Besluit 2010/490 - Sluiting van de Regeling tussen enerzijds de EG en anderzijds Zwitserland en Liechtenstein inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de EU

1.

Wettekst

16.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 243/2

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 26 juli 2010

betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen enerzijds de Europese Gemeenschap en anderzijds de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

(2010/490/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder b) en artikel 74, juncto artikel 218, lid 6, onder a), v),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Volgens artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (1), participeren de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, in het agentschap. Nadere regels voor hun deelname aan het agentschap dienen te worden uitgewerkt in afzonderlijke tussen de Unie en die landen te sluiten regelingen.

 

(2)

Nadat op 11 maart 2008 aan de Commissie een machtiging was verleend, is met de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein onderhandeld over een Regeling inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.

 

(3)

Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap waarvan zij de opvolgster is.

 

(4)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit; dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, moet Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad dit besluit heeft vastgesteld, beslissen of het dat al dan niet in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

 

(5)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit dat niet bindend is voor, noch van toepassing op het Verenigd Koninkrijk.

 

(6)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (3). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit dat niet bindend is voor, noch van toepassing op Ierland.

 

(7)

De regeling dient te worden gesloten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Regeling tussen enerzijds de Europese Gemeenschap en anderzijds de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (hierna „de regeling”) (4), wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om namens de Unie de akte van goedkeuring bedoeld in artikel 9, lid 4, van de regeling neer te leggen, waarmee de instemming van de Unie om door de regeling gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht, en om de volgende kennisgeving te doen:

„Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap waarvan zij de opvolgster is en met ingang van deze datum oefent zij alle rechten van de Europese Gemeenschap uit en neemt zij alle verplichtingen van de Europese Gemeenschap over. Derhalve worden verwijzingen naar de „Europese Gemeenschap” in de tekst van de regeling waar nodig gelezen als verwijzingen naar de „Europese Unie”.”

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    VANACKERE
 

  • (4) 
    Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.