Verordening 2004/865 - Gemeenschappelijke marktordening voor olijfolie en tafelolijven

1.

Wettekst

30.4.2004 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 161/ 97

VERORDENING (EG) Nr. 865/2004 VAN DE RAAD van 29.4.2004

houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 827/68

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 36 en artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement 1,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comite 2,

Na raadpleging van het Comite van de Regio's,

Advies van 10 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Advies van 25 februari 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Met het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden de in artikel 33 van het Verdrag omschreven doelstellingen nagestreefd. Om in de sector olijfolie en tafelolijven de markten te stabiliseren en de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren moet worden voorzien in inkomenssteun aan de landbouwers die olijfgaarden in stand houden, in maatregelen betreffende de interne markt om de prijzen en de aanbodvoorwaarden binnen een redelijk kader te houden en in activiteiten ter bei'nvloeding van de marktvraag door de kwaliteit van de producten en de wijze waarop kwaliteit aan de consumenten wordt gepresenteerd, te verbeteren.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steun-regelingen voor landbouwers 1 voorziet in inkomenssteun aan de landbouwers die olijfgaarden in stand houden, via de bedrijfstoeslagen en steun voor het onderhoud van olijfgaarden.

PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. .../2004 (Blz. ... van dit Publicatieblad).

  • (3) 
    Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 September 1966 houdende de totstand-brenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector olien en vetten moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen. Bij deze gelegenheid moeten ook verscheidene andere verordeningen van de Raad met betrekking tot de olijfoliesector worden ingetrokken, namelijk de Verordeningen (EEG) nr. 154/75 2, (EEG) nr. 2754/78 3, (EEG) nr. 3519/83 4, (EEG) nr. 2261/84 5, (EEG) nr. 2262/84 6, (EEG) nr. 3067/85 7,

PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4).

Verordening (EEG) nr. 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende lidstaten (PB L 19 van 24.1.1975, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3788/85 (PB L 367 van 31.12.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2754/78 van de Raad van 23 november 1978 betreffende de interventie in de olijfoliesector (PB L 331 van 28.11.1978, blz. 13). Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2203/90 (PB L 201 van 31.7.1990, blz. 5).

Verordening (EEG) nr. 3519/83 van de Raad van 12 december 1983 houdende bepaalde maatregelen voor acid-oils verkregen bij raffinage van bijproducten van olijfolie of van olie uit afvallen van olijven (PB L 352 van 15.12.1983, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3). Verordening als laatstelijk gewijzigd bij Commissieverordening (EG) nr. 2366/98 (PB L 293 van 31.10.1998, blz. 50).

Verordening (EEG) nr. 2262/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende bijzondere maatregelen in de sector olijfolie (PB L 208 van 3.8.1984, blz. 11). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2292/2001 (PB L 308 van 27.11.2001, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3067/85 van de Raad van 29 oktober 1985 tot vaststelling van de criteria voor de beschikbaarstelling van voor voedselhulp bestemde plantaardige olien op de markt van de Gemeenschap (PB L 290 van 1.11.1985, blz. 96).

(EEG) nr. 1332/92 1, (EEG) nr. 2159/92 2, (EEG) nr. 3815/92 3, (EG) nr. 1414/97 4, (EG) nr. 1638/98 5 en (EG) nr. 1873/2002 6

Verordening (EEG) nr. 1332/92 van de Raad van 18 mei 1992 tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector tafelolijven (PB L 145 van 27.5.1992, blz. 1). Verordening als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 2159/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de financiering van de uitgaven in verband met de instelling en de bijwerking van het olijfoliedossier (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3815/92 van de Raad van 28 december 1992 betreffende de toepassing van de gemeenschappelijke interventieprijs voor olijfolie in Spanje (PB L 387 van 31.12.1992, blz. 9).

Verordening (EG) nr. 1414/97 van de Raad van 22 juli 1997 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1997/1998, van de prijzen, het bedrag van de steun en het daarvan in te houden percentage, alsmede de gegarandeerde maximumhoeveelheid, in de sector olijfolie (PB L 196 van 24.7.1997, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector olien en vetten (PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32). Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1873/2002 van de Raad van 14 oktober 2002 houdende vaststelling van de grenzen voor de bij Verordening (EG) nr. 1638/98 vastgestelde communautaire financiering van de activiteitenprogramma's van de erkende organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt en houdende afwijking van Verordening nr. 136/66/EEG (PB L 284 van 22.10.2002, blz. 1).

  • (4) 
    Het verkoopseizoen moet aan de productiecyclus van alle olijvenrassen worden aangepast en dient met het oog op harmonisatie en eenvoudigheidshalve te worden afgestemd op het verkoopseizoen voor andere landbouwproducten.
  • (5) 
    De benamingen en definities van de categorieen olijfolie, en dus ook de naam olijfolie zelf, zijn een wezenlijk onderdeel van de marktstructurering doordat zij kwaliteitsnormen stellen en de consument adequate informatie over het product verschaffen.
  • (6) 
    De kenmerken van olijfolie rechtvaardigen belangstelling van de consument voor deze olie ondanks de hogere prijs vergeleken met andere olien en vetten. Ter voorkoming van mis-bruiken wat de kwaliteit en de echtheid van de aan de consument aangeboden producten betreft en van de ernstige verstoringen van de markt die daarvan het gevolg kunnen zijn, moeten speciale maatregelen worden genomen om de kwaliteit van olijven en olijfolien te ontwikkelen en te beschermen.
  • (7) 
    De informatie op de etiketten dient te worden gegarandeerd door de meest geavanceerde analysemethoden en andere maatregelen ter bepaling van de in elke norm voor olijfolie vastgestelde kenmerken.
  • (8) 
    Gezien de invloed van schommelingen in de omvang van de productie en van het beschikbare aanbod op de wereldmarkt, moeten passende maatregelen kunnen worden genomen om de interne markt te stabiliseren.
  • (9) 
    De regeling inzake steun voor contracten voor particuliere opslag wordt beschouwd als een doelmatig instrument ter regulering van het aanbod van olijfolie, dat als een vangnet-mechanisme fungeert wanneer de markt ernstig wordt verstoord.
  • (10) 
    De bijdrage van marktdeelnemers op het gebied van olijfolie en tafelolijven tot de verbetering en het garanderen van de kwaliteit van de betrokken producten, en aldus tot de ontwikkeling van de belangstelling van de consumenten en de handhaving van het marktevenwicht, dient via een communautaire regeling te worden bevorderd en georganiseerd.
  • (11) 
    De communautaire financiering, die bestaat in het percentage van de rechtstreekse steun dat de lidstaten overeenkomstig artikel 110 decies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mogen inhouden, is nodig om erkende organisaties van marktdeelnemers ertoe aan te zetten activiteitenprogramma's op te stellen ter verbetering van de productiekwaliteit van olijfolie en tafelolijven. De communautaire steun dient te worden toegewezen naar gelang van de prioriteit die wordt gegeven aan de in het kader van de betrokken programma's ontplooide activiteiten.
  • (12) 
    Opdat de omvang van de handel in olijfolie met derde landen kan worden gevolgd en tegelijk een vereenvoudiging van de administratieve procedures wordt bereikt, dient een stelsel van invoercertificaten te worden opgezet dat voorziet in het stellen van een zekerheid om de uit-voering te garanderen van de transacties waarvoor deze certificaten worden aangevraagd. De Commissie dient te worden gemachtigd tot de instelling van een stelsel van uitvoercertificaten in het geval dat de marktontwikkelingen een nauwgezettere bewaking van de uitvoer van olijfolie uit de Gemeenschap nodig maken.
  • (13) 
    Op de markt van de Gemeenschap voor olijfolie en tafelolijven wordt aan de grenzen van de Gemeenschap een handelsregeling toegepast die voorziet in de heffing van invoerrechten. De handelsregeling dient te worden gebaseerd op de verbintenissen die in internationale overeen-komsten zijn aangegaan.
  • (14) 
    De douanerechten die op grond van de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) gesloten overeenkomsten gelden voor landbouwproducten, zijn voor het merendeel vast-gelegd in het gemeenschappelijk douanetarief. De Commissie moet deze rechten echter gedeeltelijk of volledig kunnen schorsen om een toereikende voorziening van de interne markt met olijfolie veilig te stellen.
  • (15) 
    Er dient te worden voorzien in de mogelijkheid om, voorzover dat voor het behoorlijk functioneren van deze marktordening nodig is, de toepassing van de regeling actieve veredeling of de regeling passieve veredeling op geharmoniseerde wijze te reguleren dan wel, wanneer de marktsituatie dit vereist, te verbieden.
  • (16) 
    Het stelsel van douanerechten maakt het mogelijk af te zien van iedere andere beschermende maatregel aan de buitengrenzen van de Gemeenschap. Onder buitengewone omstandigheden kan het mechanisme dat de interne markt en de douanerechten regelt, echter tekortschieten. Om de communautaire markt in dergelijke gevallen niet onbeschermd te laten tegen verstoringen die hieruit kunnen voortvloeien, moet de Gemeenschap onverwijld alle nodige maatregelen kunnen nemen. Al die maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met de verplichtingen die uit de WTO-overeenkomsten voortvloeien.
  • (17) 
    Het behoorlijk functioneren van een eengemaakte markt die op gemeenschappelijke prijzen is gebaseerd, zou door de toekenning van nationale steun in gevaar worden gebracht. Daarom dienen de Verdragsbepalingen betreffende staatssteun te gelden voor de onder deze gemeenschappelijke marktordening vallende producten.
  • (18) 
    Aangezien de gemeenschappelijke markt voor olijfolie en tafelolijven voortdurend in ontwikkeling is, moeten de lidstaten en de Commissie elkaar van die ontwikkelingen op de hoogte houden.
  • (19) 
    De ter uitvoering van deze verordening benodigde maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoerings-bevoegdheden 1.
  • (20) 
    Gelet op de noodzaak praktische en specifieke problemen op te lossen dient de Commissie te worden gemachtigd om in noodgevallen de noodzakelijke maatregelen vast te stellen.
  • (21) 
    De uitgaven die de lidstaten doen als gevolg van de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende verplichtingen, dienen door de Gemeenschap te worden gefinancierd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 2.
  • (22) 
    De producten waarvoor de bij Verordening nr. 136/66/EEG vastgestelde gemeenschappelijke marktordening gold en die niet vallen onder de gemeenschappelijke marktordening voor olijf-olie en tafelolijven en evenmin onder een andere gemeenschappelijke marktordening, dienen te worden opgenomen in Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde producten 3,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

PB L 151 van 30.6.1968, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Commissieverordening (EG) nr. 1272/2002 (PB L 184 van 13.7.2002, blz. 7).

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN EN KWALITEITSEISEN

Artikel 1

De gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven heeft betrekking op de volgende producten:

 

GN-code    Omschrijving

a)

1509

Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

 

1510 00

Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkregen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, bedoeld bij post 1509, daaronder begrepen

b)

0709 90 31

Olijven, vers of gekoeld, bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie

 

0709 90 39

Andere olijven, vers of gekoeld

 

0710 80 10

Olijven, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

 

0711 20

Olijven, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

 

ex 0712 90 90

Gedroogde olijven, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijn-gemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

 

2001 90 65

Olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

 

ex 2004 90 30

Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

 

2005 70

Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

c)

1522 00 31

1522 00 39

Residu's, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plant-aardige was, die olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft

 

2306 90 11

2306 90 19

Perskoeken van olijven en andere bij de winning van olijfolie verkregen residu's

Artikel 2

Het verkoopseizoen voor de in artikel 1 genoemde producten begint op 1 juli en eindigt op 30 juni van het daaropvolgende jaar. Het verkoopseizoen 2005/2006 begint evenwel op 1 november 2005.

Artikel 3

De onderhavige verordening is van toepassing onverminderd de maatregelen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet.

Artikel 4

  • 1. 
    Het gebruik van de in bijlage I vermelde benamingen en definities van olijfolien en olien uit perskoeken van olijven is verplicht bij de verhandeling van de betrokken producten in elke lidstaat, in het intracommunautaire handelsverkeer en, voorzover verenigbaar met de verplichte international regels, in het handelsverkeer met derde landen.
  • 2. 
    In het stadium van de detailhandel mogen alleen de in punt 1, onder a) en b), en in de punten 3 en 6 van bijlage I bedoelde olien worden verhandeld.

HOOFDSTUK II

INTERNE MARKT

2.

AFDELING 1

3.

HANDELSNORMEN

Artikel 5

  • 1. 
    Voor de in artikel 1, onder a), bedoelde producten kunnen handelsnormen worden vastgesteld die met name betrekking kunnen hebben op de kwaliteitsindeling, de verpakking en de aanbiedings-vorm; bij de vaststelling van deze normen wordt rekening gehouden met de technische eisen op het gebied van productie en afzet en met de ontwikkeling van de methoden voor de bepaling van de fysisch-chemische en organoleptische kenmerken van die producten.

Indien dergelijke normen zijn vastgesteld, mogen de producten waarvoor zij gelden, in de Gemeenschap uitsluitend in overeenstemming daarmee in de handel worden gebracht.

  • 2. 
    Voor de producten waarvoor handelsnormen gelden, controleren de lidstaten of die producten eraan voldoen, en passen zij zo nodig sancties toe. Zij stellen de Commissie in kennis van de regelingen die zij ter uitvoering van dit lid hebben getroffen.
  • 3. 
    De handelsnormen, de uitvoeringsbepalingen van dit artikel en, in voorkomend geval, de te gebruiken analysemethoden worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

4.

AFDELING 2

5.

VERSTORING VAN DE MARKT

Artikel 6

  • 1. 
    In geval van een ernstige verstoring van de markt in bepaalde regio's van de Gemeenschap kan, om de markt te regulariseren, volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden besloten om organisaties die voldoende garanties bieden en door de lidstaat zijn erkend, te machtigen opslagcontracten te sluiten voor de olijfolie die zij in de handel brengen.

De in de eerste alinea bedoelde maatregelen kunnen onder meer worden getroffen wanneer de gedurende een representatieve periode op de markt geconstateerde gemiddelde prijs lager is dan:

  • 1    779    euro/ton    voor    extra olijfolie van eerste persing of
  • 1    710    euro/ton    voor    olijfolie van eerste persing of
  • 1    524    euro/ton    voor    olijfolie voor verlichting waarvan het gehalte    aan vrije vetzuren 2 graden

bedraagt, welk bedrag 36,70 euro/ton lager is voor elke extra graad zuurgehalte.

  • 2. 
    Voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde contracten kan steun worden verleend door middel van een inschrijving.
  • 3. 
    Het bedrag van de in lid 2 bedoelde steun en de uitvoeringsbepalingen van dit artikel, met name de hoeveelheden, de kwaliteit en de duur van de opslag van de betrokken olien, worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure op zodanige wijze vastgesteld dat het effect op de markt significant is.

AFDELING 3

ORGANISATIES VAN MARKTDEELNEMERS

Artikel 7

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze verordening omvatten de organisaties van marktdeelnemers de erkende producentenorganisaties, de erkende brancheorganisaties en de andere erkende organisaties van marktdeelnemers in de sector olijfolie of de unies daarvan.
  • 2. 
    Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder 'erkende brancheorganisaties' verstaan rechtspersonen die:

bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende beroepsgroepen die zijn betrokken bij de productie en/of de verhandeling en/of de verwerking van de in artikel 1 genoemde producten;

zijn opgericht op initiatief van alle of een deel van de aangesloten organisaties of unies;

zijn erkend door de lidstaat waarin zij werkzaam zijn.

Artikel 8

  • 1. 
    De overeenkomstig artikel 110 decies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 door de lidstaten ingehouden bedragen worden bestemd voor de financiering door de Gemeenschap van door organisaties van marktdeelnemers op te stellen driejarige activiteitenprogramma's op een of meer van de volgende gebieden:
  • a) 
    follow-up en administratief beheer van de sector olijfolie en tafelolijven;
  • b) 
    verbetering van de milieueffecten van de olijventeelt;
  • c) 
    verbetering van de kwaliteit van de productie van olijfolie en tafelolijven;
  • d) 
    traceerbaarheidssysteem en certificering en bescherming van de kwaliteit van olijfolie en tafelolijven, in het bijzonder bewaking van de kwaliteit van de aan de eindverbruikers verkochte olijfolien, onder het gezag van de nationale overheid;
  • e) 
    verspreiding van informatie over de activiteiten die organisaties van marktdeelnemers ontplooien ter verbetering van de kwaliteit van olijfolie.
  • 2. 
    De maximale communautaire financiering van de in lid 1 bedoelde activiteitenprogramma's is gelijk aan het door de lidstaten ingehouden deel van de steun. Deze financiering heeft betrekking op de in aanmerking komende kosten met een maximum van:
  • 100% voor de activiteiten op de in lid 1, onder a) en b), bedoelde gebieden,
  • 100% voor de investeringen in vaste activa en 75% voor de andere activiteiten op het in lid 1, onder c), bedoelde gebied,
  • 75% voor de activiteitenprogramma's die in ten minste drie derde landen of niet-producerende lidstaten door erkende organisaties van marktdeelnemers uit ten minste twee producerende lidstaten worden ontplooid op de in lid 1, onder d) en e), bedoelde gebieden, en 50% voor de andere activiteiten op die gebieden.

De lidstaat draagt zorg voor aanvullende financiering tot 50% van de niet door de communautaire financiering gedekte kosten.

  • 3. 
    De lidstaten gaan na of aan de voorwaarden voor de toekenning van de communautaire financiering is voldaan. Daartoe onderwerpen zij de activiteitenprogramma's aan een audit en voeren zij een controleplan uit dat betrekking heeft op een steekproef die is bepaald op basis van een risico-analyse en die ten minste 30% per jaar van de producentenorganisaties en alle andere organisaties van marktdeelnemers die op grond van dit artikel een financiering van de Gemeenschap ontvangen, omvat.

Artikel 9

Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot:

  • a) 
    de voorwaarden voor de erkenning van organisaties van marktdeelnemers of unies daarvan;
  • b) 
    de soorten activiteiten die in aanmerking komen in het kader van programma's op de vijf in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met e), genoemde gebieden;
  • c) 
    de procedures voor de goedkeuring van de programma's door de lidstaten;
  • d) 
    de maatregelen ten aanzien van de controles en de sancties en de audit van de activiteiten-programma's;
  • e) 
    enige andere nadere maatregelen die voor de uitvoering van deze afdeling nodig kunnen zijn.

HOOFDSTUK III

HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN

Artikel 10

  • 1. 
    Voor invoer in de Gemeenschap van de producten van de GN-codes 1509, 1510 00, 0709 90 39, 0711 20 90, 2306 90 19, 1522 00 31 en 1522 00 39 moet een invoercertificaat worden overgelegd.

Invoercertificaten worden door de lidstaten afgegeven aan elkeen die daarom verzoekt, ongeacht diens plaats van vestiging in de Gemeenschap.

  • 2. 
    Invoercertificaten zijn geldig in de hele Gemeenschap. De afgifte van deze certificaten is afhankelijk van het stellen van een zekerheid als garantie dat de producten tijdens de geldig-heidsduur van het certificaat worden ingevoerd. Behalve in geval van overmacht wordt de zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd als de invoer niet of slechts ten dele binnen deze termijn plaatsvindt.
  • 3. 
    Indien dat voor het volgen van de ontwikkelingen op de markt noodzakelijk is, kan volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden besloten dat voor uitvoer uit de Gemeenschap van welke ook van de in artikel 1, onder a), genoemde producten een uitvoercertificaat moet worden overgelegd.
  • 4. 
    De geldigheidsduur van de certificaten en de andere uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 11

  • 1. 
    Tenzij in deze verordening anders is bepaald, gelden voor de in artikel 1 genoemde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 kan, ingeval de marktprijs voor olijfolie in de Gemeenschap gedurende een periode van ten minste drie maanden aanzienlijk hoger is dan 1,6 maal de in artikel 6, lid 1, tweede alinea, vastgestelde gemiddelde prijzen, ter verzekering van een adequate voorziening van de markt van de Gemeenschap met olijfolie via invoer uit derde landen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden besloten om:
  • de toepassing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor olijfolie gedeeltelijk of volledig te schorsen en de nadere bepalingen inzake die schorsing vast te stellen,
  • een invoercontingent voor olijfolie met een verlaagd recht van het gemeenschappelijk douanetarief te openen en de nadere bepalingen inzake het beheer van dat contingent vast te stellen.

Deze maatregelen worden toegepast gedurende de minimaal noodzakelijke periode, die in geen geval doorloopt na het einde van het betrokken verkoopseizoen.

Artikel 12

  • 1. 
    De algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de bijzondere regels voor de toepassing ervan gelden voor de tariefindeling van de onder deze verordening vallende producten. De tariefnomenclatuur die uit de toepassing van deze verordening voortvloeit, wordt overgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief.
  • 2. 
    Tenzij in deze verordening of in krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen anders is bepaald, zijn in het handelsverkeer met derde landen verboden:
  • a) 
    de toepassing van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht;
  • b) 
    de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking.

Artikel 13

Voorzover nodig voor het behoorlijk functioneren van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector olijfolie en tafelolijven, kan de toepassing van de regeling actieve veredeling voor de in artikel 1, onder a) en b), genoemde producten volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure volledig of gedeeltelijk worden verboden.

Artikel 14

  • 1. 
    Als de markt van de Gemeenschap voor een of meer van de in artikel 1 genoemde producten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan die waarschijnlijk de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag in gevaar zullen brengen, kunnen in het handelsverkeer met niet-leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) passende maatregelen worden toegepast totdat de verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is.
  • 2. 
    Als de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, beslist de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief over de noodzakelijke maatregelen. Deze maatregelen worden aan de lidstaten meegedeeld en zijn onmiddellijk van toepassing. Als de Commissie een verzoek van een lidstaat ontvangt, beslist zij daarover binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek.
  • 3. 
    Iedere lidstaat kan maatregelen waartoe de Commissie heeft besloten binnen drie werkdagen na de dag waarop deze zijn meegedeeld, voorleggen aan de Raad. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betrokken maatregel binnen een maand na de datum waarop deze hem is voorgelegd, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen.
  • 4. 
    De krachtens dit artikel vastgestelde bepalingen worden toegepast met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit de in overeenstemming met artikel 300, lid 2, van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

HOOFDSTUK IV

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 15

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, zijn de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing op de productie van en de handel in de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten.

Artikel 16

Door de lidstaten genomen maatregelen die tot doel hebben de prijs van andere plantaardige olien ten opzichte van de prijs van olijfolie te verhogen om een afzetmogelijkheid voor de nationale productie van olijfolie te verzekeren, zijn onverenigbaar met de toepassing van deze verordening.

Artikel 17

De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar alle gegevens die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening en voor de nakoming van de international verplichtingen betreffende olijfolie en tafelolijven.

Uitvoeringsbepalingen om aan te geven welke gegevens nodig zijn, en om de wijze van mededeling en verspreiding ervan te regelen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 18

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comite van beheer voor olijfolie en tafelolijven, hierna "het Comite" genoemd.
  • 2. 
    In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op een maand vastgesteld.

  • 3. 
    Het Comite stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 19

Maatregelen die in noodgevallen zowel noodzakelijk als verantwoord zijn om praktische en specifieke problemen op te lossen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18 bedoelde procedure. Deze maatregelen mogen van bepaalde onderdelen van deze verordening afwijken, maar slechts voorzover en voor zolang dat strikt noodzakelijk is.

Artikel 20

Verordening (EG) nr. 1258/1999 en de ter uitvoering daarvan vastgestelde bepalingen zijn van toepassing voor de uitgaven die de lidstaten verrichten ter nakoming van de verplichtingen krachtens de onderhavige verordening.

HOOFDSTUK V

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Verordening nr. 136/66/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    in artikel 5 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Vanaf het verkoopseizoen 1998/1999 wordt de in lid 1 bedoelde productiesteun vastgesteld op EUR 1322,5/ton.";

  • 2) 
    in artikel 20 quinquies, lid 1, wordt "Voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2003/2004" vervangen door "Met ingang van het verkoopseizoen 1998/1999".

Artikel 22

In artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1638/98 wordt lid 1 geschrapt.

Artikel 23

Verordening (EG) nr. 1873/2002 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    in artikel 2 wordt "Voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004" vervangen door "Met ingang van het verkoopseizoen 2002/2003".
  • 2) 
    in artikel 3 wordt "Voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004" vervangen door "Met ingang van het verkoopseizoen 2002/2003".

Artikel 24

  • 1. 
    De Verordeningen nr. 136/66/EEG, (EEG) nr. 154/75, (EEG) nr. 2754/78, (EEG) nr. 3519/83, (EEG) nr. 2261/84, (EEG) nr. 2262/84, (EEG) nr. 3067/85, (EEG) nr. 1332/92, (EEG) nr. 2159/92, (EEG) nr. 3815/92, (EG) nr. 1414/97, (EG) nr. 1638/98 en (EG) nr. 1873/2002 worden ingetrokken met ingang van 1 november 2005.

De voor het beheer van en de controle op de productiesteun nodige bepalingen blijven evenwel van toepassing voor het beheer van en de controle op de productiesteun voor de verkoopseizoenen tot en met het verkoopseizoen 2004/2005.

Verwijzingen naar de ingetrokken Verordening nr. 136/66/EEG gelden als verwijzingen naar deze verordening.

  • 2. 
    Overgangsmaatregelen kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 25

De bijlage bij Verordening (EEG) nr. 827/68 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 26

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2005/2006. De artikelen 21, 22 en 23 zijn evenwel van toepassing vanaf 1 november 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 29.4.2004.

Voor de Raad De voorzitter M. McDOWELL

BIJLAGE I

BENAMINGEN EN DEFINITIES VAN DE OLIJFOLIEN EN OLIEN VAN PERSKOEKEN VAN OLIJVEN BEDOELD IN ARTIKEL 4

  • 1. 
    OLIJFOLIE VAN EERSTE PERSING

Olie die uit de vrucht van de olijfboom is verkregen langs zuiver mechanische weg of via andere fysische methodes onder omstandigheden waardoor de olie niet wordt aangetast, en die geen andere behandeling heeft ondergaan dan wassen, decanteren, centrifugeren en filtreren, met uitsluiting van olie die is verkregen door middel van oplosmiddelen, door middel van een hulpstof met chemische of biochemische werking of door herverestering, en van alle mengsels met olie van een andere soort.

Deze olie wordt uitsluitend als volgt ingedeeld en omschreven:

  • a) 
    Extra olijfolie van eerste persing

Olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,8 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • b) 
    Olijfolie van eerste persing

Olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 2 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • c) 
    Olijfolie voor verlichting

Olijfolie van eerste persing met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van meer dan 2 gram per 100 gram en/of waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • 2. 
    GERAFFINEERDE OLIJFOLIE

Olijfolie verkregen door raffinering van olijfolie van eerste persing, met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,3 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • 3. 
    OLIJFOLIE - BESTAANDE UIT GERAFFINEERDE OLIJFOLIEN EN OLIJFOLIEN VAN EERSTE PERSING

Olie verkregen door het mengen van geraffineerde olijfolie met olijfolie van eerste persing, andere dan die voor verlichting, met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 1 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • 4. 
    RUWE OLIE UIT PERSKOEKEN VAN OLIJVEN

Olie verkregen uit perskoeken van olijven door behandeling met oplosmiddelen of via fysische methodes, of die, op bepaalde kenmerken na, overeenstemt met olijfolie voor verlichting, met uitsluiting van olie die is verkregen door herverestering, en van alle mengsels met olie van een andere soort, en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • 5. 
    GERAFFINEERDE OLIE UIT PERSKOEKEN VAN OLIJVEN

Olie verkregen door de raffinering van ruwe olie uit perskoeken van olijven, met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 0,3 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

  • 6. 
    OLIE UIT PERSKOEKEN VAN OLIJVEN

Olie verkregen door het mengen van geraffineerde olie uit perskoeken van olijven met olijfolie van eerste persing, andere dan die voor verlichting, met een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van ten hoogste 1 gram per 100 gram en waarvan de andere kenmerken overeenkomen met die welke voor deze categorie zijn vastgesteld.

BIJLAGE II

De bijlage bij Verordening (EEG) nr. 827/68 wordt als volgt gewijzigd:

  • (1) 
    Na GN-code 1108 20 00 en de bijbehorende omschrijving "- inuline" wordt het volgende
 

ingevoegd:

 

"1202 10 90

Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, in de dop, andere

dan voor zaaidoeleinden

1202 20 00

Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, gedopt, ook

indien gebroken

1203 00 00

Kopra

1206 00 91

Zonnebloempitten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden

ex 1206 00 99

 

1207 10 90

Palmnoten en palmpitten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden

1207 20 90

Katoenzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 30 90

Ricinuszaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 40 90

Sesamzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 50 90

Mosterdzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 60 90

Saffloerzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 91 90

Papaverzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

ex 1207 92 98

Karitenoten, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

1207 99 91

Hennepzaad, ook indien gebroken, ander dan voor zaaidoeleinden

ex 1207 99 98

Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, andere dan voor zaai-doeleinden

1208

Meel van oliehoudende zaden en vruchten, ander dan mosterdmeel".

  • (2) 
    Na GN-code 1503 00 met de bijbehorende omschrijving "Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geemulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid" wordt het volgende ingevoegd:

"15 04    Vetten en olien, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien

geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

15 07    Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

15 08    Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch

gewijzigd

15 11    Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

15 12    Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien

geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

15 13    Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan,

ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd 15 14    Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien

geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

ex 1515    Andere plantaardige vetten en vette olien (uitgezonderd jojobaolie van onderverdeling

1515 90 15), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

ex 1516    Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeel-

telijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid (uitgezonderd gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde "opal wax" van onderverdeling 1516 20 10) ex 1517    Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of

plantaardige vetten of olien of van fracties van verschillende vetten en olien bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en olien of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516, uitgezonderd de onderverdelingen 1517 10 10, 1517 90 10 en 1517 90 93 1518 00 31    Mengsels van plantaardige olien, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel

1518 00 39    gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

1522 00 91    Droesem of bezinksel van olie, soapstocks, afkomstig van de bewerking van vet-

stoffen of van dierlijke of plantaardige was, uitgezonderd die welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft

1522 00 99    Andere residu's, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plant

aardige was, uitgezonderd die welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft".

  • (3) 
    Na GN-code 2302 50 00 met de bijbehorende omschrijving "- van peulvruchten" wordt het volgende ingevoegd:
 

"2304 00 00

Perskoeken en andere vaste residu's, verkregen bij de winning van sojaolie, ook

indien fijngemaakt of in pellets

2305 00 00

Perskoeken en andere vaste residu's, verkregen bij de winning van grondnotenolie,

ook indien fijngemaakt of in pellets".

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.