Richtlijn 1980/232 - Harmonisatie van nationale wetgeving inzake de voor bepaalde voorverpakte produkten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31980L0232

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31980L0232

Richtlijn 80/232/EEG van de Raad van 15 januari 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de voor bepaalde voorverpakte produkten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten

Publicatieblad Nr. L 051 van 25/02/1980 blz. 0001 - 0007

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0217

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0101

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0217

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0003

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 11 blz. 0003

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 15 januari 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de voor bepaalde voorverpakte produkten toegestane reeksen van nominale hoeveelheden en nominale capaciteiten (80/232/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen (4), de maximaal toelaatbare fouten op de inhoud van deze voorverpakkingen, alsmede de aanduidingen en de controlemethode die op deze voorverpakkingen moet worden toegepast, opdat zij binnen de Gemeenschap in de handel kunnen worden gebracht, worden gepreciseerd.

Overwegende dat met deze richtlijn evenwel niet alle belemmeringen voor de handel in voorverpakte produkten worden opgeheven welke voortvloeien uit verschillen tussen de wetgevingen betreffende de metrologische eigenschappen van deze produkten en dat in het bijzonder in de Lid-Staten voor het volume of de massa van deze produkten uiteenlopende bepalingen gelden ; dat deze bepalingen bijgevolg onderling dienen te worden aangepast;

Overwegende dat voor een gegeven produkt te dicht bij elkaar gelegen hoeveelheden die de consument kunnen misleiden tot een minimum moeten worden beperkt, ten einde met name de markt doorzichtiger te maken;

Overwegende dat dit streven naar beperking zowel voor naar massa of volume verkochte produkten als voor de recipiënten moet gelden;

Overwegende dat in artikel 16 van Richtlijn 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (5), gewijzigd bij de Toetredingsakte (6), wordt bepaald dat bijzondere richtlijnen de harmonisatie ten doel kunnen hebben van de voorschriften volgens welke sommige produkten worden verhandeld, met name wat het vaststellen van voor bepaalde voorverpakte produkten toegestane hoeveelheden betreft, (1)PB nr. C 193 van 18.8.1976, blz. 3. (2)PB nr. C 30 van 7.2.1977, blz. 34. (3)PB nr. C 114 van 11.5.1977, blz. 30. (4)PB nr. L 46 van 21.2.1976, blz. 1. (5)PB nr. L 202 van 6.9.1971, blz. 1. (6)PB nr. L 73 van 27.3.1972, blz. 4.

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op de in de bijlagen bij de onderhavige richtlijn genoemde produkten die worden aangeboden in voorverpakkingen welke voldoen aan de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 76/211/EEG ; van deze richtlijn zijn uitgesloten uitsluitend voor beroepsdoeleinden bestemde produkten in voorverpakkingen.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde produkten zijn in drie groepen onderverdeeld: a) naar massa of volume verkochte produkten, met uitzondering van de sub b) en c) bedoelde produkten.

In bijlage I zijn voor deze produkten de reeksen van de nominale hoeveelheden van de inhoud der voorverpakkingen vastgesteld;

  • b) 
    naar massa of volume verkochte produkten die zijn verpakt in de in bijlage II vermelde vaste recipiënten, met uitzondering van de in bijlage I genoemde produkten.

In bijlage II zijn voor deze produkten de reeksen van de capaciteiten van deze recipiënten vastgesteld;

  • c) 
    in de vorm van aërosols aangeboden produkten.

In bijlage III zijn voor deze produkten de volumina van de vloeibare fase vastgesteld en, voor metalen houders, tevens de capaciteit van elke houder.

Artikel 3

In alle gevallen moet op de voorverpakkingen de nominale massa of het nominale volume van de inhoud van het produkt zijn aangeduid volgens de voorschriften van Richtlijn 76/211/EEG.

In de in artikel 2, sub b) en c), bedoelde gevallen moet op de recipiënten tevens de nominale capaciteit zijn aangeduid overeenkomstig de voorschriften van bijlage II en bijlage III, punt 1, dan wel in voorkomend geval een verwijzing naar de in de bijlagen genoemde CEN-normen, en wel zodanig dat geen verwarring met de in de eerste alinea bedoelde aanduiding ontstaat.

Artikel 4

Wanneer een verzamelverpakking bestaat uit twee of meer afzonderlijke voorverpakkingen, zijn de in de bijlagen I, II en III genoemde reeksen van toepassing op de afzonderlijke voorverpakkingen.

Wanneer een voorverpakking bestaat uit twee of meer afzonderlijke verpakkingen die niet bestemd zijn om afzonderlijk te worden verkocht, zijn de in de bijlagen I, II en III genoemde reeksen van toepassing op de voorverpakking.

Artikel 5

De Lid-Staten mogen het in de handel brengen van voorverpakkingen die aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen niet weigeren, verbieden of beperken om redenen in verband met de waarde van de nominale hoeveelheid voor wat betreft de in bijlage I en bijlage III, punt 2, genoemde voorverpakkingen of om redenen in verband met de waarde van de nominale capaciteit van de recipiënten voor wat betreft de in bijlage II genoemde voorverpakkingen, dan wel om deze beide redenen voor wat betreft de in bijlage III, punt 1, genoemde produkten.

Artikel 6

De Lid-Staten mogen vóór 1 januari 1982 het in de handel brengen van voorverpakkingen die voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 76/211/EEG en waarvan de nominale hoeveelheid of de capaciteit van de recipiënt een waarde heeft die niet is opgenomen in de onderhavige richtlijn en die op de datum van kennisgeving daarvan in deze Staten op de markt werden gebracht, niet weigeren, verbieden of beperken.

De eerste alinea geldt niet voor maatregelen die in het Verenigd Koninkrijk en Ierland worden getroffen om reeksen in eenheden van het internationale stelsel (SI) vast te stellen.

Artikel 7

Binnen vierentwintig maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige bepalingen in om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen, die zij aanvaarden op het onder deze richtlijn vallende gebied, ter kennis van de Commissie worden gebracht.

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 15 januari 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • G. 
    ZAMBERLETTI

BIJLAGE I REEKSEN VAN DE NOMINALE HOEVEELHEDEN VAN DE INHOUD VAN VOORVERPAKKINGEN

  • 1. 
    NAAR MASSA VERKOCHTE LEVENSMIDDELEN (waarde in g) 1.1. Boter (post 04.03 van het GDT), margarine, al dan niet geëmulgeerde dierlijke en plantaardige vetten, smeerpasta's met een laag vetgehalte (low fat spreads)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 5 000

1.2. Verse kaas, met uitzondering van de zogeheten "petits suisses" en in dezelfde vorm aangeboden kaassoorten (post ex 04.04 E I c) van het GDT)

62,5 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 5 000

1.3. Tafel- en keukenzout (post 25.01 A van het GDT)

125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 5 000

1.4. Poedersuikers, bruine suikers, kandijsuikers

125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000

1.5. Graanprodukten (met uitzondering van babyvoeding) 1.5.1. Meel, gries, griesmeel en vlokken van granen, vlokken en meel van haver (met uitzondering van de produkten van punt 1.5.4)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 (1) - 5 000 - 10 000

1.5.2. Deegwaren (post 19.03 van het GDT)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000

1.5.3. Rijst (post 10.06 van het GDT)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 5 000

1.5.4. Granen en granen in vlokken, gereed voor consumptie

250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000

1.6. Gedroogde groenten (post 07.05 van het GDT) (2), gedroogde vruchten

(post ex 08.01, 08.03 B, 08.04 B, 08.12 van het GDT)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 7 500 - 10 000

1.7. Gebrande koffie, al dan niet gemalen, cichorei, koffiesurrogaten

125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000

1.8. Diepvriesprodukten 1.8.1. Vruchten en groenten en voorgebakken aardappelen voor frites

150 - 300 - 450 - 600 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500

1.8.2. Filets en delen van vis, al dan niet gepaneerd

100 - 200 - 300 - 400 - 500 - 600 - 800 - 1 000 - 2 000

1.8.3. Vissticks

150 - 300 - 450 - 600 - 900 - 1 200 - 1 500 - 1 800

  • 2. 
    NAAR VOLUME VERKOCHTE LEVENSMIDDELEN (waarde in ml) 2.1. Consumptie-ijs in hoeveelheden van meer dan 250 ml

(met uitzondering van consumptie-ijs waarvan het volume niet door de vorm van de recipiënt wordt bepaald)

300 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 (1)Deze waarde is niet toegestaan voor vlokken en meel van haver. (2)Gedehydreerde groenten en ook aardappelen vallen niet onder dit punt.

  • 3. 
    DROGE VOEDINGSMIDDELEN VOOR HONDEN EN KATTEN (1) (waarde in g)

200 - 300 - 400 - 500 - 600 - 800 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 5 000 - 7 500 - 10 000

  • 4. 
    VERVEN EN VERNISSEN GEREED VOOR GEBRUIK (MET OF ZONDER TOEGEVOEGDE OPLOSMIDDELEN) (waarde in ml)

25 - 50 - 125 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 4 000 - 5 000 - 10 000

  • 5. 
    VASTE OF POEDERVORMIGE LIJM EN KLEEFSTOFFEN (waarde in g)

25 - 50 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 500 - 5 000 - 8 000 - 10 000

  • 6. 
    POETS- EN ONDERHOUDSMIDDELEN

(vast en in poedervorm in g, vloeibaar en in pastavorm in ml) Onder andere : produkten voor leder en schoeisel, hout en vloerbekleding, fornuizen en metalen, die voor auto's daaronder begrepen, ruiten en spiegelglas, die voor auto's daaronder begrepen (post 34.05 van het GDT) ; vlekkenmiddelen, preparaten voor het appreteren en verfmiddelen voor huishoudelijk gebruik (post 38.12 A en 32.09 C van het GDT) ; insektendodende middelen voor huishoudelijk gebruik (post ex 38.11 van het GDT), ontkalkingsmiddelen (post 34.02 van het GDT), desodorantia voor huishoudelijk gebruik (post 33.06 B van het GDT), niet-farmaceutische ontsmettingsmiddelen

25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 375 - 500 - 750 - 1 000 - 1 500 - 2 000 - 5 000 - 10 000

  • 7. 
    COSMETICA : SCHOONHEIDSPRODUKTEN, TOILETARTIKELEN (post 33.06 A en B van het GDT)

(vast en in poedervorm in g, vloeibaar en in pastavorm in ml) 7.1. Produkten voor de huid en de mondhygiëne

Scheercreme, crème en lotion voor algemeen gebruik, handcrème en handlotion, zonnebrandmiddelen, produkten voor de mondhygiëne met uitzondering van tandpasta

15 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 1 000

7.2. Tandpasta

25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300

7.3. Haarmiddelen zonder kleurstof en badprodukten

Lak, shampoo, haarwater, versterkingsmiddelen, brillantine, haarcrème (met uitzondering van de in punt 7.4 bedoelde haarlotions), badextracten en andere schuimmiddelen voor bad en stortbad

25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 750 - 1 000 - 2 000

7.4. Produkten op basis van alcohol

Met minder dan 3 volumepercenten natuurlijke of kunstmatige etherische olie en minder dan 70 volumepercenten zuivere ethanol : reukwater, haarlotions, pre- en after-shave lotions

15 - 25 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 750 - 1 000

7.5. Deodorantia en artikelen voor intieme hygiëne

20 - 25 - 30 - 40 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200

7.6. Talk

50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 500 - 1 000 (1)Produkten met een watergehalte van minder dan 14 %.

  • 8. 
    WASMIDDELEN 8.1. Vaste toilet- en huishoudzeep (waarde in g) (post 34.01 van het GDT)

25 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 250 - 300 - 400 - 500 - 1 000

8.2. Zachte zeep (waarde in g) (post 34.01 van het GDT)

125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 5 000 - 10 000

8.3. Vlokkenzeep (waarde in g) (post 34.01 van het GDT)

250 - 500 - 750 - 1 000 - 3 000 - 5 000 - 10 000

8.4. Vloeibare was-, schoonmaak- en schuurmiddelen alsmede hulpmiddelen (post 34.02 van het GDT), en hypochlorietpreparaten (met uitzondering van de in punt 6 bedoelde produkten) (waarde in ml)

125 - 250 - 500 - 750 - 1 000 - 1 250 (1) - 1 500 - 2 000 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 6 000 - 7 000 - 10 000

8.5. Schuurpoeder (waarde in g)

250 - 500 - 750 - 1 000 - 10 000

8.6. Poedervormige inweek- en voorwasmiddelen (waarde in g)

250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 5 000 - 10 000

  • 9. 
    OPLOSMIDDELEN (waarde in ml)

In de zin van Richtlijn 73/173/EEG van de Raad van 4 juni 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van bepaalde gevaarlijke preparaten (oplosmiddelen) (2)

25 - 50 - 75 - 125 - 250 - 500 - 1 000 - 1 500 - 2 500 - 5 000 - 10 000

  • 10. 
    SMEEROLIËN (waarde in ml)

125 - 250 - 500 - 1 000 - 2 000 - 2 500 - 3 000 - 4 000 - 5 000 - 10 000 (1)Uitsluitend voor hypochlorieten. (2)PB nr. L 189 van 11.7.1973, blz. 7.

BIJLAGE II REEKSEN VAN DE TOELAATBARE CAPACITEITSWAARDEN VAN RECIPIËNTEN

De normen EN 23,1, uitgave 2 (mei 1978) en EN 76, uitgave 1 (december 1978) zijn van toepassing met uitzondering van die gevallen waarin de produkten en de reeksen van capaciteiten volgens deze normen afwijken van die van deze bijlage. 1. CONSERVEN EN HALF-CONSERVEN IN METALEN BLIKKEN EN IN VERPAKKINGEN VAN GLAS : PLANTAARDIGE PRODUKTEN (VRUCHTEN, GROENTEN, TOMATEN, AARDAPPELEN, MET UITZONDERING VAN ASPERGES, SOEP, VRUCHTE- EN GROENTESAPPEN EN VRUCHTENECTARS) BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE 1.1. Metalen blikken en verpakkingen van glas (capaciteit in ml):

106 - 156 - 212 (1) - 228 (1) - 314 - 370 - 425 (1) - 446 (1) - 580 - 720 - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650 - 3 100 - 4 250 - 10 200 1.1.1. Aanvullende lijst voor bekers:

53 (2) - 125 (2) - 250 (2)

1.2. Lijst van de voor speciale produkten toegestane capaciteiten (capaciteit in ml): - Truffels : 26 - 53 - 71 - 106 - 212 - 425 - 720 - 850

  • Tomaten:

pasta : 71 - 142 - 212 - 370 - 425 - 720 - 850 - 3 100 - 4 250

al dan niet gepeld : 236 - 370 - 425 - 720 - 850 - 2 650 - 3 100

  • Vruchtencocktails, vruchten op siroop : 106 - 156 - 212 (1) - 228 (1) - 236 - 314 - 370 - 425 (1) - 446 (1) - 580 - 720 - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650 - 3 100 - 4 250 - 10 200
  • 2. 
    VOCHTHOUDEND HONDE- EN KATTEVOER (capaciteit in ml):

212 (1) - 228 (1) - 314 - 425 (1) - 446 (1) - 850 - 1 062 - 1 700 - 2 650

  • 3. 
    POEDERVORMIGE WAS- EN SCHOONMAAKMIDDELEN

De capaciteit van de voorverpakkingen moet overeenkomen met de hieronder aangegeven waarden: >PIC FILE= "T0013215"> (1)Deze capaciteiten zullen uiterlijk vijf jaar na de datum van aanneming van de richtlijn opnieuw worden bestudeerd. (2)Volumes die zijn toegestaan voor een periode van tien jaar vanaf de datum van aanneming van de richtlijn.

BIJLAGE III REEKSEN VAN DE VOLUMINA VOOR IN AËROSOLVERPAKKING VERKOCHTE PRODUKTEN, MET UITZONDERING VAN DE IN BIJLAGE I, PUNT 7.4, UITGESLOTEN PRODUKTEN EN GENEESMIDDELEN

In afwijking van artikel 8, lid 1, sub e), van Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende aërosols (1) is de aanduiding van de nominale massa op produkten die overeenkomstig de onderhavige richtlijn in aërosolverpakking worden verkocht, niet vereist. 1. IN METALEN HOUDERS VERKOCHTE PRODUKTEN: >PIC FILE= "T0013216">

  • 2. 
    IN HOUDERS VAN GLAS OF AL DAN NIET DOORZICHTIG PLASTIC VERKOCHTE PRODUKTEN (volume van de vloeibare fase in ml):

25 - 50 - 75 - 100 - 125 - 150 (1)PB nr. L 147 van 9.6.1975, blz. 40.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.