2001/236/EG: Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Litouwen van 25 januari 2001 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de overeenkomst met Litouwen betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 22001D0236

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

22001D0236

2001/236/EG: Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Litouwen van 25 januari 2001 tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Europaovereenkomst met Litouwen betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

Publicatieblad Nr. L 085 van 24/03/2001 blz. 0024 - 0026

Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Litouwen

van 25 januari 2001

tot wijziging van Protocol nr. 3 van de Europaovereenkomst met Litouwen betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

(2001/236/EG)

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de op 12 juni 1995 te Luxemburg ondertekende Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Litouwen, anderzijds(1), en met name op artikel 38 van Protocol nr. 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Enkele technische wijzigingen hebben ten doel discrepanties tussen de verschillende taalversies van de tekst recht te trekken.
  • (2) 
    De lijst van ontoereikende be- of verwerkingen dient te worden aangepast om een correcte interpretatie te waarborgen en rekening te houden met de behoefte enkele operaties die voorheen niet in deze lijst waren opgenomen, daar nu wel in op te nemen.
  • (3) 
    De bepalingen voor het tijdelijke gebruik van vaste tarieven in de gevallen waarin teruggave verboden is of vrijstellingen van de douanerechten zijn toegekend, dienen te worden verlengd tot en met 31 december 2001.
  • (4) 
    De behoefte is ontstaan om te voorzien in een systeem van boekhoudkundige scheiding van al dan niet van oorsprong zijnde materialen, waarvoor toestemming dient te worden verleend door de douaneautoriteiten.
  • (5) 
    De bepalingen inzake de in euro uitgedrukte bedragen dienen te worden aangepast om duidelijkheid te scheppen in de procedure en te voorzien in meer stabiliteit wat de hoogte van de bedragen in nationale valuta betreft.
  • (6) 
    Teneinde ermee rekening te houden dat een bepaald materiaal niet wordt geproduceerd in de betrokken landen, dienen enkele wijzigingen te worden aangebracht in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen,

BESLUIT:

Artikel 1

Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 1, onder i), wordt vervangen door:

"i) toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen die van oorsprong zijn uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Litouwen voor deze materialen werd betaald;";

  • 2. 
    artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

Ontoereikende bewerking of verwerking

  • 1. 
    Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:
  • a) 
    behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;
  • b) 
    het splitsen en samenvoegen van colli;
  • c) 
    het wassen, schoonmaken, het stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;
  • d) 
    het strijken of persen van textiel;
  • e) 
    het schilderen of polijsten;
  • f) 
    het doppen, het geheel of gedeeltelijk bleken, het polijsten of glanzen van granen en rijst;
  • g) 
    het kleuren van suiker of het vormen van suikerklonten;
  • h) 
    het pellen, ontpitten of schillen van noten, vruchten of groenten;
  • i) 
    het aanscherpen, eenvoudig vermalen of eenvoudig versnijden;
  • j) 
    het zeven, sorteren, classificeren, assorteren; (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen);
  • k) 
    het eenvoudig bottelen, het verpakken in blikken, flesjes, zakken, dozen of andere omhulsels, bevestigen op kaarten of platen, en alle andere eenvoudige verpakkingshandelingen;
  • l) 
    het aanbrengen of opdrukken op de producten zelf of hun verpakking van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidende tekens;
  • m) 
    het eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;
  • n) 
    het eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel dan wel het uit elkaar nemen van artikelen in onderdelen;
  • o) 
    twee of meer van de onder a) tot en met n) vermelde behandelingen tezamen;
  • p) 
    het slachten van dieren.
  • 2. 
    Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeenschap of in Litouwen heeft ondergaan tezamen genomen.";
  • 3. 
    de laatste zin van artikel 15, lid 6, wordt vervangen door:"Dit lid is van toepassing tot en met 31 december 2001.";
  • 4. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 20 bis

Boekhoudkundige scheiding

  • 1. 
    Wanneer het aanzienlijke kosten of materiële moeilijkheden met zich brengt om afzonderlijke voorraden aan te houden van identieke en onderling verwisselbare materialen van oorsprong en materialen niet van oorsprong, kunnen de douaneautoriteiten, op schriftelijk verzoek van de betrokkene, toestaan dat voor het beheer van deze voorraden de methode van boekhoudkundige scheiding wordt gebruikt.
  • 2. 
    Deze methode dient te waarborgen dat, voor een bepaalde referentieperiode, hetzelfde aantal producten 'van oorsprong' wordt verkregen als het aantal dat verkregen zou zijn indien de voorraden fysiek waren gescheiden.
  • 3. 
    De douaneautoriteiten kunnen vergunning verlenen voor het gebruik van deze methode, op de door hen passend geachte voorwaarden.
  • 4. 
    Deze methode wordt vastgelegd en toegepast overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen zoals die van toepassing zijn in het land waar het product is vervaardigd.
  • 5. 
    De vergunninghouder kan bewijzen van de oorsprong afgeven of aanvragen, al naar gelang van het geval, voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong kunnen worden beschouwd. De vergunninghouder verstrekt op verzoek van de douaneautoriteiten een verklaring over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.
  • 6. 
    De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning en kunnen deze te allen tijde intrekken wanneer de vergunninghouder deze niet correct gebruikt of niet aan een van de andere in dit protocol omschreven voorwaarden voldoet.";
  • 5. 
    in de eerste zin van artikel 22, lid 1, wordt het volgende ingevoegd na "exporteur":"(hierna toegelaten exporteur genoemd)";
  • 6. 
    artikel 30 wordt vervangen door:

"Artikel 30

In euro uitgedrukte bedragen

  • 1. 
    Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 21, lid 1, onder b), en artikel 26, lid 3, worden, in gevallen waarin de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarden in de nationale valuta van de in de artikelen 3 en 4 genoemde landen, die overeenstemmen met de in euro uitgedrukte bedragen, jaarlijks vastgesteld door de betrokken landen.
  • 2. 
    De bepalingen van artikel 21, lid 1, onder b), en artikel 26, lid 3, zijn van toepassing op een zending, op basis van de munt waarin de factuur is opgesteld, en overeenkomstig het door het betrokken land vastgestelde bedrag.
  • 3. 
    De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn gelijk aan de tegenwaarde in die valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober. De bedragen worden de Europese Commissie vóór 15 oktober medegedeeld en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt alle betrokken landen op de hoogte van de betreffende bedragen.
  • 4. 
    Een land mag het bedrag dat het resultaat is van de conversie in zijn nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag naar boven of beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 procent afwijken van het bedrag dat het resultaat is van de conversie. Een land kan de tegenwaarde in nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag handhaven, indien de conversie van dat bedrag, op het moment van de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór het afronden, resulteert in een stijging van minder dan 15 procent van de tegenwaarde in nationale valuta. De tegenwaarde in nationale valuta kan worden gehandhaafd, indien de conversie resulteert in een daling van die tegenwaarde.
  • 5. 
    De in euro uitgedrukte bedragen worden op verzoek van de Gemeenschap of Litouwen door het Associatiecomité herzien. Bij deze herziening onderzoekt het Associatiecomité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.";
  • 7. 
    bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

De tekst van GS-post 5309 tot en met 5311 wordt vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2001.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2001.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

Α. Valionis

  • (1) 
    PB L 51 van 20.2.1998, blz. 3.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.