Besluit 2012/510 - Standpunt EU met betrekking tot de wijzigingen in de bijlagen II en III bij het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee, op de zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen (Parijs, Frankrijk, 8 - 10 februari 2012)

1.

Wettekst

22.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 256/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 juli 2012

houdende vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen met betrekking tot de wijzigingen in de bijlagen II en III bij het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee, op de zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen (Parijs, Frankrijk, 8-10 februari 2012)

(2012/510/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie is partij bij het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging dat later is hernoemd tot het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee (1) („het Verdrag van Barcelona” genoemd) en bij het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiviteit in de Middellandse Zee en de bijlagen daarbij (2) („het protocol” genoemd). Bijlage II en bijlage III bij het protocol bevatten, respectievelijk, de lijst van bedreigde diersoorten en de lijst van diersoorten waarvan de exploitatie gereglementeerd is.

 

(2)

Krachtens artikel 18 van het Verdrag van Barcelona is de vergadering van de overeenkomstsluitende partijen het besluitvormingsorgaan van het verdrag, dat onder meer gemachtigd is om de bijlagen bij het verdrag en bij de bijbehorende protocollen naar behoefte te wijzigen. Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van het Verdrag van Barcelona en artikel 14, lid 1, van het protocol, wordt een wijziging in de bijlagen voor alle overeenkomstsluitende partijen van het protocol van kracht na afloop van een termijn die door de respectieve overeenkomstsluitende partijen bij de aanneming van de wijziging wordt vastgesteld, uitgezonderd voor de overeenkomstsluitende partijen die de depositaris schriftelijk hebben medegedeeld dat zij de wijziging niet binnen de termijn kunnen goedkeuren.

 

(3)

De Commissie heeft de Raad op 8 februari 2012 een voorstel doen toekomen voor een besluit van de Raad houdende vaststelling van het standpunt dat op de zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen (Parijs, 8-10 februari 2012) namens de Europese Unie moet worden ingenomen met betrekking tot voorstellen tot wijziging van de bijlagen II en III bij het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee van het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee. Gezien het tijdstip van ontvangst van het voorstel van de Commissie kon de Raad het voorstel niet vóór de vergadering van de partijen bespreken of ernaar handelen. Bijgevolg kon de Unie haar standpunt en haar belangen niet tijdig en op een passende wijze verwoorden of verdedigen.

 

(4)

De zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag van Barcelona en zijn protocollen heeft bij Besluit IG.20/5 wijzigingen in de bijlagen II en III bij het protocol aangenomen om tien haaisoorten een grotere bescherming te bieden.

 

(5)

Krachtens artikel 23, lid 2, onder vi), van het Verdrag van Barcelona wordt een wijziging in de bijlagen voor alle overeenkomstsluitende partijen van kracht na afloop van een termijn die door de partijen bij de aanneming van de wijziging wordt vastgesteld, uitgezonderd voor de overeenkomstsluitende partijen die de depositaris schriftelijk mededelen dat zij de wijziging niet kunnen goedkeuren. De zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen heeft deze termijn op 180 dagen gesteld; de termijn voor het doen van een kennisgeving loopt af op 8 augustus 2012. De Unie dient daarom binnen die termijn aan de depositaris van het protocol kennis te geven van de wijzigingen die zij niet goedkeurt.

 

(6)

De wijzigingen van het protocol vereisen geen aanpassing van het Unierecht.

 

(7)

De wijzigingen betreffende de toevoeging van tien diersoorten aan bijlage II en de overeenkomstige schrapping daarvan uit bijlage III, die op de zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen is aangenomen, zijn wetenschappelijk verantwoord, stroken met de wetgeving van de Unie en haar gehechtheid aan internationale samenwerking ter bescherming van de biodiversiteit, en zijn in overeenstemming met artikel 5 van het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (3) en de in 2010 op de conferentie van de partijen bij dat verdrag overeengekomen doelstelling om het tempo waarin de biodiversiteit momenteel vermindert, tegen 2020 fors te doen afnemen. De Unie dient daarom deze wijzigingen goed te keuren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Unie keurt de wijzigingen ter toevoeging van de volgende diersoorten aan bijlage II bij het protocol en de dienovereenkomstige schrapping daarvan uit bijlage III goed:

 

a)

Galeorhinus galeus (Linnaeus, 1758);

 

b)

Isurus oxyrinchus (Rafinesque, 1810);

 

c)

Lamna nasus (Bonnaterre, 1788);

 

d)

Leucoraja circularis (Couch, 1838);

 

e)

Leucoraja melitensis (Clark, 1926);

 

f)

Rhinobatos cemiculus (Saint-Hilaire, 1817);

 

g)

Rhinobatos rhinobatos (Linnaeus, 1758);

 

h)

Sphyrna lewini (Griffith & Smith, 1834);

 

i)

Sphyrna mokarran (Rüppell, 1837);

 

j)

Sphyrna zygaena (Linnaeus, 1758).

Artikel 2

De Commissie wordt hierbij gemachtigd de depositaris van het protocol er schriftelijk kennis van te geven dat de Unie de in artikel 1 vermelde wijzigingen overeenkomstig artikel 23, lid 2, onder iv), goedkeurt. Zij verricht die kennisgeving voordat de termijn van 180 dagen vanaf de aanneming van de wijzigingen door de zeventiende vergadering van de overeenkomstsluitende partijen is verstreken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    SHIARLY
 

  • (1) 
    Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1). De wijzigingen van dat verdrag werden aanvaard bij Besluit 1999/802/EG van de Raad van 22 oktober 1999 betreffende de aanvaarding van de wijzigingen in het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging en in het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 322 van 14.12.1999, blz. 32).
  • (2) 
    Besluit 1999/800/EG van de Raad van 22 oktober 1999 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee en betreffende de goedkeuring van de bijlagen van dat protocol (Verdrag van Barcelona) (PB L 322 van 14.12.1999, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.