Verordening 1996/2465 - Onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de EG en Irak

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31996R2465

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996R2465

Verordening (EG) nr. 2465/96 van de Raad van 17 december 1996 betreffende de onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Irak

Publicatieblad Nr. L 337 van 27/12/1996 blz. 0001 - 0003

VERORDENING (EG) Nr. 2465/96 VAN DE RAAD van 17 december 1996 betreffende de onderbreking van de economische en financiële betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Irak

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 73 G en 228 A,

Gezien het gemeenschappelijk standpunt van 17 december 1996, door de Raad vastgesteld op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ten aanzien van de uitzonderingen op het embargo voor Irak (1), inzake de tenuitvoerlegging van de resoluties 660, 661, 666, 670 (1990), 687 (1991) en 986 (1995) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, handelend in overeenstemming met hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, in de resoluties 660, 661, 666, 670 (1990) en 687 (1991) heeft besloten dat alle Staten de nodige maatregelen moeten nemen met betrekking tot de onderbreking van hun economische en financiële betrekkingen met Irak, zoals bedoeld in de genoemde resoluties;

Overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, handelend in overeenstemming met hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, in resolutie 986 (1995) heeft besloten de invoer van aardolie en aardolieprodukten van oorsprong uit Irak, als tijdelijke maatregel voor humanitaire doeleinden en onder strikte voorwaarden toe te staan, teneinde de nodige middelen te genereren voor, onder andere, de betaling van de invoer van bepaalde goederen in Irak en bepaalde daarmee verband houdende commerciële activiteiten;

Overwegende dat de voorwaarden waaronder de transacties en betalingen in verband met de krachtens deze verordening toegestane activiteiten kunnen plaatsvinden, uniform moeten worden vastgesteld in een rechtstreeks toepasselijk Gemeenschapsbesluit;

Overwegende dat de Gemeenschapswetgeving die uitvoering geeft aan bepaalde aspecten van de bovengenoemde resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, met het oog op de transparantie en in het licht van de ontwikkelingen sinds de instelling van het embargo, moet worden opgenomen in een alomvattend communautair instrument dat zich onder meer uitstrekt tot de produkten vallende onder het Verdrag tot Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), en dat de Verordeningen (EEG) nr. 2340/90 (2) en (EEG) nr. 3155/90 (3) van de Raad waarbij het handelsverkeer van de Gemeenschap betreffende Irak en Koeweit wordt verhinderd, derhalve dienen te worden ingetrokken; dat de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) te dien einde bij Besluit 96/740/EGKS (4) Besluit 90/414/EGKS (5) met ingang van de inwerkingtreding van onderhavige verordening hebben ingetrokken;

Overwegende dat de maatregelen die zijn aangenomen ter uitvoering van de resoluties 660, 661, 666, 670 (1990) en 687 (1991) op de niet onder deze verordening vallende gebieden, van toepassing blijven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende is verboden:

  • 1. 
    Het binnenbrengen op het grondgebied van de Gemeenschap van alle grondstoffen en produkten van oorsprong of herkomst uit Irak.
  • 2. 
    Het uitvoeren naar Irak van alle grondstoffen en produkten van oorsprong of herkomst uit de Gemeenschap of die over het grondgebied van de Gemeenschap zijn doorgevoerd.
  • 3. 
    Het verlenen van niet-financiële diensten waarmee de economie van Irak wordt bevorderd, met name:
  • i) 
    met het oog op economische activiteiten op of vanuit het grondgebied van Irak, of
  • ii) 
    aan natuurlijke personen die zich in Irak bevinden, overeenkomstig het Iraakse recht opgerichte rechtspersonen of organisaties die een economische activiteit uitoefenen (al dan niet in Irak) en die gecontroleerd worden door personen die zich in Irak bevinden of door organisaties die overeenkomstig het Iraakse recht zijn opgericht.
  • 4. 
    Het verlenen van toestemming aan luchtvaartuigen op te stijgen van, te landen op of te vliegen over het grondgebied van de Gemeenschap wanneer die luchtvaartuigen vracht naar of uit Irak vervoeren, dan wel op het grondgebied van Irak zullen landen of vandaar zijn opgestegen.
  • 5. 
    Alle activiteiten die ten doel of tot gevolg hebben dat in dit artikel genoemde activiteiten worden bevorderd.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde verboden zijn niet van toepassing op:

  • 1. 
    Het binnenbrengen op het grondgebied van de Gemeenschap van:
  • a) 
    grondstoffen of produkten van oorsprong of herkomst uit Irak die vóór 7 augustus 1990 zijn uitgevoerd;
  • b) 
    aardolie en aardolieprodukten van oorsprong uit Irak waarvan de uitvoer door Irak is goedgekeurd overeenkomstig resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad onder de betalingsvoorwaarden die zijn bepaald door de bij resolutie 661 (1990) van de Veiligheidsraad opgerichte commissie.
  • 2. 
    Financiële en andere essentiële transacties, die rechtstreeks verband houden met de invoer in de Gemeenschap van die in punt 1, onder b), van dit artikel genoemde produkten.
  • 3. 
    De uitvoer uit of de doorvoer over het grondgebied van de Gemeenschap naar Irak van:
  • a) 
    produkten die strikt bedoeld zijn voor medisch gebruik, na toestemming van de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat;
  • b) 
    levensmiddelen, na kennisgeving aan de bovengenoemde commissie;
  • c) 
    materialen en artikelen waarmee wordt voorzien in essentiële behoeften van de burgerbevolkingen waarvan de uitvoer naar Irak door de bovengenoemde commissie is goedgekeurd;
  • d) 
    onderdelen en apparatuur die van essentieel belang zijn voor de goede werking van het pijpleidingenstelsel Kirkuk-Yumurtalik in Irak, waarvan de uitvoer naar Irak is goedgekeurd overeenkomstig resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad onder de betalingsvoorwaarden die zijn bepaald door de bij resolutie 661 (1990) van de Veiligheidsraad opgerichte commissie;
  • e) 
    alle andere produkten waarvan de uitvoer door de bovengenoemde commissie is goedgekeurd.
  • 4. 
    Activiteiten die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitvoer van de in punt 3, onder d), van dit artikel genoemde produkten, met inbegrip van daarmee verband houdende financiële transacties.
  • 5. 
    De verlening van post- of telecommunicatiediensten, van voor de goede werking van bestaande ziekenhuizen noodzakelijke medische diensten of van niet-financiële diensten die voortvloeien uit contracten of wijzigingen van contracten die zijn gesloten vóór 7 augustus 1990, wanneer met de uitvoering daarvan vóór die datum is begonnen.
  • 6. 
    Vluchten die door de bovengenoemde commissie zijn goedgekeurd of die verband houden met activiteiten van de Verenigde Naties in Irak.
  • 7. 
    Diensten die noodzakelijkerwijs verband houden met de activiteiten, genoemd in de punten 1, onder a), 3, onder a), b), c) en e), 5 en 6.

Artikel 3

Aardolie of aardolieprodukten die overeenkomstig resolutie 986 (1995) van de Veiligheidsraad door Irak worden uitgevoerd, en die nog Iraaks eigendom zijn, of betalingen in verband met die exportverrichtingen, zijn vrijgesteld van gerechtelijke vervolging, inbeslagneming, beslag onder derden of executie.

Artikel 4

Directe of indirecte betalingen uit de rekening, bepaald door bovengenoemde commissie ingevolge resolutie 986 (1995) zijn uitsluitend bestemd voor de in punt 8 van die resolutie genoemde doeleinden, zoals gepubliceerd in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, en mogen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

Artikel 5

De artikelen 1 tot en met 4 zijn van toepassing, onverminderd de rechten of verplichtingen die zijn verleend of opgelegd door internationale overeenkomsten, dan wel contracten die zijn aangegaan of vergunningen die zijn verleend vóór de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 6

De Commissie publiceert in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen alle relevante informatie met betrekking tot de procedures die van toepassing zijn op de kennisgeving aan de bovengenoemde commissie of de verkrijging van de vereiste goedkeuring van de commissie voor de transacties of activiteiten waarnaar wordt verwezen in artikel 2, en met name informatie met betrekking tot het verkrijgen van de betalingen uit de rekening van Irak volgens de door die commissie gestelde voorwaarden, alsmede alle andere relevante informatie in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie en de Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te zorgen.
  • 2. 
    Zij stellen elkaar op de hoogte van de genomen maatregelen in verband met het embargo tegen Irak en van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken, zoals de lijst van oliemaatschappijen die rechtstreeks zaken mogen doen met de bij resolutie 661 (1990) van de Veiligheidsraad opgerichte commissie, schendingen en andere rechtshandhavingsproblemen, alsmede uitspraken van nationale rechtbanken.
  • 3. 
    Elke Lid-Staat stelt vast welke sancties worden opgelegd wanneer de bepalingen van deze verordening worden geschonden.

Artikel 8

De Verordeningen (EEG) nr. 2340/90 en (EEG) nr. 3155/90 worden hierbij ingetrokken.

Artikel 9

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied en in het luchtruim van de Europese Gemeenschap, alsmede in luchtvaartuigen en op schepen die onder de jurisdictie van een Lid-Staat vallen, en geldt voor alle personen elders die onderdaan van een Lid-Staat zijn, alsmede voor elke organisatie die overeenkomstig de wetgeving van een Lid-Staat is opgericht.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 10 december 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • I. 
    YATES
  • (1) 
    Zie bladzijde 5 van dit Publikatieblad.
  • (2) 
    PB nr. L 213 van 9. 8. 1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1194/91 (PB nr. L 115 van 8. 5. 1991, blz. 37).
  • (3) 
    PB nr. L 304 van 1. 11. 1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1194/91 (PB nr. L 115 van 8. 5. 1991, blz. 37).
  • (4) 
    Zie bladzijde 4 van dit Publikatieblad.
  • (5) 
    PB nr. L 213 van 9. 8. 1990, blz. 3. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 91/265/EGKS (PB nr. L 127 van 23. 5. 1991, blz. 27).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.