Besluit 1996/414 - Beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van dieren en dierlijke produkten uit Macedonië in verband met uitbraken van mond- en klauwzeer

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31996D0414

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996D0414

96/414/EG: Beschikking van de Commissie van 4 juli 1996 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van dieren en dierlijke produkten uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in verband met uitbraken van mond- en klauwzeer (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 167 van 06/07/1996 blz. 0058 - 0059

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 4 juli 1996 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van dieren en dierlijke produkten uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in verband met uitbraken van mond- en klauwzeer (Voor de EER relevante tekst) (96/414/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/52/EG (2), en met name op artikel 19, lid 6,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (3), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op artikel 18, lid 1,

Overwegende dat mond- en klauwzeer is uitgebroken in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM); dat uit een door de diensten van de Commissie verrichte controle ter plaatse is gebleken dat de autoriteiten van de VJRM niet in staat zijn de nodige controlemaatregelen te doen toepassen om de verspreiding van mond- en klauwzeer te voorkomen;

Overwegende dat de situatie in de VJRM een ernstige bedreiging voor de veestapel van de Lid-Staten vormt in verband met de handel in bepaalde dierlijke produkten;

Overwegende dat de nodige maatregelen moeten worden getroffen om te voorkomen dat deze ziekte de Gemeenschap wordt binnengebracht;

Overwegende dat krachtens Beschikking 93/242/EEG van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer (4), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 95/295/EG (5), de invoer van levende dieren, vers vlees en bepaalde vleesprodukten van vatbare soorten uit en via bepaalde landen, waaronder de VJRM, is verboden; dat krachtens die beschikking de invoer van vers vlees en bepaalde vleesprodukten uit en via die landen onder bepaalde voorwaarden is toegestaan;

Overwegende dat bij Beschikking 95/340/EG van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/325/EG (7), een lijst is vastgesteld van derde landen waaruit de Lid-Staten de invoer van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk toestaan; dat de VJRM in deze lijst is opgenomen; dat produkten op basis van melk slechts mogen worden ingevoerd indien zij een behandeling hebben ondergaan die volstaat om het virus te vernietigen;

Overwegende dat bij Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (8), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/405/EG van de Commissie (9), de voorwaarden voor de invoer van darmen van dieren, huiden, beenderen en produkten van beenderen, hoornen en produkten van hoorn, hoeven en produkten van hoeven, jachttrofeeën, onbewerkte wol en onbewerkt haar zijn vastgesteld; dat deze produkten slechts mogen worden ingevoerd indien zij een behandeling hebben ondergaan die volstaat om het virus te vernietigen; dat sommige andere produkten echter nog steeds mogen worden ingevoerd; dat deze produkten een risico vormen;

Overwegende dat daarom de invoer van bepaalde dierlijke produkten uit de VJRM moet worden verboden; dat bepaalde produkten evenwel toch mogen worden ingevoerd indien zij een specifieke behandeling hebben ondergaan;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 93/242/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In bijlage A wordt voetnoot (1) bij de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geschrapt.
  • 2. 
    In bijlage B worden de woorden "Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië" geschrapt.

Artikel 2

  • 1. 
    De Lid-Staten verbieden de invoer van melk en produkten op basis van melk van herkomst uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tenzij deze een behandeling hebben ondergaan die aan de in artikel 3 van Beschikking 95/340/EG vastgestelde eisen voldoet.
  • 2. 
    Ter aanvulling van het bepaalde in Beschikking 93/242/EEG verbieden de Lid-Staten de invoer van de volgende produkten van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevigen van herkomst uit het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië:
  • bloed en bloedprodukten zoals bedoeld in bijlage I, hoofdstuk 7, van Richtlijn 92/118/EEG;
  • grondstoffen voor de vervaardiging van voeder voor dieren en voor farmaceutische of technische produkten zoals bedoeld in bijlage I, hoofdstuk 10, van Richtlijn 92/118/EEG;
  • mest zoals bedoeld in bijlage I, hoofdstuk 14, van Richtlijn 92/118/EEG.
  • 3. 
    Het in lid 2, eerste streepje, bedoelde verbod geldt niet voor bloedprodukten die zijn behandeld overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, hoofdstuk 7, punt 3, onder b), van Richtlijn 92/118/EEG.
  • 4. 
    De Lid-Staten zien erop toe dat op de certificaten waarvan dierlijke produkten die een in lid 1 of lid 3 bedoelde behandeling hebben ondergaan en die uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mogen worden verzonden, vergezeld gaan, de volgende vermelding voorkomt:

"Dierlijke produkten die in overeenstemming zijn met Beschikking 96/414/EG van de Commissie betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van dieren en dierlijke produkten uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in verband met uitbraken van mond- en klauwzeer.".

Artikel 3

De Lid-Staten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van het handelsverkeer toepassen, in overeenstemming met deze beschikking. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 4 juli 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 265 van 8. 11. 1995, blz. 16.
  • (3) 
    PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56.
  • (4) 
    PB nr. L 110 van 4. 5. 1993, blz. 36.
  • (5) 
    PB nr. L 182 van 2. 8. 1995, blz. 30.
  • (6) 
    PB nr. L 200 van 24. 8. 1995, blz. 38.
  • (7) 
    PB nr. L 123 van 23. 5. 1996, blz. 24.
  • (8) 
    PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.
  • (9) 
    PB nr. L 165 van 4. 7. 1996, blz. 40.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.