Besluit 2006/146 - Beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië

1.

Wettekst

25.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 55/44

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 21 februari 2006

betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 417)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/146/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name op artikel 18, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Beschikking 1999/507/EG van de Commissie van 26 juli 1999 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze beschikking te worden overgegaan.

 

(2)

In Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (4), zijn de voornaamste voorwaarden opgenomen waaraan de lidstaten moeten voldoen wanneer zij honden, katten, en andere voor rabiës vatbare dieren invoeren. De veterinaire certificering is echter nog niet geharmoniseerd.

 

(3)

In Australië, respectievelijk Maleisië zijn gevallen met dodelijke afloop van Hendra-, respectievelijk Nipahbesmetting bij de mens gemeld.

 

(4)

Vliegende honden van het geslacht Pteropus moeten worden beschouwd als de natuurlijke gastheer van het Hendravirus, en het vermoeden bestaat dat zij het virusreservoir van Nipah zijn. Deze zoogdieren vertonen echter geen klinische ziekteverschijnselen, en zij kunnen drager van het virus zijn en tegelijkertijd over neutraliserende antilichamen beschikken.

 

(5)

Incidenteel worden vliegende honden ingevoerd uit derde landen. Het lijkt, in afwachting van communautaire veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van vliegende honden, nodig bepaalde beschermde maatregelen te nemen ten aanzien van Hendra en Nipah.

 

(6)

Hendra kan door katten worden overgebracht, en zowel honden als katten kunnen Nipah krijgen. Blootstelling aan deze virussen bij zieke en herstellende dieren brengt seroconversie teweeg, die aan de hand van een laboratoriumtest kan worden vastgesteld.

 

(7)

De aanwezigheid van deze zoönose in bovengenoemde landen zou een gevaar voor de mens en voor voor deze ziektes vatbare dieren in de Gemeenschap kunnen vormen.

 

(8)

Het is nodig op communautair niveau beschermende maatregelen te nemen ten aanzien van de invoer van vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië.

 

(9)

Sinds 1999 zijn in Australië echter geen gevallen meer gemeld van de Hendra-ziekte, een ziekte waarvoor in dat land meldingsplicht geldt. Bijgevolg dienen geen bijzondere laboratoriumtests te zijn vereist voor uit Australië ingevoerde katten.

 

(10)

Duidelijkheidshalve moeten regelingen worden getroffen om de doorvoer van honden en katten via internationale luchthavens in Maleisië mogelijk te maken.

 

(11)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstermming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

  • 1. 
    Invoer van vliegende honden van het geslacht Pteropus uit Maleisië (schiereiland) en Australië is verboden.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 en onverminderd het bepaalde in Richtlijn 92/65/EEG mogen vliegende honden van het geslacht Pteropus worden ingevoerd wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
 

a)

de dieren komen uit in gevangenschap levende kolonies,

 

b)

de dieren zijn ten minste 60 dagen in een quarantainestation geïsoleerd gehouden, en

 

c)

de dieren zijn met negatief resultaat onderworpen aan een serumneutralisatietest of een goedgekeurde Elisatest op antilichamen tegen Hendra- en Nipahvirussen in een door de bevoegde autoriteiten voor deze tests erkend laboratorium waarbij twee bloedmonsters zijn getest die met een tussentijd van 21 tot 30 dagen zijn afgenomen en waarbij de tweede test in de laatste tien dagen vóór de uitvoer is uitgevoerd.

Artikel 2

  • 1. 
    Invoer van honden en katten uit Maleisië (schiereiland) is verboden.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 mogen honden en katten worden ingevoerd wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
 

a)

de dieren zijn in de laatste 60 dagen vóór de uitvoer niet in contact geweest met varkens,

 

b)

de dieren hebben niet verbleven op een bedrijf waar de laatste 60 dagen gevallen van Nipahbesmetting zijn bevestigd, en

 

c)

de dieren zijn met negatief resultaat onderworpen aan een indirecte sandwich-Elisa IgG test in een door de bevoegde veterinaire autoriteiten voor het testen op Nipahvirusantilichamen erkend laboratorium, waarbij een bloedmonster is getest dat in de laatste tien dagen vóór de uitvoer is genomen.

  • 3. 
    Het in lid 1 vermelde verbod is niet van toepassing op doorvoer van honden en katten, op voorwaarde dat deze dieren op het terrein van een internationale luchthaven blijven.

Artikel 3

  • 1. 
    Invoer van katten uit Australië is verboden.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 mogen katten worden ingevoerd, mits de dieren niet hebben verbleven op een bedrijf waar in de laatste 60 dagen vóór de uitvoer gevallen van Hendrabesmetting zijn bevestigd.
  • 3. 
    Het in lid 1 vermelde verbod is niet van toepassing op doorvoer van katten, op voorwaarde dat deze dieren binnen het terrein van een internationale luchthaven blijven.

Artikel 4

Beschikking 1999/507/EG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie

 

  • (3) 
    Zie bijlage I.
 

BIJLAGE I

Ingetrokken beschikking met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

 

Beschikking 1999/507/EG van de Commissie

(PB L 194 van 27.7.1999, blz. 66)

Beschikking 1999/643/EG van de Commissie

(PB L 255 van 30.9.1999, blz. 38)

Beschikking 2000/6/EG van de Commissie

(PB L 3 van 6.1.2000, blz. 29)

Beschikking 2000/708/EG van de Commissie

(PB L 289 van 16.11.2000, blz. 41)

 

BIJLAGE II

Concordantietabel

 

Beschikking 1999/507/EG

De onderhavige beschikking

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 2, aanhef

Artikel 1, lid 2, aanhef

Artikel 1, lid 2, eerste streepje

Artikel 1, lid 2, onder a)

Artikel 1, lid 2, tweede streepje

Artikel 1, lid 2, onder b)

Artikel 1, lid 2, derde streepje

Artikel 1, lid 2, onder c)

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 2, aanhef

Artikel 2, lid 2, aanhef

Artikel 2, lid 2, eerste streepje

Artikel 2, lid 2, onder a)

Artikel 2, lid 2, tweede streepje

Artikel 2, lid 2, onder b)

Artikel 2, lid 2, derde streepje

Artikel 2, lid 2, onder c)

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 3

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Bijlage I

Bijlage II

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.