Verordening 2000/1081 - Verbod op de verkoop en de levering aan en de uitvoer naar Birma/Myanmar van uitrusting die voor binnenlandse repressie of terrorisme kan worden gebruikt, en betreffende het bevriezen van de middelen van bepaalde personen die in dat land belangrijke regeringsposten bekleden

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32000R1081

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32000R1081

Verordening (EG) nr. 1081/2000 van de Raad van 22 mei 2000 betreffende een verbod op de verkoop en de levering aan en de uitvoer naar Birma/Myanmar van uitrusting die voor binnenlandse repressie of terrorisme kan worden gebruikt, en betreffende het bevriezen van de middelen van bepaalde personen die in dat land belangrijke regeringsposten bekleden

Publicatieblad Nr. L 122 van 24/05/2000 blz. 0029 - 0038

Verordening (EG) nr. 1081/2000 van de Raad

van 22 mei 2000

betreffende een verbod op de verkoop en de levering aan en de uitvoer naar Birma/Myanmar van uitrusting die voor binnenlandse repressie of terrorisme kan worden gebruikt, en betreffende het bevriezen van de middelen van bepaalde personen die in dat land belangrijke regeringsposten bekleden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 60 en 301,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2000/346/GBVB van 26 april 2000 houdende verlenging en wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 96/635/GBVB betreffende Birma/Myanmar(1),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Gezien de aanhoudende ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten door de Birmese autoriteiten, met name de voortdurende en geïntensiveerde onderdrukking van de burgerrechten en politieke rechten en het uitblijven van stappen in de richting van democratie en verzoening, voorziet Gemeenschappelijk Standpunt 2000/346/GBVB in uitbreiding van de beperkende maatregelen voor Birma/Myanmar zoals die zijn vastgesteld bij de Gemeenschappelijke Standpunten 1996/635/GBVB(2) en 98/612/GBVB(3). Deze uitbreiding houdt onder meer in dat de middelen worden bevroren van de hogere leden van de Nationale Raad voor Vrede en Ontwikkeling, van Birmese autoriteiten in de toeristische sector en van hogere leden van de krijgsmacht, de regering en de veiligheidstroepen die het beleid dat de overgang naar de democratie in Birma belemmert formuleren en uitvoeren of die ervan profiteren, alsmede van hun gezinsleden, en dat de verkoop, de levering en de uitvoer van uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie of terrorisme worden verboden.
  • (2) 
    Deze maatregelen vallen binnen de werkingssfeer van het Verdrag.
  • (3) 
    Bijgevolg en ter voorkoming van concurrentiedistorsie is communautaire wetgeving noodzakelijk voor de toepassing van deze maatregel en voorzover het gaat om het grondgebied van de Gemeenschap. Voor de toepassing van deze verordening wordt dat grondgebied geacht het gehele grondgebied te omvatten van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in dat Verdrag bepaalde voorwaarden.
  • (4) 
    De bevoegde instanties van de lidstaten moeten, waar nodig, de bevoegdheid krijgen om toe te zien op de naleving van deze verordening.
  • (5) 
    De Commissie en de lidstaten dienen elkaar in kennis te stellen van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken, onverminderd de bestaande verplichtingen met betrekking tot sommige van de betrokken goederen.
  • (6) 
    Het is wenselijk om op overtreding van de bepalingen van deze verordening vanaf de inwerkingtreding van deze verordening sancties te kunnen opleggen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt een verbod ingesteld op de bewuste en opzettelijke directe of indirecte verkoop, levering, uitvoer of verzending van uitrusting vermeld in bijlage I, al dan niet van oorsprong uit de Gemeenschap, aan iedere persoon of ieder lichaam in Birma/Myanmar en aan iedere persoon of ieder lichaam met het oog op zakelijke transacties die plaatsvinden op of vanaf het grondgebied van Birma/Myanmar.

Artikel 2

  • 1. 
    Alle zich buiten het grondgebied van Birma/Myanmar bevindende middelen die eigendom zijn van de hogere leden van de Nationale Raad voor Vrede en Ontwikkeling van Birmese autoriteiten in de toeristische sector en van hogere leden van de krijgsmacht, de regering en de veiligheidstroepen die het beleid dat de overgang naar de democratie in Birma belemmert, formuleren en uitvoeren of die ervan profiteren, alsmede van hun gezinsleden worden bevroren indien de namen van deze personen voorkomen op de lijst in bijlage II.
  • 2. 
    Aan of ten behoeve van de personen bedoeld in lid 1 mogen rechtstreeks noch onrechtstreeks middelen ter beschikking worden gesteld.
  • 3. 
    In deze verordening wordt verstaan onder:
  • "middelen": financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; in het openbaar en ondershands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen, derivatencontracten; interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen en ieder ander exportfinancieringsbewijs;
  • "bevriezing van middelen": het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van of omgaan met middelen met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde middelen, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt, behalve het feit dat eventueel daaruit voortvloeiende rente of inkomsten of enig kapitaal dat op de vervaldag van eventuele fondsen automatisch terug te betalen is, naar een bevroren rekening worden overgemaakt en daarop worden bewaard.

Artikel 3

Onverminderd de communautaire voorschriften betreffende vertrouwelijkheid en de bepalingen van artikel 284 van het Verdrag beschikken de bevoegde instanties van de lidstaten over de bevoegdheid om van banken, andere financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere organisaties of personen te eisen dat zij alle relevante inlichtingen verstrekken die nodig zijn om de naleving van deze verordening te waarborgen.

Artikel 4

De Commissie wordt gemachtigd om:

  • bijlage II te wijzigen, rekening houdend met de besluiten waardoor de bijlagen van Gemeenschappelijk Standpunt 2000/346/GBVB worden bijgewerkt,
  • op basis van door de lidstaten verschafte informatie de in bijlage III opgenomen gegevens over de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te wijzigen.

Artikel 5

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan verwante activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat, rechtstreeks of onrechtstreeks, de transacties of activiteiten bedoeld in artikel 1 worden bevorderd of de bepalingen van deze verordening worden ontdoken.

Artikel 6

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en van andere terzake dienende gegevens waarover zij beschikken in verband met deze verordening, zoals informatie die overeenkomstig artikel 3 is ontvangen, informatie over schendingen en toepassingsproblemen en uitspraken van nationale rechters.

Artikel 7

Iedere lidstaat bepaalt welke sancties moeten worden opgelegd wanneer de bepalingen van deze verordening worden overtreden. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Artikel 8

Deze verordening is van toepassing:

  • op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim,
  • aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen,
  • op alle zich elders bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn, en
  • op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte lichamen.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening wordt uiterlijk op 29 oktober 2000 geëvalueerd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    Gama
  • (1) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
  • (2) 
    PB L 287 van 8.11.1996, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 291 van 30.10.1998, blz. 1.

BIJLAGE I

Uitrusting voor binnenlandse repressie of terrorisme bedoeld in artikel 1

Onderstaande lijst bevat geen goederen die speciaal voor militair gebruik zijn ontworpen of aangepast en die vallen onder het bij Gemeenschappelijk Standpunt 96/635/GBVB bevestigde wapenembargo.

Kogelbestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden, alsmede speciaal hiervoor ontworpen onderdelen.

Speciaal ontworpen vingerafdrukkenapparatuur.

Elektrisch bediende zoeklichten.

Constructiematerieel met bescherming tegen kogels.

Jachtmessen.

Speciaal ontworpen materieel voor het vervaardigen van jachtgeweren.

Handlaaduitrusting voor munitie.

Uitrusting voor het onderscheppen van berichten.

Optische halfgeleiderdetectoren.

Beeldversterkerbuizen.

Telescopische vuurwapenvizieren.

Wapens met gladde loop en bijbehorende munitie, voorzover niet speciaal ontworpen voor militair gebruik, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:

  • 1. 
    seinpistolen;
  • 2. 
    luchtdruk- of patroongeweren die ontworpen zijn als industriegereedschap of voor het op humane wijze bedwelmen van dieren.

Simulatieapparatuur voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen of aangepaste onderdelen en toebehoren.

Bommen en granaten, voorzover niet speciaal ontworpen voor militair gebruik, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Lichaamspantsering, voorzover niet vervaardigd volgens militaire normen of specificaties, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Op alle wielen aangedreven, niet-weggebonden bedrijfsvoertuigen, vervaardigd met of voorzien van bescherming tegen kogels, alsmede profielpantsering voor dergelijke voertuigen.

Waterkanonnen en speciaal daarvoor ontworpen of aangepaste onderdelen.

Voertuigen uitgerust met een waterkanon.

Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren, en onderdelen daarvoor die speciaal voor dat doel zijn ontworpen of aangepast.

Geluidsapparaten die door de fabrikant of de leverancier worden omschreven als geschikt voor oproerbeheersing, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Voetboeien, groeps- en individuele kluisters en stroomgordels die speciaal zijn ontworpen voor het in hun bewegingen beperken van mensen, met uitzondering van:

  • handboeien waarvan de totale maximumafmeting, met inbegrip van de ketting, indien gesloten, ten hoogste 240 mm bedraagt.

Draagbare toestellen die ontworpen of aangepast zijn voor oproerbeheersing of zelfbescherming door het toedienen van een stof die mensen tijdelijk kan uitschakelen (zoals traangas of peperspray), alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Draagbare toestellen die zijn ontworpen of aangepast ten behoeve van oproerbeheersing of zelfbescherming door toediening van elektrische schokken (met inbegrip van stroomstokken, stroomschilden, verdovingsgeweren en geweren voor het afvuren van schokpijltjes (tasers)), alsmede onderdelen daarvoor die speciaal voor dat doel ontworpen of aangepast zijn.

Elektronische uitrusting voor het opsporen van verborgen explosieven en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:

  • inspectieapparatuur waarbij gebruik gemaakt wordt van tv-apparatuur of röntgenstraling.

Elektronische storingsuitrusting die speciaal ontworpen is ter voorkoming van het door middel van radiosignalen op afstand doen exploderen van geïmproviseerde explosiemiddelen alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

Uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektronisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, "boosters" en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:

  • uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties.

Uitrusting en toestellen ontworpen voor het opruimen van explosieven, met uitzondering van:

  • 1. 
    bomdempers;
  • 2. 
    containers ontworpen voor het omhullen van voorwerpen waarvan bekend is of vermoed wordt dat het geïmproviseerde explosiemiddelen zijn.

Nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur alsmede beeldversterkerbuizen of halfgeleidersensoren daarvoor.

De voor alle opgesomde goederen speciaal ontworpen software en vereiste technologie.

Ladingen voor directionele explosies.

De volgende explosieven en aanverwante stoffen:

  • amatol,
  • nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %),
  • nitroglycol,
  • penta-erythritol tetranitraat (PETN),
  • picrylchloride,
  • trinitrofenylmethylnitramine (tetryl),
  • 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

De voor alle opgesomde goederen speciaal ontworpen software en vereiste technologie.

BIJLAGE II

Personen bedoeld in artikel 2, lid 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Bevoegde autoriteiten

BELGIË

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministerie van Financiën Thesaurie Kunstlaan 30 B - 1040 Brussel Fax (32-2) 233 75 18

DENEMARKEN

Erhvervsfremmestyrelsen Dahlerups Pakhus Langelinie Allé 17 DK - 2100 København Ø Tel. (45) 35 46 60 00 Fax (45) 35 46 60 01

DUITSLAND

Bundesausfuhramt Referat 214 , Frankfurterstraße 29-35 D - 65760 Eschborn Tel. (49-6196) 90 86 89 Fax (49-6196) 90 84 12

Deutsche Bundesbank Postfach 10 06 02 , D - 60006 Frankfurt a. M. Tel. (49-69) 956 61

GRIEKENLAND

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministry of Foreign Affairs , Sanctions Bureau 1, Vasilissis Sofias, 3rd floor GR - 106 71 Athens Tel. (30-1) 368 13 37 Fax (30-1) 368 12 32

SPANJE

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Dirección General de Comercio e Inversiones Subdirección General de Gestión de las Transacciones con el Exterior

(Ministerio de Economía)

Paseo de la Castellana, 162 - Planta 9a E - 28046 Madrid Tel. (34-91) 583 74 00 Fax (34-91) 583 55 09

Dirección General del Tesoro y Política Financiera Subdirección General de Inspección y Control de Movimientos de Capitales

(Ministerio de Economía)

Pl. de Jacinto Benavente, 3 E - 28071 Madrid Tel. (34-91) 360 45 88 Fax (34-91) 583 52 14

FRANKRIJK

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie Direction du Trésor

Bureau E1

139, rue du Bercy F - 75572 Paris Cedex 12 S.P.

IERLAND

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Department of Foreign Affairs Bilateral Economic Relations Section 76-78 Harcourt Street Dublin 2 Tel. (353-1) 408 24 92

ITALIË

Ministero del Commercio con l'Estero Direzione Generale per la Politica Commerciale e per la Gestione del Regime degli Scambi

Divisione IV (UOPAT)

Viale America, 341 25 I - 00144 Roma Tel. (39-06) 59 93 24 39 Fax (39-06) 59 64 75 06

LUXEMBURG

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministère des affaires étrangères Direction des relations économiques internationales et de la coopération BP 1602 L - 1016 Luxembourg

NEDERLAND

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministerie van Financiën Directie Wetgeving, Juridische en Bestuurlijke Zaken Postbus 20201 NL - 2500 EE Den Haag Tel. (31-70) 342 82 27 Fax (31-70) 342 79 05

OOSTENRIJK

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Österreichische Nationalbank Otto Wagnerplatz 3 A - 1090 Wien Tel. (43-1) 404 20

PORTUGAL

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

Ministério das Finanças Direcção Geral dos Assuntos Europeus e Relações Internacionais Avenida Infante D. Henrique, n.o 1, C 2.o P - 1100 Lisboa Tel. (351-1) 882 32 40/47 Fax (351-1) 882 32 49

FINLAND

Ulkoasiainministeriö PL 176 FIN - 00161 Helsinki Tel. (358-9) 13 41 55 55 Fax (358-9) 62 98 40

Utrikesministeriet PB 176 FIN - 00161 Helsingfors Tel. (358-9) 13 41 55 55 Fax (358-9) 62 98 40

ZWEDEN

Regeringskansliet Utrikesdepartementet

Rättssekretariatet för EU-frågor

Fredsgatan 6 S - 10339 Stockholm Tel. (46-8) 405 10 00 Fax (46-8) 723 11 76

VERENIGD KONINKRIJK

Voor verzoeken op grond van artikel 4 betreffende artikel 2 en bijlage II:

HM Treasury International Financial Services

Allington Towers

19 Allington Street London SW1E 5EB Tel. +44 0207 270 55 50 Fax +44 0207 270 43 65 email: pete.maydon@hm-treasury.gov.uk

Bank of England Sanctions Emergency Unit London EC2R 8AH Tel. +44 0207 601 46 07 Fax +44 0207 601 43 09

EUROPESE GEMEENSCHAP

Europese Commissie Directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen

Directoraat A, GBVB

Administratieve eenheid A/2, Coördinatie economische en financiële sancties

Tel. (32-2) 295 68 80 Fax (32-2) 296 75 63 e-mail: anthonius.de-vries@cec.eu.int

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.