Verordening 2003/1342 - Uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003R1342

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003R1342

Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst

Publicatieblad Nr. L 189 van 29/07/2003 blz. 0012 - 0029

Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie

van 28 juli 2003

houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1104/2003(2), en met name op artikel 9, lid 2, en artikel 13, lid 11,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie(4), en met name op artikel 9, lid 2, en artikel 13, lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(5) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(6). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.
  • (2) 
    Met het oog op de handelspraktijken die eigen zijn aan de sector granen en rijst moeten bepalingen worden vastgesteld die een aanvulling vormen op of een afwijking vormen van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 325/2003(8).
  • (3) 
    Bij een inschrijving voor de uitvoer van interventievoorraden moeten de hoeveelheid en de bestemming waarvoor het certificaat wordt afgegeven, worden meegedeeld en voorts moet worden bepaald welke bijzondere vermeldingen op het uitvoercertificaat moeten worden aangebracht, met name wanneer de restitutie bij inschrijving wordt vastgesteld, bij uitvoer van mengvoeder op basis van granen en wanneer de belasting bij uitvoer vooraf wordt vastgesteld.
  • (4) 
    Bij de vaststelling van de geldigheidsduur van de invoer- en uitvoercertificaten voor de onderscheiden producten moet rekening worden gehouden met de marktbehoeften en de noodzaak van een goed beheer, waarbij, gezien de concurrentiesituatie op de wereldmarkt, voor uitvoercertificaten van mout een bijzonder lange geldigheidsduur moet worden vastgesteld, met dien verstande evenwel dat vóór 1 juli afgegeven certificaten met een lange geldigheidsduur op 30 september moeten aflopen, zodat wordt voorkomen dat vóór de gerstoogst uitvoeringsverbintenissen voor het nieuwe verkoopseizoen worden aangegaan.
  • (5) 
    Met het oog op het risico dat voor alle granen en voor de meeste verwerkte producten op basis van granen voor te grote hoeveelheden certificaten worden afgegeven, moet een bedenktijd van drie dagen vóór de daadwerkelijke afgifte van de betrokken uitvoercertificaten worden voorzien, met uitzondering van uitvoertransacties van niet-commerciële aard in het kader van voedselhulpleveranties door de Gemeenschap of door de lidstaten en sommige leveranties van humanitaire organisaties.
  • (6) 
    Daar het besluit van de Commissie om geen gevolg te geven aan een aanvraag om een uitvoercertificaat na afloop van de bedenktijd van drie dagen, in bepaalde gevallen evenwel de continuïteit kan verstoren in de levering van producten waarvan een regelmatige aanvoer nodig is, moet de marktdeelnemers die daartoe een aanvraag indienen, de mogelijkheid worden geboden een uitvoercertificaat zonder restitutie te verkrijgen, mits daarbij specifieke gebruiksvoorwaarden worden opgelegd.
  • (7) 
    Verscheidene bepalingen van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 inzake de aanvragen voor uitvoercertificaten voor bepaalde producten met het oog op een inschrijving in een invoerend derde land moeten restrictiever worden gemaakt en daardoor meer met de gebruiken in de graanhandel in overeenstemming worden gebracht.
  • (8) 
    Rekening houdend met de concurrentie op de wereldmarkt voor granen en rijst, moet worden voorzien in de afgifte van uitvoercertificaten met een speciale geldigheidsduur voor de belangrijkste producten, met inbegrip van durumtarwe, en voor betrekkelijk grote minimumhoeveelheden, met dien verstande dat wat die minimumhoeveelheid betreft, deze in het voordeel van de ACS-staten evenwel kleiner mag zijn. De afgifte van het certificaat moet afhankelijk worden gemaakt van de vervulling van bepaalde aanvullende voorwaarden inzake, met name, de overlegging van het leveringscontract bij de bevoegde instantie binnen een bepaalde termijn.
  • (9) 
    Bij de vaststelling van de bedragen van de zekerheid voor de invoer- en uitvoercertificaten moet een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende groepen producten naar gelang van de mogelijke schommelingen van de restitutie of de belasting bij uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat, met dien verstande dat voor leveranties aan de ACS-staten een voorkeursbehandeling moet gelden.
  • (10) 
    De bedragen van de belasting bij invoer en de restitutie bij uitvoer die van toepassing zijn wanneer als gevolg van overmacht de geldigheidsduur van het certificaat overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt verlengd, moeten worden bepaald.
  • (11) 
    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de bijzondere uitvoeringsbepalingen van het ingevoerde stelsel van invoer- en uitvoercertificaten vastgesteld bij:

  • a) 
    artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1766/92,
  • b) 
    artikel 9 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

Artikel 2

  • 1. 
    Wanneer het uitvoercertificaat wordt aangevraagd met het oog op een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie(9) te houden openbare inschrijving, wordt het certificaat slechts afgegeven voor de hoeveelheden die aan de aanvrager zijn gegund.

Het uitvoercertificaat is slechts geldig voor ten hoogste de in vak 17 aangegeven hoeveelheid. Het certificaat bevat in vak 19 het cijfer "0".

  • 2. 
    In vak 7 van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 bedoelde aanvragen voor een uitvoercertificaat wordt de vastgestelde bestemming vermeld. Het certificaat brengt de verplichting mee naar deze bestemming uit te voeren.

Onder "bestemming" wordt verstaan de groep van landen waarvoor dezelfde restitutie of belasting bij uitvoer wordt vastgesteld.

Artikel 3

  • 1. 
    Bij een openbare inschrijving tot vaststelling van de restitutie bij uitvoer wordt in vak 22 in letters en cijfers de uitvoerrestitutie vermeld die in het bericht van toewijzing voorkomt. Het bedrag van deze restitutie wordt uitgedrukt in euro en wordt voorafgegaan door een van de hiernavolgende vermeldingen:
  • Tipo de la restitución de base a la exportación adjudicado
  • Tilslagssats for basiseksportrestitutionen
  • Zugeschlagener Satz der Grundausfuhrerstattung

- Ποσοστό της κατακυρωθείσας επιστροφής βάσεως κατά την εξαγωγή

  • Tendered rate of basic export refund
  • Taux de la restitution de base à l'exportation adjugé
  • Tasso della restituzione di base all'esportazione aggiudicato
  • Gegunde basisrestitutie bij uitvoer
  • Taxa de restituição de base à exportação adjudicada
  • Tarjouskilpailutetun perusvientituen määrä
  • Anbudssats för exportbidrag.
  • 2. 
    Bij een openbare inschrijving tot vaststelling van de belasting bij uitvoer wordt in vak 22 in letters en cijfers de uitvoerbelasting vermeld die in het bericht van toewijzing voorkomt. Het bedrag van deze belasting wordt uitgedrukt in euro en wordt voorafgegaan door een van de hiernavolgende vermeldingen:
  • Tipo del gravamen a la exportación adjudicado
  • Tilslagssats for eksportafgiften
  • Zugeschlagener Satz der Ausfuhrabgabe

- Ύψος φόρου κατά την εξαγωγή

  • Tendered rate of export tax
  • Taux de la taxe à l'exportation adjugé
  • Aliquota della tassa all'esportazione aggiudicata
  • Gegunde belasting bij uitvoer
  • Taxa de exportação adjudicada
  • Tarjouskilpailutetusta viennistä kannettavan maksun määrä
  • Anbudssats för exportavgift.

Artikel 4

  • 1. 
    In afwijking van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de belanghebbende voor de producten van de GN-codes 1101 00 15, 1102 20, 1103 11 10 en 1103 13 in zijn aanvraag om een uitvoercertificaat producten aangeven van twee aan elkaar grenzende productcodes van twaalf cijfers van de voornoemde onderverdelingen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De in de aanvraag aangegeven productcodes van twaalf cijfers worden in het uitvoercertificaat vermeld.

  • 2. 
    In afwijking van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 moeten voor de producten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, die minder dan 50 gewichtspercenten zuivelproducten bevatten, in de aanvraag om een uitvoercertificaat voorkomen:
  • a) 
    in vak 15, de omschrijving van het product en de code met twaalf cijfers; de belanghebbende mag producten aangeven van twee of meer aan elkaar grenzende productcodes van twaalf cijfers van de restitutienomenclatuur, in welk geval in vak 15 de vermelding "voor het voederen van dieren gebruikte bereidingen die onder Verordening (EG) nr. 1517/95 vallen" moet worden aangebracht;
  • b) 
    in vak 16, de vermelding "2309";
  • c) 
    in de vakken 17 en 18, de uit te voeren hoeveelheden mengvoeder;
  • d) 
    in vak 20, voorzover bekend, het in het mengvoeder te verwerken gehalte aan graanproducten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maïs en andere granen; anders, wanneer de tweede onder a) bedoelde mogelijkheid om in vak 15 twee of meer productcodes in te vullen wordt benut, de marge voor de verwerking van maïs en andere graansoorten.

De in de aanvraag vermelde gegevens moeten ook in het uitvoercertificaat voorkomen.

Artikel 5

Voor de toepassing van artikel 15, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie(10) en van artikel 16, lid 10, van Verordening (EG) nr. 3072/95 wordt in vak 22 van het uitvoercertificaat een van de onderstaande vermeldingen aangebracht:

  • Gravamen a la exportación no aplicable
  • Eksportafgift ikke anvendelig
  • Ausfuhrabgabe nicht anwendbar

- Μη εφαρμοζόμενος φόρος κατά την εξαγωγή

  • Export tax not applicable
  • Taxe à l'exportation non applicable
  • Tassa all'esportazione non applicabile
  • Uitvoerbelasting niet van toepassing
  • Taxa de exportação não aplicável
  • Vientimaksua ei sovelleta
  • Exportavgift icke tillämplig.

Artikel 6

  • 1. 
    De invoercertificaten voor de producten bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 zijn geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 tot aan het einde van de in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde periodes.
  • 2. 
    Ingeval voor invoer van oorsprong en van herkomst uit bepaalde derde landen een bijzondere geldigheidsduur van de invoercertificaten is vastgesteld, moet, onderscheidenlijk moeten, in de vakken 7 en 8 van de certificaataanvraag en van het certificaat het land, onderscheidenlijk de landen, van oorsprong en van herkomst worden vermeld. Het certificaat verplicht tot invoer uit dat land, onderscheidenlijk uit die landen.

Artikel 7

  • 1. 
    De uitvoercertificaten voor de producten bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 zijn geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 tot aan het einde van de in bijlage II bij de onderhavige verordening vastgestelde periodes.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 zijn de uitvoercertificaten voor producten van de GN-codes 1702 30, 1702 40, 1702 90 en 2106 90, waarvoor de aanvragen uiterlijk op 25 juni zijn ingediend, tot en met 30 juni geldig. Wat de aanvragen betreft die zijn ingediend in de periode van 26 juni van het ene verkoopseizoen tot en met 30 september van het daaropvolgende verkoopseizoen, bedraagt de geldigheidsduur van de uitvoercertificaten voor de bovenbedoelde producten 30 dagen te rekenen vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

De douaneformaliteiten in verband met de uitvoer moeten voor de in de eerste alinea bedoelde uiterlijk op 25 juni aangevraagde certificaten elk verkoopseizoen uiterlijk op 30 juni zijn vervuld. Voor de tussen 26 juni van het ene en 30 september van het volgende verkoopseizoen aangevraagde certificaten moeten de douaneformaliteiten in verband met de uitvoer uiterlijk 30 dagen na de dag van afgifte vervuld zijn.

Deze uiterste data gelden eveneens voor de in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie(11) bedoelde formaliteiten voor producten die met deze certificaten in het kader van de regeling van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad(12) worden uitgevoerd.

In vak 22 van deze certificaten wordt één van de volgende vermeldingen aangebracht:

  • Limitación establecida en apartado 2 del artículo 7 del Reglamento (CE) n° 1342/2003
  • Begrænsning, jf. artikel 7, stk. 2, i forordning (EF) nr. 1342/2003
  • Kürzung der Gültigkeitsdauer nach Artikel 7 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1342/2003
  • Περιορισμός που προβλέπεται στο άρθρο 7 παράγραφος 2 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1342/2003
  • Limitation provided for in Article 7(2) of Regulation (EC) No 1342/2003
  • Limitation prévue à l'article 7, paragraphe 2, du règlement (CE) n° 1342/2003
  • Limitazione prevista all'articolo 7, paragrafo 2, del regolamento (CE) n. 1342/2003
  • Beperking als bepaald in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2003
  • Limitação estabelecida no n.o 2 do artigo 7.o do Regulamento (CE) n.o 1342/2003
  • Asetuksen (EY) N:o 1342/2003 7 artiklan 2 kohdassa säädetty rajoitus
  • Begränsning enligt artikel 7.2 i förordning (EG) nr 1342/2003.
  • 3. 
    Op verzoek van de handelaar en in afwijking van lid 1, is het uitvoercertificaat voor producten van de GN-codes 1107 10 19, 1107 10 99 en 1107 20 00 geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000:
  • a) 
    tot en met 30 september van het lopende kalenderjaar, voor in de periode van 1 januari tot en met 30 april afgegeven certificaten;
  • b) 
    tot het einde van de elfde maand na de afgifte, voor in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober afgegeven certificaten;
  • c) 
    tot en met 30 september van het volgende kalenderjaar, voor in de periode van 1 november tot en met 31 december afgegeven certificaten.

In deze gevallen en in afwijking van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de rechten die uit de in dit lid bedoelde certificaten voortvloeien, niet overdraagbaar.

  • 4. 
    Ingeval geen restitutie of uitvoerheffing wordt vastgesteld, zijn de uitvoercertificaten voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten geldig gedurende 60 dagen te rekenen vanaf de dag van afgifte.

Artikel 8

  • 1. 
    Uitvoercertificaten voor in artikel 1, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten en voor producten van de GN-codes 1102 20 10, 1102 20 90, 1103 13 10, 1103 13 90, 1103 20 20, 1104 22 98, 1104 23 10, 1104 29 05, 1108 11 00, 1108 12 00, 1108 13 00, 1109 00 00, 1702 30 51, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 79, 2106 90 55, 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 worden afgegeven op de derde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag, voorzover gedurende deze termijn geen bijzondere maatregelen worden genomen.

De Commissie kan besluiten geen gevolg te geven aan de aanvragen.

De eerste alinea geldt niet voor certificaten die worden afgegeven in het kader van inschrijvingssystemen noch voor certificaten, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000, die worden afgegeven voor de realisatie van voedselhulptransacties in de zin van artikel 10, lid 4, van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw(13). De bedenktijd is evenmin van toepassing voor de afgifte van een uitvoercertificaat dat, zonder restitutieaanvraag, door een humanitaire organisatie wordt aangevraagd voor een hoeveelheid van ten hoogste 20 ton.

  • 2. 
    Onverminderd de toepassing van artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 worden op verzoek van een marktdeelnemer uitvoercertificaten zonder restitutie afgegeven op de dag van indiening van de aanvraag, tenzij voor het betrokken product een uitvoerheffing geldt op het tijdstip van de aanvraag.

Als op het tijdstip van de uitvoer een uitvoerheffing wordt vastgesteld voor de producten waarvoor de overeenkomstig de eerste alinea afgegeven certificaten gelden, is die uitvoerheffing van toepassing.

Deze uitvoercertificaten zijn geldig gedurende 60 dagen te rekenen vanaf de dag van afgifte.

In vak 22 van die certificaten wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:

  • Limitación establecida en el apartado 2 del artículo 8 del Reglamento (CE) n° 1342/2003
  • Begrænsning, jf. artikel 8, stk. 2, i forordning (EF) nr. 1342/2003
  • Kürzung der Gültigkeitsdauer nach Artikel 8 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1342/2003
  • Περιορισμός που προβλέπεται στο άρθρο 8 παράγραφος 2 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1342/2003
  • Limitation provided for in Article 8(2) of Regulation (EC) No 1342/2003
  • Limitation prévue à l'article 8, paragraphe 2, du règlement (CE) n° 1342/2003
  • Limitazione prevista all'articolo 8, paragrafo 2, del regolamento (CE) n. 1342/2003
  • Beperking als bepaald in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2003
  • Limitação estabelecida no n.o 2 do artigo 8.o do Regulamento (CE) n.o 1342/2003
  • Asetuksen (EY) N:o 1342/2003 8 artiklan 2 kohdassa säädetty rajoitus
  • Begränsning enligt artikel 8.2 i förordning (EG) nr 1342/2003.
  • 3. 
    Wanneer bij de vaststelling van de uitvoerrestitutie of uitvoerbelasting voor de in artikel 1, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten specifiek naar dit lid wordt verwezen, gaat de aanvraag voor het uitvoercertificaat vergezeld van een afschrift van een contract. Dat contract moet zijn afgegeven door een officiële instantie van het land van bestemming of door een firma die in dat land haar bedrijf heeft. In het contract wordt de hoeveelheid vermeld, alsmede een leveringstermijn binnen de looptijd van het certificaat. Voor het contract mogen niet eerder uitvoercertificaten krachtens dit artikel zijn afgegeven. De betrokken lidstaat gaat na of de certificaataanvraag aan de in dit lid vervatte voorwaarden voldoet en deelt de Commissie de in de ontvankelijke aanvragen vermelde hoeveelheden mee op de dag waarop die aanvragen worden ingediend. In de desbetreffende certificaten wordt de restitutie vooraf vastgesteld; de certificaten worden eerst op de derde werkdag na de indiening van de aanvraag daadwerkelijk afgegeven, voorzover de Commissie nog geen bijzondere maatregelen heeft getroffen.

Indien de in de eerste alinea bedoelde uitvoercertificaten worden aangevraagd voor grotere hoeveelheden dan mogen worden uitgevoerd en in de verordening tot vaststelling van de betreffende restitutie of uitvoerbelasting zijn vermeld, kan de Commissie binnen twee werkdagen na de indiening van de aanvraag een eenvormig percentage vaststellen waarmee de betrokken hoeveelheden worden verlaagd. Certificaataanvragen mogen binnen twee werkdagen na de bekendmaking van het verlagingspercentage worden ingetrokken.

In afwijking van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het certificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

Ingeval het contract door de koper/importeur niet wordt uitgevoerd, mag de exporteur naar een ander land van bestemming uitvoeren, maar uitsluitend met toepassing van de op de dag van de oorspronkelijke aanvraag van het certificaat voor uitvoer naar "overige derde landen" geldende uitvoerrestitutie of uitvoerbelasting. Indien er op de dag van de oorspronkelijke certificaataanvraag geen restitutie noch belasting bij uitvoer naar "overige derde landen" is, kan volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 een besluit ad hoc worden genomen.

Artikel 9

  • 1. 
    De leden 2 tot en met 6 gelden voor de uitvoer naar de in bijlage IV vermelde derde landen en voor de in diezelfde bijlage genoemde producten.
  • 2. 
    Voor de in lid 1 bedoelde uitvoer moeten voor elke zending aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van het overeenkomstig artikel 8, lid 2, en dit artikel afgegeven uitvoercertificaat en een naar behoren geviseerde kopie van de uitvoeraangifte worden overgelegd. De uitgevoerde producten mogen niet eerst naar een ander derde land zijn uitgevoerd.
  • 3. 
    Het in lid 2 bedoelde certificaat bevat:
  • a) 
    in vak 7, de aanduiding van het (de) betrokken invoerende land (landen);
  • b) 
    in vak 15, een omschrijving van de producten volgens de gecombineerde nomenclatuur;
  • c) 
    in vak 16, voor elk in vak 15 bedoeld product de achtcijferige code van de gecombineerde nomenclatuur en de hoeveelheid in ton;
  • d) 
    in de vakken 17 en 18, de totale hoeveelheid in vak 16 bedoelde producten;
  • e) 
    in vak 20, één van de volgende vermeldingen:
  • Exportación conforme al artículo 9 del Reglamento (CE) n° 1342/2003
  • Udførsel i overensstemmelse med artikel 9 i forordning (EF) nr. 1342/2003
  • Ausfuhr in Übereinstimmung mit Artikel 9 der Verordnung (EG) Nr. 1342/2003
  • Περιορισμός που προβλέπεται στο άρθρο 9 του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1342/2003
  • Export in accordance with Article 9 of Regulation (EC) No 1342/2003
  • Exportation conformément à l'article 9 du règlement (CE) n° 1342/2003
  • Esportazione in conformità all'articolo 9 del regolamento (CE) n. 1342/2003
  • Uitvoer op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1342/2003
  • Exportação conforme o artigo 9.o do Regulamento (CE) n.o 1342/2003
  • Asetuksen (EY) N:o 1342/2003 9 artiklan mukainen vienti
  • Export i överensstämmelse med artikel 9 i förordning (EG) nr 1342/2003;
  • f) 
    in vak 22, behalve de in artikel 8, lid 2, bedoelde vermelding, één van de volgende vermeldingen:
  • Sin restitución por exportación
  • Uden eksportrestitution
  • Ohne Ausfuhrerstattung

- Χωρίς επιστροφή κατά την εξαγωγή

  • No export refund
  • Sans restitution à l'exportation
  • Senza restituzione all'esportazione
  • Zonder uitvoerrestitutie
  • Sem restituição à exportação
  • Ilman vientitukea
  • Utan exportbidrag.

Het certificaat is slechts geldig voor de aldus aangeduide producten en hoeveelheden.

  • 4. 
    De overeenkomstig dit artikel afgegeven certificaten verplichten tot uitvoer naar één van de in vak 7 vermelde bestemmingen.
  • 5. 
    Op verzoek van de belanghebbende wordt een voor eensluidend gewaarmerkte kopie afgegeven van het certificaat waarop is afgeschreven.
  • 6. 
    De bevoegde autoriteit van de lidstaat deelt de Commissie iedere eerste maandag van de maand en per code van de gecombineerde nomenclatuur mee welke hoeveelheden certificaten zijn afgegeven.

Artikel 10

  • 1. 
    Voor uitvoer op grond van een in een invoerend derde land gehouden openbare inschrijving is het certificaat voor de uitvoer van zachte tarwe, durumtarwe, rogge, gerst, maïs, rijst, meel van tarwe en van rogge, gries en griesmeel van durumtarwe en van de producten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 50 gewichtspercenten, geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 tot en met de dag waarop aan de uit de vergunning voortvloeiende verplichtingen moet zijn voldaan.
  • 2. 
    De geldigheidsduur van het certificaat mag niet meer dan vier maanden bestrijken, gerekend van de maand waarin het certificaat is afgegeven in de zin van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.
  • 3. 
    In afwijking van artikel 49, lid 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de certificaataanvraag, onderscheidenlijk mogen de certificaataanvragen, niet eerder dan vier werkdagen vóór de uiterste datum voor de indiening van de offertes voor de openbare inschrijving worden ingediend.
  • 4. 
    In afwijking van artikel 49, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt de maximumtermijn tussen de uiterste datum voor indiening van de offertes en de onder a) tot en met d) van genoemd lid bedoelde mededeling door de aanvrager aan de instantie van afgifte over het resultaat van de inschrijving, op zes werkdagen gesteld.

Artikel 11

  • 1. 
    In bijzondere gevallen kan voor het uitvoercertificaat voor zachte tarwe, durumtarwe, rogge, gerst, maïs, rijst, meel van tarwe en van rogge, gries en griesmeel van durumtarwe en voor de producten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 50 gewichtspercenten, een langere dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde geldigheidsduur worden vastgesteld wanneer de belanghebbende een contract aan het sluiten is waarvoor een langere geldigheidsduur verantwoord is. Hiertoe legt de belanghebbende aan de bevoegde instantie een schriftelijk bewijs over van een officiële instantie of van een onderneming die haar bedrijf heeft in het land waarvoor de betrokken uitvoer bestemd is. In dit schriftelijke bewijs moeten, naast de beoogde hoeveelheid en kwaliteit van de betrokken goederen, ook de leveringstermijn en de desbetreffende prijsvoorwaarden zijn vermeld. De lidstaat legt de Commissie ter informatie onverwijld een kopie van dit bewijs over.
  • 2. 
    In de in lid 1 bedoelde gevallen vraagt de belanghebbende bij de bevoegde instantie een uitvoercertificaat aan met een verzoek tot vaststelling vooraf van de restitutie of van de uitvoerbelasting die voor de betrokken bestemming op de dag van indiening van deze aanvraag van toepassing is, waarbij hij tevens vermeldt hoeveel hij minimaal en maximaal denkt uit te voeren en welke termijn minimaal en maximaal voor het uitvoeren van de beoogde transactie noodzakelijk is. De minimumhoeveelheid mag echter voor zachte tarwe, durumtarwe, rogge, gerst, maïs, meel van tarwe en van rogge alsmede voor de producten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 50 gewichtspercenten, niet minder zijn dan 75000 t, en voor gries en griesmeel van durumtarwe en voor rijst niet minder dan 15000 t. In afwijking van artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 behoeft bij de indiening van deze aanvraag geen zekerheid te worden gesteld.

Voor uitvoer met als bestemming een ACS-land of een aantal landen van een van de in bijlage III vastgestelde groepen ACS-landen wordt de in de eerste alinea vastgestelde minimumhoeveelheid verlaagd tot:

  • a) 
    20000 t voor zachte tarwe, durumtarwe, rogge, gerst, maïs, meel van tarwe en van rogge en voor de producten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 50 gewichtspercenten, en
  • b) 
    5000 t voor gries en griesmeel van durumtarwe en voor rijst.

Op aanvragen die betrekking hebben op verscheidene landen die tot een van de groepen ACS-landen behoren, moet van elk land waarvoor de producten zijn bestemd, de naam worden vermeld.

  • 3. 
    De lidstaat waaronder de bevoegde instantie valt waarbij de aanvraag is ingediend, onderzoekt de aanvragen, met name rekening houdend met de hoeveelheid en het economische aspect van de beoogde uitvoer en de concrete uitvoermogelijkheden. Wanneer de aanvraag ontvankelijk is, legt de lidstaat deze voor aan de Commissie, die volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 of die van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 3072/95 besluit. Aanvaardt de Commissie de aanvraag, dan bepaalt zij met name de termijn waarbinnen de belanghebbende het contract aan de bevoegde instantie moet voorleggen. Deze instantie brengt de beslissing ter kennis van de belanghebbende.
  • 4. 
    Wanneer de voor het certificaat vastgestelde geldigheidsduur gelijk is aan de gevraagde geldigheidsduur, legt de belanghebbende binnen de overeenkomstig lid 3 vastgestelde termijn aan de bevoegde instantie een ondertekend exemplaar van het contract en een afschrift daarvan over. In dit contract worden ten minste vermeld de hoeveelheid waarvoor het is afgesloten, die tussen het opgegeven minimum en maximum moet liggen, de bestemming, de termijn waarbinnen de transactie moet worden uitgevoerd, welke termijn tussen het opgegeven minimum en maximum moet liggen, de voor de duur van het contract vastgestelde prijs en de betalingsvoorwaarden. Het certificaat wordt afgegeven nadat de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 of in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde zekerheid is gesteld. Het land van bestemming, onderscheidenlijk de landen van bestemming, die tot eenzelfde groep behoren, wordt, onderscheidenlijk worden, in vak 7 aangegeven; het certificaat verplicht tot uitvoer naar het land, onderscheidenlijk naar de landen, waarvoor de aanvraag is ingediend. De exporteur mag echter voor ten hoogste 10 % van de op het certificaat aangegeven hoeveelheden zijn contract nakomen door naar een andere bestemming uit te voeren, op voorwaarde dat die bestemming tot dezelfde, in bijlage III vastgestelde groep van landen behoort.

Indien de belanghebbende een dergelijk contract niet heeft kunnen afsluiten, stelt hij de bevoegde instantie hiervan binnen de voor overlegging van het contract vastgestelde termijn in kennis; het certificaat wordt dan niet afgegeven.

  • 5. 
    Indien, behoudens overmacht, de belanghebbende niet overeenkomstig lid 4 handelt, wordt het certificaat niet afgegeven.
  • 6. 
    Wanneer de vastgestelde geldigheidsduur niet die is welke door de belanghebbende is gevraagd, doch wel langer dan is bepaald in artikel 7, zijn de leden 4 en 5 van dit artikel van toepassing. De belanghebbende kan evenwel binnen de voor de overlegging van het contract vastgestelde termijn van zijn certificaataanvraag afzien.
  • 7. 
    Indien de uitbreiding van de in artikel 7 vastgestelde geldigheidsduur is geweigerd, wordt het certificaat niet afgegeven.
  • 8. 
    Voor overeenkomstig dit artikel afgegeven certificaten is artikel 8, lid 1, niet van toepassing.

Artikel 12

De zekerheid voor certificaten voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92, onderscheidenlijk artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95, bedoelde producten bedraagt:

  • a) 
    1 EUR per ton als het gaat om invoercertificaten waarvoor het bepaalde in artikel 10, lid 4, vierde streepje, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 niet van toepassing is of voor producten die vallen onder Verordening (EG) nr. 3072/95, en 5 EUR per ton als het gaat om:
  • i) 
    uitvoercertificaten voor een product waarvoor op de dag van de aanvraag geen restitutie of uitvoerheffing is vastgesteld,
  • ii) 
    uitvoercertificaten zonder vaststelling vooraf van de uitvoerheffing of -restitutie,
  • iii) 
    overeenkomstig artikel 8, lid 2, van deze verordening afgegeven uitvoercertificaten;
  • b) 
    indien het invoercertificaten betreft waarvoor het bepaalde in artikel 10, lid 4, vierde streepje, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 geldt:
  • i) 
    15 EUR per ton voor de producten van de GN-codes 0709 90 60, 0712 90 19, 1001 10 00, 1001 90 91, 1001 90 99, 1002 00 00, 1003 00, 1004, 1005 10 90, 1005 90 00, 1007 00 en 1008;
  • ii) 
    5 EUR per ton, voor de overige producten;
  • c) 
    45 EUR per ton, voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten, indien het uitvoercertificaten betreft.

Voor uitvoer naar ACS-landen met een certificaat met een bijzondere geldigheidsduur overeenkomstig artikel 11 van de onderhavige verordening wordt deze zekerheid op 12 EUR per ton gesteld;

  • d) 
    20 EUR per ton voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde producten, indien het uitvoercertificaten betreft.

Voor overeenkomstig artikel 7, lid 3, van deze verordening afgegeven certificaten met restitutie bedraagt de zekerheid evenwel 24 EUR per ton.

Voor de uitvoer naar ACS-landen aan de hand van een certificaat met bijzondere geldigheidsduur overeenkomstig artikel 11 van deze verordening, wordt deze zekerheid vastgesteld op 12 EUR per ton.

Artikel 13

Wanneer de geldigheidsduur van het certificaat op grond van artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt verlengd, wordt het correctiebedrag toegepast dat gold op de dag van indiening van de certificaataanvraag voor een in de laatste maand van de normale geldigheidsduur van het certificaat te verrichten uitvoer.

Bovendien wordt de restitutie bij uitvoer overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de onderhavige verordening aangepast.

Artikel 14

  • 1. 
    Het bedrag van de overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 geldende restitutie voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van voornoemde verordening bedoelde producten, met uitzondering van maïs en sorgho, wordt in de periode van augustus tot en met mei van eenzelfde verkoopseizoen aangepast met een bedrag dat gelijk is aan de maandelijkse verhoging voor de voor dit seizoen vastgestelde interventieprijs.

Voor maïs en sorgho wordt de restitutie in de periode van de maand november van één verkoopseizoen tot en met augustus van het daaropvolgende verkoopseizoen aangepast met een bedrag dat gelijk is aan de maandelijkse verhoging die van toepassing is op de voor de betrokken verkoopseizoenen vastgestelde interventieprijzen.

De eerste aanpassing geschiedt op de eerste dag van de kalendermaand volgende op de maand van indiening van de certificaataanvraag. De latere aanpassingen worden maandelijks toegepast.

Voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde producten, met uitzondering van maïs en sorgho, blijft de volgens de eerste alinea aangepaste restitutie die in mei geldt, van toepassing in juni. Voor maïs en sorgho blijft de volgens de tweede alinea aangepaste restitutie die in augustus geldt, van toepassing in september.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde aanpassing is niet van toepassing wanneer het bedrag van de restitutie gelijk is aan nul.
  • 3. 
    Indien het certificaat langer geldig is dan tot het einde van het verkoopseizoen en de producten in het volgende verkoopseizoen worden uitgevoerd, wordt de restitutie, zonder de in lid 1 bedoelde maandelijkse verhogingen, voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde producten, met uitzondering van maïs en sorgho, gecorrigeerd met het prijsverschil tussen de twee verkoopseizoenen. Dit prijsverschil ontstaat op 1 juli en wordt bepaald aan de hand van de volgende factoren:
  • a) 
    het verschil tussen de interventieprijzen zonder maandelijkse verhoging, voor het oude en het nieuwe verkoopseizoen, en
  • b) 
    een bedrag gelijk aan de maandelijkse verhoging, vermenigvuldigd met het aantal maanden tussen augustus (inbegrepen) en de maand van de certificaataanvraag (inbegrepen).

Wanneer dit prijsverschil groter is dan het betrokken restitutiebedrag, wordt de gecorrigeerde restitutie gelijkgesteld aan nul.

De met het prijsverschil gecorrigeerde restitutie wordt vanaf de maand augustus van het nieuwe verkoopseizoen verhoogd, volgens de in lid 1 vastgestelde regels, met toepassing van de voor het nieuwe verkoopseizoen geldende maandelijkse verhoging.

  • 4. 
    De in lid 3 bedoelde aanpassingsregels worden voor maïs en sorgho mutatis mutandis toegepast, echter met de volgende uitzonderingen:
  • a) 
    30 september geldt als einddatum van het verkoopseizoen,
  • b) 
    het bovenbedoelde prijsverschil ontstaat op 1 oktober in plaats van op 1 juli,
  • c) 
    de maand augustus wordt vervangen door de maand november,
  • d) 
    de maandelijkse verhogingen zijn die welke voor de betrokken verkoopseizoenen gelden.

Artikel 15

  • 1. 
    Voor de in artikel 1, lid 1, onder c) en d), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten wordt op het uit elk van de in artikel 14, leden 1 en 3, van deze verordening, bedoelde aanpassingen resulterende bedrag telkens de verwerkingscoëfficiënt voor het betrokken product toegepast.
  • 2. 
    Het bedrag van de overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 toe te passen restitutie voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van voornoemde verordening bedoelde producten wordt in de periode van oktober tot en met juli aangepast met een bedrag dat gelijk is aan de maandelijkse, met de omrekeningscoëfficiënt voor het corresponderende bewerkingsstadium aangepaste verhoging van de voor het betrokken verkoopseizoen vastgestelde interventieprijs voor padie.

De eerste aanpassing geschiedt op de eerste dag van de kalendermaand na die waarin het certificaat is aangevraagd. De latere aanpassingen worden maandelijks toegepast.

  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde aanpassing is niet van toepassing wanneer het bedrag van de restitutie gelijk is aan nul.
  • 4. 
    Indien het certificaat langer geldig is dan tot het einde van het verkoopseizoen en de producten in het volgende verkoopseizoen worden uitgevoerd, wordt de restitutie, zonder de in lid 2 bedoelde maandelijkse verhogingen, gecorrigeerd met het verschil tussen de met de omrekeningscoëfficiënt voor het corresponderende bewerkingsstadium aangepaste interventieprijzen voor padie van de twee verkoopseizoenen.

Dit prijsverschil ontstaat op 1 september en wordt vastgesteld aan de hand van de volgende factoren:

  • a) 
    het verschil tussen de interventieprijzen zonder maandelijkse verhoging voor het oude en het nieuwe verkoopseizoen, en
  • b) 
    een bedrag gelijk aan de maandelijkse verhoging vermenigvuldigd met het aantal maanden tussen de voorbije maand oktober (inbegrepen) en de maand van de certificaataanvraag (inbegrepen).

Deze twee factoren worden omgerekend aan de hand van de omrekeningscoëfficiënt voor het bewerkingsstadium waarin de producten worden uitgevoerd.

Wanneer dit prijsverschil groter is dan het betrokken restitutiebedrag, wordt de gecorrigeerde restitutie gelijkgesteld aan nul.

Het restitutiebedrag wordt naar gelang van het bewerkingsstadium met de factoren a) en b) verlaagd en met ingang van de maand oktober van het nieuwe verkoopseizoen overeenkomstig de in lid 2 aangegeven regels verhoogd, waarbij de voor het nieuwe verkoopseizoen toe te passen maandelijkse verhoging in aanmerking wordt genomen.

Artikel 16

  • 1. 
    Wat de uitvoercertificaten betreft, delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:
  • a) 
    elke werkdag:
  • i) 
    alle aanvragen voor certificaten of het ontbreken van certificaataanvragen,
  • ii) 
    de in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 bedoelde certificaataanvragen die op de werkdag vóór de mededeling zijn ingediend,
  • iii) 
    de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven op grond van certificaataanvragen zoals bedoeld in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000;
  • b) 
    vóór de 15e van elke maand, voor de voorafgaande maand:
  • i) 
    de hoeveelheden waarvoor certificaten voor voedselhulp zijn afgegeven,
  • ii) 
    de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven die niet zijn gebruikt, alsmede het bedrag van de restitutie of uitvoerbelasting per code,
  • iii) 
    de hoeveelheden waarop artikel 8, lid 1, van deze verordening niet van toepassing is en waarvoor certificaten zijn afgegeven;
  • c) 
    eenmaal per verkoopseizoen en uiterlijk op 30 april, de gegevens met betrekking tot de juiste hoeveelheden waarvoor de certificaten zijn gebruikt, rekening houdende met de in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 toegestane tolerantie.

In de in de eerste alinea bedoelde mededeling inzake de aanvragen en hoeveelheden wordt vermeld:

  • a) 
    de hoeveelheid voor elke productcode van twaalf cijfers van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties. Ingeval een certificaat wordt afgegeven voor verschillende twaalfcijfercodes, wordt alleen de eerste code aangegeven,
  • b) 
    de hoeveelheid voor elke code, uitgesplitst naar bestemming indien de restitutie of uitvoerbelasting verschilt naar gelang van de bestemming.
  • 2. 
    Wat de afgegeven invoercertificaten betreft, delen de lidstaten elke dag de hoeveelheden mee waarvoor certificaten zijn afgegeven, uitgesplitst naar productcode en, voor zachte tarwe, naar kwaliteitscategorie en oorsprong. In de invoercertificaten voor rijst wordt eveneens het land van oorsprong vermeld.

Artikel 17

Verordening (EG) nr. 1162/95 wordt ingetrokken.

Zij blijft van toepassing op certificaten die zijn afgegeven vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage VI opgenomen concordantietabel.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.
  • (2) 
    PB L 158 van 27.6.2003, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18.
  • (4) 
    PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27.
  • (5) 
    PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.
  • (6) 
    Zie bijlage V.
  • (7) 
    PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
  • (8) 
    PB L 47 van 21.2.2003, blz. 21.
  • (9) 
    PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76.
  • (10) 
    PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7.
  • (11) 
    PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.
  • (12) 
    PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5.
  • (13) 
    PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.

BIJLAGE I

GELDIGHEIDSDUUR VAN DE INVOERCERTIFICATEN

  • A. 
    Sector granen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • B. 
    Sector rijst

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

GELDIGHEIDSDUUR VAN DE UITVOERCERTIFICATEN

  • A. 
    Sector granen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • B. 
    Sector rijst

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Groepen ACS-landen die de Overeenkomst van Lomé hebben ondertekend

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

Producten waarvoor de afschaffing van de uitvoerrestituties geldt, zoals bedoeld in artikel 9

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE V

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen daarvan

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE VI

CONCORDANTIETABEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.