Richtlijn 2001/19 - Wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (Voor de EER relevante tekst.) - Verklaringen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001L0019

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001L0019

Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (Voor de EER relevante tekst.) - Verklaringen

Publicatieblad Nr. L 206 van 31/07/2001 blz. 0001 - 0051

Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 14 mei 2001

tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 40, artikel 47, lid 1, en lid 2, eerste en derde zin, en artikel 55,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,(3) gezien de gemeenschappelijke ontwerp-tekst die op 15 januari 2001 door het bemiddelingscomité is goedgekeurd,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op 16 februari 1996 heeft de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een rapport ingediend over de stand van de toepassing van het algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's, opgesteld op grond van artikel 13 van Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's, waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten(4); in dit rapport is door de Commissie toegezegd dat zij de mogelijkheid zal onderzoeken om in deze richtlijn de verplichting op te nemen om bij de behandeling van verzoeken om erkenning rekening te houden met de beroepservaring die na het verwerven van het diploma is opgedaan; de Commissie heeft eveneens toegezegd na te gaan of het begrip gereglementeerde opleiding erin kan worden opgenomen en hoe de rol van de coördinatiegroep ingesteld bij artikel 9, lid 2, van Richtlijn 89/48/EEG kan worden versterkt om meer uniformiteit te waarborgen bij de interpretatie en de toepassing van de richtlijn.
  • (2) 
    Het begrip "gereglementeerde opleiding", dat bij Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG(5) is ingevoerd, dient te worden uitgebreid tot het eerste algemeen stelsel, en wel volgens dezelfde beginselen en dezelfde regels; de keuze van de middelen om de beroepen te definiëren waarvoor een gereglementeerde opleiding vereist is, moet aan elke lidstaat afzonderlijk worden overgelaten.
  • (3) 
    De twee richtlijnen betreffende het algemeen stelsel bieden de ontvangende lidstaat de mogelijkheid om op bepaalde voorwaarden compenserende maatregelen op te leggen aan de aanvrager, met name wanneer diens opleiding betrekking heeft op theoretische en/of praktijkgerichte vakken die wezenlijk verschillen van die welke worden bestreken door het in de ontvangende lidstaat voorgeschreven diploma; krachtens de artikelen 39 en 43 van het Verdrag, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen(6), is het aan de ontvangende lidstaat om te beoordelen of opgedane beroepservaring kan volstaan als bewijs dat de ontbrekende kennis is verworven; omwille van de duidelijkheid en ten behoeve van de rechtszekerheid van personen die hun beroep in een andere lidstaat willen uitoefenen, is het wenselijk om in het algemeen stelsel de verplichting op te nemen dat de ontvangende lidstaat nagaat of de beroepservaring die de aanvrager na het behalen van diens opleidingstitel(s) heeft verworven, de onderhavige vakgebieden bestrijkt.
  • (4) 
    De coördinatieprocedure die voorzien is in de twee richtlijnen betreffende het algemeen stelsel, dient verbeterd en vergemakkelijkt te worden door de coördinatiegroep in staat te stellen adviezen uit te brengen en openbaar te maken over vraagstukken in verband met de praktische toepassing van het algemeen stelsel die door de Commissie aan haar worden voorgelegd.
  • (5) 
    De Commissie heeft in haar Mededeling aan de Raad en het Europees Parlement over het SLIM-initiatief toegezegd dat zij voor de erkenning van diploma's met voorstellen zou komen tot vereenvoudiging van de procedure voor de bijwerking van de lijsten van de voor automatische erkenning in aanmerking komende diploma's; in Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels(7) is een eenvoudige regeling voorzien voor de erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de huisarts; de ervaring heeft geleerd dat deze aanpak voldoende rechtszekerheid biedt; het is wenselijk deze aanpak ook toe te passen voor de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, apotheker of arts, als bedoeld in de Richtlijnen 77/452/EEG(8), 77/453/EEG(9), 78/686/EEG(10), 78/687/EEG(11), 78/1026/EEG(12), 78/1027/EEG(13), 80/154/EEG(14), 80/155/EEG(15), 85/432/EEG(16), 85/433/EEG(17) en 93/16/EEG van de Raad.
  • (6) 
    Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn de lidstaten niet verplicht de diploma's, certificaten en andere titels te erkennen die niet zijn verkregen als afsluiting van een in een van de lidstaten van de Gemeenschap gevolgde opleiding(18); de lidstaten zijn echter gehouden de beroepservaring die de betrokkene in een andere lidstaat heeft verworven, in aanmerking te nemen(19). Derhalve dient in de sectorale richtlijnen te worden bepaald dat de erkenning door een lidstaat van een diploma, certificaat of andere titel ter afsluiting van een in een derde land gevolgde opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker of arts, alsmede de beroepservaring die de betrokkene in een lidstaat heeft verworven, moeten worden aangemerkt als voor de Gemeenschap relevante gegevens die door de overige lidstaten moeten worden onderzocht.
  • (7) 
    Er dient te worden aangegeven binnen welke termijn de lidstaten een besluit moeten nemen over verzoeken om erkenning van diploma's, certificaten of andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker of arts die in een derde land zijn behaald.
  • (8) 
    Een leven lang leren is gezien de snel voortschrijdende technische en wetenschappelijke vooruitgang van bijzonder groot belang in de geneeskunde. Het wordt aan de lidstaten overgelaten hoe zij er voor zorgen dat artsen na hun opleiding door passende nascholing hun kennis van de vooruitgang in de geneeskunde bijhouden. Het huidige stelsel van wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties blijft ongewijzigd.
  • (9) 
    Bij een nationale rechterlijke instantie moet beroep kunnen worden aangetekend wanneer een verzoek wordt afgewezen of wanneer er binnen de gestelde termijn geen besluit wordt genomen; ieder besluit van de lidstaten inzake de erkenning van diploma's, certificaten of andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker of arts dient met redenen te worden omkleed; indien een lidstaat besluit een diploma te erkennen staat het deze lidstaat vrij al dan niet de redenen hiervoor te geven.
  • (10) 
    Omwille van de billijkheid dienen overgangsmaatregelen te worden getroffen voor bepaalde beoefenaars der tandheelkunde in Italië die in het bezit zijn van diploma's, certificaten en andere titels van arts die in Italië zijn afgegeven ter afsluiting van opleidingen tot arts die zijn aangevangen na de uiterste datum die in artikel 19 van Richtlijn 78/686/EEG is vastgesteld.
  • (11) 
    Bij artikel 15 van Richtlijn 85/384/EEG van de Raad(20) is voorzien in een afwijking voor een overgangsperiode die thans is verstreken; deze bepaling dient te worden ingetrokken.
  • (12) 
    In artikel 24 van Richtlijn 85/384/EEG dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de formaliteiten die vereist zijn in geval van vestiging en die welke vereist zijn in geval van dienstverrichtingen, teneinde aldus het vrij verrichten van diensten op het gebied van de architectuur te vergemakkelijken.
  • (13) 
    Om redenen van gelijke behandeling dient te worden voorzien in overgangsmaatregelen voor bepaalde houders van diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie die in Italië zijn afgegeven ter afsluiting van opleidingen die niet geheel in overeenstemming zijn met Richtlijn 85/432/EEG van de Raad.
  • (14) 
    Het is wenselijk om de rechtsgevolgen van de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie uit te breiden, teneinde de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging tussen de Helleense Republiek en de overige lidstaten te vergemakkelijken; derhalve dient de ontheffing vervat in artikel 3 van Richtlijn 85/433/EEG te worden ingetrokken.
  • (15) 
    De Commissie heeft in haar verslag over de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde, zoals bedoeld in titel IV van Richtlijn 93/16/EEG aanbevolen om de bepalingen inzake de deeltijdse opleiding in de huisartsgeneeskunde in overeenstemming te brengen met die voor alle andere medische specialismen.
  • (16) 
    De richtlijnen betreffende het algemeen stelsel en de sectorale richtlijnen dienen te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

AFDELING 1

WIJZIGINGEN IN DE RICHTLIJNEN BETREFFENDE HET ALGEMEEN STELSEL

Artikel 1

Richtlijn 89/48/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in punt a) wordt het tweede streepje vervangen door de volgende tekst: "- waaruit blijkt dat de houder met succes een postsecundaire studiecylus van ten minste drie jaar of een gelijkwaardige deeltijdstudie heeft gevolgd aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of een andere instelling van gelijkwaardig opleidingsniveau en, in voorkomend geval, dat hij met succes de beroepsopleiding heeft gevolgd die in aanvulling op de postsecundaire studiecyclus wordt vereist, en"
  • b) 
    het volgende punt wordt ingevoegd: "d bis) gereglementeerde opleiding: alle opleidingen
  • die rechtstreeks gericht zijn op de uitoefening van een bepaald beroep, en
  • die bestaan in een postsecundaire studie van ten minste drie jaar, of uit een met deze studieduur overeenstemmende deeltijdse studie, aan een universiteit, een instelling voor hoger onderwijs of een instelling van gelijkwaardig niveau, en, in voorkomend geval, uit de bovenop de postsecundaire studie vereiste beroepsopleiding, beroepsstage of praktijkervaring; de structuur en het niveau van de beroepsopleiding, beroepsstage of praktijkervaring worden vastgelegd bij de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de betrokken lidstaat of worden door de hiertoe aangewezen instantie gecontroleerd of erkend.";
  • 2) 
    in artikel 3, onder b), wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd: "De in de eerste alinea van dit punt bedoelde beroepservaring van twee jaar mag echter niet worden geëist wanneer de aanvrager met de in dit punt bedoelde opleidingstitel(s) een gereglementeerde opleiding heeft afgesloten.";
  • 3) 
    in artikel 4, lid 1, onder b), wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd: "Indien de ontvangende lidstaat overweegt om van de aanvrager te verlangen dat deze een aanpassingsstage volbrengt of een proeve van bekwaamheid aflegt, moet hij eerst nagaan of de kennis die de aanvrager tijdens zijn beroepservaring heeft verworven, van dien aard is dat het wezenlijke verschil als bedoeld in de eerste alinea daardoor geheel of ten dele wordt ondervangen.";
  • 4) 
    de volgende leden worden toegevoegd aan artikel 6: "5. Wanneer een bewijs van financiële draagkracht is vereist voor de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep in de ontvangende lidstaat, aanvaardt deze lidstaat attesten die zijn afgegeven door banken in de lidstaat van oorsprong of in de lidstaat van herkomst als gelijkwaardig aan die welke op zijn eigen grondgebied worden afgegeven.
  • 6. 
    Wanneer de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat van de eigen onderdanen die toegang willen tot een gereglementeerd beroep of een dergelijk beroep willen uitoefenen, eist dat zij verzekerd zijn tegen de financiële risico's van hun beroepsaansprakelijkheid, aanvaardt deze lidstaat attesten van verzekeringsmaatschappijen in andere lidstaten als gelijkwaardig aan die welke op zijn eigen grondgebied worden afgegeven. Die attesten vermelden dat de verzekeraar de in de ontvangende lidstaat van kracht zijnde wetten en voorschriften heeft nageleefd voor wat betreft de voorwaarden en de reikwijdte van de dekking. Zij mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden.";
  • 5) 
    in artikel 9, lid 2, tweede alinea, wordt het eerste streepje vervangen door: "- de tenuitvoerlegging van deze richtlijn te vergemakkelijken, met name door adviezen uit te brengen en openbaar te maken over vraagstukken die door de Commissie aan haar worden voorgelegd,".

Artikel 2

Richtlijn 92/51/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    in artikel 4, lid 1, onder b), wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd: "Indien de ontvangende lidstaat overweegt om van de aanvrager te verlangen dat deze een aanpassingsstage volbrengt of een proeve van bekwaamheid aflegt, moet hij eerst nagaan of de kennis die de aanvrager tijdens zijn beroepservaring heeft verworven, van dien aard is dat het wezenlijke verschil als bedoeld in de eerste alinea daardoor geheel of ten dele wordt ondervangen.";
  • 2) 
    in artikel 5 wordt na de tweede alinea de volgende alinea ingevoegd: "Indien de ontvangende lidstaat overweegt om van de aanvrager te verlangen dat deze een aanpassingsstage volbrengt of een proeve van bekwaamheid aflegt, moet hij eerst nagaan of de kennis die de aanvrager tijdens zijn beroepservaring heeft verworven van dien aard is dat het wezenlijke verschil tussen het diploma en het certificaat daardoor geheel of ten dele worden ondervangen.";
  • 3) 
    in artikel 7, onder a), wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd: "Indien de ontvangende lidstaat overweegt om van de aanvrager te verlangen dat deze een aanpassingsstage volbrengt of een proeve van bekwaamheid aflegt, moet hij eerst nagaan of de kennis die de aanvrager tijdens zijn beroepservaring heeft verworven, van dien aard is dat het wezenlijke verschil als bedoeld in de eerste alinea daardoor geheel of ten dele wordt ondervangen.";
  • 4) 
    aan artikel 10 worden de volgende leden toegevoegd: "5. Wanneer een bewijs van financiële draagkracht is vereist voor de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep in de ontvangende lidstaat, aanvaardt deze lidstaat attesten die zijn afgegeven door banken in de lidstaat van oorsprong of in de lidstaat van herkomst als gelijkwaardig aan die welke op zijn eigen grondgebied worden afgegeven.
  • 6. 
    Wanneer de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat van de eigen onderdanen die toegang willen tot een gereglementeerd beroep of een dergelijk beroep willen uitoefenen, eist dat zij verzekerd zijn tegen de financiële risico's van hun beroepsaansprakelijkheid, aanvaardt deze lidstaat attesten van verzekeringsmaatschappijen in andere lidstaten als gelijkwaardig aan die welke op zijn eigen grondgebied worden afgegeven. Die attesten vermelden dat de verzekeraar de in de ontvangende lidstaat van kracht zijnde wetten en voorschriften heeft nageleefd voor wat betreft de voorwaarden en de reikwijdte van de dekking. Zij mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden.";
  • 5) 
    in artikel 13, lid 2, tweede alinea, wordt het eerste streepje vervangen door: "- de tenuitvoerlegging van deze richtlijn te vergemakkelijken, met name door adviezen uit te brengen en openbaar te maken over vraagstukken die door de Commissie aan haar worden voorgelegd,";
  • 6) 
    aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd: "8. De wijzigingen die overeenkomstig de hierboven bepaalde procedure in de lijsten van opleidingen in de bijlagen C en D worden aangebracht, zijn op de door de Commissie vastgestelde datum onmiddellijk van toepassing".

AFDELING 2

WIJZIGINGEN IN DE SECTORALE RICHTLIJNEN

Afdeling 2.1

Verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige)

Artikel 3

Richtlijn 77/452/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    (heeft uitsluitend betrekking op de Griekse versie)
  • 2. 
    in artikel 2 worden de woorden "in artikel 3 vermelde" vervangen door "in de bijlage vermelde";
  • 3. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 4. 
    de verwijzingen naar artikel 3 worden opgevat als verwijzingen naar de bijlage;
  • 5. 
    (heeft uitsluitend betrekking op de Griekse versie)
  • 6. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 18a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 18b

Iedere lidstaat erkent ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met de voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 18c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding en/of verworven beroepservaring. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 18d

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgeschreven termijn geen besluit is genomen.";

  • 7) 
    de bijlage opgenomen in bijlage I bij deze richtlijn wordt toegevoegd.

Artikel 4

Richtlijn 77/453/EEG wordt als volgt gewijzigd:

in artikel 1, lid 1, worden de woorden "als bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 77/452/EEG" vervangen door "als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 77/452/EEG".

Afdeling 2.2

Beoefenaars der tandheelkunde

Artikel 5

Richtlijn 78/686/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2 worden de woorden "in artikel 3 van deze richtlijn" vervangen door "in bijlage A bij deze richtlijn";
  • 2. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 3. 
    het opschrift van hoofdstuk III wordt vervangen door: "Diploma's, certificaten en andere titels van specialist in de tandheelkunde";
  • 4. 
    artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4

Elke lidstaat waar op dit gebied wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen gelden, erkent de in bijlage B vermelde diploma's, certificaten en andere titels van in de orthodontie en in de kaakchirurgie gespecialiseerde beoefenaars der tandheelkunde die overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 78/687/EEG door andere lidstaten, aan onderdanen van lidstaten afgegeven, door daaraan op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de diploma's, certificaten en andere titels die hij zelf afgeeft.";

  • 5. 
    artikel 5 wordt geschrapt;
  • 6. 
    artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: "Hij neemt eveneens hun eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en bij- en nascholing in aanmerking.";
  • b) 
    lid 3 wordt vervangen door: "3. Na onderzoek van de inhoud en de duur van de opleiding van de betrokkene aan de hand van de voorgelegde diploma's, certificaten en andere titels en rekening houdend met diens eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en na- en bijscholing, stellen de bevoegde autoriteiten of instanties van de ontvangende lidstaat de betrokkene in kennis van de duur van de aanvullende opleiding die moet worden gevolgd, alsmede van de gebieden die deze moet bestrijken.";
  • c) 
    er wordt een lid 4 toegevoegd dat luidt: "4. De lidstaat neemt een besluit binnen vier maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend";
  • 7. 
    de bestaande twee alinea's van artikel 19 worden lid 1 en er wordt een lid 2 toegevoegd dat luidt: "2. De lidstaten erkennen de diploma's, certificaten en andere titels van arts welke in Italië zijn afgegeven aan personen die hun universitaire artsenopleiding hebben aangevangen en tussen 28 januari 1980 en 31 december 1984 en die vergezeld gaan van een door de bevoegde Italiaanse autoriteiten afgegeven bewijsstuk, waaruit blijkt:
  • dat deze personen met goed gevolg de bijzondere proeve van bekwaamheid hebben afgelegd die de bevoegde autoriteiten in Italië hebben georganiseerd teneinde na te gaan of de kennis en bekwaamheden van de betrokkenen op een niveau liggen dat vergelijkbaar is met dat van de houders van het diploma dat voor Italië in bijlage A is vermeld;
  • dat zij in Italië in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan de afgifte van het bewijsstuk gedurende ten minste drie achtereenvolgende jaren daadwerkelijk, wettig en als hoofdwerkzaamheid de werkzaamheden bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 78/687/EEG hebben uitgeoefend;
  • en dat zij bevoegd zijn de werkzaamheden bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 78/687/EEG uit te oefenen, of dat zij deze daadwerkelijk, wettig en als hoofdwerkzaamheid uitoefenen, onder dezelfde voorwaarden als de houders van het diploma dat voor Italië in bijlage A is vermeld.

Van de in het eerste streepje bedoelde proeve van bekwaamheid zijn vrijgesteld, de personen die met succes een studie van ten minste drie jaar hebben volbracht die volgens een officiële verklaring van de bevoegde autoriteiten gelijkwaardig is aan de opleiding bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 78/687/EEG.";

  • 8. 
    de verwijzingen naar de artikelen 3 en 5 moeten worden opgevat als verwijzingen naar respectievelijk de bijlagen A en B;
  • 9. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 23a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 23b

Iedere lidstaat erkent, ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met de voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 23c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding en/of verworven beroepservaring. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 23d

Indien de aanvraag wordt geweigerd moeten de besluiten van de lidstaten inzake verzoeken om erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt met redenen worden omkleed.

Een aanvrager moet tegen deze besluiten beroep in kunnen stellen bij een nationale rechterlijke instantie. Indien er geen besluit wordt genomen kan de aanvrager eveneens in beroep gaan, binnen de gestelde termijn.";

  • 10. 
    bijlagen A en B opgenomen in de bijlage II bij deze richtlijn worden toegevoegd.

Artikel 6

In artikel 1, lid 1, van Richtlijn 78/687/EEG worden de woorden "als bedoeld in artikel 3 van dezelfde richtlijn" vervangen door "als bedoeld in de bijlagen A en B bij dezelfde richtlijn".

Afdeling 2.3

Dierenartsen

Artikel 7

Richtlijn 78/1026/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2 worden de woorden "in artikel 3" vervangen door "in de bijlage";
  • 2. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 3. 
    de verwijzingen naar artikel 3 worden opgevat als verwijzingen naar de bijlage;
  • 4. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 17a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 17b

Iedere lidstaat erkent ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met de voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 17c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding, eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en bij- en nascholing. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 17d

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgeschreven termijn geen besluit is genomen.";

  • 5. 
    de bijlage opgenomen in bijlage III bij deze richtlijn wordt toegevoegd.

Artikel 8

In artikel 1, lid 1, van Richtlijn 78/1027/EEG van de Raad worden de woorden "als bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 78/1026/EEG" vervangen door "als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 78/1026/EEG".

Afdeling 2.4

Verloskundigen

Artikel 9

Richtlijn 80/154/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2, lid 1, worden de woorden "in artikel 3 worden vermeld" vervangen door "in de bijlage worden vermeld";
  • 2. 
    in artikel 2, lid 1, vierde en vijfde streepje, worden de woorden "bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 77/452/EEG" vervangen door "bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 77/452/EEG";
  • 3. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 4. 
    de verwijzingen naar artikel 3 worden opgevat als verwijzingen naar de bijlage;
  • 5. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 19a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 19b

Iedere lidstaat erkent ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met de voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 19c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding, eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en bij- en nascholing. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 19d

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgestelde termijn geen besluit is genomen.";

  • 6. 
    de bijlage opgenomen in bijlage IV bij deze richtlijn wordt toegevoegd.

Artikel 10

Richtlijn 80/155/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 1, lid 1, worden de woorden "als bedoeld in artikel 3" vervangen door "als bedoeld in de bijlage";
  • 2. 
    in artikel 1, lid 2, tweede streepje, worden de woorden "bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 77/452/EEG" vervangen door "bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 77/452/EEG".

Afdeling 2.5

Architecten

Artikel 11

Richtlijn 85/384/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 6

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding en/of verworven beroepservaring. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 6a

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgestelde termijn geen besluit is genomen.";

  • 2. 
    artikel 15 wordt geschrapt;
  • 3. 
    in artikel 24, lid 1, worden de woorden "overeenkomstig de artikelen 17 en 18" vervangen door "overeenkomstig de artikelen 17 en 18 in geval van vestiging en overeenkomstig artikel 22 in geval van dienstverrichtingen".

Afdeling 2.6

Apothekers

Artikel 12

Aan artikel 2 van Richtlijn 85/432/EEG wordt een nieuw punt toegevoegd dat luidt: "6. Bij wijze van overgangsmaatregel en in afwijking van de leden 3 en 5, mag Italië ten aanzien van personen die hun opleiding in de farmacie vóór 1 november 1993 zijn begonnen en vóór 1 november 2003 hebben afgerond, de toepassing handhaven van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die voorzagen in een opleiding welke niet binnen de in artikel 5 gestelde termijn volledig in overeenstemming is gebracht met de in dit artikel opgenomen opleidingseisen.

Iedere ontvangende lidstaat is gerechtigd om van de houders van diploma's, certificaten en andere titels in de farmacie die in Italië zijn afgegeven ter afsluiting van opleidingen die vóór 1 november 1993 zijn begonnen en vóór 1 november 2003 zijn afgerond, te verlangen dat hun diploma's, certificaten en andere titels vergezeld gaan van een verklaring waarin wordt bevestigd dat zij in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan de afgifte van de verklaring gedurende ten minste drie achtereenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze de in artikel 1, lid 2, bedoelde werkzaamheden hebben uitgeoefend, voorzover deze in Italië gereglementeerd zijn.".

Artikel 13

Richtlijn 85/433/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 1 worden de woorden "in artikel 4 genoemde" vervangen door "in de bijlage genoemde";
  • 2. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 3. 
    artikel 4 wordt geschrapt;
  • 4. 
    de verwijzingen naar het geschrapte artikel 4 worden opgevat als verwijzingen naar de bijlage;
  • 5. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 18a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 18b

Iedere lidstaat erkent ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 18c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding, eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en bij- en nascholing. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 18d

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgestelde termijn geen besluit is genomen.";

  • 6. 
    de bijlage opgenomen in bijlage V bij deze richtlijn wordt toegevoegd.

Afdeling 2.7

Artsen

Artikel 14

Richtlijn 93/16/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2 worden de woorden "in artikel 3 vermelde" vervangen door "in bijlage A vermelde";
  • 2. 
    artikel 3 wordt geschrapt;
  • 3. 
    het opschrift van hoofdstuk II wordt vervangen door: "Diploma's, certificaten en andere titels van specialist";
  • 4. 
    artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4

Elke lidstaat waar op dit gebied wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gelden, erkent de in de bijlagen B en C vermelde diploma's, certificaten en andere titels van de specialist die overeenkomstig de artikelen 24, 25, 26 en 29 door andere lidstaten aan onderdanen van lidstaten zijn afgegeven, door daaraan op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als die van de certificaten en andere titels die hij zelf afgeeft.";

  • 5. 
    artikel 5 wordt vervangen door: "Artikel 5

De in artikel 4 bedoelde diploma's, certificaten en andere titels zijn die welke door de in bijlage B genoemde bevoegde autoriteiten of instanties zijn afgegeven en voor de desbetreffende gespecialiseerde opleiding beantwoorden aan de benamingen die voor de lidstaten waar deze opleiding bestaat, vermeld zijn in bijlage C.";

  • 6. 
    het opschrift van hoofdstuk III alsmede de artikelen 6 en 7 worden geschrapt;
  • 7. 
    artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: "Hij neemt eveneens hun beroepservaring, aanvullende opleiding en medische bij- en nascholing in aanmerking.";
  • b) 
    lid 3 wordt vervangen door: "3. Na onderzoek van de inhoud en de duur van de opleiding van de betrokkene aan de hand van de voorgelegde diploma's, certificaten en andere titels en rekening houdend met de beroepservaring, aanvullende opleiding en medische bij- en nascholing, stellen de bevoegde autoriteiten en instanties van de ontvangende lidstaat de betrokkene in kennis van de duur van de aanvullende opleiding die moet worden gevolgd, alsmede van de gebieden die deze opleiding moet bestrijken.";
  • c) 
    er wordt een nieuw lid 4 toegevoegd dat als volgt luidt: "4. De lidstaat neemt een besluit binnen vier maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.";
  • 8. 
    aan artikel 9 wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd: "2 bis. De lidstaten erkennen de titels van de specialist welke in Spanje zijn afgegeven aan artsen die vóór 1 januari 1995 een specialistenopleiding hebben voltooid die niet voldeed aan de formele opleidingsvoorwaarden van de artikelen 24 tot en met 27, mits deze titels vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde Spaanse autoriteiten waaruit blijkt, dat de betrokkene met goed gevolg heeft deelgenomen aan de proeve van specifieke beroepsbekwaamheid in het kader van de speciale regularisatiemaatregelen van Koninklijk Besluit 1497/99 waarbij wordt getoetst of het niveau van kennis en bekwaamheid van betrokkene vergelijkbaar is met dat van de artsen met de titel van specialist zoals voor Spanje vermeld in de artikelen 5, lid 3, en 7, lid 2.";
  • 9. 
    aan artikel 23 van Richtlijn 93/16 wordt het volgende lid 6 toegevoegd: "6. Overeenkomstig de in elke lidstaat geldende voorwaarden dient er door middel van nascholing voor te worden gezorgd, dat personen die hun studie hebben voltooid op de hoogte kunnen blijven van de vooruitgang in de geneeskunde".;
  • 10. 
    in artikel 24, lid 1, wordt littera a) vervangen door: "a) in het kader van de in artikel 23 bedoelde opleidingscyclus zijn met goed gevolg zes studiejaren volbracht, tijdens welke voldoende kennis op het gebied van de algemene geneeskunde is verworven.";
  • 11. 
    de artikelen 26 en 27 worden vervangen door: "Artikel 26

De lidstaten waar op dit gebied wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gelden, dragen er zorg voor dat de minimumduur van de specialistenopleidingen niet korter is dan de duur die voor elk van deze opleidingen in bijlage C vermeld is. Deze minimumduur wordt gewijzigd volgens de procedure van artikel 44 bis, lid 3.";

  • 12. 
    artikel 30 wordt vervangen door: "Artikel 30

Elke lidstaat op wiens grondgebied een volledige studie in de zin van artikel 23 wordt aangeboden voert een specifieke opleiding in op het gebied van de huisartsgeneeskunde, die minimaal voldoet aan de voorwaarden overeenkomstig de artikelen 31 en 32, en wel in zodanige vorm dat de eerste diploma's, certificaten of andere titels in verband met deze specifieke opleiding niet later dan op 1 januari 2006 worden uitgereikt.";

  • 13. 
    artikel 31, lid 1, onder b), wordt vervangen door: "b) bij voltijds onderwijs ten minste drie jaar duren en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten of organen worden gegeven;";
  • 14. 
    artikel 31, lid 2, wordt vervangen door: "2. Wanneer de in artikel 23 bedoelde opleidingscyclus een praktische opleiding omvat die wordt gegeven in een erkend ziekenhuis dat beschikt over de nodige uitrusting en diensten op het gebied van de huisartsgeneeskunde of in het kader van een erkende huisartsenpraktijk of een erkend centrum waar artsen een eerstelijnszorg verstrekken, kan de duur van deze praktische opleiding worden meegerekend als deel van de periode als bedoeld in lid 1, onder b), met een maximum van één jaar. Deze mogelijkheid bestaat slechts voor de lidstaten waar de duur van de specifieke opleiding op het gebied van de huisartsgeneeskunde per 1 januari 2001 twee jaar bedraagt.

Indien de Commissie bij de toepassing van dit lid vaststelt dat zich voor een lidstaat aanzienlijke problemen voordoen in verhouding tot het opleidingsniveau als vermeld in lid 1, onder b), wint zij het advies in van het bij Besluit 75/365/EEG van de Raad(21) ingestelde Comité van hooggeplaatste ambtenaren van volkgezondheid, en deelt zij dit mee aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie dient, in voorkomend geval, bij het Europees Parlement en de Raad voorstellen in voor een grotere coördinatie van de duur van de specifieke opleiding op het gebied van de huisartsgeneeskunde.";

  • 15. 
    in artikel 34, lid 1, tweede streepje, wordt "60 %" vervangen door "50 %";
  • 16. 
    de verwijzingen naar de artikelen 3, 6, 7 en 27 worden opgevat als verwijzingen naar respectievelijk bijlage A, artikel 4, artikel 5 en artikel 26;
  • 17. 
    de volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 42a

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen wat betreft de afgifte van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt. De Commissie doet hiervan mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen onder vermelding van de benamingen die door de lidstaten werden vastgesteld voor de diploma's, certificaten en andere titels en in voorkomend geval voor de beroepstitel.

Artikel 42b

Iedere lidstaat erkent ten aanzien van onderdanen van lidstaten van wie de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt niet overeenstemmen met de voor de betrokken lidstaat in deze richtlijn opgenomen benamingen, de door de betrokken lidstaat afgegeven diploma's, certificaten en andere titels als genoegzaam bewijs, mits zij vergezeld gaan van een verklaring van de bevoegde autoriteiten of instanties van de betrokken lidstaat. Die verklaring bevestigt, dat de diploma's, certificaten en andere titels zijn afgegeven ter afsluiting van een opleiding die voldoet aan deze richtlijn en die de afgevende lidstaat gelijkstelt met de opleidingen waarvan de benamingen in deze richtlijn zijn opgenomen.

Artikel 42c

De lidstaten onderzoeken de buiten de Europese Unie behaalde diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt wanneer deze diploma's, certificaten en andere titels reeds in een andere lidstaat werden erkend; evenals de ontvangen opleiding, eventuele beroepservaring, aanvullende opleiding en bij- en nascholing. De lidstaat neemt een besluit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop het volledige dossier door de betrokkene is ingediend.

Artikel 42d

Afwijzingen van verzoeken tot erkenning van diploma's, certificaten en andere titels op het gebied dat onder deze richtlijn valt, worden door de lidstaten met redenen omkleed.

De aanvrager moet tegen deze besluiten een rechtsgeding kunnen instellen overeenkomstig het nationale recht. Hetzelfde geldt ingeval binnen de voorgestelde termijn geen besluit is genomen.";

  • 18. 
    artikel 44 bis wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1 worden de woorden "wanneer naar dit artikel wordt verwezen" vervangen door "wanneer naar de procedure van dit artikel wordt verwezen";
  • b) 
    lid 2 wordt geschrapt;
  • 19. 
    de bijlagen A, B en C opgenomen in bijlage VI bij deze richtlijn worden toegevoegd.

AFDELING 3

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

De Commissie doet het Europees Parlement en de Raad uiterlijk 1 januari 2008 een verslag toekomen over de stand van de toepassing van artikel 1, punten 1 en 2, in de lidstaten.

Na alle nodige raadplegingen, legt de Commissie haar conclusies voor met betrekking tot de wijzigingen die in de bestaande regeling in artikel 1, punten 1 en 2, kunnen worden aangebracht. De Commissie dient in voorkomend geval ook voorstellen in ter verbetering van de bestaande regeling.

Artikel 16

  • 1. 
    De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk 1 januari 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 17

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 18

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2001.

Voor het Europees Parlement

De voorzitster

  • N. 
    Fontaine

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    Lindh
  • (1) 
    PB C 28 van 26.1.1998, blz. 1.
  • (2) 
    PB C 235 van 27.7.1998, blz. 53.
  • (3) 
    Advies van het Europees Parlement van 2 juli 1998 (PB C 226 van 20.7.1998, blz. 26) bevestigd op 27 oktober 1999, gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 maart 2000 (PB C 119 van 27.4.2000, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 5 juli 2000 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Besluit van het Europees Parlement van 1 februari 2001 en besluit van de Raad van 26 februari 2001.
  • (4) 
    PB L 19 van 24.1.1989, blz. 16.
  • (5) 
    PB L 209 van 24.7.1992, blz. 25. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/5/EG van de Commissie (PB L 54 van 26.2.2000, blz. 42).
  • (6) 
    Zaak C-340/89, Vlassopoulou, Jurispr. 1991, blz. I-2357.
  • (7) 
    PB L 165 van 7.7.1993, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/46/EG (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 25).
  • (8) 
    PB L 176 van 15.7.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (9) 
    PB L 176 van 15.7.1977, blz. 8. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 89/595/EEG (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 30).
  • (10) 
    PB L 233 van 24.8.1978, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (11) 
    PB L 233 van 24.8.1978, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (12) 
    PB L 362 van 23.12.1978, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (13) 
    PB L 362 van 23.12.1978, blz. 7. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 89/594/EEG (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19).
  • (14) 
    PB L 33 van 11.2.1980, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (15) 
    PB L 33 van 11.2.1980, blz. 8. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 89/594/EEG.
  • (16) 
    PB L 253 van 24.9.1985, blz. 34.
  • (17) 
    PB L 253 van 24.9.1985, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (18) 
    Zaak C-154/93, Tawil Albertini, Jurispr. 1994, blz. I-451.
  • (19) 
    Zaak C-319/92, Haim, Jurispr. 1994, blz. I-425.
  • (20) 
    PB L 223 van 21.8.1985, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.
  • (21) 
    PB L 167 van 30.6.1975, blz. 19.

BIJLAGE I

"BIJLAGE

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de verpleegkunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE II

"BIJLAGE A

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de tandheelkunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE B

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde tandheelkunde

  • 1. 
    Orthodontie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • 2. 
    Kaakchirurgie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE III

"BIJLAGE

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de diergeneeskunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE IV

"BIJLAGE

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de verloskunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE V

"BIJLAGE

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de farmacie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

BIJLAGE VI

"BIJLAGE A

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de geneeskunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE B

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde geneeskunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE C

Titels van opleidingen in de gespecialiseerde geneeskunde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Verklaringen

Verklaring van de Commissie

De Commissie wijst erop, dat het verrichten van studies, het indienen van verslagen en, in voorkomend geval, van wetgevingsvoorstellen alleen zullen plaatsvinden mits de nodige middelen beschikbaar zijn.

Verklaring van de Commissie

De kwestie van de erkenning van buiten de Europese Unie verkregen diploma's, certificaten en andere titels geldt uitsluitend voor een zeer beperkt aantal onderdanen uit de Gemeenschap. Het Verdrag voorziet namelijk slechts in een beperkte rechtsgrondslag om de erkenning van door onderdanen uit derde landen verkregen diploma's, certificaten of andere titels te vergemakkelijken.

De kwestie van de erkenning van opleidingen in derde landen wordt nu behandeld in de comités van de vertegenwoordigers van de nationale overheden die zorg moeten dragen voor de uitvoering van de onderlinge erkenning van diploma's.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft onlangs nieuwe beginselen uitgewerkt die in dit verband door de lidstaten moeten worden toegepast (zie arrest van 14.9.2000 in de zaak C-238/98 Hocsman).

De Commissie zal onderzoeken welke situaties nog niet zijn opgelost en zal in haar toekomstige voorstellen eventueel passende oplossingen voorstellen.

Gezamenlijke verklaring Parlement/Raad/Commissie

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie delen de mening dat het belangrijk is om te beschikken over voor iedereen gemakkelijk toegankelijke geconsolideerde versies van de juridische teksten op het gebied van de onderlinge erkenning van beroepskwalificaties.

Met het oog daarop heeft een belangrijke codificatie gestalte gekregen door de aanneming van de Richtlijnen 93/16/EEG (vrij verkeer van artsen) van de Raad en 1999/42/EG (derde algemeen stelsel) van het Europees Parlement en de Raad. Voorts heeft de Commissie de Gids voor gebruikers van het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties ter beschikking gesteld.

De Commissie wenst deze inspanning in twee fasen voort te zetten: allereerst overweegt zij om de sectorale richtlijnen in een geconsolideerd kader op te nemen. Vervolgens zal de Commissie bestuderen hoe de richtlijnen met betrekking tot algemeen stelsel kunnen worden geconsolideerd, teneinde de vereenvoudiging van de wetgeving voort te zetten en het vrij verrichten van diensten nog meer te vergemakkelijken in het licht van de conclusies van de top van Lissabon.

Bovendien zal de Commissie de evolutie van de specifieke opleiding van huisartsen in de lidstaten onderzoeken, alsook de omvang van de problemen die zouden kunnen rijzen door de verschillen inzake opleidingsduur. Zonodig zal zij in dit verband voorstellen voor latere coördinatie indienen.

De Commissie zal het resultaat van haar werkzaamheden uiterlijk in 2003 presenteren.

Het Europees Parlement en de Raad nemen akte van de voornemens van de Commissie, die hen op de hoogte zal houden van de geboekte vooruitgang.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.