Verordening 1997/1898 - Bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de regeling waarin is voorzien bij Verordening 3066/95

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31997R1898

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31997R1898

Verordening (EG) nr. 1898/97 van de Commissie van 29 september 1997 houdende vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de regeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad, en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2698/93 en (EG) nr. 1590/94

Publicatieblad Nr. L 267 van 30/09/1997 blz. 0058 - 0066

VERORDENING (EG) Nr. 1898/97 VAN DE COMMISSIE van 29 september 1997 houdende vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de regeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad, en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2698/93 en (EG) nr. 1590/94

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde in de Europa-overeenkomsten opgenomen landbouwconcessies (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1595/97 (2), en met name op artikel 8,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (4), en met name op artikel 22,

Overwegende dat de landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europa-overeenkomsten welke zijn gesloten tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en, respectievelijk, de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds, voor de periode van 1 januari 1996 tot de inwerkingtreding van de aanvullende protocollen zijn aangepast door middel van maatregelen welke bij wijze van autonome overgangsregeling zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 3066/95; dat de geldigheidsduur van deze maatregelen bij Verordening (EG) nr. 2490/96 van de Raad (5) is verlengd tot en met 31 december 1997; dat de onderhandelingen over de aanvullende protocollen bij de Europa-overeenkomsten zijn afgerond, maar dat wegens de benodigde procedurele termijnen deze protocollen niet op 1 juli 1997 in werking konden treden, wat ertoe heeft geleid Verordening (EG) nr. 3066/95 bij Verordening (EG) nr. 1595/97 te wijzigen om voor de landbouwsector de vervroegde toepassing van de resultaten van de onderhandelingen mogelijk te maken;

Overwegende dat, zonder de bepalingen uit het oog te verliezen die in de interim-overeenkomsten zijn opgenomen om de oorsprong van het product te garanderen, ervoor dient te worden gezorgd dat de regeling wordt beheerd via invoercertificaten; dat hiertoe met name voorschriften betreffende de indiening van de aanvragen moeten worden vastgesteld en moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten in afwijking van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1404/97 (7); dat bovendien moet worden bepaald dat de certificaten eerst na afloop van een bezinningsperiode worden afgegeven en dat op de aangevraagde hoeveelheden eventueel een uniform toewijzingspercentage wordt toegepast;

Overwegende dat het, met het oog op een doeltreffend beheer van de regeling, dienstig is de zekerheid voor in het kader van de regeling afgegeven invoercertificaten vast te stellen op 30 ecu per 100 kg; dat, gezien het aan de regeling inherente gevaar voor speculatie in de sector varkensvlees, precieze voorwaarden dienen te worden vastgesteld waaraan marktdeelnemers moeten voldoen om van de regeling gebruik te kunnen maken;

Overwegende dat voor de periode van 1 juli tot en met 30 september 1997 reeds invoercertificaten voor bepaalde categorieën producten van de sector varkensvlees zijn toegewezen bij Verordening (EG) nr. 1461/97 van de Commissie van 25 juli 1997 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten voor bepaalde producten in de sector varkensvlees, die in juli 1997 worden ingediend op grond van de regeling die is vastgesteld in de door de Gemeenschap gesloten overeenkomsten met de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek (8), en bij Verordening (EG) nr. 1462/97 van de Commissie van 25 juli 1997 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten voor bepaalde producten in de sector varkensvlees, die in juli 1997 worden ingediend op grond van de regeling die is vastgesteld in de door de Gemeenschap gesloten overeenkomsten met Bulgarije en Roemenië (9); dat derhalve de voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december 1997 beschikbare hoeveelheden moeten worden vastgesteld met inachtneming van de toegewezen hoeveelheden en van de voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1997 vastgestelde contingenten;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2698/93 van de Commissie (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 691/97 (11), bepalingen zijn vastgesteld voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de regeling waarin is voorzien bij de interim-overeenkomsten tussen, enerzijds, de Gemeenschap, en, anderzijds, respectievelijk Polen, Hongarije en de voormalige Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek; dat die verordening wordt vervangen door de onderhavige verordening; dat Verordening (EEG) nr. 2698/93 derhalve moet worden ingetrokken;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 1590/94 van de Commissie (12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 691/97, bepalingen zijn vastgesteld voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de regeling waarin is voorzien bij de interim-overeenkomsten tussen, enerzijds, de Gemeenschap, en, anderzijds, respectievelijk Bulgarije en Roemenië; dat die verordening wordt vervangen door de onderhavige verordening; dat Verordening (EG) nr. 1590/94 derhalve moet worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor elke invoer in de Gemeenschap, in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 3066/95 vastgestelde regeling, van de in bijlage I bij de onderhavige verordening genoemde producten van de groepen 1, 2, 3, 4, H1, H2, 5, 6, 7, 8, 9, 10/11, 12/13, 14, 15, 16 en 17 moet een invoercertificaat worden overgelegd.

De hoeveelheden producten die voor die regeling in aanmerking komen, en het percentage waarmee het bij het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde douanerecht wordt verlaagd, zijn voor elke groep vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde hoeveelheden worden als volgt over de in bijlage I genoemde tijdvakken verdeeld:

  • 25 % in het kwartaal van 1 juli tot en met 30 september,
  • 25 % in het kwartaal van 1 oktober tot en met 31 december,
  • 25 % in het kwartaal van 1 januari tot en met 31 maart,
  • 25 % in het kwartaal van 1 april tot en met 30 juni.

Artikel 3

Met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde invoercertificaten gelden de volgende bepalingen:

  • 1. 
    de aanvrager moet een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn die bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde instanties in de lidstaten kan aantonen dat hij sedert ten minste twaalf maanden werkzaam is op het gebied van de handel met derde landen in de sector varkensvlees; deze regeling geldt evenwel niet voor detailhandelszaken of restaurants die hun producten rechtstreeks aan de verbruiker verkopen;
  • 2. 
    in de certificaataanvraag mag slechts één van de in bijlage I bij deze verordening gedefinieerde groepnummers zijn vermeld; de aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten van verschillende GN-codes, van oorsprong uit slechts één van de in deze verordening bedoelde landen. In dit geval moeten alle GN-codes en de desbetreffende productomschrijvingen worden vermeld in respectievelijk vak 16 en vak 15. De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 1 ton en ten hoogste 25 % van de hoeveelheid die voor de betrokken groep beschikbaar is in het desbetreffende kwartaal zoals vastgesteld in artikel 2;
  • 3. 
    op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld; het certificaat brengt de verplichting met zich om uit het aangegeven land in te voeren;
  • 4. 
    op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 20 een van de volgende vermeldingen aangebracht:
  • Reglamento (CE) n° 1898/97
  • Forordning (EF) nr. 1898/97
  • Verordnung (EG) Nr. 1898/97
  • Êáíïíéóìüò (ÅÊ) áñéè. 1898/97
  • Regulation (EC) No 1898/97
  • Règlement (CE) n° 1898/97
  • Regolamento (CE) n. 1898/97
  • Verordening (EG) nr. 1898/97
  • Regulamento (CE) nº 1898/97
  • Asetus (EY) N:o 1898/97
  • Förordning (EG) nr 1898/97;
  • 5. 
    op het certificaat wordt in vak 24 een van de volgende vermeldingen aangebracht:
  • Reducción del derecho de aduana en virtud del Reglamento (CE) n° 1898/97
  • Nedsættelse af importafgiften jf. forordning (EF) nr. 1898/97
  • Ermäßigung des Zollsatzes nach dem GZT gemäß Verordnung (EG) Nr. 1898/97
  • Ìåßùóç ôïõ äáóìïý üðùò ðñïâëÝðåôáé óôïí êáíïíéóìü (ÅÊ) áñéè. 1898/97
  • Customs duty reduction as provided for in Regulation (EC) No 1898/97
  • Réduction du droit de douane comme prévu au règlement (CE) n° 1898/97
  • Riduzione del dazio doganale a norma del regolamento (CE) n. 1898/97
  • Douanerecht verlaagd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1898/97
  • Redução do direito aduaneiro conforme previsto no Regulamento (CE) nº 1898/97
  • Tullialennus, josta on säädetty asetuksessa (EY) N:o 1898/97
  • Nedsättning av tullavgiften enligt förordning (EG) nr 1898/97.

Artikel 4

  • 1. 
    Certificaataanvragen kunnen alleen in de eerste tien dagen van elk in artikel 2 genoemd kwartaal worden ingediend.
  • 2. 
    De certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk voorzover de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij voor het lopende kwartaal en voor de producten van dezelfde groep in de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend, noch in andere lidstaten, geen andere aanvragen heeft ingediend en ook niet zal indienen; wanneer dezelfde belanghebbende toch aanvragen voor producten van dezelfde groep indient, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk.
  • 3. 
    De lidstaten delen de Commissie op de vijfde werkdag na de laatste werkdag waarop aanvragen konden worden ingediend, gegevens mede over de aanvragen die zijn ingediend voor elk van de producten van de betrokken groepen. Deze gegevens omvatten de lijst van de aanvragers en een overzicht waarin voor elke groep de gevraagde hoeveelheid wordt vermeld. Op de voorgeschreven werkdag wordt per telex of fax mededeling gedaan hetzij van het feit dat geen aanvragen zijn ingediend, waartoe gebruik wordt gemaakt van het model in bijlage II, hetzij, indien wel aanvragen zijn ingediend, van de gevraagde gegevens, waartoe de modellen in de bijlagen II en III worden gebruikt.
  • 4. 
    De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in hoeverre gevolg kan worden gegeven aan de in artikel 3 bedoelde aanvragen.

Als de totale hoeveelheid waarvoor certificaten zijn aangevraagd, groter is dan de beschikbare hoeveelheid, stelt de Commissie een uniform percentage voor toewijzing van de gevraagde hoeveelheden vast.

Als de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen zijn ingediend, kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid, bepaalt de Commissie de resterende hoeveelheid, die aan de voor het volgende kwartaal beschikbare hoeveelheid wordt toegevoegd.

  • 5. 
    Nadat de Commissie haar beslissing heeft genomen, worden de certificaten zo spoedig mogelijk afgegeven.
  • 6. 
    De afgegeven certificaten zijn in de gehele Gemeenschap geldig.

Artikel 5

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 bedraagt de geldigheidsduur van de invoercertificaten 150 dagen vanaf de dag van feitelijke afgifte.

Op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten zijn niet overdraagbaar.

Artikel 6

Voor alle in artikel 1 bedoelde producten dient bij het aanvragen van een invoercertificaat een zekerheid van 30 ecu per 100 kg te worden gesteld.

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in de onderhavige verordening zijn de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van toepassing.

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 mag de in het kader van de onderhavige verordening ingevoerde hoeveelheid echter niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. Daartoe wordt in vak 19 van het invoercertificaat het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 8

De producten worden in het vrije verkeer gebracht na overlegging van hetzij het EUR.1-certificaat dat door het land van uitvoer is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 4 bij de met de genoemde landen gesloten Europa-overeenkomsten, hetzij een door de exporteur overeenkomstig de bepalingen van dat protocol opgestelde verklaring.

Artikel 9

De lidstaten en de Commissie zien in nauwe samenwerking toe op de inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 10

De hoeveelheden die beschikbaar zijn voor de aanvragen die van 1 tot en met 10 oktober 1997 worden ingediend, zijn vastgesteld in bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 11

De Verordeningen (EEG) nr. 2698/93 en (EG) nr. 1590/94 worden ingetrokken.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 september 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 328 van 30. 12. 1995, blz. 31.
  • (2) 
    PB L 216 van 8. 8. 1997, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.
  • (4) 
    PB L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.
  • (5) 
    PB L 338 van 28. 12. 1996, blz. 13.
  • (6) 
    PB L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.
  • (7) 
    PB L 194 van 23. 7. 1997, blz. 5.
  • (8) 
    PB L 199 van 26. 7. 1997, blz. 22.
  • (9) 
    PB L 199 van 26. 7. 1997, blz. 24.
  • (10) 
    PB L 245 van 1. 10. 1993, blz. 80.
  • (11) 
    PB L 102 van 19. 4. 1997, blz. 12.
  • (12) 
    PB L 167 van 1. 7. 1994, blz. 16.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • (1) 
    Met uitzondering van kophaasjes, apart aangeboden.

BIJLAGE II

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE III

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE IV

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.