Besluit 2004/227 - Wijziging van Beschikking 2002/736/EG waarbij Griekenland gemachtigd wordt tot afwijking van artikel 2 en artikel 28 bis van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake omzetbelasting

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32004D0227

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32004D0227

2004/227/EG: Beschikking van de Raad van 26 februari 2004 tot wijziging van Beschikking 2002/736/EG waarbij Griekenland gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 2 en artikel 28 bis van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

Publicatieblad Nr. L 070 van 09/03/2004 blz. 0035 - 0036

Beschikking van de Raad

van 26 februari 2004

tot wijziging van Beschikking 2002/736/EG waarbij Griekenland gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 2 en artikel 28 bis van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(2004/227/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag(1), en met name op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen of te verlengen, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te vookomen.
  • (2) 
    Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 10 oktober 2003, heeft de Griekse regering verzocht om verlenging tot 31 december 2006 van Beschikking 2002/736/EG(2) waarbij zij werd gemachtigd een bijzondere belastingregeling toe te passen voor de afvalrecyclingbranche.
  • (3) 
    De andere lidstaten werden op 24 oktober 2003 van het verzoek van Griekenland in kennis gesteld.
  • (4) 
    Bij Beschikking 2002/736/EG werd Griekenland gemachtigd tot 31 december 2003 vrijstelling te verlenen voor:
  • a) 
    intracommunautaire verwervingen en leveringen van afval voor hergebruik, zoals schroot, afval van ijzer en staal, glas, papier en karton, verricht door belastingplichtigen wier omzet van deze producten in het voorgaande jaar minder dan 900000 EUR bedroeg;
  • b) 
    intracommunautaire verwervingen en leveringen van afval van non-ferrometalen, ongeacht de bruto-omzet van de handelaar.
  • (5) 
    Belastingplichtigen wier handelingen binnen de werkingssfeer van bovengenoemde vrijstellingsregeling vallen, kunnen worden gemachtigd, onder de door Griekenland vastgestelde voorwaarden, om hun handelingen niet aan deze regeling te onderwerpen.
  • (6) 
    De afwijkende maatregel was noodzakelijk vanwege de moeilijkheden die zich voordeden bij de bestrijding van de fraude in deze branche, waar bepaalde ondernemers, in hoofdzaak kleine handelaren, hun verplichtingen om de door hen in rekening gebrachte belasting aan de autoriteiten af te dragen, niet nakwamen. Het is bijzonder lastig om de belasting in deze sector te innen, doordat de activiteiten van de handelaren die de regels overtreden, moeilijk na te sporen en te controleren zijn. De afwijking vormt derhalve een effectieve maatregel ter voorkoming van fraude.
  • (7) 
    Op 7 juni 2000 heeft de Commissie een strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel op de korte termijn gepresenteerd, waarin zij zich tot doel stelde het grote aantal afwijkingen dat thans van kracht is, te rationaliseren. In sommige gevallen zou dit evenwel kunnen inhouden dat bepaalde, bijzonder effectieve afwijkingen tot alle lidstaten worden uitgebreid. In haar mededeling van 20 oktober 2003 herhaalt de Commissie de mogelijkheid van dit compromis.
  • (8) 
    Het lijkt derhalve raadzaam de Helleense Republiek een verlenging van de huidige afwijking te verlenen tot de datum waarop een bijzondere BTW-regeling voor de afvalrecyclingbranche in werking treedt, doch uiterlijk tot en met 31 december 2005.
  • (9) 
    Deze derogatie heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen uit de BTW van de Europese Gemeenschappen noch enig effect op het BTW-bedrag dat in rekening wordt gebracht in het stadium van het eindverbruik.
  • (10) 
    Om de ononderbroken toepassing van deze beschikking te verzekeren, dient deze beschikking met terugwerkende kracht van toepassing te zijn,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Beschikking 2002/736/EG wordt "tot en met 31 december 2003" vervangen door: "tot de datum waarop een bijzondere BTW-regeling, houdende wijziging van Richtlijn 77/388/EEG, voor de afvalrecyclingbranche in werking treedt, doch uiterlijk tot en met 31 december 2005".

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Helleense Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 februari 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    Dempsey
  • (1) 
    PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/7/EG (PB L 27 van 30.1.2004, blz. 44).
  • (2) 
    PB L 233 van 30.8.2002, blz. 36.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.