Verordening 2002/2377 - Opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van brouwgerst uit derde landen en tot afwijking van Verordening 1766/92

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002R2377

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002R2377

Verordening (EG) nr. 2377/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van brouwgerst uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad

Publicatieblad Nr. L 358 van 31/12/2002 blz. 0095 - 0100

Verordening (EG) nr. 2377/2002 van de Commissie

van 27 december 2002

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van brouwgerst uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000(2), en met name op artikel 12, lid 1,

Gelet op het besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met het oog op de wijziging, wat granen betreft, van de concessies die zijn opgenomen in de lijst CXL, gehecht aan de GATT(3), en met name op artikel 2,

Gelet op het besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Canada in het kader van artikel XXVIII van de GATT, met het oog op de wijziging, wat granen betreft, van de concessies die zijn opgenomen in de lijst CXL, gehecht aan de GATT(4), en met name op artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De Gemeenschap heeft na handelsbesprekingen de invoervoorwaarden voor zachte tarwe van gemiddelde en lage kwaliteit en van gerst gewijzigd door met ingang van 1 januari 2003 invoercontingenten vast te stellen. Voor gerst heeft de Gemeenschap besloten de preferentiemargeregeling te vervangen door twee tariefcontingenten: een tariefcontingent van 50000 ton voor brouwgerst en een tariefcontingent van 300000 ton voor gerst. Deze verordening heeft betrekking op het tariefcontingent van 50000 ton voor brouwgerst.
  • (2) 
    Op grond van de internationale verbintenissen van de Gemeenschap moet de brouwgerst bestemd zijn voor de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout. Daarom moeten ten aanzien van de kwaliteitscriteria en verwerkingsvoorschriften voor gerst soortgelijke bepalingen worden aangenomen als die welke zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1234/2001 van de Commissie van 22 juni 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 822/2001 van de Raad waarbij in de gedeeltelijke terugbetaling van de in het kader van een tariefcontingent voor brouwgerst geïnde invoerrechten wordt voorzien(5).
  • (3) 
    De opening van dit contingent maakt een aanpassing van Verordening (EEG) nr. 1766/92 noodzakelijk. Om het contingent op 1 januari 2003 te kunnen openstellen, moet gedurende een overgangsperiode die bij het in werking treden van die aanpassing, doch uiterlijk op 30 juni 2003 afloopt, worden afgeweken van Verordening (EEG) nr. 1766/92.
  • (4) 
    Met het oog op een geordende, niet-speculatieve invoer van gerst in het raam van dit tariefcontingent moet worden bepaald dat voor deze invoertransacties een invoercertificaat moet worden overgelegd. Op verzoek van de belanghebbenden worden deze certificaten afgegeven binnen de vastgestelde hoeveelheden en, in voorkomend geval, na vaststelling van een op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt.
  • (5) 
    Met het oog op een goed beheer van dit contingent moet worden bepaald welke termijnen gelden voor de indiening van de certificaataanvragen en welke gegevens in de aanvragen en certificaten moeten voorkomen.
  • (6) 
    Met het oog op de leveringsvoorwaarden moet worden afgeweken van de geldigheidsduur van de certificaten.
  • (7) 
    Rekening houdend met de verplichting om het gebruik van het contingent voor het aangegeven doel te waarborgen en daartoe een hoge zekerheid gedurende het hele verwerkingsproces aan te houden, is het dienstig een vrijstelling te verlenen aan importeurs wier partijen brouwgerst vergezeld gaan van een overeenstemmingscertificaat dat is goedgekeurd door de regering van de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig de procedure van administratieve samenwerking als bedoeld in de artikelen 63, 64 en 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002(7).
  • (8) 
    Voor een doeltreffend beheer van het contingent dient te worden afgeweken van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2299/2001(9), ten aanzien van de mogelijkheid om certificaten over te dragen en de tolerantie met betrekking tot de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden.
  • (9) 
    Voor een deugdelijk beheer van het contingent moet de zekerheid voor de invoercertificaten, in afwijking van het bepaalde in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1322/2002(11), op een relatief hoog niveau worden vastgesteld.
  • (10) 
    Het is belangrijk ervoor te zorgen dat Commissie en lidstaten elkaar snel informeren over de aangevraagde en ingevoerde hoeveelheden.
  • (11) 
    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 10, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 wordt het invoerrecht voor brouwgerst van GN-code 1003 00 vastgesteld in het kader van een bij de voorliggende verordening geopend contingent.

Voor de in deze verordening bedoelde producten die boven de in artikel 2 bepaalde hoeveelheid worden ingevoerd, geldt het bepaalde in artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

Artikel 2

  • 1. 
    Er wordt een tariefcontingent geopend voor de invoer van 50000 ton brouwgerst van GN-code 1003 00 50 die bestemd is voor de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout.
  • 2. 
    Het contingent wordt ieder jaar op 1 januari geopend. Het invoerrecht binnen het contingent bedraagt 8 EUR per ton.

Artikel 3

Onverminderd het bepaalde in deze verordening, moet voor elke invoer in het kader van het in artikel 2, lid 1, bedoelde contingent een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1291/2000 afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

Artikel 4

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    "aangetaste korrels": korrels van gerst, van andere graansoorten of van wilde haver, die beschadigingen vertonen, inclusief aantastingen ten gevolge van ziekte, vrieskoude, warmte, insecten, schimmels en slechte weersomstandigheden, alsmede elke andere materiële beschadiging;
  • b) 
    "korrels van gezonde handelskwaliteit": gerstkorrels of delen van gerstkorrels die geen aangetaste korrels zijn als omschreven onder a), met uitzondering van korrels die zijn aangetast door vrieskoude of door schimmels.

Artikel 5

  • 1. 
    Van het tariefcontingent mag slechts gebruik worden gemaakt wanneer de ingevoerde gerst aan de volgende criteria voldoet:
  • a) 
    soortelijk gewicht: 60,5 kg/hl of meer;
  • b) 
    aangetaste korrels: 1 % of minder;
  • c) 
    vochtgehalte: 13,5 % of minder;
  • d) 
    gerstkorrels van gezonde handelskwaliteit: 96 % of meer.
  • 2. 
    De in lid 1 vermelde kwaliteitscriteria worden gestaafd aan de hand van een van de volgende documenten:
  • a) 
    hetzij een certificaat van een analyse die op verzoek van de importeur is verricht door de douanedienst waar de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht;
  • b) 
    hetzij een door de Commissie erkend overeenstemmingscertificaat voor de ingevoerde gerst dat is afgegeven door een overheidsinstantie van het land van oorsprong.

Artikel 6

  • 1. 
    Van het contingent mag slechts gebruik worden gemaakt, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  • a) 
    de ingevoerde gerst moet tot mout worden verwerkt binnen zes maanden na de datum van het in het vrije verkeer brengen, en
  • b) 
    die mout moet binnen 150 dagen, te rekenen vanaf de datum van verwerking van gerst tot mout, worden gebruikt bij de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout.
  • 2. 
    De aanvraag voor een invoercertificaat in het kader van dit contingent is slechts ontvankelijk indien zij vergezeld gaat van:
  • a) 
    het bewijs dat de aanvrager een natuurlijke persoon of een rechtspersoon is die sedert ten minste twaalf maanden een commerciële activiteit uitoefent in de graansector en die is geregistreerd in de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend;
  • b) 
    het bewijs dat de aanvrager bij de bevoegde instantie van de lidstaat waar de gerst in het vrije verkeer wordt gebracht, een zekerheid van 85 EUR per ton heeft gesteld. Wanneer de partijen brouwgerst vergezeld gaan van een door de Federal Grain Inspection Service (FGIS) afgegeven overeenstemmingscertificaat als bedoeld in artikel 8, wordt de zekerheid verlaagd tot 10 EUR per ton;
  • c) 
    de schriftelijke verbintenis van de aanvrager dat de volledige hoeveelheid in te voeren gerst binnen zes maanden na de dag waarop deze in het vrije verkeer wordt gebracht, zal worden verwerkt tot mout die binnen 150 dagen na het verstrijken van de termijn voor de verwerking tot mout zal worden gebruikt bij de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout. Hij moet de plaats van verwerking meedelen door het verwerkingsbedrijf en de lidstaat of ten hoogste vijf verwerkingsinrichtingen te vermelden. Voordat de goederen voor verwerking worden verzonden, moet het douanekantoor van inklaring een controle-exemplaar T5 opstellen overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie. De op grond van de eerste zin verlangde gegevens, alsook naam en plaats van het verwerkingsbedrijf moeten in vak 104 van het T5-formulier worden aangegeven.
  • 3. 
    De verwerking van de ingevoerde gerst tot mout wordt geacht te hebben plaatsgevonden wanneer de gerst geweekt is. Bovendien moet de bevoegde autoriteit erop toezien dat de mout binnen 150 dagen wordt gebruikt bij de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout.

Artikel 7

  • 1. 
    De in artikel 6, lid 2, onder b), bedoelde zekerheid wordt vrijggegeven, op voorwaarde dat:
  • a) 
    de kwaliteit van de gerst, vastgesteld op basis van het overeenstemmingscertificaat of van de analyse, beantwoordt aan de in artikel 5, lid 1, vastgestelde normen,
  • b) 
    de aanvrager van het certificaat het bewijs levert dat de goederen uiteindelijk zijn gebruikt voor het in artikel 5, lid 1, aangegeven specifieke doel, met een verklaring dat dit gebruik heeft plaatsgevonden binnen de termijn die is vastgesteld in de schriftelijke verbintenis als bedoeld in artikel 6, lid 2, onder c). Dit eventueel aan de hand van het controle-exemplaar T5 te leveren bewijs moet ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer aantonen dat alle ingevoerde hoeveelheden verwerkt zijn tot het in artikel 6, lid 2, onder c), genoemde product.
  • 2. 
    Wanneer aan de in de artikelen 5 en 6 bedoelde kwaliteitscriteria en/of verwerkingsvoorschriften niet voldaan is, worden de in artikel 10, onder a), van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedoelde zekerheid met betrekking tot het invoercertificaat en de in artikel 6, lid 2, onder b), bedoelde aanvullende zekerheid verbeurd, tenzij de importeur een nieuw invoercertificaat kan overleggen dat afgegeven is in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 2376/2002 van de Commissie(12) beheerde contingent. In dat geval wordt slechts 22 EUR van de zekerheid van 30 EUR vrijgegeven.

Artikel 8

In bijlage I is een model opgenomen van de door de FGIS af te geven certificaten. De door de FGIS afgegeven certificaten voor brouwgerst bestemd voor de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout, worden door de Commissie officieel erkend overeenkomstig de in de artikelen 63, 64 en 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 vastgestelde procedure van administratieve samenwerking. Wanneer de in het certificaat vermelde analyseparameters beantwoorden aan de in artikel 5 bepaalde door de FGIS afgegeven overeenstemmingsnormen voor brouwgerst, worden voor het betrokken seizoen in iedere haven van binnenkomst monsters genomen bij ten minste 3 % van de ingevoerde ladingen. Het stempel en de handtekeningen die door de regering van de Verenigde Staten van Amerika zijn erkend, zullen in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen worden afgedrukt.

Artikel 9

  • 1. 
    De aanvragen voor invoercertificaten kunnen steeds op de tweede maandag van de maand tot 13 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat worden ingediend.

In elke certificaataanvraag moet een hoeveelheid zijn vermeld die de voor de invoer van het betrokken product in het betrokken jaar beschikbare hoeveelheid niet overschrijdt.

  • 2. 
    Op de dag van indiening van de aanvragen uiterlijk om 18 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax overeenkomstig het model in bijlage II het totaal van de in de invoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheden mee. Wanneer de voor een mededeling vastgestelde dag in de lidstaat een officiële feestdag is, wordt de mededeling uiterlijk op de laatste werkdag vóór die officiële feestdag om 18 uur (plaatselijke tijd Brussel) verzonden.

Deze informatie en de informatie over de andere aanvragen voor invoercertificaten voor granen moeten elk afzonderlijk worden medegedeeld.

  • 3. 
    Indien de som van de sedert het begin van het jaar toegekende hoeveelheden en de in lid 2 bedoelde hoeveelheid het contingent voor het betrokken jaar overschrijdt, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen één enkele verminderingscoëfficiënt vast die op alle aangevraagde hoeveelheden moet worden toegepast.
  • 4. 
    Onverminderd het bepaalde in lid 3, worden de certificaten afgegeven op de vierde werkdag na die van de indiening van de aanvraag. Op de dag van afgifte van de certificaten uiterlijk om 18 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax op het in bijlage II aangegeven nummer de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden waarvoor op die dag invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 10

De invoercertificaten zijn met ingang van de dag van afgifte 60 dagen geldig. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

Artikel 11

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

Artikel 12

In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 13

In de aanvraag voor het invoercertificaat en in het invoercertificaat worden vermeld:

  • a) 
    in vak 20, het door verwerking van het graan verkregen product en een van de volgende vermeldingen:
  • Reglamento (CE) n° 2377/2002
  • Forordning (EF) nr. 2377/2002
  • Verordnung (EG) Nr. 2377/2002
  • Κανονισμός (EK) αριθ. 2377/2002
  • Regulation (EC) No 2377/2002
  • Règlement (CE) n° 2377/2002
  • Regolamento (CE) n. 2377/2002
  • Verordening (EG) nr. 2377/2002
  • Regulamento (CE) n.o 2377/2002
  • Asetus (EY) N:o 2377/2002
  • Förordning (EG) nr 2377/2002
  • b) 
    in vak 24, de vermelding "8 EUR/ton".

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2003.

Zij is van toepassing tot de datum van inwerkingtreding van de verordening tot wijziging van artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1766/92, doch uiterlijk tot en met 30 juni 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 december 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.
  • (2) 
    PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1.
  • (3) 
    Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
  • (4) 
    Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
  • (5) 
    PB L 168 van 23.6.2001, blz. 12.
  • (6) 
    PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
  • (7) 
    PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11.
  • (8) 
    PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
  • (9) 
    PB L 308 van 27.11.2001, blz. 19.
  • (10) 
    PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.
  • (11) 
    PB L 194 van 23.7.2002, blz. 22.
  • (12) 
    Zie bladzijde 92 van dit Publicatieblad.

BIJLAGE I

Model van het door de regering van de Verenigde Staten van Amerika erkende overeenstemmingscertificaat voor brouwgerst bestemd voor de bereiding van bier dat rijpt in tanks met beukenhout

>PIC FILE= "L_2002358NL.009902.TIF">

BIJLAGE II

>PIC FILE= "L_2002358NL.010002.TIF">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.