Verordening 2006/221 - Op grond van Verordening (EG) nr. 169/2006 in het kader van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit toe te passen verminderingscoëfficiënt als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2375/2002

1.

Wettekst

9.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 38/27

 

VERORDENING (EG) Nr. 221/2006 VAN DE COMMISSIE

van 8 februari 2006

tot vaststelling van de op grond van Verordening (EG) nr. 169/2006 in het kader van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit toe te passen verminderingscoëfficiënt als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2375/2002

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad (2), en met name op artikel 5, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2375/2002 is een jaarlijks tariefcontingent van 2 981 600 t zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit geopend. Dit contingent bestaat uit drie deelcontingenten.

 

(2)

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 169/2006 van de Commissie van 31 januari 2006 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2375/2002 met betrekking tot de afgifte van invoercertificaten in het kader van tranche 1 van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit (3) is de in het kader van deelcontingent III nog beschikbare hoeveelheid voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2006 vastgesteld op 464 879,874 ton.

 

(3)

De op 6 februari 2006 overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 gevraagde hoeveelheden overschrijden de beschikbare hoeveelheid. Derhalve moet door vaststelling van de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt worden bepaald in hoeverre de certificaten kunnen worden afgegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Elke op 6 februari 2006 overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 ingediende en aan de Commissie meegedeelde invoercertificaataanvraag voor deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit wordt ingewilligd tot 80,56049 % van de gevraagde hoeveelheden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 februari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 februari 2006.

Voor de Commissie

  • J. 
    L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.