Verordening 2003/2193 - Instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de VS

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003R2193

1.

Wettekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

32003R2193

Verordening (EG) nr. 2193/2003 van de Raad van 8 december 2003 tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika

Publicatieblad Nr. L 328 van 17/12/2003 blz. 0003 - 0012

Verordening (EG) nr. 2193/2003 van de Raad

van 8 december 2003

tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op 20 maart 2000 heeft het orgaan voor geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op verzoek van de Gemeenschap de rapporten van het panel en van de beroepsinstantie goedgekeurd waarin was vastgesteld dat de fiscale behandeling van "Foreign Sales Corporations" (FSC) door de Verenigde Staten van Amerika een op grond van de WTO-overeenkomst verboden exportsubsidie vormde.
  • (2) 
    Op 15 november 2000 hebben de Verenigde Staten van Amerika de "FSC Repeal and Extraterritorial Income Exclusion Act" (wet tot intrekking van de FSC en tot uitsluiting van extraterritoriaal inkomen) van 2000 goedgekeurd. Op 29 januari 2002 heeft het orgaan voor geschillenbeslechting de rapporten van het panel en de beroepsinstantie goedgekeurd waarin was vastgesteld dat laatstgenoemde wet volgens de regels van de WTO ook een verboden exportsubsidie was en dat die wet evenmin intrekking behelsde van de FSC-subsidieregeling. Bijgevolg heeft de Gemeenschap op 7 mei 2003 van het orgaan voor geschillenbeslechting toestemming gekregen om tegenmaatregelen te nemen tot een bedrag van 4043 miljoen USD in de vorm van 100 % extra ad-valoremrechten op sommige producten uit de Verenigde Staten van Amerika.
  • (3) 
    De instelling, in fasen, van aanvullende invoerrechten tot 17 % ad valorem op alle geselecteerde producten uit de Verenigde Staten wordt beschouwd als een eerste passende tegenmaatregel tegen het niet uitvoeren door de VS van de aanbevelingen van het orgaan voor geschillenbeslechting. Wanneer het bovengenoemde niveau aan aanvullende rechten is bereikt, zou de Commissie bij de Raad een voorstel voor verdere actie indienen, afhankelijk van de ontwikkelingen.
  • (4) 
    Ten aanzien van deze geselecteerde producten moeten de tariefconcessies van de Gemeenschap met ingang van 1 maart 2004 worden geschorst. De schorsing van de geconsolideerde tarieven is tijdelijk en wordt slechts toegepast totdat de met de WTO strijdige regeling is afgeschaft. De oorsprong van elk product waarop deze verordening van toepassing is, wordt vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2).
  • (5) 
    Deze aanvullende douanerechten mogen niet worden toegepast op producten waarvoor vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening een invoervergunning met vrijstelling of verlaging van douanerechten is afgegeven.
  • (6) 
    Deze aanvullende douanerechten mogen ook niet worden toegepast op producten waarvoor kan worden aangetoond dat zij vóór de datum van eerste toepassing van de aanvullende douanerechten uit de Verenigde Staten van Amerika naar de Gemeenschap zijn uitgevoerd.
  • (7) 
    De producten waarop de schorsing van concessies van toepassing is, mogen overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(3) eerst na onderzoek in het Comité douanewetboek onder de douaneregeling "behandeling onder douanetoezicht" worden geplaatst,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de in de bijlage bij deze verordening genoemde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika worden de tariefconcessies van de Gemeenschap per 1 maart 2004 geschorst.

Artikel 2

  • 1. 
    Voor de in de bijlage bij deze verordening genoemde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika worden, naast de douanerechten op grond van Verordening (EEG) nr. 2913/92, aanvullende ad-valoremrechten ingesteld, en wel als volgt:
  • 5 % van 1 maart 2004 tot en met 31 maart 2004,
  • 6 % van 1 april 2004 tot en met 30 april 2004,
  • 7 % van 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2004,
  • 8 % van 1 juni 2004 tot en met 30 juni 2004,
  • 9 % van 1 juli 2004 tot en met 31 juli 2004,
  • 10 % van 1 augustus 2004 tot en met 31 augustus 2004,
  • 11 % van 1 september 2004 tot en met 30 september 2004,
  • 12 % van 1 oktober 2004 tot en met 31 oktober 2004,
  • 13 % van 1 november 2004 tot en met 30 november 2004,
  • 14 % van 1 december 2004 tot en met 31 december 2004,
  • 15 % van 1 januari 2005 tot en met 31 januari 2005,
  • 16 % van 1 februari 2005 tot en met 28 februari 2005,
  • 17 % vanaf 1 maart 2005.
  • 2. 
    Na 1 maart 2005 dient de Commissie bij de Raad een voorstel voor herziening van deze verordening in, afhankelijk van de ontwikkelingen.
  • 3. 
    De oorsprong van elk product waarop deze verordening van toepassing is, wordt vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Artikel 3

De Raad trekt deze verordening in, zodra de Verenigde Staten van Amerika de aanbevelingen van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO volledig hebben uitgevoerd.

Artikel 4

  • 1. 
    Het aanvullende douanerecht is niet van toepassing op in de bijlage genoemde producten waarvoor vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening een invoervergunning met vrijstelling of verlaging van douanerechten is afgegeven.
  • 2. 
    Het aanvullende douanerecht is niet van toepassing op in de bijlage genoemde producten waarvan kan worden aangetoond dat zij op de datum waarop deze verordening in werking treedt, reeds onderweg waren naar de Gemeenschap en waarvan de bestemming niet kan worden gewijzigd.
  • 3. 
    In de bijlage genoemde producten kunnen slechts onder de douaneregeling "behandeling onder douanetoezicht" worden geplaatst, overeenkomstig artikel 551, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2454/92, indien in het Comité douanewetboek is onderzocht of aan de economische voorwaarden is voldaan, tenzij de producten en behandelingen worden genoemd in bijlage 76, deel A, bij die verordening.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    Frattini
  • (1) 
    PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 114.
  • (2) 
    PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17).
  • (3) 
    Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1335/2003 (PB L 187 van 26.7.2003, blz. 16).

BIJLAGE

De producten waarop de aanvullende rechten zullen worden toegepast, worden aan de hand van hun achtcijferige GN-codes geïdentificeerd. De omschrijving bij deze codes is te vinden in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(1). De omschrijving van de GN-hoofdstukken met twee cijfers wordt slechts ter informatie gegeven.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • (1) 
    PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 1871/2003 van de Commissie (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 5).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.