Verordening 2002/2375 - Opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening 1766/92

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002R2375

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002R2375

Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad

Publicatieblad Nr. L 358 van 31/12/2002 blz. 0088 - 0091

Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie

van 27 december 2002

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000(2), en met name op artikel 12, lid 1,

Gelet op het besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met het oog op de wijziging, wat granen betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst 1994(3), en met name op artikel 2,

Gelet op het besluit van de Raad 19 december 2002 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Canada in het kader van artikel XXVIII van GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat granen betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan GATT 1994(4), en met name op artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De Gemeenschap heeft na handelsbesprekingen de invoervoorwaarden voor zachte tarwe van gemiddelde en lage kwaliteit, d.w.z. zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit, zoals omschreven in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1966 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1900/2002(6), gewijzigd door met ingang van 1 januari 2003 een invoercontingent vast te stellen.
  • (2) 
    Dit tariefcontingent heeft een omvang van ten hoogste 2981600 ton per jaar, waarvan 572000 ton voor invoer uit de Verenigde Staten en 38000 ton voor invoer uit Canada.
  • (3) 
    De opening van dit contingent maakt een aanpassing van Verordening (EEG) nr. 1766/92 noodzakelijk. Om het contingent op 1 januari 2003 te kunnen openstellen, moet gedurende een overgangsperiode die bij het in werking treden van die aanpassing, doch uiterlijk op 30 juni 2003 afloopt, worden afgeweken van Verordening (EEG) nr. 1766/92.
  • (4) 
    Met het oog op een geordende, niet-speculatieve invoer van zachte tarwe in het raam van dit tariefcontingent moet worden bepaald dat voor deze invoertransacties een invoercertificaat moet worden overgelegd. Op verzoek van de belanghebbenden worden deze certificaten afgegeven binnen de vastgestelde hoeveelheden en, in voorkomend geval, na vaststelling van een op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt.
  • (5) 
    Met het oog op een goed beheer van deze contingenten moet worden bepaald welke termijnen gelden voor de indiening van de certificaataanvragen en welke gegevens in de aanvragen en certificaten moeten voorkomen.
  • (6) 
    Met het oog op de leveringsvoorwaarden moet worden afgeweken van de geldigheidsduur van de certificaten.
  • (7) 
    Voor een doeltreffend beheer van de contingenten dient te worden afgeweken van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2299/2001(8), ten aanzien van de mogelijkheid om certificaten over te dragen en de tolerantie met betrekking tot de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden.
  • (8) 
    Voor een deugdelijk beheer van de contingenten moet de zekerheid voor de invoercertificaten, in afwijking van het bepaalde in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1322/2002(10), op een relatief hoog niveau worden vastgesteld.
  • (9) 
    Het is belangrijk ervoor te zorgen dat Commissie en lidstaten elkaar snel informeren over de aangevraagde en ingevoerde hoeveelheden.
  • (10) 
    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 10, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 wordt het invoerrecht voor zachte tarwe van GN-code 1001 90 99 van een andere dan van hoge kwaliteit, zoals omschreven in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1249/96, vastgesteld in het kader van een bij de voorliggende verordening geopend contingent.

Voor de in deze verordening bedoelde producten die boven de in artikel 3 bepaalde hoeveelheid worden ingevoerd, geldt het bepaalde in artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

Artikel 2

  • 1. 
    Met ingang van 1 januari 2003 wordt een tariefcontingent van 2981600 ton zachte tarwe van GN-code 1001 90 99 van een andere dan van hoge kwaliteit geopend.
  • 2. 
    Het contingent wordt ieder jaar op 1 januari geopend. Het invoerrecht binnen het contingent bedraagt 12 EUR per ton.

Artikel 3

  • 1. 
    Het jaarcontingent bestaat uit drie deelcontingenten:
  • a) 
    Deelcontingent I: 572000 ton voor de Verenigde Staten;
  • b) 
    Deelcontingent II: 38000 ton voor Canada;
  • c) 
    Deelcontingent III: 2371600 ton voor de overige derde landen.
  • 2. 
    Wanneer in de loop van het jaar een belangrijke onderbenutting van de deelcontingenten I of II geconstateerd wordt, kan de Commissie met instemming van de betrokken derde landen volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 besluiten de niet-gebruikte hoeveelheden naar de overige deelcontingenten over te dragen.
  • 3. 
    Deelcontingent III omvat vier kwartaaltranches van elk 592900 ton met de volgende looptijd:
  • a) 
    tranche 1: van 1 januari tot en met 31 maart;
  • b) 
    tranche 2: van 1 april tot en met 30 juni;
  • c) 
    tranche 3: van 1 juli tot en met 30 september;
  • d) 
    tranche 4: van 1 oktober tot en met 31 december.
  • 4. 
    Met uitzondering van tranche 4 als bedoeld in lid 3, onder d), worden de niet-gebruikte hoeveelheden van een tranche automatisch naar de volgende tranche overgedragen. Wanneer een tranche opgebruikt is, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 de opening van de volgende tranche vervroegen.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde in deze verordening, moet voor elke invoer in het kader van het in artikel 2, lid 1, bedoelde contingent een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1291/2000 afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

Artikel 5

  • 1. 
    De aanvragen voor invoercertificaten kunnen steeds op maandag tot 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat worden ingediend.

In elke certificaataanvraag moet een hoeveelheid zijn vermeld die de voor de invoer van het betrokken product in de betrokken periode beschikbare hoeveelheid niet overschrijdt.

  • 2. 
    Op de dag van indiening van de aanvragen uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax overeenkomstig het model in de bijlage het totaal van de in de invoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheden mee. Wanneer de voor een mededeling vastgestelde dag in de lidstaat een officiële feestdag is, wordt de mededeling uiterlijk op de laatste werkdag vóór die officiële feestdag om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) verzonden.

Deze informatie en de informatie over de andere aanvragen voor invoercertificaten voor granen moeten elk afzonderlijk worden medegedeeld.

  • 3. 
    Indien de som van de sedert het begin van de periode toegekende hoeveelheden en de in lid 2 bedoelde hoeveelheid het contingent voor de betrokken periode overschrijdt, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen één enkele verminderingscoëfficiënt vast die op alle aangevraagde hoeveelheden moet worden toegepast.
  • 4. 
    Onverminderd het bepaalde in lid 3, worden de certificaten afgegeven op de vierde werkdag na die van de indiening van de aanvraag. Op de dag van afgifte van de certificaten uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax op het in de bijlage aangegeven nummer de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden waarvoor op die dag invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 6

De invoercertificaten zijn met ingang met de dag van afgifte 60 dagen geldig. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

Artikel 7

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

Artikel 8

In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 9

In de aanvraag voor het invoercertificaat en in het invoercertificaat worden vermeld:

  • a) 
    in vak 8, het land van oorsprong;
  • b) 
    in vak 20, een van de volgende vermeldingen:
  • Reglamento (CE) n° 2375/2002
  • Forordning (EF) nr. 2375/2002
  • Verordnung (EG) Nr. 2375/2002
  • Κανονισμóς (EK) αριθ. 2375/2002
  • Regulation (EC) No 2375/2002
  • Règlement (CE) n° 2375/2002
  • Regolamento (CE) n. 2375/2002
  • Verordening (EG) nr. 2375/2002
  • Regulamento (CE) n.o 2375/2002
  • Asetus (EY) N:o 2375/2002
  • Förordning (EG) nr 2375/2002
  • c) 
    in vak 24, de vermelding "12 EUR/ton".

Artikel 10

In afwijking van het bepaalde in artikel 10, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedraagt de zekerheid voor de in deze verordening bedoelde invoercertificaten 30 EUR per ton.

Artikel 11

In het kader van het tariefcontingent mag zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit, van oorsprong uit derde landen, in de Gemeenschap slechts in het vrije verkeer worden gebracht na overlegging van een oorsprongscertificaat dat door de bevoegde nationale autoriteiten van die landen is afgegeven overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(11).

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2003.

Zij is van toepassing tot de datum van inwerkingtreding van de verordening tot wijziging van artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1766/92, doch uiterlijk tot en met 30 juni 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 december 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.
  • (2) 
    PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1.
  • (3) 
    Nog niet verschenen in het Publicatieblad.
  • (4) 
    Nog niet verschenen in het Publicatieblad.
  • (5) 
    PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125.
  • (6) 
    PB L 287 van 25.10.2002, blz. 15.
  • (7) 
    PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
  • (8) 
    PB L 308 van 27.11.2001, blz. 19.
  • (9) 
    PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.
  • (10) 
    PB L 194 van 23.7.2002, blz. 22.
  • (11) 
    PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

BIJLAGE

>PIC FILE= "L_2002358NL.009102.TIF">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.