig is, door diens vertegenwoordiger in rechte worden ondertekend.

Een verzoek tot vaststelling van een beslissing in de Republiek Kroatië als aangezochte staat moet vergezeld gaan van de volgende stukken:

 

bewijsstukken voor de ouder-kindrelatie; de huwelijkse staat of partnerregistratie van de verzoeker en van de onderhoudsplichtige; de geboorteakte van het kind, indien als prealabele vraag het ouderschap moet worden vastgesteld,

 

de echtscheidingsakte,

 

de beslissing door de bevoegde instantie over de zorg voor het kind of de beslissing over de voogdij over het kind,

 

het stuk op grond waarvan de indexering van het levensonderhoudsbedrag wordt berekend (indien daarin is voorzien in de verzoekende staat),

 

een officiële vertaling van alle stukken in het Kroatisch door een beëdigd vertaler,

 

de overeenkomstig artikel 42 van het Verdrag door de verzoeker aan de centrale autoriteit verleende volmacht.

III.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) of f)

 
 

1.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing dient het volgende te bevatten:

 

de naam van het gerecht dat de beslissing heeft gegeven waarvan om wijziging wordt verzocht, of van de instantie waarbij de onderhoudsovereenkomst gesloten werd,

 

de datum waarop de beslissing werd gegeven of de overeenkomst werd gesloten, en het nummer van de beslissing c.q. de overeenkomst,

 

de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure en hun geboortedata,

 

de verandering in de omstandigheden van degene die levensonderhoud ontvangt, de onderhoudsplichtige en degene die de zorg heeft voor het kind, waaronder het feit dat er een nieuwe beslissing is gegeven c.q. een nieuwe overeenkomst is gesloten over de zorg voor het kind; de verandering in de kosten voor het levensonderhoud en andere omstandigheden die wijziging van de beslissing rechtvaardigen,

 

een vermelding van het gevorderde maandelijkse bedrag,

 

nadere gegevens van de bankrekening van de onderhoudsgerechtigde bevatten (rekeningnummer, naam van de bank, IBAN).

 
 

2.

Het verzoek moet persoonlijk door de verzoeker of, indien deze minderjarig is, door diens vertegenwoordiger in rechte worden ondertekend.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing moet vergezeld gaan van de volgende stukken:

 

het origineel van het dwangbevel of van de oorspronkelijke beslissing van het gerecht, dan wel een gewaarmerkt afschrift van de beslissing van het gerecht met een verklaring van uitvoerbaarheid,

 

nadere gegevens van de bankrekening waarnaar de toegekende bedragen moeten worden overgemaakt,

 

een officiële vertaling van alle stukken in het Kroatisch door een beëdigd vertaler,

 

de overeenkomstig artikel 42 van het Verdrag door de verzoeker aan de centrale autoriteit verleende volmacht.

IV.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) of c)

 
 

1.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing dient het volgende te bevatten:

 

de naam van het gerecht dat de beslissing heeft gegeven waarvan om wijziging wordt verzocht, of van de instantie waarbij de onderhoudsovereenkomst gesloten werd,

 

de datum waarop de beslissing werd gegeven of de overeenkomst werd gesloten, en het nummer van de beslissing c.q. de overeenkomst,

 

de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure en hun geboortedata,

 

de verandering in de omstandigheden van degene in wiens levensonderhoud wordt voorzien, van de onderhoudsplichtige en van degene die de zorg heeft voor het kind, waaronder het feit dat er een nieuwe beslissing is gegeven c.q. een nieuwe overeenkomst is gesloten over de zorg voor het kind; de verandering in de kosten voor het levensonderhoud en andere omstandigheden die wijziging van de beslissing rechtvaardigen,

 

een vermelding van het bedrag dat vóór de indiening van het verzoek en de verlangde wijziging maandelijks werd betaald.

 
 

2.

Het verzoek moet persoonlijk door de verzoeker worden ondertekend.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing moet vergezeld gaan van de volgende stukken:

 

het origineel van het dwangbevel of van de oorspronkelijke beslissing van het gerecht, dan wel een gewaarmerkt afschrift van de beslissing van het gerecht met een verklaring van uitvoerbaarheid,

 

een officiële vertaling van alle stukken in het Kroatisch door een beëdigd vertaler,

 

de overeenkomstig artikel 42 van het Verdrag door de verzoeker aan de centrale autoriteit verleende volmacht.

De Republiek Letland:

 

Het verzoek bevat de informatie bedoeld in de door de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht aanbevolen en bekendgemaakte formulieren, en gaat vergezeld van een bewijs dat rijksbelasting is betaald, voor zover de verzoeker niet is vrijgesteld van betaling van rijksbelasting of geen rechtsbijstand ontvangt, alsmede stukken die de in het verzoek opgenomen informatie staven.

 

Het verzoek bevat de persoonlijke code van de verzoeker (indien in Letland toegekend) of zijn identificatienummer, indien toegekend; de persoonlijke code van de verweerder (indien in Letland toegekend) of zijn identificatienummer, indien toegekend; de persoonlijke codes (indien in Letland toegekend) of identificatienummers, indien toegekend, van alle personen voor wie om levensonderhoud wordt verzocht.

 

Verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder a), b), d) en f), en lid 2, onder a) en c), die niet het levensonderhoud ten behoeve van kinderen betreffen (in de zin van artikel 15), gaan vergezeld van een document waarin vermeld staat hoeveel kosteloze rechtsbijstand de verzoeker in de staat van herkomst heeft ontvangen, samen met informatie over het soort en de hoeveelheid rechtsbijstand waarop reeds een beroep is gedaan en welke rechtsbijstand verder nodig is.

 

Verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder b), gaan vergezeld van een document waarin vermeld staat met welke maatregel de verzoeker voor de tenuitvoerlegging heeft gekozen (procedure tot verhaal op roerende goederen, het vermogen en/of onroerende goederen van de onderhoudsplichtige).

 

Verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder b), gaan vergezeld van een document met een berekening van de schuld.

 

Verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder c), d), e) en f), en lid 2, onder b) en c), gaan vergezeld van stukken die de informatie over de financiële situatie en de uitgaven van de onderhoudsgerechtigde en/of de onderhoudsplichtige staven.

De Republiek Malta:

  • I. 
    Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b)
 
 

1.

Een verzoek tot tenuitvoerlegging van een beslissing omvat de volgende informatie:

 

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen,

 

de datum van het vonnis,

 

de gegevens van de nationaliteit van de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige, alsmede

 

het beroep of de bezigheid.

 
 

2.

De volgende stukken moeten eveneens worden bijgevoegd:

 

een gewaarmerkt afschrift van het vonnis samen met de formule van tenuitvoerlegging,

 

een gedetailleerde lijst van betalingsachterstanden en, bij indexering van een afdwingbare aanspraak op levensonderhoud, de bijzonderheden van de berekening van de indexering, en bij een verplichting tot betaling van wettelijke interesten, de wettelijke rentevoet en het aanvangstijdstip van de verplichting,

 

nadere gegevens van de bankrekening waarnaar de opgelegde bedragen moeten worden overgemaakt,

 

een afschrift van het verzoek samen met de bijlagen, alsmede

 

een vertaling van alle stukken in het Maltees door een beëdigd (beroeps)vertaler.

II.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c) en d)

Een verzoek tot vaststelling van een beslissing waarbij levensonderhoud voor kinderen wordt toegekend, gaat vergezeld van de volgende stukken:

 

het maandelijkse bedrag aan levensonderhoud voor kinderen voor elke onderhoudsgerechtigde, alsmede

 

de motivering voor het verzoek om een beslissing, die informatie moet bevatten ter zake van de relatie tussen de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige en de financiële situatie van de wettelijke vertegenwoordiger van de onderhoudsgerechtigde, alsmede informatie ter zake van:

 

i)

de onderhoudskosten: levensmiddelen, gezondheid, kleding, huisvesting en onderwijs (NB: bij verzoeken om levensonderhoud voor meer dan één kind dienen de gegevens voor elk van die kinderen te worden vermeld);

 

ii)

de bronnen en de hoogte van de maandelijkse inkomsten van de ouder die met de zorg over de onderhoudsgerechtigde is belast, alsmede

 

iii)

de maandelijkse uitgaven van de met de zorg over de onderhoudsgerechtigde belaste ouder ten opzichte van de onderhoudsgerechtigde.

III.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) en f)

Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, omvat de volgende informatie:

 

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de gegevens van de partijen bij de procedure,

 

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist,

 

een vermelding van de gewijzigde omstandigheden op grond waarvan nu een ander onderhoudsbedrag wordt geëist, alsmede

 

bewijsstukken die — met een overzichtslijst — aan het verzoek dienen te worden gehecht (NB: deze stukken betreffen originelen of gewaarmerkte afschriften).

IV.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) en c)

Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, omvat de volgende informatie:

 

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de gegevens van de partijen bij de procedure,

 

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist,

 

een vermelding van de gewijzigde omstandigheden op grond waarvan nu een ander onderhoudsbedrag wordt geëist,alsmede

 

bewijsstukken die — met een overzichtslijst — aan het verzoek dienen te worden gehecht (NB: deze stukken betreffen originelen of gewaarmerkte afschriften).

De Republiek Polen:

  • I. 
    Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b)
 
 

1.

Een verzoek tot tenuitvoerlegging van een beslissing dient de naam te bevatten van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure.

 
 

2.

De volgende stukken moeten worden bijgevoegd:

 

het origineel van de executoriale titel (een gewaarmerkt afschrift van het vonnis samen met de formule van tenuitvoerlegging),

 

een gedetailleerde lijst van betalingsachterstanden,

 

nadere gegevens van de bankrekening waarnaar de opgelegde bedragen moeten worden overgemaakt,

 

een afschrift van het verzoek samen met bijlagen,

 

een vertaling van alle documenten in het Pools door een beëdigd vertaler.

 
 

3.

Het verzoek, de motivering, de lijst van betalingsachterstanden en de informatie over de financiële situatie van de onderhoudsplichtige moeten persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke vertegenwoordiger.

 
 

4.

Wanneer de onderhoudsgerechtigde niet in het bezit is van het origineel van de executoriale titel, dient dit in het verzoek te worden gemotiveerd (bijvoorbeeld stuk verloren gegaan of vernietigd, of executoriale titel niet vastgesteld door de rechterlijke instantie).

 
 

5.

Bij verlies van de executoriale titel, dient er een verzoek tot verdere vaststelling van de executoriale titel ter vervanging van de verloren gegane titel te worden bijgevoegd.

II.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c) en d)

 
 

1.

Een verzoek tot vaststelling van een beslissing waarbij levensonderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient een indicatie te bevatten van het maandelijkse bedrag waarom in de titel als levensonderhoud voor kinderen voor elke onderhoudsgerechtigde wordt verzocht.

 
 

2.

Het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke vertegenwoordiger.

 
 

3.

In de motivering voor een verzoek tot vaststelling van een beslissing moeten alle feiten ter staving van het verzoek worden vermeld en moet er in het bijzonder informatie worden verstrekt over:

 

a)

de relatie tussen de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige: kind (kind uit een huwelijk/kind dat formeel is erkend door de onderhoudsplichtige/vaderschap over het kind bij gerechtelijke procedure vastgesteld), andere bloedverwant, echtgenoot, voormalig echtgenoot, door huwelijk verwant;

 

b)

de financiële situatie van de onderhoudsgerechtigde, waaronder gegevens over:

 

leeftijd, gezondheid en scholing van de onderhoudsgerechtigde,

 

de maandelijkse uitgaven van de onderhoudsgerechtigde (levensmiddelen, kleding, persoonlijk lichaamsverzorging, preventie, geneesmiddelen, revalidatie, opleiding, vrije tijd, uitzonderlijke uitgaven enz.),

 

(bij verzoeken om levensonderhoud voor kinderen voor meer dan één gerechtigde dienen bovenstaande gegevens voor elk van die personen te worden vermeld),

 

scholing van de ouder die met de zorg over de minderjarige onderhoudsgerechtigde is belast, het beroep waarvoor hij/zij is opgeleid en zijn/haar huidige beroep,

 

bronnen en hoogte van de maandelijkse inkomsten van de ouder die met de zorg over de onderhoudsgerechtigde is belast,

 

maandelijks uitgaven van de ouder die met de zorg over de minderjarige onderhoudsgerechtigde is belast, voor het onderhoud van hem- of haarzelf en anderen, naast de onderhoudsgerechtigde, die van hem/haar afhankelijk zijn voor hun onderhoud;

 

c)

de financiële situatie van de onderhoudsplichtige, waaronder gegevens over de scholing van de onderhoudsplichtige, het beroep waarvoor hij/zij is opgeleid en zijn/haar huidige beroep.

 
 

4.

Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren van de onderhoudsplichtige enz.).

 
 

5.

Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te stellen.

 
 

6.

Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools.

 
 

7.

Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en adres worden bijgevoegd.

III.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) en f)

 
 

1.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten:

 

a)

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure;

 

b)

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist.

 
 

2.

In de motivering voor het verzoek dient de wijziging van de omstandigheden te worden vermeld op grond waarvan nu een ander bedrag van het onderhoud wordt geëist.

 
 

3.

Het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke vertegenwoordiger.

 
 

4.

Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren van de onderhoudsplichtige enz.).

 
 

5.

Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te stellen.

 
 

6.

Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools.

 
 

7.

Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en adres worden bijgevoegd.

IV.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) en c)

 
 

1.

Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten:

 

a)

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure;

 

b)

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist.

 
 

2.

In de motivering voor het verzoek dient de wijziging van de omstandigheden te worden vermeld op grond waarvan nu een ander bedrag van het onderhoud wordt geëist.

 
 

3.

Het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde.

 
 

4.

Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren van de onderhoudsplichtige enz.).

 
 

5.

Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te stellen.

 
 

6.

Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools.

 
 

7.

Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en adres worden bijgevoegd.

De Portugese Republiek:

  • I. 
    Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b)

Een verzoek tot tenuitvoerlegging van een beslissing dient, naast de in artikel 25 bedoelde stukken, vergezeld te gaan van:

 

1.

een gedetailleerde lijst van betalingsachterstanden en, bij indexering van een afdwingbare aanspraak op levensonderhoud, de bijzonderheden van de berekening van de indexering; bij een verplichting tot betaling van wettelijke interesten, de wettelijke rentevoet en de aanvangstijdstip van de verplichting;

 

2.

volledige gegevens betreffende de bankrekening waarnaar de opgelegde bedragen moeten worden overgemaakt.

II.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c) en d)

Een verzoek tot vaststelling van een beslissing waarbij levensonderhoud voor kinderen wordt toegekend, in de zin van artikel 15, dient vergezeld te gaan van de volgende bewijsstukken:

 

1.

het maandelijks bedrag aan levensonderhoud voor kinderen waarom namens elke onderhoudsgerechtigde wordt verzocht;

 

2.

de motivering voor een verzoek tot vaststelling van een beslissing, met daarin alle feiten tot staving van het verzoek en informatie over:

 

a)

de relatie tussen de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige: kind (kind uit een huwelijk/kind dat formeel is erkend door de onderhoudsplichtige/vaderschap over het kind bij gerechtelijke procedure vastgesteld), bijvoorbeeld een geboorte- of adoptiebewijs;

 

b)

de financiële situatie van de wettelijke vertegenwoordiger van de onderhoudsgerechtigde(n) (ouder of voogd), met gegevens over:

 

maandelijkse onderhoudskosten: levensmiddelen, gezondheid, kleding, huisvesting, onderwijs (bij verzoeken om levensonderhoud voor meer dan één onderhoudsgerechtigd kind dienen bovenstaande gegevens voor elk van die kinderen te worden vermeld),

 

de bronnen en de hoogte van de maandelijkse inkomsten van de ouder die met de zorg over de onderhoudsgerechtigde is belast,

 

maandelijkse uitgaven van de ouder die met de zorg voor de minderjarige onderhoudsgerechtigde is belast, zowel voor het eigen onderhoud als dat voor anderen waarvoor hij/zij verantwoordelijk is;

 

3.

het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke vertegenwoordiger.

III.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) en f)

Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten:

 

1.

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de identiteit van de partijen bij de procedure;

 

2.

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist;

 

3.

in de motivering een vermelding van de gewijzigde omstandigheden op grond waarvan nu een ander onderhoudsbedrag wordt geëist;

 

4.

bewijsstukken, die — met een overzichtslijst — aan het verzoek dienen te worden gehecht (originelen en gewaarmerkte afschriften);

 

5.

op het verzoek en de motivering voor het verzoek, de handtekening van de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, hun wettelijke vertegenwoordiger.

IV.   Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) en c)

Een (door de onderhoudsplichtige ingediend) verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten:

 

1.

de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de identiteit van de partijen bij de procedure;

 

2.

een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag wordt geëist;

 

3.

in de motivering een vermelding van de gewijzigde omstandigheden op grond waarvan nu een ander onderhoudsbedrag wordt geëist;

 

4.

bewijsstukken, die — met een overzichtslijst — aan het verzoek dienen te worden gehecht (originelen en gewaarmerkte afschriften);

 

5.

op het verzoek en de motivering voor het verzoek de handtekening van de onderhoudsplichtige(n).

De Slowaakse Republiek:

 

informatie over de nationaliteit van alle betrokken partijen.

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b)

Engeland en Wales

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing; een certificaat van uitvoerbaarheid; een verklaring van achterstallige betalingen; een verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de onderhoudsplichtige meegedeeld en betekend is, of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad zich te verdedigen of in beroep te gaan; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van toepassing).

Schotland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing; een certificaat van uitvoerbaarheid; een verklaring van achterstallige betalingen; een verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing).

Noord-Ierland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing; een certificaat van uitvoerbaarheid; een verklaring van achterstallige betalingen; een verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing).

Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c)

Engeland en Wales

Documenten over de financiële situatie — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de verweerder; een verklaring over de identiteit van de verweerder; een foto van de verweerder (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Schotland

Documenten over de financiële situatie — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verklaring over de verblijfplaats van de verweerder; een verklaring over de identiteit van de verweerder; een foto van de verweerder (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing).

Noord-Ierland

Documenten over de financiële situatie — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de verweerder; een verklaring over de identiteit van de verweerder; een foto van de verweerder (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het „nisi”-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder d)

Engeland en Wales

Een gewaarmerkt afschrift van de beslissing in verband met artikel 20 of artikel 22, onder b) of e), naast documenten waarop die beslissing gebaseerd is; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de verweerder; een verklaring over de identiteit van de verweerder; een foto van de verweerder (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Schotland

Zelfde als onder artikel 10, lid 1, onder c), supra.

Noord-Ierland

Een gewaarmerkt afschrift van de beslissing in verband met artikel 20 of artikel 22, onder b) of e), naast documenten waarop die beslissing gebaseerd is; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de verweerder; een verklaring over de identiteit van de verweerder; een foto van de verweerder (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het „nisi”-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e)

Engeland en Wales

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3, een schriftelijke verklaring dat beide partijen voor de rechtbank verschenen zijn, en als alleen de verzoeker verschenen is, het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het document dat aantoont dat de procedure aan de andere partij betekend is.

Schotland

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen.

Noord-Ierland

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder f)

Engeland en Wales

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een certificaat van uitvoerbaarheid; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van toepassing); documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3, een schriftelijke verklaring dat beide partijen voor de rechtbank verschenen zijn, en als alleen de verzoeker verschenen is, het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het document dat aantoont dat de procedure aan de andere partij betekend is.

Schotland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een document dat aantoont dat de procedure aan onderhoudsplichtige betekend is of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een certificaat van uitvoerbaarheid; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar).

Noord-Ierland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een certificaat van uitvoerbaarheid; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het „nisi”-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van toepassing); documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; een foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b)

Engeland en Wales

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over deburgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Schotland

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen.

Noord-Ierland

Een afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een verzoek om rechtsbijstand; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder c)

Engeland en Wales

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een certificaat van uitvoerbaarheid; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van toepassing); documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsgerechtigde; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsgerechtigde; foto van de onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Schotland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de financiële situatie van de verzoeker; een verklaring over de verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsgerechtigde; een foto van de onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar).

Noord-Ierland

Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen beslissing; een certificaat van uitvoerbaarheid; een document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; een gewaarmerkt afschrift, van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); een bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); een gewaarmerkt afschrift van het „nisi”-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van toepassing); documenten over de burgerlijke staat van de verzoeker/verweerder (indien van toepassing); een afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; een verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsgerechtigde; een verklaring over de identiteit van de onderhoudsgerechtigde; een foto van de onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3.

Algemeen

Voor verzoeken krachtens artikel 10 (met inbegrip van artikel 10, lid 1, onder a), en lid 2, onder a)) verlangt de centrale autoriteit voor Engeland en Wales drie afschriften van elk document, waar nodig met Engelse vertaling.

Voor verzoeken krachtens artikel 10 (met inbegrip van artikel 10, lid 1, onder a), en lid 2, onder a)) verlangt de centrale autoriteit van Noord-Ierland drie afschriften van elk document, waar nodig met Engelse vertaling.

  • 2. 
    VERKLARINGEN BEDOELD IN Artikel 44, LID 1, VAN HET VERDRAG

De Europese Unie verklaart dat de volgende lidstaten, met betrekking tot verzoeken en bijhorende stukken, behalve een vertaling in hun officiële taal een vertaling in een van de voor elk van die lidstaten aangegeven talen aanvaarden:

 
 

De Tsjechische Republiek: Slowaaks

 
 

De Republiek Estland: Engels

 
 

De Republiek Cyprus: Engels

 
 

De Republiek Litouwen: Engels

 
 

De Republiek Malta: Engels

 
 

De Slowaakse Republiek: Tsjechisch

 
 

De Republiek Finland: Engels

  • 3. 
    VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 44, LID 2, VAN HET VERDRAG

De Europese Unie verklaart dat in het Koninkrijk België de stukken moeten zijn opgesteld of vertaald in het Frans, het Nederlands of het Duits, afhankelijk van het deel van het Belgische grondgebied waar de documenten moeten worden voorgelegd.

Informatie omtrent de taal die in een bepaald deel van het Belgische grondgebied moet worden gebruikt, kan worden gevonden in de handleiding van ontvangende instanties opgesteld krachtens Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (1). Deze handleiding is toegankelijk op de website van http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/index_nl.htm

Klik op:

„Betekening en kennisgeving van stukken (Verordening (EG) nr. 1393/2007)”/„Stukken”/„Handleiding”/„België”/„Geographical areas of competence” (blz. 13 en volgende),

of ga rechtstreeks naar het volgende adres:

http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/pdf/manual_sd_bel.pdf

en klik op „Geographical areas of competence” (blz. 13 en volgende).”

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.