Besluit 2005/267 - Totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten

1.

Wettekst

1.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/48

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 16 maart 2005

betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten

(2005/267/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 66,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In het algemene plan van de Raad ter bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel van 28 februari 2002, dat is gebaseerd op de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie van 15 november 2001, werd de ontwikkeling gevraagd van een beveiligde intranet-website die gebruikt dient te worden voor de beveiligde en snelle uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens inzake onregelmatige of illegale migratiestromen en daarmee verband houdende verschijnselen.

 

(2)

De ontwikkeling en het beheer van het netwerk behoren te worden toevertrouwd aan de Commissie.

 

(3)

De toegang tot die intranet-website moet worden beperkt tot goedgekeurde gebruikers overeenkomstig de geldende voorwaarden, procedures en veiligheidsmaatregelen.

 

(4)

Aangezien de doelstellingen van deze beschikking, namelijk beveiligde en snelle uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, vanwege de gevolgen van de voorgenomen actie, beter op communautair niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen nemen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, zoals bepaald in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het in datzelfde artikel beschreven proportionaliteitsbeginsel, gaat deze beschikking niet verder dan hetgeen nodig is om voornoemde doelstellingen te verwezenlijken.

 

(5)

Deze beschikking neemt de grondrechten in acht en gaat met name uit van de beginselen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht.

 

(6)

In het kader van de intranet-website moet rekening worden gehouden met Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

 

(7)

De voor de tenuitvoerlegging van deze beschikking noodzakelijke maatregelen moeten worden goedgekeurd in overeenstemming met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4).

 

(8)

Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van deze beschikking. Deze beschikking is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien deze beschikking voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, behalve waar zij voorziet in informatie-uitwisseling over de problematiek van de terugkeer van onderdanen van derde landen, afgezien van diegenen die niet of niet langer voldoen aan de uit hoofde van de bepalingen van het Schengenacquis op het grondgebied van een lidstaat geldende voorwaarden voor een kort verblijf, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad een besluit over dit instrument heeft genomen, te besluiten of het dit instrument in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

 

(9)

Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, vormt deze beschikking een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis zoals bedoeld in de op 18 mei 1999 gesloten Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), behalve waar zij voorziet in informatie-uitwisseling over de problematiek van de terugkeer van onderdanen van derde landen, afgezien van diegenen die niet of niet langer voldoen aan de uit hoofde van de bepalingen van het Schengenacquis op het grondgebied van een lidstaat geldende voorwaarden voor een kort verblijf; de te ontwikkelen bepalingen hebben betrekking op de gebieden genoemd in artikel 1, punten A, B, C en E, van Besluit 1999/437/EG (6) inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

 

(10)

Wat Zwitserland betreft, houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis zoals bedoeld in de overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), behalve waar zij voorziet in informatie-uitwisseling over de problematiek van de terugkeer van onderdanen van derde landen, afgezien van diegenen die niet of niet langer voldoen aan de uit hoofde van de bepalingen van het Schengenacquis op het grondgebied van een lidstaat geldende voorwaarden voor een kort verblijf; de te ontwikkelen bepalingen hebben betrekking op de gebieden genoemd in artikel 1, punten A, B, C en E, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 4, lid 1, van Besluit 2004/849/EG (8) en van Besluit 2004/860/EG (9) betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap, en inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

 

(11)

Er dient een regeling te worden getroffen op grond waarvan vertegenwoordigers van IJsland, Noorwegen en Zwitserland kunnen worden betrokken bij het werk van het comité dat de Commissie bijstaat in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden overeenkomstig de bepalingen die een ontwikkeling vormen van het Schengenacquis.

 

(12)

Het Verenigd Koninkrijk neemt aan deze beschikking deel overeenkomstig artikel 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie en artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele bepalingen van het Schengenacquis (10), voorzover de maatregelen daarvan een ontwikkeling vormen van bepalingen van het Schengenacquis ter bestrijding van de organisatie van illegale immigratie waaraan het Verenigd Koninkrijk deelneemt, en artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, aangezien het Verenigd Koninkrijk schriftelijk kenbaar heeft gemaakt dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze beschikking.

 

(13)

Ierland neemt aan deze beschikking deel overeenkomstig artikel 5 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie gehechte Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (11), voorzover de maatregelen daarvan een ontwikkeling vormen van bepalingen van het Schengenacquis ter bestrijding van de organisatie van illegale immigratie waaraan Ierland deelneemt.

 

(14)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze beschikking, die niet bindend is voor, noch van toepassing is op Ierland, voorzover de maatregelen daarvan een ontwikkeling vormen van bepalingen van het Schengenacquis ter bestrijding van de organisatie van illegale immigratie waaraan Ierland deelneemt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze beschikking wordt een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de uitwisseling van gegevens betreffende onregelmatige migratie, illegale binnenkomst en immigratie en de terugkeer van illegaal in de Europese Unie verblijvende personen tot stand gebracht.

Artikel 2

  • 1. 
    De Commissie ontwikkelt en beheert het netwerk; zij beslist over de structuur, de inhoud en de categorieën gegevens die voor uitwisseling in aanmerking komen.
  • 2. 
    De informatie-uitwisseling omvat ten minste het volgende:
 

a)

een alarmsysteem voor illegale immigratie en mensensmokkel;

 

b)

een netwerk van verbindingsfunctionarissen inzake immigratie;

 

c)

informatie over het gebruik van visa, grens- en reisdocumenten in verband met illegale immigratie;

 

d)

met terugkeer verwante onderwerpen.

  • 3. 
    Het netwerk omvat alle nodige instrumenten, waarvan de vertrouwelijkheid volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure wordt vastgesteld.
  • 4. 
    De Commissie maakt gebruik van het bestaande technische platform in het communautaire kader van het trans-Europese telematicanetwerk voor de uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten.

Artikel 3

Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, vermelde procedure zal de Commissie:

 

a)

de voorwaarden en procedures bepalen voor het toestaan van volledige of beperkte toegang tot het netwerk;

 

b)

regels en richtsnoeren vastleggen met betrekking tot de gebruiksvoorwaarden van het systeem, met inbegrip van regels inzake de vertrouwelijkheid en het toezenden, opslaan, archiveren en wissen van gegevens alsmede inzake standaardformulieren.

Artikel 4

  • 1. 
    De lidstaten verschaffen toegang tot het netwerk in overeenstemming met de door de Commissie overeenkomstig artikel 3 genomen maatregelen.
  • 2. 
    De lidstaten wijzen nationale contactpunten aan en stellen de Commissie hiervan op de hoogte.

Artikel 5

  • 1. 
    Het opnemen van gegevens in het netwerk heeft geen gevolgen voor het eigendomsrecht ervan. Bevoegde gebruikers blijven zelf verantwoordelijk voor de informatie die zij verstrekken en zorgen er derhalve voor dat deze inhoudelijk ten volle in overeenstemming is met de geldende communautaire en nationale wetgeving.
  • 2. 
    De verstrekte informatie is strikt beperkt tot bevoegde gebruikers van het netwerk, tenzij zij als openbaar wordt gekenmerkt; zij mag niet aan derden worden meegedeeld zonder voorafgaande toelating van de eigenaar.
  • 3. 
    De lidstaten nemen de nodige beveiligingsmaatregelen om:
 

a)

te beletten dat onbevoegden toegang krijgen tot het netwerk;

 

b)

te waarborgen dat bevoegde personen bij het gebruik van het netwerk uitsluitend toegang hebben tot gegevens binnen hun werkterrein;

 

c)

te voorkomen dat informatie in het netwerk wordt gelezen, gekopieerd, gewijzigd of gewist door onbevoegden.

  • 4. 
    Onverminderd lid 3, neemt de Commissie aanvullende beveiligingsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 6, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 6

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (12) opgerichte comité.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

  • 1. 
    Wanneer dat nodig is voor de ontwikkeling van het netwerk, sluit de Commissie overeenkomsten met publiekrechtelijke lichamen die op grond van de Gemeenschapsverdragen of in het kader van de Europese Unie zijn opgericht.
  • 2. 
    De Commissie informeert de Raad over de vooruitgang met betrekking tot onderhandelingen over dergelijke overeenkomsten.

Artikel 8

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    ASSELBORN
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 20 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)
  • (7) 
    Document 13054/04 van de Raad, te vinden op http://register.consilium.eu.int.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.