2005/201/EG: Besluit nr. 5/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico van 15 december 2004 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000, van de bijlage bij genoemd besluit betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

1.

Wettekst

12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/15

 

BESLUIT Nr. 5/2004 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EU-MEXICO

van 15 december 2004

tot vaststelling, overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000, van de bijlage bij genoemd besluit betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

(2005/201/EG)

DE GEZAMENLIJKE RAAD,

Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (1) (hierna „de Overeenkomst” genoemd),

Gelet op Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico (2), en met name op artikel 17, lid 3,

Overwegende dat artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000 bepaalt dat de overheidsdiensten van beide partijen elkaar wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken verlenen in overeenstemming met de bepalingen van een bijlage betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, goed te keuren door de Gezamenlijke Raad uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van Besluit nr. 2/2000,

BESLUIT:

Artikel 1

De bijlage betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij Besluit nr. 2/2000 die als bijlage bij het onderhavige besluit is gevoegd, wordt hierbij aangenomen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin het besluit door de Gezamenlijke Raad is vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 15 december 2004.

Voor de Gezamenlijke Raad

De voorzitter

  • L. 
    E. DERBEZ
 

 

BIJLAGE

„BIJLAGE

BETREFFENDE WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND IN DOUANEZAKEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

 

a)

„douanewetgeving”: de door de Gemeenschap of Mexico aangenomen wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder een andere douaneregeling of -procedure, met inbegrip van verbodsmaatregelen, beperkende maatregelen en controlemaatregelen;

 

b)

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij aangewezen is en die op grond van deze bijlage een verzoek om bijstand indient;

 

c)

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij aangewezen is en die op grond van deze bijlage een verzoek om bijstand ontvangt;

 

d)

„douaneautoriteit”: voor de Europese Gemeenschap, de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten; voor Mexico, de Secretaria de Hacienda y Crédito Público of zijn opvolger;

 

e)

„persoonsgegevens”: alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

 

f)

„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;

 

g)

„informatie”: alle gegevens, documenten, gewaarmerkte rapporten of de daarop betrekking hebbende gewaarmerkte afschriften of andere mededelingen, met inbegrip van informatie die is verwerkt en/of geanalyseerd om een indicatie te verstrekken met betrekking tot een met de douanewetgeving strijdige handeling.

Artikel 2

Werkingssfeer

  • 1. 
    Deze bijlage heeft uitsluitend betrekking op wederzijdse administratieve bijstand tussen de partijen; de bepalingen van onderhavige bijlage verlenen aan individuele personen generlei recht op het verkrijgen, achterhouden of uitsluiten van enig bewijs of het beletten van de uitvoering van een verzoek.
  • 2. 
    De partijen verlenen elkaar bijstand op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in deze bijlage, teneinde de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, inzonderheid met het oog op het voorkomen, opsporen en bestrijden van met de douanewetgeving strijdige handelingen.
  • 3. 
    De bijstand in douanezaken waarin deze bijlage voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de partijen die bevoegd is voor de toepassing van deze bijlage. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken. Hij geldt ook niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteit instemt met de mededeling van dergelijke informatie.
  • 4. 
    De bijstand inzake het innen van heffingen, belastingen en boetes valt niet onder deze bijlage.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

  • 1. 
    Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit haar alle terzake dienende informatie die zij nodig kan hebben om te waarborgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende geconstateerde of voorgenomen daden die met de douanewetgeving strijdige handelingen vormen of zouden kunnen vormen.
  • 2. 
    Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mee of:
 

a)

goederen die uit het grondgebied van een van de partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze op het grondgebied van de andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;

 

b)

goederen die op het grondgebied van een van de partijen zijn ingevoerd, op regelmatige wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de op deze goederen toegepaste douaneregeling.

  • 3. 
    Op aanvraag van de verzoekende autoriteit treft de aangezochte autoriteit in het kader van haar wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat toezicht wordt uitgeoefend op:
 

a)

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;

 

b)

plaatsen waar voorraden goederen op een zodanige wijze zijn gevormd of kunnen worden gevormd, dan wel het voorwerp zijn geweest of kunnen zijn van zodanige handelingen dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

 

c)

goederen die op een zodanige wijze worden vervoerd of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

 

d)

vervoermiddelen die op een zodanige wijze worden gebruikt of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen.

Artikel 4

Bijstand op eigen initiatief

De partijen staan elkaar op eigen initiatief, overeenkomstig hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, bij indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder door het verschaffen van informatie die zij verkrijgen omtrent:

 

a)

handelingen die strijdig zijn of lijken te zijn met de douanewetgeving en die van belang kunnen zijn voor de andere partij;

 

b)

nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

 

c)

goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van met de douanewetgeving strijdige handelingen;

 

d)

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij betrokken zijn of zijn geweest bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

 

e)

vervoermiddelen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor het verrichten van met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig de voor haar geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, alle nodige maatregelen voor:

 

a)

de afgifte van alle documenten of

 

b)

de kennisgeving van alle besluiten,

die van de verzoekende autoriteit uitgaan en waarop het bepaalde in deze bijlage van toepassing is, aan een geadresseerde die op het grondgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.

De verzoeken om afgifte van documenten en om kennisgeving van besluiten moeten schriftelijk worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

  • 1. 
    Verzoeken in het kader van deze bijlage worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan dienstig worden geacht. In spoedeisende gevallen kunnen mondelinge verzoeken worden aanvaard, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
  • 2. 
    De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hiernavolgende gegevens:
 

a)

de naam van de verzoekende autoriteit;

 

b)

de gevraagde maatregel;

 

c)

het voorwerp en de reden van het verzoek;

 

d)

de relevante wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen en andere rechtsvoorschriften;

 

e)

zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

 

f)

een overzicht van de relevante feiten en het reeds verrichte onderzoek.

  • 3. 
    De verzoeken worden gesteld in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Dit vereiste is niet van toepassing op documenten die het in lid 1 bedoelde verzoek vergezellen.
  • 4. 
    Indien een verzoek niet in de hierboven omschreven juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; inmiddels kunnen reeds conservatoire maatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

  • 1. 
    De aangezochte autoriteit beantwoordt het verzoek om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en van haar middelen, als handelde zij voor eigen rekening of op verzoek van een andere autoriteit van dezelfde partij, door de informatie die haar reeds ter beschikking staat mee te delen en door het nodige onderzoek, met name verificaties, inspecties en onderzoek van bescheiden, te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is ook van toepassing op elke andere autoriteit tot welke de aangezochte autoriteit krachtens deze bijlage het verzoek richt indien zij niet zelfstandig kan handelen.
  • 2. 
    Aan verzoeken om bijstand wordt voldaan overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte partij.
  • 3. 
    Naar behoren gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij, overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte autoriteit en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere overeenkomstig lid 1 betrokken autoriteit aanwezig zijn en de in die kantoren bijgehouden terzake dienende boeken, registers en andere documenten of gegevensdragers verkrijgen, kopieën daarvan maken, dan wel informatie of bijzonderheden extraheren, die de verzoekende autoriteit ter uitvoering van het bepaalde in deze bijlage nodig heeft met betrekking tot met de douanewetgeving strijdige handelingen.
  • 4. 
    Overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte autoriteit en onder de voorwaarden die deze laatste stelt, kunnen naar behoren gemachtigde ambtenaren van een partij, met instemming van de andere partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.
  • 5. 
    Aan een verzoek van enige douaneautoriteit om toepassing van een bepaalde procedure wordt voldaan overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte autoriteit.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

  • 1. 
    De aangezochte autoriteit deelt de resultaten van het onderzoek en enige gevraagde informatie uit hoofde van artikel 9 schriftelijk mee aan de verzoekende autoriteit, samen met documenten, gewaarmerkte afschriften of andere terzake dienende voorwerpen en mag, waar van toepassing, enige relevante informatie opnemen voor interpretatie of voor gebruik.
  • 2. 
    Deze informatie kan worden meegedeeld met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking.
  • 3. 
    De originelen van dossiers, documenten en ander materiaal, of gecertificeerde of voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopieën daarvan, worden uitsluitend verstrekt indien kopieën ontoereikend zouden zijn.
  • 4. 
    De originelen van verstrekte dossiers, documenten en ander materiaal worden zo spoedig mogelijk geretourneerd; de rechten van de partijen te dien aanzien blijven ongewijzigd.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

  • 1. 
    Bijstand mag worden geweigerd of onderhevig worden gemaakt aan het vervullen van zekere voorwaarden of vereisten in gevallen waarin een partij van oordeel is dat de bijstand uit hoofde van onderhavige bijlage:
 

a)

afbreuk kan doen aan de soevereiniteit van de partij die op grond van deze bijlage om bijstand is verzocht; of

 

b)

de openbare orde, de staatsveiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar kan brengen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 10, lid 2, of

 

c)

de schending inhoudt van een industrieel, een handels- of een beroepsgeheim.

  • 2. 
    De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen op grond van het feit dat deze een onderzoek, een gerechtelijke vervolging of een lopende procedure zou storen. In dat geval raadpleegt de aangezochte autoriteit de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend onder voorbehoud van regelingen of voorwaarden die de aangezochte autoriteit kan eisen.
  • 3. 
    Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. Het is dan aan de aangezochte autoriteit om te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek zal reageren.
  • 4. 
    Indien niet aan een verzoek kan worden voldaan, wordt de verzoekende autoriteit hiervan onverwijld in kennis gesteld met vermelding van de redenen en omstandigheden, welke van belang kunnen zijn voor het vervolg van de zaak.
  • 5. 
    In gevallen bedoeld in de leden 1 en 2 dienen de beslissing van de aangezochte autoriteit en de redenen derhalve onverwijld ter kennis van de verzoekende autoriteit te worden gebracht.

Artikel 10

Uitwisseling van informatie en vertrouwelijkheid

  • 1. 
    Alle informatie die in welke vorm dan ook op grond van deze bijlage wordt verstrekt, is vertrouwelijk of bestemd voor beperkte verspreiding, overeenkomstig de regels die bij elk van de partijen gelden. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming waarin wordt voorzien door de wetgeving terzake van de partij die de informatie heeft ontvangen, alsmede door de overeenkomstige bepalingen die op de communautaire instanties van toepassing zijn.
  • 2. 
    Persoonsgegevens kunnen slechts worden uitgewisseld indien de partij die ze zou ontvangen, zich ertoe verbindt aan die gegevens een ten minste gelijkwaardige bescherming te verlenen als die welke toepasselijk is in de partij die ze zou verstrekken. Met het oog daarop verstrekken de partijen elkaar informatie over de door hen toegepaste voorschriften, zo nodig met inbegrip van de vigerende wettelijke bepalingen in de lidstaten van de Gemeenschap, met inbegrip van enige wijziging ervan welke wordt doorgevoerd nadat onderhavige bijlage in werking is getreden.
  • 3. 
    Het gebruik van op grond van deze bijlage verkregen informatie bij gerechtelijke of administratieve procedures die worden ingesteld ingevolge de vaststelling van handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving, wordt geacht plaats te vinden ter uitvoering van deze bijlage. De partijen kunnen dan ook de overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun processen-verbaal, rapporten en getuigenverklaringen alsmede in gerechtelijke procedures en tenlasteleggingen. De bevoegde autoriteit die deze informatie heeft verstrekt of toegang tot de documenten heeft verschaft, wordt van dit gebruik in kennis gesteld.
  • 4. 
    De verkregen informatie wordt uitsluitend voor de in deze bijlage omschreven doeleinden gebruikt. Wanneer een partij dergelijke gegevens voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij de voorafgaande schriftelijke instemming te krijgen van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Het gebruik van die informatie is dan onderworpen aan de door deze autoriteit opgelegde beperkingen.

Artikel 11

Deskundigen en getuigen

Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden gemachtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze bijlage van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke gerechtelijke of administratieve instantie de betrokken ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de ambtenaar zal worden gehoord.

Artikel 12

Kosten van de bijstand

  • 1. 
    De partijen eisen van elkaar geen terugbetaling voor uitgaven die bij de toepassing van het bepaalde in deze bijlage zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van uitgaven voor deskundigen en getuigen, en uitgaven voor tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
  • 2. 
    Indien uitvoering van het verzoek aanzienlijke of buitengewone kosten met zich zou brengen, kunnen de partijen met elkaar overleggen teneinde de voorwaarden vast te stellen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten zullen worden gedragen.

Artikel 13

Uitvoering

  • 1. 
    Onverminderd het bepaalde in artikel 14, lid 3, komen de partijen overeen dat alle zaken welke voortvloeien uit de toepassing van deze bijlage kunnen worden toevertrouwd aan de douaneautoriteiten van Mexico, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, desgevallend, de douaneautoriteiten van de lidstaten, anderzijds. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen vast voor de toepassing van deze bijlage, met inachtneming van de vigerende voorschriften op met name het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen aan de bevoegde instanties wijzigingen voorstellen die volgens hen in deze bijlage moeten worden aangebracht.
  • 2. 
    De partijen plegen onderling overleg en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig deze bijlage worden vastgesteld. In het bijzonder wisselen zij, vóór de inwerkingtreding van deze bijlage, onderling de lijst uit van de douaneautoriteiten die bevoegd zijn voor de toepassing van deze bijlage. Alle wijzigingen die daarna worden doorgevoerd, worden door de partijen aan elkaar meegedeeld.

Artikel 14

Andere overeenkomsten

  • 1. 
    Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van deze bijlage dat zij:
 

a)

geen gevolgen hebben voor de verplichtingen van de partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen;

 

b)

worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Mexico;

 

c)

geen gevolgen hebben voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van eventueel voor de Gemeenschap van belang zijnde gegevens die verkregen zijn op de onder deze bijlage vallende gebieden.

  • 2. 
    Ongeacht de bepalingen van lid 1 hebben de bepalingen van deze bijlage voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Mexico voorzover de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van deze bijlage.
  • 3. 
    Ten aanzien van vraagstukken in verband met de toepassing van deze bijlage plegen de partijen overleg om deze op te lossen in het kader van de Speciale Commissie douanesamenwerking, die is ingesteld krachtens artikel 17 van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico.”
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.